Telefacts

Een paar dagen geleden zag ik op Twitter de volgende tweet van Bart passeren: “En toen moest ik plots het gsm-nummer van mijn vrouw zeggen, en wist ik het niet meer. Damn smartphone!”

Bleek het om iemand van Telefacts te gaan, die op zoek was naar een ‘gewone’ vrouw met een smartphone. Ze hadden al twee jongere mensen, nu zochten ze iemand die al wat ouder was met een gezin en zo. En kwamen ze dus via via bij mij terecht.

Ik heb even getwijfeld, maar bon, het was toch vakantie, de jongens gingen zo’n cameraploeg wel leuk vinden, dus waarom ook niet. Zolang ze me maar geen woorden in de mond zouden leggen, en ik ervoor zorgde dat ik niet te freaky overkwam :-p

Ze stonden hier deze morgen rond negen uur, filmden hoe ik Merel ging afzetten in de crèche, deden van interview, filmden me met de kinderen in de Delhaize, gingen samen met ons iets eten in de Pizzahut (waar ze niet gefilmd hebben omdat de toelating er maar niet doorgekomen was), en kwamen daarna nog even terug omdat ze iets vergeten opnemen waren, en gingen toen ook nog mee naar een speeltuintje, tot groot jolijt van de jongens.

Ik hou mijn hart een beetje vast van wat het zal worden, maar ik denk niet dat ik al te freaky dingen gezegd/gedaan heb. Al kunnen ze met montage veel doen, natuurlijk.

Al bij al was het wel een leuke dag, toch wel. En dat voor wellicht maar een paar minuten uitzending. Dure bezigheid, medunkt.

Kafka (en ook wel: auw!)

Om half elf moest ik vandaag in het ziekenhuis bij de logopedist zijn. Daar lagen de door de arts ingevulde papieren voor school klaar, alleen… hij had gedateerd op 23/11/2012, wat gegarandeerd ging geweigerd worden. De logo belde naar de dienst OKN, maar de dokter was aan het opereren. Soit.

Na mijn sessie ging ik dus maar naar de dienst om de papieren af te geven. Echter, hun belletje stond op rood als zijnde bezet, en dan helpt het ook niet om te bellen, want dat horen ze niet. Na een kwartier van rood gepinkel en geen levende ziel te zien had ik er genoeg van, nam ik mijn telefoon en belde ik naar het nummer dat vermeld stond als het te informeren nummer als je een afspraak niet kon nakomen. Bleek de algemene balie te zijn, waar ze me gezwind doorverbonden met de betreffende dienst. Ik hoorde de telefoon overgaan, en jawel, er werd opgenomen. Ik legde uit dat er foutief ingevulde papieren waren, en vermeldde terloops dat ik voor de deur in de gang stond. Waarop de verpleegster: “Ah maar kind toch!” uitriep en – met de telefoon nog tegen het oor gedrukt – haar deur opendeed. Ze ging de papieren doorgeven :-p

De techniek staat toch voor niks he :-p

Iets minder technisch en iets meer klungelig ging het er even later aantoe. Omdat het intussen al kwart voor twaalf was, ik nog snel boodschappen moest doen en de kinderen wilde ophalen om 12.15, zette ik er in de parkeergarage stevig de pas in. Geen goed idee, neem dat van mij aan: de grond is glad en olieachtig, en ideaal voor uw hakje om weg te schieten. Resultaat: licht verstuikte rechterpoot. Ik dacht dat het allemaal zo erg niet ging zijn, krabbelde overeind, beet serieus op mijn tanden tegen de misselijkheid, en reed naar huis.

Auw.

(En nu, ’s avonds laat, met een verband eromheen en wat zalf: nog steeds auw. Het is niet gezwollen, het is niet blauw, het doet alleen pijn, vooral als ik gewoon stilzit. Meh.)

Verkavelingsaanvraag

Deze avond is de architecte weer langsgeweest: er is een bijkomende moeilijkheid. Die zal wel opgelost geraken, maar vraagt gewoon veel extra werk. Alweer.

Het verkavelingsplan van onze wijk is al een zeer oud beestje, en ons huis is eigenlijk onlogisch. Op het plan staat nl. dat ons terras, waar we willen uitbreiden, eigenlijk niet bebouwbaar is, terwijl dat op alle andere hoeken van de wijk wél het geval is.

De betreffende ambtenaren zagen geen probleem en vonden de verbouwing wel een verbetering, maar er moet dus een officiële wijziging van de verkavelingsplannen aangevraagd worden, en daar heb je de handtekeningen van de eigenaars uit de ganse verkaveling voor nodig. Zo op het eerste zicht meer dan honderd. Zodra die aanvraag is ingediend, is er – net zoals bij een bouwaanvraag – 105 dagen wachttijd.

Ugh.

Ik zal al maar eens naar Stedebouw en Kadaster gaan zeker, op zoek naar welke huizen er allemaal in de verkaveling vallen, en de namen en adressen van de eigenaars?

Soms verdenk ik ervan dat er mensen zijn die mij bezigheidstherapie willen opsolferen. Ne mens blijft bezig…

Otorhinolaryngoloogdinges

Ik heb dus een week moeten zwijgen. Wie me kent, weet dat dat moeilijk lijkt, maar eigenlijk viel dat best mee: het is gewoon een mentale knop omdraaien. Ik heb het trouwens vroeger ook al een paar keer moeten doen, toen ik geopereerd werd aan mijn stembanden, en meteen ook mijn toneelambities gefnuikt werden.

Ik heb veel geschreven met een witbordstift op mijn gelamineerde blaadje, en vooral ook veel hints gespeeld, met soms hilarische gevolgen. Af en toe, als het muisstil was, heb ik ook vrijwel onhoorbaar gefluisterd, op een manier waardoor mijn stembanden niet gebruikt werden. Mja…

Helaas, het heeft niet mogen zijn: de knobbel is onveranderd. Donderdag ben ik bij de otorhinolaryngoloog geweest, een zeer droog en sarcastisch man, die ik eigenlijk wel best kan pruimen. Mja. Ik ga woensdag dus naar de logopedist (dezelfde als negentien jaar geleden, een schitterend man, diensthoofd in het Jan Palfijn) om de oorzaak te achterhalen waarom mijn stem nu plots zo lastig doet. Pas dan kan er overgegaan worden tot een eventuele operatie, waarbij de knobbel weggesneden wordt. Vijf dagen stemrust, dat valt wel mee.

We zien wel.

Meh.

Memorabel nieuwjaren

Kobes peter, Dirk, moest nog komen nieuwjaren, en we hadden vandaag afgesproken. Die afspraak lag al van in december vast, en Kobe keek er enorm naar uit.

Dat ik zonder klank zit, ging de pret niet drukken: Bart was er per slot van rekening ook nog.

Dacht ik.

Want rond een uur of tien in de voormiddag begon Bart zich plots misselijk te voelen, met buikkrampen, en kroop hij in zijn bed. De kinderen waren gelukkig rustig, zodat ik op ’t gemak mijn lasagne kon afwerken.

Tegen twaalf uur riep ik Bart op, maar die zag maar bleekjes, en rond half een waren Dirk en Ilse hier, mét heerlijke aperitiefhapjes en een fles champagne. Bart zat erbij en keek ernaar, en was ook weinig van zeg. Gelukkig waren de kinderen dolenthousiast over het cadeautje van peter Dirk: het spel Skylanders voor de Wii, met in totaal vier ventjes.

Na het voorgerecht – scampi’s geflambeerd in de pastis – zag Bart er intussen zo lamentabel uit, dat hij maar weer in zijn bed is gekropen. De tafelconversatie was zo een beetje bizar: geen gastheer, en een gastvrouw die niet mag spreken. Goed bezig :-p Gelukkig lieten Dirk en Ilse het niet aan hun hart komen, en genoten ze van de grote schotel verse lasagne met massa’s groenten.

Na die hoofdschotel werd het nieuwe spelletje opgestart, en Wolf was er meteen mee weg, het was een plezier om naar te kijken. Naar het dessert – een schitterende chocoladetaart – keken de jongens zelfs met moeite om, zó wijs was dat spelletje.

Dirk en Ilse zijn nog gezellig blijven plakken tot rond een uur of vijf, zo’n groot impediment was mijn spraakgebrek dus blijkbaar nog niet.

Ik had in elk geval een fijne middag, en de kinderen ook. En Bart? Die is blijven slapen tot zeven uur, heeft dan wat gegeten, en is dan opnieuw in de zetel gekropen onder een dekentje. De duts.

Stemproblemen

Ik zat het eigenlijk al een paar weken te zeggen, dat mijn stem niet goed aanvoelt. Door de steeds terugkerende keelontsteking viel ze nu eigenlijk acuut weg: ik ben behoorlijk hees.

Deze voormiddag had ik een afspraak bij mijn vaste oor-, neus- en keelarts, degene die me ook negentien jaar geleden heeft geopereerd aan diezelfde stembanden. Ik hield mijn hart vast, en jawel: een beginnende stembandknobbel op mijn rechterstemband.

Oi.

Ik moet een week zwijgen – ‘stemrust’, zoals dat zo mooi heet, en dan ging hij wel zien. Hopelijk is het daarmee opgelost. Daarna ga ik, ook al heeft de dokter dat nog niet vermeld, terug naar de logopedist. Eens kijken of mijn stemgebruik nog altijd ok is, en of het niet moet bijgestuurd worden.

Ik hoop maar dat het niet te maken heeft met mijn switch eerder dit jaar binnen het koor van tenor naar alt. Want tenor mag ik er niet meer zingen, wegens afwijkend stemtimbre. Zucht. Ook dit ga ik laten nakijken door mijn logopedist.

Soit, mijn eerste beroepsziekte is een feit. Zowat de enige die een leerkracht Latijn kan hebben :-p

Thuis.

Ik zit thuis. De hele week. En ik kan u niet eens vragen om koffie te komen drinken, want ik moet zwijgen. Allez, toch zoveel mogelijk, niet zo strikt als destijds na mijn stemoperatie.

Ik sukkel nu al meer dan een maand met mijn keel en bovenste luchtwegen. In december had ik een knoert van een sinusontsteking, in die mate zelfs dat mijn tanden er serieus pijn van deden. De dokter schreef me amoxicilline voor, een stevig antibioticum.

Begin januari was het opnieuw zover: sinusitis en keelontsteking, en deze keer was ik zelfs compleet geveld, in die mate zelfs dat Bart een dag is thuisgebleven om voor de kinderen te zorgen. De dokter schreef me een zwaarder antibioticum voor, iets dat – dixit de bijsluiter –  enkel mag gegeven worden als gewone antibiotica niet meer helpt. Hmpf.

Vrijdagavond had ik het weer zitten: mijn beide amandelen begonnen serieus dik te staan, mijn ganse keel stond in brand, en de sinussen, tsja, daar zwijgen we over. Ik heb Orofar genomen, mijn neus gespoeld, en het voorlopig daarbij gelaten. Zaterdagavond had ik verplichtingen, zodat ik mezelf heb opgepept, en ook zondag kon/wilde ik er niet onderuit. Maar na de wedstrijd ben ik braafjes onmiddellijk naar huis gegaan, en niet meer mee uitgeweest. Het mocht niet baten.

Vanmorgen was de keel nog steeds dik, zij het ietsje minder. Ik ben naar de huisarts gegaan, en die stelde nog maar eens hetzelfde probleem vast. Antibiotica had geen zin, zei ze, aangezien het wellicht viraal was en ik toch niet bleek te reageren, en ze verwees me prompt door naar de ORL. Groot gelijk. Want ik was toch al van plan te gaan: mijn stem lijdt ook onder het voortdurende geproest en geschraap. Ik wilde het nog even aanzien omdat de eerste week na de kerstvakantie altijd wel zwaar voor de stem is, maar intussen wordt het alleen maar erger. Mijn stem is mijn werkinstrument, per slot van rekening.

En dus zette de huisarts me meteen ook gewoon een week thuis. Oei. Dat had ik eigenlijk niet verwacht. Een combinatie van rusten, zwijgen en weerstand opbouwen. Om zowel de stem, de keel als de sinussen en de algemene weerstand een kans te geven zich te herstellen.

Mja. Ik klaag niet. Ha ja, want ik mag niet spreken. Of toch niet veel.

Chauffagesaga

Ik hoop (en ik denk) dat er eindelijk een eind is gekomen aan onze chauffagesaga. Want die centrale verwarming, die werkt totaal niet zoals het moet.

In juli 2009 zijn ze een nieuwe ketel komen zetten, een hoogrendementsketel, met dus ook een nieuw thermostatische bedieningspaneel. Dat paneel moet twee circuits aansturen, en slaat daar tilt op: zowel de vloerverwarming als twee radiatoren die in de bijgebouwde stukken staan als aanvulling.

De eerste winter was er vooral het bedieningspaneel dat slecht contact maakte en dus geregeld uitviel. Ergo, slechte verwarming. Ze zijn uiteindelijk een nieuw paneel komen hangen dat wél contact maakte.

Winter 2010: de ketel brandde op de meest onmogelijke momenten: ’s morgens als er geen warmte werd gevraagd en het buiten nog een graad of tien was, stond de ketel toch te branden. Ergo, gigantisch veel stookolie verbruikt, meer dan normaal in zo’n strenge winter. Er is een keer of twee iemand langsgekomen om bij te regelen, met de verzekering dat het wel in orde ging zijn.

Winter 2011: hetzelfde liedje. Eind oktober was er wéér eens iemand van Buderus langsgekomen, die stellig beweerde dat het systeem die twee circuits niet aankon, en die de losse radiatoren loskoppelde. “Voila, madamken, ’t zal nu wel werken”. Niet dus.

Want ofwel vergat ik ’s avonds de bijkomende radiatoren dicht te draaien, en bleef het hier de ganse nacht 21° (en bleef de ketel dus branden), ofwel draaide ik ze dicht, maar was het hier ’s morgens pokkekoud, omdat de vloerverwarming alleen het niet kon trekken, en de radiatoren dus dichtstonden. En overdag, als alles openstond, bleven de radiatoren maar heet staan, zonder dat de thermostaten bleken te werken, en werd het hier soms 24°. Dit werkte dus ook al niet.

Gelukkig heb ik een zeer sympathieke chauffagist die het ook stilaan kotsbeu was, en deze keer ging meekomen met een specialist van Buderus, en ging blijven tot het opgelost was. Deze keer heeft de Buderusman alles grondig bekeken, naar zijn baas gebeld en daarmee terdege overlegd, een hoop instellingen gewijzigd, en de radiatoren weer op de thermostaat gestoken. Hij ging ook nog terugbellen voor feedback, want geef toe, dit kon echt niet meer.

Ik ben benieuwd. Het is intussen avond, en het is hier behaaglijk warm, precies zoals het zou moeten zijn. Ik hoor de ketel niet meer voortdurend branden, en alles werkt met kloksysteem.

Al een chance dat ze erkenden dat het een probleem was van in het begin, en dat ik geen enkele keer heb moeten betalen voor die interventies. Want deze keer hebben ze hier bijna twee uur gezeten. Echtig waar.

Oproep

Merel heeft al een behoorlijk tijdje een favoriete knuffel: zo’n vierkant lapje met in het midden het kopje van een koetje. Een schattig dingetje, dat ik intussen in tweevoud heb, dankzij lieve mensen 🙂

Helaas heeft ze intussen ook haar oog laten vallen op een tweede knuffeldingetje, en dat vind ik niét terug om een reserve te hebben.

Het gaat hier om een roze lapje Tshirtstof in de vorm van een konijn, dat ongeveer een halve meter lang is, als je het netjes openvouwt. Het zat destijds bij een oudroze pyamaatje/kruippakje maatje 62 van Petit Bateau, dat ik de solden van zomer 2010 gekocht heb in de Delhaize. Op zich is het dus niet veel waard, maar wel voor Merel. Vandaar deze oproep: heeft iemand zoiets liggen? Ik zal er uiteraard voor betalen!

knuffelkonijn

Ongerust

Het zit ons niet mee, de laatste tijd: er is altijd wel iemand ziek. In de vakantie heb ik drie dagen plat gelegen met een heel gemene sinus- en keelinfectie. Vorige week dinsdag en woensdag zat Wolf thuis met een serieuze buikgriep. En nu heeft Merel ons eigenlijk wel doen schrikken.

Donderdagavond had ze plots koorts: 38° en oneffen. Niks om je zorgen om te maken: kleine kinderen hebben snel koorts. Vrijdagmorgen leek alles in orde, en ik bracht haar naar de kinderopvang.

Tot die me vrijdagnamiddag belden: Merel was al de hele dag hangerig en zeurderig, had niks gegeten ’s middags,  nauwelijks geslapen, en had nu ook koorts. Of ik haar niet kon komen halen. Ja dus. Tegen vier uur was ik thuis met een huilerig Mereltje, dat ik een koekje voederde en in bed stopte.

Helaas hield het daar niet op. Het ganse weekend wilde ze enkel melk, at af en toe een stukje appel of koek met lange tanden, en was eigenlijk vervelend en lastig. Slapen wilde ze niet, of toch maar moeilijk, en ze huilde veel. De koorts hield ook aan, maar er was verder niks te zien aan haar. Ze is vijf kiezen tegelijk aan het krijgen, en ik stak het daarop. Zaterdagnacht was ze huilend wakker geworden, en het duurde toch wel een dik half uur (en een halve fles melk) voor ik haar weer rustig kreeg, en terug in bed kon leggen.

Helaas was dat gisterennacht niet het geval. Ze was ook alweer de hele avond onrustig en huilde veel. Rond een uur of tien had ze plotseling hoge koorts: 39,7° Een Perdolan suppo haalde die koorts wel naar beneden, maar wat er ook pijn deed, daartegen was het niet opgewassen: ze bleef maar huilen zodra we haar in bed legden. Tegen middernacht had ik haar eindelijk rustig gekregen: ze was in slaap gevallen bovenop mijn borst, en sliep gelukkig snel in toen ik haar in bed legde. Tot kwart over een. Plots schoot ze brullend wakker: het klonk echt alsof er iets serieus pijn deed. Ik haalde haar uit bed en bood haar een fles aan, maar dat deed haar enkel nog harder huilen. Ze wilde ook niet getroost worden: ze duwde me weg als ik haar wilde pakken. Ik heb haar dus maar naast me in de zetel gezet, en heb een beetje proberen lezen, terwijl ze naast me zat te brullen. Om kwart voor twee heb ik er Bart bij gehaald, en nog een kwartier later, na dus drie kwartier onafgebroken brullen, heb ik me aangekleed en ben met haar naar de dokter van wacht gereden.

Toen viel Merel stil: ze begreep niet wat er gaande was, en keek met grote ogen naar de ijskoude en verlaten wereld buiten de auto. De dokter vond echter niks. Oren, neus, keel, luchtwegen, darmen: alles deed normaal. Ze raadde me aan Merel nog een pijnstiller te geven, en de volgende ochtend naar de huisarts te gaan voor een urinecontrole, want het zou wel eens een blaasontsteking kunnen zijn. Tegen drie uur lagen we dus allebei in bed, en ze sliep. Oef.

Deze morgen glipten Bart en de jongens in stilte weg, en ik werd om kwart over negen wakker van een duif tegen mijn dakvenster. Ik moest gelukkig maar werken om elf uur, en had al met mijn ma afgesproken dat ik haar naar ginder mocht brengen. Ik belde dus eerst even de huisdokter op om te vragen of zij plaszakjes liggen had (waarmee de urine bij baby’s opgevangen wordt) maar helaas. Een afspraak werd dus uitgesteld tot half zes deze avond, tegen dan gingen die wel binnen zijn.

Pas om tien uur werd Merel wakker: vrolijk, fris, en met een temperatuur van 36,4°. Oef. Ik bracht haar naar mijn moeder, en ging werken. Om vier uur kon ik haar weer ophalen: ze was zeer rustig, maar wel vrolijk, had gegeten, goed geslapen, en had nog steeds geen koorts. In de auto naar huis werd ze zelfs steeds maar actiever, in die mate zelfs dat ik de doktersafspraak heb afgebeld. Hier thuis heeft ze twee boterhammen en een fles binnengespeeld, heeft vrolijk gespeeld met haar broers, alles omver gebabbeld, en nu ligt ze rustig in bed.

Ik denk dat we erdoor zijn. Ik hoop het maar.