Een kort geocachetochtje in Gontrode
Kobe kwam het op kousenvoetjes vragen: dat ik vandaag toch geen school had, en dat hij weer in Gontrode moest zijn, in de proeftuin van ’t unief, voor een les, en dat dat 17 kilometer is, en of ik dan geen zin had om daar te geocachen? Ik moest lachen, zei dat het toch goed weer ging zijn, en dat het dus oké was, op voorwaarde dat hij dan mijn fiets op de drager zette en hem er ginder weer afhaalde.
Het plan was van half twee tot half zes, ruim de tijd voor een mooie reeks caches ginder. Tot bleek dat hij niet goed had gekeken, maar het gelukkig wel nog op tijd had gezien: het was maar een uurtje, van half drie tot half vier. Euh, ook goed, dan deed ik wel een stukje van dat rondje, toch?
Op een uurtje kun je dus niet veel, zeker niet als je een kwartier staat te vissen in een buis, twee haakjes kwijtspeelt maar wel een ander – wreed cool – haakje opvist, en geen cache hebt. En als je wat later dan staat te hengelen op een onorthodoxe manier, wegens de hengelhaak nog in de auto. Ach ja.
Ik had in elk geval een zeer fijn fietstochtje langs soms zeer smalle en soms quasi onzichtbare wegels en toch vijf caches, en vooral ook een blije zoon die dus niet twee keer een klein uur hoefde te fietsen. Of hoe ne mens zijn kinderen toch ook veel te veel verwent…
365 – 30 april 2025 – La vie
Magnolia’s in het Leen
Vorig jaar was ik net te laat om de magnolia’s nog te zien bloeien, dit jaar gingen ze me niet bij mijn lepels hebben. Zaterdag was het wel nog mooi weer, maar had ik de energie niet, maar vandaag was ik niet ingeschakeld voor de projectweek en wilde ik de rug toch even losmaken door te wandelen op eigen tempo. Ik reed dus naar het Leen en genoot er met volle teugen van de magnolia’s, een vroege rhododendron en enkele camelia’s.
Daarna ging ik nog enkele labcaches oppikken in Eeklo zelf en reed daarna via Lembeke naar huis, waar ik overigens een pracht van een klein natuurgebiedje vond met een grote vijver, iets waarvan je nauwelijks de ingang vindt vanop straat.
Ik was pas tegen zevenen thuis, de rug was moe maar deed geen pijn, en dat vond ik heel veel waard, om eerlijk te zijn. En ik was vooral ook helemaal uitgewaaid met een leeg hoofd.
Ontbijtje met Dwayne
Dwayne, een oud-leerling van me die destijds een heus lastpak was – hij weet dat zelf ook wel – wou graag nog eens afspreken voor een gezellige babbel. Ik ben een van de mensen die hij vertrouwt, en ik zei dus niet nee. We spraken af in Verz, een relatief nieuwe zaak in centrum Mariakerke waar je dus kan ontbijten, brunchen, lunchen en broodjes kopen en zo. Ferm gezellig en lekker, geloof me.
We waren er rond tien, en kletsten honderduit bij een aangenaam ontbijtje.
Tegen elf uur moest ik alweer weg wegens tegen half twaalf Véro ophalen voor nog meer woeste plannen, maar één ding was duidelijk: dit vraagt om herhaling. Al moet ik de volgende keer eerst een rustig momentje inplannen na ons ontbijt: twee ADHDers samen, dat komt niet goed.
Huiskamerkuren #56: Douglas Firs
Ik had de uitnodiging gezien voor de Huiskamerkuren met Douglas Firs, maar toen ik het even opzocht op Spotify, leek het me nogal… punky, nogal luid, en niet bepaald mijn ding.
Maar er waren nog plaatsen over vandaag, en Jeroen had me verzekerd dat de frontman, Gert-Jan, op zijn eentje kwam, met een reeks gitaren, en dat het meer singer-songwriter ging zijn. Hmm, dacht ik. Maar Bart en ik reden vanavond effectief naar Zomergem, en daar stelde ik vast dat dat absoluut niet hetzelfde kon zijn.
Blijkt dat er twee groepen zijn die Douglas Firs heten in Spotify, en dat die ene inderdaad een punkband is, en de andere veel zachtere, rustigere muziek. Gelukkig was het dus die laatste die optrad, en ja, het was wel de moeite. Hij kan zingen, hij heeft iets te vertellen, en hij is vooral ook een uitstekend gitarist.
Hij heeft lang gespeeld, met een pauze tussen: normaal gezien doet hij meerdere van die kleine concertjes voordat er een nieuw album uitkomt, maar deze keer ging zijn aandacht naar een pasgeboren tweeling, en dan snapt ne mens dat wel, ja.
Vrijdag komt dus Happy pt. 2 uit, op 5 oktober spelen ze in de AB, zoals hij meermaals vermeldde. Als dit je stijl muziek is: gaan. Deze man weet wat hij doet, en hij doet het verdomd goed.
366 – 24 augustus 2024 – Douglas Firs bij de Huiskamerkuren
Parkkaffee in de hitte
Yup, het is al de tweede week van augustus, langzamerhand tijd om weer sociaal te worden en al.
Ik probeerde al heel lang nog eens af te spreken met Sofie, maar dat bleek maar niet te lukken. Tot we nu in de vakantie nog eens de koe bij de horens vatten en vastlegden op vandaag. Wat uiteindelijk de heetste dag van de zomer bleek, maar bon.
Het Wegeltje in Vinderhoute bleek maar officieel open te gaan om 15.00 uur, dus het werd Parkkaffee. Daar was ik al jaren niet meer geweest, omdat het er altijd vol leerlingen zit en je vroeger zelfs gewoon moest betalen om er binnen te mogen. Dat laatste blijkt al jaren niet meer het geval te zijn, maar dan nog, het ging me om het principe.
Maar vandaag moest ik vaststellen dat het er eigenlijk toch bijzonder aangenaam zitten is, daar aan het water onder een parasol of een tarp, of gewoon in de schaduw van de bomen…
We kletsten over onze vakanties, onze kinderen, de school – ze is nog adjunct-directeur geweest bij ons en kent de school dus door en door – en dronken ijskoffie, en hadden eigenlijk gewoon een zeer sociale, warme, aangename middag. Zoals altijd: moeten we vaker doen. Tsja…
Lectuur: “The Gathering Storm” (The Wheel of Time #12) van Robert Jordan
Het is vreemd: ik kan me ergeren aan deze reeks van telkens toch wel 800 pagina’s per boek, en toch kan ik ze niet wegleggen: ik wil echt weten wat er gebeurt met de talloze personages, ik wil weten hoe het afloopt, hoe de verschillende verhaallijnen samen zullen komen en hoe de grote plot uiteindelijk opgelost wordt.
Ondanks het feit dat ik dus serieus kan kritiek geven, lees ik deze reeks echt wel graag. Alle problemen die beschreven worden door anderen, zijn er wel degelijk: het is soms repetitief, het is soms met geen stokken vooruit te krijgen, het is soms, ondanks het feit dat bijna alle machthebbers vrouwen zijn, misogyn, en Jordan is niet de beste karakterbeschrijver, dat klopt. Maar er is wel degelijk een reden dat deze reeks tot de klassiekers binnen de fantasy gerekend wordt, en dat is omdat ze gewoonweg goed is.
In dit deel voel je de spanning gewoon opbouwen: je weet dat Jordan er niet voor terugdeinst een van zijn hoofdpersonages op te offeren, het is dus niet als in een vervolgverhaal dat je weet dat ze het sowieso zullen redden omdat anders de reeks ophoudt te bestaan. Rand bokst op tegen zowat de rest van de wereld, maar wordt zelf meer en meer opgeslokt door het duister. En waar zal dat eindigen? En kan Egwene zich ooit nog bevrijden uit de terreur en de folteringen van de Witte Toren? Hoe gaat ze dat oplossen? En kan ze de Black Ajah ontmaskeren voor die haar uitschakelen?
Ik heb onmiddellijk na de lectuur dit boek vijf sterren gegeven. Dat is zeker niet onverdiend.
Het zit hem in de kleine dingen…
– kersenbloesems
– een vogel die zijn hart uit zijn kleine lijfje zingt
– een wild viooltje tussen de tegels van het voetpad
– de geur van petrichor