Showbeest

Merel vindt, zoals elk meisje van zes, veronderstel ik, de meest geëlaboreerde rollenspelletjes uit, die vaak gigantisch veel voorbereidingswerk vragen. Niet dat het stoort, ze is ermee bezig. Maar vandaag was het wel weer een goeie. Ze had in de keuken een podium en plaatsen voor het publiek gemaakt, genummerde tickets op naam en ‘agternaam’, mét versiering. En toen hield ze show: haar artiestennaam was Sterre, en eerst zong ze gewoon met micro een zelf uitgevonden liedje, en daarna zong ze terwijl ze zichzelf begeleidde op gitaar.

Je moet er maar opkomen…

Daarna was ze plots weer de mevrouw van de bed&breakfast, die fruitsla maakte voor haar gasten. ’t Was nog ferm lekker ook, eigenlijk. En nog later had ze een kantoor gemaakt, met computer en alles erop en eraan.

Fantasie, dat heeft ze wel, die kleine van me.

Uitspraken

Als ze kleuters zijn, doen kinderen nog veel grappiger uitspraken, maar als ze wat groter zijn, zijn ze soms toch ook verdomd spitsvondig.

Zo waren Merel en Kobe een elandenverzorgingstehuis aan het spelen. De hele zetel lag vol elanden, er waren baby’tjes bij, en blijkbaar ook een paar zieke elanden. En ik hoor Merel zo zeggen tegen eentje die blijkbaar moest geopereerd worden: “Je moet niet bang zijn, hoor, het zal geen pijn doen, denk maar gewoon aan je lievelingd… Euh, denk maar gewoon aan je lievelingsmens.”

En Kobe, da’s dan weer een geval apart. Zo komt hij vrolijk aan de schoolpoort, en zegt een van zijn vriendjes: “Ha, Kobe, heb je mijn nieuwe Youtubekanaal al gezien?” Negenjarigen aan de schoolpoort, jawel.

En dan vertelde hij dat bijna de hele klas ‘gestraft’ was voor hun houding in de les wiskunde, en dat ze daarom allemaal een soortement bijles kregen over de middag, behalve hijzelf, Jasmine en Emma. “Ha ja, mama, maar Emma gaat naar huis gaan eten, en dus zijn het alleen Jasmine en ik op de speelplaats. Maar da’s eigenlijk geen probleem, want dan spelen we gewoon Hoblorharstar.”

Hoblorwatte?

“Hoblorharstar, mama, da’s een spelletje dat we zelf hebben uitgevonden, een kruising tussen de Hobbit, de Lord of the Rings, Harry Potter en Star Wars. Da’s toch logisch?”

Euh…

Elke zichzelf respecterende geek krijgt instant darmkrampen bij het idee alleen al, maar aan de andere kant… Hoe geeky kan een negenjarige zijn, zeg? Zeker als hij daar vriendjes én vriendinnetjes in vindt? Zalig toch?

Surfinia

Ik had voor een keer geen achtste uur, en Wolf heeft dringend een nieuwe zwembroek nodig, als hij zaterdag mee op daguitstap wil met de scouts. Om vier uur stapten we dus in de auto, maakten de Decathlon onveilig, en reden terug naar huis via de Aveve. Allez, voor die ‘via’ moeten we niet echt moeite doen, we passeren er sowieso, maar ik bedoel dat we ook even stopten. Ik ben op zoek naar een tuinmeubelhoes, maar helaas… Maar ze hadden er wel surfinia’s voor mijn plantenbakken, en het is nu het moment om die te planten, als ze goed moeten staan tegen Merels communie.

Ik ging op zoek naar mijn standaard Blue Sky variëteit, zo’n heel mooi paars, en toen… zag ik plots zwarte staan. Serieus: zwarte surfinia’s. De max! Dus ja, ik heb nu eigenlijk wel redelijk eigenzinnige plantenbakken. Nu nog schoon weer, en we zijn er!

Buitenspeeldag

Het regende misschien niet op deze buitenspeeldag, maar man, ’t was serieus koud! Wolf was aan het studeren, maar Kobe en Merel wilden wel buiten. Alleen, wat moesten ze daar doen?

Ik stelde voor om het aardbeienperkje wat op te kuisen, en jawel, meteen gingen ze aan de slag! Kobe trok het onkruid uit, en Merel veegde alle blaadjes op, en raapte die van tussen de plantjes. Ik moet het zeggen: onze aardbeiplanten hebben de winter wonderwel overleefd, en staan volop in bloei. Dat belooft! Ze hebben ook zichzelf uitgebreid verdergezet: wij hadden er tien geplant, en nu zijn het er een pak meer. Maar mij ga je niet horen klagen hoor!

En ’s avonds, toen gingen we met zijn allen naar de Blaarmeersen: Kobe had training, en Wolf, Merel en ik gingen nog maar eens de cache aldaar vervangen. Ik heb namelijk een twintigtal filmroldoosjes gekregen, en die zijn bijzonder geschikt hiervoor. Ik heb hem wel op een lichtjes andere plaats gestoken, in de hoop dat hij deze keer niet zo snel verdwijnt. En intussen speelden Wolf en Merel, en genoten ze.

IMG_9513

Tuin

Awel, als het zo verder gaat, word ik gewoon nog een tuinmens! Komt dat tegen!

Nee, serieus: de laatste tijd zit ik graag en veel in de tuin. Dan niet alleen als toerist, languit in mijn nieuwe zetel – al gebeurt dat wel regelmatig, dat geef ik toe – maar ik rijd gewoon regelmatig het gras af, loop rond met zo’n uitsteekding om de paardenbloemen in de kiem te smoren – liefst letterlijk – en geniet keihard van mijn bloemen.

Het begon al met de ene, unieke sneeuwklok – het moet niet altijd een sneeuwvlok zijn –

365-feb10

en toen kwam de japonica praecox in al zijn glorie.

365-maa15

Die werd vergezeld van de narcissen,

365-maa21

blauwe druifjes,

IMG_9334

en daarna kwamen de zwarte tulpen.

365-apr09

De tulpen hebben intussen ook hun beste tijd gehad, de narcissen en de muscari zijn verdwenen, maar nu is het tijd voor de deftige japonica, de gele struiken die ik destijds van mijn grootmoeder heb gekregen voor onze verloving, en de rozerode struik die nog uit de tuin van mijn grootvader komt. Een van beide gele struiken is helaas gesneuveld, maar bon, daar zet ik dan wel iets anders. Wie weet een donkerpaarse hibiscus, of een acer? Enfin, ik zie nog wel.

Intussen is er een waar odorama bijgekomen, van de honderden meiklokjes die je niet echt ziet, maar wel ruikt.

IMG_9867

Daarna zal het de beurt zijn aan de rhododendra, en nog later, voor de rest van de zomer, bloeit de hibiscus.

Ik, zot van bloemen? Maar nee gij…

Meetkerkse Moeren

Ik zeg het al een paar maanden dat ik dringend eens in Brugge moet geraken om een zieke vriendin te bezoeken. In de krokusvakantie was het ronduit rotweer, maar vandaag zagen de kinderen en ik dat helemaal zitten. Want Brugge, dat is voor sommige mensen misschien gaan winkelen en rondlopen in ’t stad, maar wij, wij gaan geocachen. Ik heb niks nieuws nodig, de kinderen ook niet, en we winkelen geen van allen graag.

Bon, tegen elf uur stonden we voorbij ’t Sint-Janziekenhuis, voor een tocht van maar liefst 27 caches + bonus. Geen idee hoe ver we gingen raken, we gingen wel zien hoe lang we goesting hadden. Eén ding stond vast: met mijn zere voet en Wolfs zere rug gingen we de 15 kilometer niet te voet doen, maar per auto, voor zover mogelijk.

We reden naar Meetkerke, en begonnen dus aan de Meetkerkse Moeren. De wandeling is opgedeeld in twee stukken, een van 11 en een van 16 caches, en we gingen proberen het eerste deel nog voor het middageten te doen. Ha ja, want de bezoekuren zijn maar vanaf 14.00 uur, vroeger moesten we er niet zijn, en Els had ons toch wel het restaurant van het ziekenhuis zelf aangeraden. Nog zo gemakkelijk dus.

We reden rond door een prachtig landschap, stelden vast dat we bijna wegwaaiden bij momenten en dat de winterjassen dus zeker geen overbodige luxe waren, en dat de caches echt mooi gedaan waren. En we genoten, ja.

We haalden het eerste deel nog net voor we blauw van de honger zagen, en pikten zelfs de bonus op. De vol-au-vent, respectievelijk spaghetti smaakte nog dubbel zo goed, en dat zonder wachten!

Tegen half drie stonden we bij Els op de kamer. Toegegeven, het was erger dan ik verwacht had. De vorige chemokuren waren al bij al nog doenbaar geweest, maar deze laatste viel echt zwaar. Maar het deed echt wel goed om haar te zien, ook al zijn we niet lang gebleven, daarvoor was ze veel te vermoeid.

Enfin, wij terug naar Meetkerke voor deel twee van de Moeren. Hier hebben we ons geriskeerd om met de auto over een boebelige veldweg te rijden, en we konden 12 van de 16 caches oppikken. Voor de laatste vier werd het te laat, waren we te moe, en moesten we een stevig eind stappen. Die zullen dus helaas voor een volgende keer zijn. Maar man, geocachen is echt wel een zalige hobby! Of hoe ga je anders drie kinderen zomaar aan het wandelen krijgen, dacht je?

IMG_2721

Tussendoor waren we verzeild in een klein biercafé ergens op den buiten, dat eigenlijk wel vol zat, en waar ze zeer lekkere wafels en pannenkoeken verkochten. En warme choco, of wat dacht u?

En ik, ik was nog netjes op tijd thuis voor mijn generale repetitie.