Absolute rotdag, die toch nog mee bleek te vallen

Ik stond op met knallende koppijn, vanmorgen. Geen idee hoe of waarom, maar het was eentje van de soort dat ik mijn lenzen niet instak, maar er een brildagje van maakte. Om les te geven, ja, en wie me kent, weet dat dat eigenlijk nooit gebeurt.

Bart nam de kinderen mee naar school, en ik moest pas om negen uur weg. Tijd genoeg dus om nog een toets af te printen. Dàcht ik. Want mijn printer heeft zware kuren, en wil de ene keer wél, de volgende keer niet printen. Drie keer raden wat het werd vandaag. Bon, ik zette de toets dan maar om in PDF en printte op school. Ik gooide de toets nog net op tijd in de kopieermachine, en ging lesgeven. Ik weet nog dat ik toen al dacht: “Tiens, da’s precies een klein pakje voor 26 kopies…” Tot ik de toets uitdeelde en ik elf exemplaren te kort bleek te hebben. Geen tien maar elf, dus het lag niet aan foutief intikken. Ik belde in allerijl naar Peggy van het secretariaat, en die kwam gezwind aangestapt om even toezicht te houden terwijl ik richting machine crosste om nog elf kopies bij te maken. Zucht.

Gelukkig mocht ik daarna gewoon lesgeven, en word ik nog steeds goed gezind van mijn job. Zelfs na eenentwintig jaar. Chance, want dat is nog niet de helft. En toen werd de dag, beetje bij beetje, beter. Al bleef ik een kort lontje hebben, en had ik niet veel nodig om te blaffen. Maar er was heerlijke stoverij met aardappelbolletjes, en da’s ook al iets. Een goede vriend die ging langskomen en die ik al tijden niet heb gezien, belde helaas af. Maar toch ging plots de bel:

365-mei20

Mijn allerliefste kent me zó ongelofelijk goed he… Ik smolt ter plekke, en samen met mij mijn slechte humeur.

We lieten nog pasfoto’s maken voor de kinderen, ik smeerde driekwart brood, en terwijl de jongens gingen trainen, zochten Merel en ik een nieuwe weg op de Blaarmeersen. We ontdekten dat er blijkbaar nog een extra clubhuis met café en gezellig terras is aan de tennishal, dat daar om een of andere reden iets is met treinen,

IMG_5405

dat er daar twee perfecte, gezellige petanquevelden liggen, dat er wat verderop zelfs drie permanente pingpongtafels staan buiten, en dat je een doos boterhammen best niet open laat staan als je in het zand picknickt. Tsja.

We trokken verder naar de pier, en gaven daar de zanderige boterhammen aan de waterhoentjes, die ze prompt naar hun jongen brachten.

En eigenlijk, feitelijk, was het al bij al toch een haalbare dag, met zelfs fijne momenten.

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *