Rhodos dag 4: θάλασσα!

Slapen tot negen uur en dan ontbijten, ne mens kan daar aan wennen, ja. Zeker als dat ontbijt dan nog buiten in de schaduw op een terras is met zicht op zee.

Kobe en Merel zaten daarna weer bijna onmiddellijk in ons zwembadje, en Wolf en ik gingen even kijken of hij hier bij de kapper terecht kon. Zijn haar is echt veel te lang, maar we zijn de voorbije weekends niet echt bij de kapper geraakt wegens kapotte ruggen en blijfweekends. Tsja. De jongedame keek even, zag dat ze morgen om half elf een perfect plaatsje vrij had, en zei, nadat ze Wolfs huidige coupe had bekeken: “Just fix it?” waarna ze gigantisch in de lach schoot. Zoiets, ja.

Daar beneden is er trouwens een binnenzwembad én een buitenzwembad dat blijkbaar door niemand gebruikt wordt. Ik vermoed dat dat vooral de winterzwembaden zijn, want dan is het binnenzwembad en de jacuzzi verwarmd, naar ’t schijnt.

Daarna verhuisden we naar het grote bruggenzwembad. Dat is vooral een truc om zo goed als elke kamer uitzicht op het zwembad te kunnen geven, want op zich is het niks speciaals, gewoon een heel groot zwembad dat overal even diep is, perfect om in te spelen. Je krijgt ook op geen enkel moment het gevoel dat het er te druk is. En middenin, verbonden door een aantal brugjes, ligt een grote bar en restaurant. Daar installeerden Bart en ik ons, terwijl de kinderen rondzwommen.

Kwart over één gingen we eten, en ook de kinderen zijn zich duidelijk aan het matigen. Alleen waren er vandaag wél weer dessertjes, want het aanbod wisselt voortdurend en het zag er weer schitterend uit.

We hielden daarna even siësta, om tegen drie uur met onze spullen beneden te staan: we wilden een boottocht boeken en een auto huren. Zo gezegd, zo gedaan dus. En daarna namen we het golfkarretje naar het strand. Yep, u leest het goed: er is hier een service om van de hoofdingang via een tunnel onder de baan naar het strandgedeelte te gaan, normaal gezien zo’n tien minuutjes stappen, of dus een minuut of drie met zo’n elektrisch karretje.

De zee zelf was geen succes, om eerlijk te zijn. Het waait vandaag immens hard, veel harder dan normaal, zeggen de Grieken zelf. De parasols staan hier sowieso vastgevezen aan de grond, maar nu waaiden ook stoelen omver, alle kussens op het terras lagen overal, tot in het zwembad toe, en eigenlijk is het niet echt aangenaam meer.

Aan de zee was er uiteraard ook die harde wind, wat zorgde voor een licht zandstraalgevoel en behoorlijk wat golven. Neem daarbij dat het eerst een bloedheet zandstrand is, dan keien, dan een stuk vrij gladde rots in het water, en dan plots de dieperik, en dat was – mild uitgedrukt – geen succes bij Merel. Ze was in het water gegaan met haar broers, en plots had ze het gevoel dat ze niet meer kon staan, terwijl haar broers achter de wegwaaiende band aan het zwemmen waren. Uiteraard was ze geen enkel moment in gevaar, maar ze had blijkbaar wel dat gevoel, en barstte in huilen uit. Het heeft wel even geduurd voor ik haar in mijn armen weer in de zee kreeg, en we samen zeekoala speelden.

Maar toen kreeg ze koud, en hadden we er eigenlijk allemaal niet zo’n zin meer in, en keerden we maar terug naar het hoofdhotel, waar er meteen in het grote bad werd gesprongen, terwijl Bart en ik ons posteerden met een ice coffee, respectievelijk milkshake aan de bar. Wolf kon nog tegen vijf uur naar de kapper, is ongeveer een kilo haar kwijt, en ziet er veel beter uit nu ^^

Tegen zes uur waren we terug op de kamer, en om zeven uur zaten we in het Grill restaurant, blijkbaar iets op Amerikaans-Mexicaanse leest geschoeid, met taco’s, mais, geglaceerde kippenboutjes, dat soort dingen, en dan als hoofdgerecht ofwel een gigantische burger, ofwel een steak of zo. Als dessert was er dan ofwel een brownie, ofwel een kadaifi met ijs.

Allemaal best lekker, maar niet zo ons ding. Hier komen we niet terug, in dat van gisteren zien ze ons wel nog, denk ik.

Tegen acht uur waren we er alweer buiten, zodat we de avond konden afsluiten met een gezellig spelletje UNO in de bar. Buiten konden we niet echt zitten omdat onze kaarten zouden weggewaaid zijn, vermoed ik.

Om negen uur lag Merel in bed, en niet zo heel veel later volgde de rest. Moe maar voldaan…

 

Rhodos dag 3: de middeleeuwse stad

Slapen tot acht uur, ontbijten, en zalig niksen. Zo zou je de ochtend alweer kunnen samenvatten. Met op de foto even de collectie noten en gedroogd fruit, en de koekjes en cakes, kwestie van een idee te geven.

Daarna gingen de kinderen naar de kamer, en gingen Bart en ik een dooie zwaan wisselen voor een levend exemplaar – ze was al slap aan het vallen van in het begin – en intussen ook even een Pokémon GO! raid uitvoeren. Wel handig, zo’n gym aan je hotel. Toen we terug kwamen, zat Wolf blijkbaar in de échte gym – zijn kinesisten hadden hem dat sterk aangeraden – en zaten de twee kleintjes alweer in het zwembad. Allez gij.

We niksten tot het middageten, waaronder een spelletje UNO, hielden het allemaal op een lichte maaltijd zonder dessert – na drie dagen ben je al overvoed hier – rustten nog even op de kamer, en maakten ons rond half drie klaar voor een tochtje.

Hier vlak aan het hotel is een taxistandplaats, en twintig minuten later stonden we aan de rand van het ommuurde, middeleeuwse stuk van Rhodos stad, vlak bij het Archeologisch museum. Wolf kaapte mijn fototoestel, we liepen de stad in, en kwamen wel degelijk in het Μουσειο Αρχαιολογικο Ροδου. Op het eerste zicht leek dat enkel een ommuurde binnenplaats. Maar toen gingen we verder op onderzoek, kwamen bij talloze kamers met vazen en beeldjes, en verzeilden uiteindelijk in een prachtige, prachtige tuin…

Op het einde van de tuin lag trouwens een 16de-eeuws buitenverblijf in Ottomaanse stijl…

Daarna liepen we door de inderdaad prachtige Ridderstraat – is hier niet iets van Game of Thrones opgenomen? – naar het Paleis van de Grootmeester, maar eerst zochten we toch nog een terrasje om even te bekomen. Het is er warm, zelfs de Grieken zeggen het.

Aangezien we nu toch al tickets hadden voor dat paleis, zijn we ook daar even binnengewandeld. Hier dezelfde indruk: op het eerste zicht enkel een binnenplaats, en dan kan je toch ergens binnenwandelen en ben je vertrokken voor een kwartier wandelen, op zijn minst.

We kochten nog een ijsje, en Wolf gaf aan dat het welletjes was voor zijn rug. We besloten dan maar terug te keren richting straten en verkeer, buiten de middeleeuwse muren dus, en ik dacht dat ik een ideaal pad had gevonden, via een geocache dan nog wel. Alleen bleek er zo’n 8 meter hoogteverschil te zijn tussen de slotgracht waarin wij liepen, en de brug die ik in gedachten had :-p

Maar ik begrijp nu wel volledig waarom middeleeuws Rhodos Unesco Werelderfgoed is. Prachtig!

We kwamen uit aan een taxistandplaats, ik ging met Kobe nog snel een leren riem zoeken omdat zijn broek afzakte, en we reden huiswaarts. Daar waren we iets over zessen, nog net tijd genoeg om snel even een plonsje te maken, te douchen, deftig aan te kleden, en iets over zeven in het deftige restaurant alhier te zitten. Geen buffet voor ons vanavond, wel een chique maaltijd, zoals Merel het noemde. En dat op een terras met zicht op zee…

En de kinderen, wel, die genoten, en wij ook. We maakten nog even een wandeling door het feeëriek verlichte domein, zodat ook Merel dat eens had gezien in het donker, en staken de kleintjes tegen kwart voor tien in bed. Wolf en ik gingen nog even iets drinken hier in de bar, maar waaiden bijna weg. Mooi, dat wel.

 

Rhodos dag 2: zwembadplezier

Zwembadplezier, zo kan je dag twee inderdaad wel samenvatten. We sliepen tot half negen (!), allez ja, Bart en ik toch, de kinderen waren rustig filmpjes aan het kijken, maar waren ook nog niet lang wakker.
Nog voor we goed en wel ons bed uit waren, zat Kobe al in het zwembadje hier. Zalig gewoon, een eigen zwembad aan je kamer…

Maar bon, daarna ontbijt. Aangezien we ‘Black Card Holders’ zijn, hoeven we ’s morgens niet in die immense eetzaal, maar mogen we hier, tegenover onze tuin, rustig eten in een kleine, ruime eetzaal of terras. Het ontbijtbuffet is immens, meer dan ik eigenlijk al geweten heb. Uiteraard zijn er alle mogelijke soorten eieren, cornflakes, fruit en het hele Engelse gamma van worstjes en zo. Daarnaast ook nog zeven soorten brood, 8 soorten cake, 5 soorten ontbijtkoeken zoals croissants, maar ook pancakes én wafels, wentelteefjes, pretzels, yoghurt, rijstpap, alle mogelijke groenten en zalm en zo… En dat allemaal overgoten met de heerlijke Griekse zon.

Daarna was er de uitleg van de TUI reisleiding, keken Bart en ik even rond wat er te doen was, en zaten intussen de kinderen alweer in het zwembadje. Eigenlijk komen we hier bijna ons kamer niet uit, zo blijkt.

Soit, tegen een uur zaten we aan het middagmaal in de ruime zaal, en daarna zijn we samen in de blakke zon naar de “supermarkt” van het hotel gewandeld. Naast de receptie is er het standaard souvenirwinkeltje, maar aan de straatkant is er een winkel (van het hotel) met hetzelfde aanbod van souvenirs, badkledij, Grieks geïnspireerde kleren, zwembadaccessoires en snoep. Dat is het zowat, denk ik, maar dan vijf keer groter dan het winkeltje naast de receptie. We hadden van thuis al een grote doorzichtige zwemband en een krokodil mee, maar ze kregen nog iets extra. Dat is voor Merel een grote roze donut geworden, voor de jongens een grote zwarte zwaan – ze konden kiezen tussen ongeveer vijftig soorten, I kid you not – en dan nog een balspelletje. Of Merel blij was? Kijk zelf maar :-p

Op de kamer zaten ze dan ook op een paar tellen het zwembad in, terwijl Wolf en ik een beetje gingen liggen om onze ruggen te sparen, en Bart wat las en schreef.

Tegen vier uur zijn we dan gewoon naar buiten versast: hier op het derde, waar wij zitten, is er een groot zwembad. Dat is nog niks vergeleken met het zwembad beneden, denk ik, maar dat hebben we vooralsnog nog niet gezien. We zijn niet haastig… Bart installeerde zich met zijn computer op het terras in de schaduw, en wij namen twee zonnebedden onder een parasol voor al onze spullen. Plaats zat, overigens, absoluut voldoende ruimte. De kinderen zijn de eerstkomende twee uur eigenlijk het water niet uit geweest, en zelfs ik ben in mijn nieuwe badjurkje het water in gegaan, zij het zeer voorzichtig.

En toen voelde Kobe zich niet zo lekker meer. Ik heb hem doen douchen, maar hij had helemaal warm, zag rood – ondanks het vele insmeren – en zat vol water, zei hij. Hij kreeg het zelfs koud en deed een pull aan, stel je voor. We hebben ons dan allemaal één voor één gedoucht en lekker rustig aan gedaan. Merel nam een bad, en terwijl ik daarna in de douche stond, liet ik haar bad leeglopen. Groot was mijn verrassing toen ik uit de douche stapte in een centimeter of twee water: de hele badkamer was ondergelopen! Ik vermoed dat de afvoer tijdens mijn douche het niet kon slikken, en al het water gewoon via het putje terug naar boven bracht. En – slim gezien – het putje ligt niet op het laagste punt van de badkamer, zodat het water ook niet meer weg liep. Tsja…

Enfin, toen we dus allemaal fris gewassen naar de eetzaal gingen, liep ik even langs de receptie om dat te melden, en meteen ook een oplossing te vragen voor het zetelbed van de jongens: dat ligt écht niet goed, je voelt zo de veren van de matras… Ze gingen ernaar kijken, beloofden ze.

Aan tafel hield Kobe het bij een broodje of twee, hij zag het echt niet zitten, en ging daarna quasi onmiddellijk naar de kamer: hij wilde slapen. Zelf maakte ik er een vrij lichte maaltijd van, al valt het dessertenbuffet zo ongelofelijk moeilijk te negeren…

We staken Merel in bed, en Bart en Wolf gingen al naar de bar – oorspronkelijk die hier boven, maar daar was een Kids Disco aan de gang met Duitse versies van kabouter Plop en co, en dus zijn we naar beneden gevlucht. Ook Kobe lag om half negen al in zijn bed, helemaal gloeiend, maar zijn ogen stonden wel al een stuk beter. Tegen morgen is die gewoon er helemaal door, zeker weten!

Op het bed lag een extra matras, en onze badkamer was weer spic en span. Oef.

Wolf en ik deden daarna even de toer van het terrein: we zagen het andere grote zwembad, alle huisjes en kamers, de minigolf, de kids club en de teens club, enfin, het is hier groot. En mooi.

Daarna vervoegden we Bart in de bar voor een cocktail. Er zat een crooner met een gitaar en een opgenomen begeleiding alle mogelijke nummers te spelen, precies dik tegen zijn goesting. Tegen tien uur vonden we het welletjes en gingen we naar boven, waar, tot mijn grote verbazing en verrukking, de Kids Disco plaats had gemaakt voor drie operazangers. Ik heb vijf minuten geluisterd vanop de kamer – je kan er nauwelijks niét luisteren – en ben dan naar buiten gegaan om me er te installeren op een zonnebed en zo te luisteren naar alle klassiekers: Tiritomba, Nessun Dorma, Con Te Partiro, maar ook wat modernere muziek. Ik had er vooral echt spijt van dat we niet eerder naar boven zijn gekomen: die mannen waren echt, echt goed, en ik genoot… Origineel programma ook, voor zo’n hotelcomplex.

Soit, om elf uur stopten ze, en iets later lag ik in bed. Moe, maar met een grote grijns. Heerlijk, toch?

Rhodos: het begin

Een wekker die afloopt om twee uur, nee, dat is het toch niet, geloof me. Maar ik had er een uur of drie slaap op zitten, en voelde me best oké. De heren sleepten de valiezen naar beneden, we staken er de toiletzakken en de elektronica nog in, en dat was dat: om 2.25 uur stonden we netjes klaar voor het luchthavenvervoer.

Alleen… Die had er precies niet zoveel zin in. Om vijf over half drie begonnen we ons zorgen te maken, vijf minuten later begon Bart te bellen. Ha ja, het debacle van twee jaar geleden in gedachten… Enfin, die mens is opgedoken met twintig minuten vertraging. Nu ja, we werden opgehaald om half drie voor een vlucht om 6.20 uur, dat ging dus wel meevallen, dacht ik zo, meer dan drie uur op voorhand. Wel, dat bleek dus ook niet het geval te zijn. Hij kwam met zo’n busje voor acht personen met een aanhangkarretje achter voor de bagage. Bleek dat we eerst nog naar Sint-Amandsberg reden om daar een koppel op te halen, en dan nog naar de Offerlaan voor nog een extra dame. Dat resulteerde in een propvol busje, waarbij ik – vooraan wegens wagenziekte – pas mijn gordel kon vastklikken als die dame – al even rondkontig als ik – even op één bil ging zitten, en omgekeerd. Heel erg oncomfortabel, eigenlijk. En het zorgde er ook voor dat we pas om kwart over vier op de luchthaven waren…
Lesson learned: de volgende keer niét meer aanklikken dat we gerust willen delen met iemand.

Enfin, op de luchthaven waren we eigenlijk nét voor de grote drukte, zo bleek: op een kwartier hadden we onze bagage afgegeven, en na ons vormde zich al snel een gigantische file. Ook de douanecontrole duurde niet veel langer dan een kwartiertje, zodat het rond vijf uur was tegen dat we eigenlijk gewoon binnen waren. Mijn rug vond het welletjes en die van Wolf ook, zodat Bart gewoon betaald heeft voor de lounge. Alleen… blijkbaar is er nogal een verschil in kwaliteit tussen business lounge en deze lounge. Het ontbijt was er dik in orde, maar de zeteltjes waren oud en geplekt, en er waren niet bepaald ligplaatsen, waar Bart (en Wolf en ik) eigenlijk op gerekend hadden. Ik heb dan maar mijn handdoek – die met die reden was meegenomen in de handbagage – op de grond gelegd en me een half uurtje plat op de rug gelegd, zodat ik er weer even tegen kon.

Rond zes uur zijn we beginnen wandelen richting vliegtuig: net niet de allerlaatste gate, ik denk dat we een kwartier onderweg waren!
Enfin, vliegtuig op, proberen slapen, een houding gezocht die niet al te pijnlijk was, en eigenlijk het best wel overleefd. Ik was wat ongemakkelijk bij het landen, maar het viel nog mee… En het vliegtuig zelf was al heerlijk Grieks ^^ Deel twee van de reis was dus ook geen probleem, nu nog in het hotel geraken. De bagageafhandeling was blijkbaar op zijn Grieks en nogal chaotisch, waardoor het ook wel even duurde. Erg vond ik dat niet: ik had me netjes aan de zijkant tegen de muur op mijn handdoekje gelegd, met een kussentje dat Merel blijkbaar mee had, en ik lag daar best wel goed.

Een klein half uurtje bus bracht ons naar La Marquise, en ik moet zeggen: meer dan dik in orde! We konden nog niet onmiddellijk naar de kamer, maar konden wel meteen gaan eten, en ook dat was meer dan goed genoeg, want we waren tegen dan allemaal uitgehongerd. Ha ja, we hadden wel ontbeten rond vijf uur in de lounge, dan een *insert Schots accent* second breakfast op het vliegtuig, maar dat was ook rond zeven uur, en intussen waren we al één uur. De kinderen stortten zich op het buffet voor pizza, frietjes en lamsvlees, Bart en ik gingen rustig rondneuzen en namen een beetje vanalles. Het is echt wel dikke luxe, dit buffet.

En dan de kamer… Ik heb eerst even een veto ingeroepen om ook maar iets aan te raken, zodat ik foto’s kon nemen voor alles gigantisch overhoop werd gezet. En ja, best tevreden van het geheel! Er is één minpunt, denk ik: het bed van de jongens is eigenlijk een slaapbank, en de matras is niet in orde, vind ik. We gaan morgen zien, en desnoods een andere matras vragen. Maar geniet rustig mee van de kamer (en dit is niet om te stoefen maar vooral om de schoonmoeder een grondig idee te geven, nieuwsgierig als ze is)

Een apart bed voor Merel beneden, met de slaapbank voor de jongens, een eigen badkamer met douche en toilet, een tafel, en vooral dus een eigen zwembad. Boven hebben we een luxueuze kamer met extra zeteltje, bureau, grote badkamer met douche én bad en eigen toilet, en een gezellig balkon. Excellente keuze van mijn lief ^^

Bij aankomst stond er een gekoelde fles schuimwijn, een klein flesje rode wijn, en een groot bord gekoeld fruit. Héérlijk!

Het duurde overigens geen drie minuten of Wolf had al een zwembroek aan en zat in dat zwembad. De valiezen zijn nog nooit zó snel uitgeleegd en alles in de kasten gelegd :-p De andere twee deden er toch wel twee minuten langer over, en ook Bart ging vrij snel het zwembad in. Ik heb me er maar aan gewaagd nadat ik eerst een uurtje had gelegen, en dan nog heel erg voorzichtig. Maar het deed wel deugd, ja.

Om half vier zaten we allemaal eventjes uit te puffen, kwestie van een beetje moe te zijn… En was een vieruurtje in de vorm van een ijsje, een drankje en een koekje best wel welkom.

En daarna? Meer chillen, spelletje spelen, en tegen zeven uur gaan eten.

Merel en Kobe vielen quasi in slaap tijdens het eten, en zijn onmiddellijk, zelfs zonder dessert, terug naar de kamer gegaan. Wolf ging hen iets later achterna, terwijl Bart en ik nog even snel een Pokemon Go! raid gingen doen hier op het terrein.

Toen we rond half negen op de kamer kwamen, lag Merel al diep, diep in slaap, ging Kobe ook al bijna slapen, en deed Wolf nog een kort avondplonsje. Tegen half tien sliep ook hij, en om tien uur was het zelfs voor Bart en mij al welletjes…

En dat was dus dat, voor dag één. Volgende verslagen worden niet zo uitgebreid, hoor!

Dagje aan zee

Wolf moest tegen half elf in het Zeepreventorium zijn, en aangezien Kobe op kamp is, moest Merel uiteraard mee. We gingen er dan maar meteen een dagje aan zee van maken, ook al zijn we beiden niet zo zo van dat zand en al.
Maar we laadden handdoeken, zonnecrème, een emmertje met wat spulletjes en voor elk een boek in mijn bommashopper – de bolderkar is nog steeds niet gerepareerd – en reden fluks naar de kust. Voor een ijsje was het nog te vroeg, en dus gooiden we Wolf af met een dikke knuffel, en reden naar ons vaste plekje in De Haan, zijnde de straat van de ijsjes. Wonder boven wonder hadden we er zelfs nog een parkeerplekje!
En, ik mag dan een grote sloddervos zijn, maar eigenlijk ben ik ook wel best praktisch: we haalden de twee campingstoelen die vast in mijn koffer resideren, ook boven, samen met een grote grote paraplu. We waren van plan om ons kleine parasolletje mee te nemen, maar dat heeft onlangs eens de geest gegeven.

Een en ander zorgde ervoor dat we ons perfect konden installeren op het strand.

Na een dik uur hielden we het voor bekeken, laadden alles weer in in de bommashopper, en ploegden ons een weg door het hete zand naar de Mano, ons favoriete restaurantje aldaar. Het was er pokkedruk, maar het blijft me gigantisch verbazen: binnen de tien minuten staat je bestelling op tafel, en het is echt niet dat het opgewarmde of verslenste kost is, geloof me. Die hebben daar een ongelofelijk efficiënte keuken, heb ik zo de indruk.

En voor de prijs hoef je het niet te laten: ik geloof dat ik geen 10 euro betaal voor een kinderspaghetti, kinderpannenkoek en een drankje voor Merel. En mijn uitgebreide salade kost er iets van een 15.

We gooiden daarna de spullen in de koffer, reden naar Oostende, en gingen daar in de Vuurtorenwijk geocachen. Alleen, dat viel een beetje tegen. De eerste, op de dijk, vonden we niet. De tweede, aan een grote muur, helaas ook niet, ook al stonden we er samen met nog een familie te zoeken. Die familie kwamen we dan tegen bij nummer drie, en die wisten ons alsnog te melden waar we nummer twee konden vinden. Het zal echter voor een volgende keer zijn, want nummer drie lag in de duinen, de bloedhete, snikhete duinen, en Merel zag het totaal niet meer zitten. We waren ook niet de enige: die andere familie heeft hem ook niet gevonden. Bon, Merel en ik baanden ons opnieuw een weg door het gloeiende zand en het duingras tot we weer op de dijk uitkwamen, en toch nog eventjes zochten bij nummer 1. En jawel, deze keer hadden we hem vlotjes in handen, en snap ik nog niet hoe het kan dat we hem de eerste keer niet vonden.

We stapten in de auto, dronken elk een halve liter water, en ik lokte Merel in de val door iets verderop aan de haven te stoppen voor nog een cache (of twee), wat ze dan wel weer volledig zag zitten. Het is toch echt een stadsmeisje, die dochter van me.

En voor de curieuzeneuzen: er zat een geocache in het ronde Europese teken op de laatste foto. Je kan rechtstaan in de vis, en dan kan je dat ding eruitschuiven, en achteraan is er een blikje ingeschoven. De max!

En toen reden we naar huis, waarbij we in de auto al meteen afspraken dat Merel eerst mocht douchen om de zonnecrème en het zand van zich af te spoelen, en dat ik me dan daarna kon opfrissen en klaarmaken voor het concert vanavond.
Zij smeerde overigens ook mijn boterhammetjes, de lieverd, zodat ik om zes uur de fiets kon opspringen om naar de Brabantdam te fietsen.

Ik snap al bijna niet meer dat ik dat vroeger automatisch met de auto deed. Kieken dat ik was!

Zeeuwse zichten

Ook al is het vakantie, het is de laatste tijd best druk geweest. Vooral het gebrek aan regelmaat speelt mij dan parten.

Omdat Bart dit weekend verhuisweekend heeft met Wijs – ze gaan van de Voorhavenlaan naar de Foreestelaan, dubbel zoveel plaats – moest Merel met mij mee naar De Haan om Wolf op te halen. Niet dat dat zo erg was, maar bon. We pikten hem op, en gingen prompt een ijsje halen bij de Australian, zoals de traditie intussen vereist.

Daarna gingen we nog een paar caches doen in Oostende, maar een paar vonden we niet. Drie stuks gelukkig wel ^^

Maar ’s avonds had ik zin om alleen te zijn en uit te waaien. Allez ja, Wolf zou meer dan welkom geweest zijn, maar zijn rug staat dat nog niet toe, en dus laadde ik rond 20.00 uur de fiets in de auto en reed naar Westdorpe, net over de grens met Zelzate.Ik was er zeker van dat ik daar niet echt veel volk zou tegenkomen, en dat was nog een understatement.

Ik fietste daar doorheen de prachtige polders, zag prachtige weidse zichten, merkte hoe de ondergaande zon alles in een gouden gloed baadde, en haalde liefst 30 caches op. Oh, en fietste tot het stikkedonker was, dat ook.

Helemaal zen nu.

Een mama-dochterdagje

Tsja, als ge er niet aan denkt dat de bibliotheek op  11 juli gesloten kan zijn, dan staat ge blijkbaar voor een verrassing.
Traditiegetrouw sluiten alle Gentse bibliotheken tijdens de Gentse Feesten, en dat wist ik wel, maar we dachten dat we woensdag nog tijd gingen hebben. Dinsdagavond waren we het rats vergeten, en er waren boeken die dringend binnen moesten, en we wilden ook nog boeken lenen om mee te nemen naar Rhodos.
Woensdag dus. Niet dus. En we konden ook niet meer de dringende boeken in de boekenschuif steken, want onze bib hier in Wondelgem is maar open op dinsdag, woensdag en zaterdag, en dan zouden die pas geregistreerd worden op 31 juli, wanneer de bib hier weer opent.
Gelukkig kan je sinds kort je boeken in gelijk welk Gents filiaal uitlenen en in gelijk welk Gents filiaal terugbrengen. Merel en ik gingen dus maar naar de hoofdbibliotheek, die wél nog open was vandaag.

Enfin, het was half twaalf tegen dat we aanzetten, met het idee om dan maar eerst ergens rond de Zuid iets te eten, en dan naar de bib te gaan. Maar toen we aan het rijden waren, zei ik tegen Merel dat we eigenlijk niet zo ver waren van papa’s nieuwe kantoor dat ze nog steeds niet gezien had. Wij dus eerst naar daar, waar ik haar de hele toer van het gebouw gaf, en ze even de diva mocht uithangen op het terras.

Tegen dat we er buiten waren, was het half twee en zagen we allebei blauw van de honger. We zijn dan maar in de buurt iets gaan zoeken, en verzeilden op het terras van de Montmartre aan de De Pintelaan. Aanrader? Goh, het eten was lekker, maar het duurde vrij lang, en de bediening was bij momenten ronduit arrogant. Bij mijn salade moest normaal gezien brood komen, en toen ik het vroeg nadat de salade toch al eventjes geserveerd was, kreeg ik een snerend antwoord: “Ja, ik ging dat nét brengen, het is nogal druk, voor moest ge dat niet gezien hebben.” Helaas, geen brood… Ik kon het niet laten om er bij het afrekenen toch een opmerking over te maken tegen de bazin, waarop ze haar werknemer een soortement standje gaf, maar de rekening toch maar mooi de rekening liet, en die was naar de dure kant. Tsja.

Enfin, we reden fluks naar de parking van de Zuid, en gingen quasi meteen naar de bib. Ha ja, rondlopen met die zware boeken, dat is het toch niet. Merel keek haar ogen uit in de Krook: de kinderafdeling is er minstens even groot als de hele wijkafdeling hier in Wondelgem! Al snel had ze een paar nieuwe boeken voor zichzelf, en terwijl ik er een paar uitzocht voor Kobe, installeerde ze zich met trots in een van de leeshoekjes, of hoe moet je zoiets noemen?

Daarna liepen we wat rond in het winkelcentrum van de Zuid, al is het tegenwoordig meer H&M en een paar andere winkels. Veel vonden we er niet echt, tenzij dan een coole nieuwe boekentas met emoticons voor haar. Ze is het roze van Frozen wat ontgroeid, en de rits van die boekentas werkte ook niet meer zo goed…
Maar uiteraard was er wel tijd voor een ijsje: zo hoort dat, in de zomer.

We zijn nog wel eventjes de Smatch binnengelopen om brood en vooral een grote fles water: in dit weer zou ne mens van minder dorst krijgen!

Tegen vijf uur waren we thuis: meer dan lang genoeg, tijd om even wat af te koelen en daarna me klaar te maken voor de generale repetitie van Djiezes!, al meteen in de Protestantse kerk tegenover het Glazen Straatje. Ik kijk ernaar uit!