Van nog meer gefiets en wijze mensen

Omdat ik dus had vastgesteld dat Kobe meer moet fietsen, ben ik vandaag nog met hem tot in Evergem gefietst, naar de muziekles. Eerder had ik het niet aangedurfd om met de fiets naar school te gaan: drie uur na elkaar lesgeven is lastig voor de rug, en ik wist niet of ik de vijf kilometer naar huis dan nog zou aankunnen. Stiekem was ik blij dat ik het niet gedaan had. Maar thuis stond mijn eten netjes op tafel op mij te wachten – dank u, liefje! – kon ik heel even liggen, en reed ik dan naar Evergem. Om half vijf fietste ik dan terug om hem op te halen, maar hij voelde zich echt niet goed om nog naar de rugby te gaan.

Erg vond ik dat niet: dan kon ik met de fiets naar mijn lezing in het KANTL in de Koningsstraat (niet ver van Sint-Jacobs). Ik heb nog moeten spurten, ik was bijna te laat. Maar de lezing van Gemma Janssen was bijzonder interessant: hoe was een Romeinse stadstuin opgebouwd, wat groeide erin, en hoe is men dat te weten gekomen? En welke functie had zo’n tuin dan wel? Het werd een lezing van anderhalf uur, maar dat stoorde totaal niet.
Meestal ga ik daarna onmiddellijk naar huis, maar Dirk Willaert was meegekomen, en dus besloten we daar nog eentje te drinken op de receptie. Ik heb evenwel geen drie woorden met Dirk gewisseld, want mijn oudlerares Liselotje was er ook, en wij hebben bijzonder heerlijk, oeverloos zitten tetteren, over Latijn en leerlingen en vroeger en de Italiëreis en de stoten die ik destijds op ’t school uitstak en waarvan zij er sommige zich beter herinnerde dan ik… Enfin, het werd een heerlijke avond ^^

Helemaal blij ten moede fietste ik vrolijk terug naar huis. Beetje koud aan de handen, dat wel, maar verder genoot ik. Carpe diem, zeker?

Dagje Wolf

’t Is niet dat we hem de voorbije dagen niet gehoord hadden via telefoon of Facetime, maar toch, Wolf werd hier keihard gemist, en eindelijk, eindelijk mochten we naar hem toe.
Opa stond hier netjes om 11.00 uur klaar, alleman werd de auto ingeladen, en we reden naar De Haan. Enfin, eerst naar Vlissegem – dat er vlak voor ligt en er een gehucht van is – om daar iets te eten. Kok sur Mer, het is er dik in orde, moet ik toegeven.

Exact om half twee liepen we het terrein van het Zeepreventorium op, de speelplaats over, langs de school, verder langs het pad richting Wolfs paviljoen.

Binnen kwam hij ons tegemoet, en ik nam nog snel een fotootje van de leefruimte en dan ook zijn kamer en het uitzicht uit zijn venster en zo, kwestie van vooral Omaly op de hoogte te houden :-p

We liepen even terug naar de auto om wat strandgerief op te halen, en liepen dan via de tunnel – die uitzonderlijk open was – naar het strand, om dan verder te wandelen over het zand tot aan De Haan zelf. Daar ploften we ons neer, begonnen de kinderen een kasteel te maken, en deden de volwassenen beurtelings een tukje.

Daarna moest er uiteraard een vieruurtje gegeten worden, in casu een pannenkoek, een ijscoupe – Wolf heeft er zich bijna buikpijn aan gegeten – en zo’n meringue voor ons pa en mij. Ons pa had gesnoven toen hij las dat ik de mijne de vorige keer nauwelijks op kon: “Ik zou daar niet veel spel van maken ze!”. Awel, hij heeft stukken uitgedeeld aan zijn kleinkinderen, en had er dan nog moeite mee. Ja man…

Daarna wandelden we rustig over een stukje dijk en een duinenpad terug naar het Preventorium.

En toen moesten we afscheid nemen, en hadden vooral de twee kleintjes het lastig. Hun grote broer is hun held, weet je wel…

Enfin, we hadden een prachtige dag, en we kijken keihard uit naar zaterdag, wanneer we hem mogen ophalen voor een lang weekend.

 

Voormiddagje Doornik

Kobe moest deze voormiddag rugby spelen in Doornik. Nu is – door het goede weer? – mijn rug echt wel aan het meewerken deze week, en ik zag het dus zitten om naar daar te rijden – ze hadden nog vervoer nodig – en dan met Merel in de stad zelf te gaan rondlopen. Van de vorige keer herinnerde ik me dat Doornik een hele grote markt had, waar dan ook nog eens op zaterdag een grote markt op gehouden werd.
Merel en ik vertrokken dan ook, nadat we Kobe hadden afgezet, met verschillende missies:
1. geocachen
2. op de markt rondlopen
3. zoeken naar rode sandalen
4. samen iets drinken op een terrasje

Dat eerste ging heel vlot: we vonden maar liefst vijf stuks in het centrum, waarvan een letterbox/hybrid, een type geocache dat we nog niet hadden. Daarbij vind je ergens een briefje, dat je dan ergens anders kan inwisselen voor een log en een stempel. We liepen door parkjes, zagen standbeelden, bekeken torens, en zagen dat het goed was.

We liepen over de markt, keken rond, en dronken iets.

En dan sloten we af met die wel heel speciale cache: het Belfort. We meldden ons beneden aan aan de kassa/balie, spraken de code van de geocache uit, en kregen prompt het voordeeltarief van 1.10 euro :-p. En toen begonnen we aan de beklimming. Merel was doodsbang – ze heeft het niet voor hoogten en nauwe ruimtes – maar klom dapper mee, verdieping na verdieping, een smalle draaitrap op. We kwamen aan een eerste kamer, een tweede, een kerker, en kwamen uiteindelijk bij de grote klok, daarna de beiaard, daarna het klavier van diezelfde beiaard, en daarna – dat had ik nog nooit gezien! – de automatische trommel van de beiaard, een gigantisch ding.

Daar vonden we dan ook de cache: een doosje verscholen op een zolderingbalk, waaruit we een klein papiertje moesten halen. We konden nog hoger, maar dat zag Merel écht niet zitten, dus daalden we maar opnieuw af, meer dan 300 treden. Ik was bijzonder verbaasd dat ik daar geen enkele moeite mee had, ik heb zelfs niet staan zuchten. Go me!

Beneden gaven we het papiertje af aan de balie, en kregen we prompt een grote ijzeren kist met daarin een stempel en een logboek. Yay!

Ik had Merel eigenlijk nog een ijsje beloofd, maar er stond liefst 11 man voor ons te wachten, en we moesten Kobe ophalen.

Ik had een heerlijke voormiddag met mijn dochter. “Meisjesdagje” noemde zij dat. Yup.

 

Stukje Vinderhoute?

Gisteren vond ik het zó zalig op de fiets, dat ik vandaag opnieuw de fiets nam, flink ingesmeerd, dat wel. Ik fietste fluks naar school, gaf les, en sprong meteen weer op de fiets, langs de Trekweg, de Speybrug over, en zo naar een klein verloren stukje bos dat zich tussen de Ringvaart en de bocht van de R4 bevindt. Je kan er te voet of – een beetje hobbelig – met de fiets naartoe. Er liggen namelijk twee geocaches. De eerste had ik vrij snel vast, een pure klassieker.

Voor de tweede heb ik even staan kijken, maar de tengels staan intussen al meer dan 10 centimeter hoog, en met mijn sandaaltjes aan zag ik dat niet zitten. Ik zal dus nog eens moeten terugkomen met stevige schoenen en een jeans aan ^^

Enfin, ik sprong weer de fiets op, en genoot van het fietsritje langs de Trekweg en over het blauwe brugje. Dat ligt er nu al zó lang, en ik had het nog nooit gebruikt. De fietstocht zelf, langs pure fietspaden, is ook echt wel aangenaam.

Mja, ik denk dat ik veel vaker ga fietsen, zo lang ik niet te veel extra gerief moet meenemen en het niet regent. Ik denk dat ik zelfs een beetje verliefd ben. Op mijn fiets, jawel.

En daarna, toen was er milkshake met de dochter in de hangmat. Nog zo’n genietmomentje ^^

Leeuwenhof

Dinsdag had ik zo hard genoten van dat fietsen, dat ik vandaag ook weer de fiets op ging. Gisteren had ik het me niet geriskeerd: het fietsen zelf zou wel gelukt zijn, maar ik had ook drie uur les na elkaar, en dat was wellicht een beetje te veel van het goede om dan nog te fietsen ook.

Maar vandaag had ik amper één uurtje les, van twaalf tot een. Ik fietste naar ginder, gaf les, at op school, en fietste toen gewoon nog wat verder om twee geocaches op te halen. De eerste lag in de Vinderhoutse Bossen. Ik had hem al twee keer staan zoeken, maar toen niks gevonden, omdat in een bos de GPS van mijn telefoon niet ideaal is. Deze keer kon ik hem alsnog van onder een brug plukken, al lag ik bijna in het water :-p

Voor de tweede moest ik wat verderop zijn, en kwam ik onverwacht uit bij een prachtig stukje natuurgebied, een vogelbroedplaats, achter een woonwijk en langs de R4. Het geraas van die auto’s was het enige storende element, voor de rest was het er prachtig. Ik had al vaker op de GPSkaart gezien dat er naast de R4 een meertje lag, maar nog nooit bij stilgestaan. Nu dus wel, en zelfs op het uitkijkplatform.

Pas toen ik effectief stond te zoeken naar de cache, viel het me op dat ik hier ooit al eens eerder was geweest: de bonus van de prachtige, maar helaas ter ziele gegane cachetocht van de Chocomouskes. Het werd wat netelig in korte mouwen en vooral sandalen, maar met enige moeite en een lange stok had ik uiteindelijk toch de cache in handen.

Thuis bleek ik af te klokken op  15 kilometer met de elektrische fiets. Niet slecht voor iemand met een finaal kapotte rug, toch?

Eerste picknick van het jaar

Dat ik ze ongelofelijk had gemist, mijn wekelijkse zenmomenten. Daarmee bedoel ik de picknick die Merel en ik houden op de Blaarmeersen tijdens de rugbytraining van de jongens. Vroeger was dat eigenlijk bijna per definitie twee keer per week: ik moest sowieso zelf rijden omdat ik twee jongens meenam, en uit onze straat er nog drie waren en die dus niet samen in één auto konden. Temperaturen hielden Merel en mij niet tegen om te picknicken: zelfs in de vrieskou deden we onze wandeling en aten we onze boterhammetjes. Alleen regen was gewoon niet fijn, en dan bleven we in het clubhuis.

Sinds Wolf in januari 2017 zich bezeerde en dus niet meer kon spelen, reed Kobe al eens vaker mee met de kinderen uit de straat, nog zo’n gemak. Ik reed ook regelmatig zelf, maar dan kon ik niet picknicken want met Merel erbij werd de auto andermaal te klein. Maar in september was Sebastiaan gestopt met rugby, en waren er enkel nog Kobe, Elias en Tije, en dat viel alweer mee natuurlijk.

De laatste keer dat Merel en ik nog gingen picknicken, was eind september: we wandelden de hele vijver rond en genoten intens van een zeemeerminverhaal. Maar toen gebeurde mijn rug, en was het gedaan met wandelen. En picknicken. En eigenlijk zowat alles.

Maar intussen kan ik wel weer wandelen, zelfs na een lastige dag, ook al rijdt Kobe nog steeds meestal mee met Elias of Tije. Elias heeft op woensdag echter maar training van zes tot zeven en niet op vrijdag, en dus spreek ik tegenwoordig vaak af met Erika van Tije wie er rijdt. Vandaag was Tije echter op zeeklas met school, en moest ik per definitie zelf rijden. En aangezien het prachtig weer was en ik me prima voelde, smeerde Merel boterhammetjes, en gingen we eindelijk nog eens picknicken.

Je hoeft maar naar de foto’s te kijken om de vreugde te zien, denk ik dan. Ik ben een gelukkig mens.

Fietsen!

Ik heb echt staan twijfelen vandaag of ik het wel zou durven: met de fiets naar school rijden. Excuseer, met de elektrische fiets naar school rijden, da’s een wereld van verschil. Zo ver is dat nu ook weer niet, amper vijf kilometer, en het weer was prachtig, maarre… ik had er totaal geen idee van of mijn rug dat wel zou uithouden, compleet met brug en al.

Een beetje onzeker ging ik de fiets op, maar dat ging wonderwel, en ook op de brug deed de elektrische motor al het werk, zodat ik wel de beweging, maar niet de inspanning had. Het enige lastige zijn de voortdurende schokken: dat fietspad tussen Wondelgem en Mariakerke ligt ongelofelijk slecht, allemaal gegoten betonvakken met enorme niveauverschillen, verzakte stukken, slecht gerepareerde stukken…
Gelukkig zit ik kaarsrecht op de fiets, en doet de rug op zich absoluut niet moeilijk over die houding.

Maar ik kan vooral met geen woorden beschrijven hoeveel deugd dat heeft gedaan, dat fietsen. Ik heb er intens van genoten, en het geeft me vooral het gevoel dat ik alweer een klein stukje verder ben gekomen. Go me, zeker?

Een gewone zondag, enfin, toch een beetje

De dag begon met croissants en vriendinnen, ik gooide er eentje af aan het station – we hebben nog moeten crossen! – en om half twaalf stapten ook de laatste twee dames hun auto in, terug richting Dordrecht.
Ik moet het eerlijk toegeven: ik heb genoten van de voorbije dagen, maar ik was ook blij dat de rust terugkeerde in huis: helemaal stil en kalm.

Die rust duurde maar heel even, want om tien voor twaalf stond mijn pa al hier, en was ik volop bezig met een gigantische pot macaroni met hesp en kaas te maken. Wolf had daar expliciet naar gevraagd, en Bart was nog niet terug van Rome, ik moest dus wel zelf koken. Maar het smaakte enorm, en we genoten ervan, vooral dan ook van het dessert: zelfgemaakt vers roomijs met caramel ^^

Tegen dan kwam ook Bart thuis en waren we weer compleet. Bart at, viel prompt in slaap, en ons pa en ik reden naar Doornzele om daar een cachewandeling te doen, maar dat viel precies gelijk wat tegen. We zijn dan nog naar Speybank gereden die we met enige moeite wél opgelost kregen, en tegen half zes waren we weer thuis.

Een doodgewone zondag dus, met alles erop en eraan. Oh, en ons pa had gewoon een bloemetje mee voor mij: prachtige rode potroosjes! Ik hoop maar dat ze een beetje blijven staan, want ze zijn prachtig met mijn witte amarylissen…