Een memorabele Pasen

Mja…

Deze morgen was er totaal geen verandering in mijn ’toestand’, dus de neurologe achtte het meningitisgevaar geweken, en liet me naar huis gaan. Oef. Ze heeft er geen idee van wat er nu eigenlijk aan de hand was, en verwijst me door naar een internist. Wel heeft ze nog bijkomend bloedonderzoek en meteen ook urineonderzoek laten doen, dus ik ben benieuwd. Dinsdag opnieuw naar de dokter dus.

Bart kwam me ophalen, thuis douchte ik me snel, kleedde me min of meer op, en we trokken met zijn allen naar Zomergem, naar mijn broer, diens vrouw, en vooral ook mijn metekindje Marie-Julie voor haar verjaardagsfeestje.

Er waren verschillende aperitiefhapjes, kreeftensoep, coq-au-vin met frietjes, en een overvloed aan taart. Er was vooral ook een makkelijke zetel, spelende kinderen, en Tom Boonen die Parijs-Roubaix won. En de kleine Marne, mijn andere metekindje.

pasen2klein

Ik kwam, ik lag, en ik zag dat het goed was. Maar ik ben blij dat ik nu in mijn zetel kan liggen, want ik ben doodop. Damn you, onbekende ziekte!

Even schrikken

Om niet te zeggen: paniek.

Ik had de voorbije dagen al wat last van vermoeidheid en spierpijn, en vorige week had ik ook al serieus koppijn gehad. Dokter, zegt u? Ik had de jongens al op sleeptouw genomen naar de logopedist en de tandarts, ik vond dat ik nog wel een paar dagen kon wachten tot ze op kamp waren, om dan in alle rust naar de dokter te gaan. Lees: op dinsdag, na het lang weekend.

Mijn lijf vond van niet.

Deze morgen maakte Bart me rond half tien wakker met de boodschap dat Merel net wakker was geworden, en of ik haar kon doen, want hijzelf zat met een serieus zere rug. Geen probleem. Fluks wipte ik uit mijn bed, om kreunend vast te stellen dat dat niet zo’n goed idee was: mijn handen en voeten deden pijn en stonden helemaal dik. WTF? Zuchtend en steunend daalde ik de trap af – dat gaat niet zo vlot als uw gewrichten pijn doen – en viste Merel uit bed, goedlachs maar met een immense kakbroek. Ik dropte haar op de luiertafel en begon haar te verversen – en werd toen gigantisch misselijk, in die zin dat ik me op de grond gelegd heb om niet helemaal flauw te vallen. Ik riep Bart te hulp, en deelde vanop de grond mee dat een dokter of zelfs ziekenhuis me geen raar idee leken. Intussen was ik rechtgekrabbeld, om na een minuutje of zo opnieuw languit op de grond te gaan liggen.

Uiteindelijk ben ik naar beneden gegaan om me in de zetel te leggen, en daar ben ik effectief flauwgevallen. Compleet met koud zweet, braakneigingen en alles erop en eraan. Twee maal zelfs.

Bart en de jongens waren tegen dan in paniek, of toch zo ongeveer. Bart ging de 100 bellen, maar ik stelde mijn moeder en de dokter van wacht voor, en zo geschiedde. Ma to the rescue, en iets later ook de dokter. Die vertrouwde het absoluut niet, en sommeerde me naar de spoed te gaan voor verdere onderzoeken. Ik heb me min of meer aangekleed, en mijn ma heeft me naar het Jan Palfijn gebracht. Daar namen ze de klachten echt wel serieus, vooral dan de kleine rode vlekjes – petechiën – die over mijn ganse lijf waren opgedoken. De inderhaast opgetrommelde neurologe was formeel: ik moest een nachtje in het ziekenhuis blijven, ter observatie. Ik vermoed dat ze vooral bang was voor meningokokken, ofte hersenvliesontsteking. HEt oedeem en de bijhorende gewrichtspijn vonden ze blijkbaar minder erg, al mocht ik gerust pijnstilling vragen.

Bon, tegen twee uur lag ik dus op een kamer in zo’n ziekenhuishemdje, met een ‘poortje’ in mijn arm en ettelijke buisjes bloed minder. Heerlijk rustig, dat wel. Ik heb geslapen, gelezen, geslapen, tv gekeken en geslapen. En onnoemelijk veel goesting gehad in chocolade.

En de onderzoeken op mijn bloed? Die wezen uit dat alles perfect normaal was, en dus hadden de artsen geen touw om ergens aan vast te knopen. Ze hebben geen idee wat er aan de hand is, maar willen toch zeker zijn dat het niks ernstig is, en dus blijf ik hier een nachtje.

Yay. Not.

GWP dag vijf

Ofte een half dagje, want woensdag was een ganse dag.

Veel valt er niet te zeggen, behalve: koppijn. In die mate dat het zelfs mijn eetlust tempert, en dat Dafalgan 1000 niet echt helpt.

Hmpf.

Thuisgekomen rond één uur, en in de zetel gaan liggen, met de gordijnen dicht.

Ik geloof dat dit is wat ze migraine noemen. Not fun.

Motor

2003-suzuki-savage.jpg

Gisteren heb ik gebeld naar de garage, en vandaag komen ze hem ophalen om hem in orde te zetten: mijn motor.

Het ding heeft twee jaar stilgestaan, gewoon schandalig. Maar ter mijner verdediging: zomer 2010 was ik zwanger van Merel, en dan lijkt het me nogal onverantwoord met een motor te gaan rijden. En vorig jaar hadden we een kutzomer en zat ik met een baby, en dan is een motor ook niet echt praktisch. Het is er dan ook nooit van gekomen om hem in orde te (laten) zetten. Hij heeft stof en roest staan vangen in de garage hiernaast, helaas.

Maar nu begon het te kriebelen: prachtig weer, en een aantal uitgelezen gelegenheden om hem te gebruiken. Volgende week is er namelijk GWP-week (project/schoolreisweek) en moet ik in ’t stad of aan ’t station staan, midden in het spitsuur. Alleen ben ik wellicht iets te laat in gang geschoten: het lijkt me sterk dat ik mijn beest terug heb tegen volgende week maandag. Maar bon, dan toch later op de week. Yay!

Wijvenweek – zelfcensuur


Sommige van mijn leerlingen zeggen me: “Allez mevrouw, als ik uw Facebook en uw blog lees, dan weet ik toch gewoonweg àlles over u? Gij zet gewoon gans uw leven op ’t internet”.

Nee dus.

De aandachtige lezer zal merken dat ik bijvoorbeeld eigenlijk bijzonder weinig over mijn werk spreek, tenzij dan over positieve dingen. Niet over mijn bloedhekel aan administratie, de leerlingen die soms ronduit a pain in the ass kunnen zijn, over strubbelingen met mijn baas… Niet dat die er echt zijn, maar zouden die er zijn, dan schrijf ik daar niet over. Ik blog al sinds januari 2006 op dit blog, en zat al een aantal jaren op Livejournal daarvoor. Geloof me: ik ben me heel erg bewust van wat ik wel, en vooral ook niét online zet. Niks over mijn huwelijk, waar toch ook heel af en toe eens een hard woord valt. Of over andere persoonlijke dingen. De gulden regel is: zou ik dit ook op café vertellen, waar wildvreemden het kunnen horen? Tsja, ik ben nogal een babbelkous natuurlijk :-p

Dus nee, over dat soort dingen zal u hier niks lezen, ook vandaag niet. Dat mijn huis vaak een regelrecht slagveld is, dat weet u intussen wel, als u mijn FB of twitter leest. Of dat ik mijn kinderen af en toe in de knoop zou leggen, mocht ik kunnen.

Maar ik zal u één dirty little secret vertellen. Eentje waarvan enkel mijn gezin, mijn ma (want die vouwt soms mijn propere was op als ze komt babysitten) en mijn kuisvrouwen (want die komen voor acht uur ’s morgens binnen) het bestaan weten. En waarmee u me nooit of te nimmer persoonlijk mag mee confronteren, wil u niet dat ik u voor de rest van mijn leven negeer.

Mijn slaapkleren. Mijn vooral heel erg foute keuze in slaapkleren.

Ik draag namelijk altijd slaapkleedjes, ik heb een hekel aan pyama’s. En zelfs in een zomerse hittegolf moet ik iets aan mijn lijf hebben om te slapen. Maar in de winter… Dan heb ik een ongemeen hartstochtelijke voorkeur voor flanellen slaapkleren. In maat XXL. Van het soort waarin zelfs mijn bomma nog niet zou willen gezien worden. Zo een tot halverwege mijn kuiten, met knopjes bovenaan, en vooral van die gigantische roze bloemen op. Of appelblauwzeegroene, of pimpelpaarse, het maakt niet uit. Als het maar een gigantische flanellen tent is.

Deze stijl dus:

Maar mocht iemand ooit een lang flanellen slaapkleed tegenkomen in een betere uitvoering: graag!

Wijvenweek: guilty pleasures en kleine kantjes

Guilty pleasures, zo heb ik er wel een paar. De meeste van die dingen zul je me op normale dagen niet horen toegeven, maar voor deze week wil ik een uitzondering maken. U wordt vandaag in de watten gelegd, nee?

– Temptation Island. Om één of andere reden – want ik hou niet van andere ‘reality’ programma’s – kon ik daar met een intens genoegen naar kijken. Dan installeerden Bart en ik ons in de zetel, onder een dekentje, chips en ice tea bij de hand, en verkneukelden we ons een breuk. Za-lig!

– wanneer ik mijn nagels knip, betrap ik mezelf er vaak op op een van de grotere stukken te beginnen knabbelen. Bizar, I know.

– Ik hou van Queen. Of dit een guilty pleasure is of niet, is bediscussieerbaar. Maar er is niks beter dan de Best of op te leggen als je eens stevig wilt kuisen. Dan kweel ik uit volle borst mee met Freddy Mercury, en ben ik blij dat we geen rechtstreekse buren hebben.

– Als ik al klaar ben met eten, durf ik nog wel eens mijn mes in de chocopot te steken, en dan zo stiekem zitten snoepen. Nu ik weer met de Weight Watchers bezig ben, hou ik me in. Maar dat kost verdorie moeite!

– Neuspeuteren. Man, kan ik daar van genieten zeg! Soms, als er zo een propje in de weg zit, en je krijgt die er met snuiten niet uit, kan dat toch gigantisch deugd doen om die er met een vingernagel uit te halen? Kom zeg, geef maar toe, je doet dat ook! (al was het maar om mij een plezier te doen)

Kleine kantjes? Dat zijn er helaas een pak meer. Ik wil er u een paar meegeven, maar ook weer niet teveel. Er zijn grenzen aan mijn openheid, zelfs hier.

– Ik ben lui. Ik weet het, op mijn blog komt het niet altijd zo over, en ik knutsel en pruts best wel graag, maar eigenlijk ben ik lui. Kuisen, dat doe ik niet. Daarvoor heb ik zelfs acht uur per week een kuisvrouw. Ik weet het, ik ben een verwend nest. De was, dat doe ik uiteraard wel, en met vijf personen is dat ook een serieuze bezigheid. Eten maken doe ik enkel in het weekend. Kuisen dus al helemaal niet. Opruimen is ook hoegenaamd mijn beste kant niet. Zodra Bart thuiskomt, ruimt hij op achter mijn gat. Pas op, ik doe mijn best om het opgeruimd te krijgen tegen dat hij thuiskomt, maar dat lukt lang niet altijd. Ik let er eerlijk gezegd ook gewoon niet op, ik heb helemaal geen last van rommel. Moest hij er niet zijn, ik was al lang doodgegaan in mijn eigen rommel, zegt hij vaak. En ik vrees dat hij gelijk heeft.

– Ik ben gierig. Niet zuinig, maar gierig. Ik ga vaak vergelijken qua prijs, en ik geef niet graag geld uit, waardoor ik dan ook geregeld met iets thuiskom van inferieure kwaliteit dat dan eigenlijk zijn geld niet opbrengt. Op restaurant heb ik bijvoorbeeld ook de neiging om perse alles te willen opeten, want ik heb er nu eenmaal voor betaald. Door de WW probeer ik dat tegen te gaan, maar ik heb het er moeilijk mee. Ik wil dus ook altijd het onderste uit de kan, als ik ergens voor betaald heb. Bart is zo niet, en kan zich daaraan ergeren, en hij heeft gelijk.

– ik ben serieus competitief. Als ik in een quiz meedoe (en ik zit in het quizconvent van ’t unief, dus ik kwis wel regelmatig), wil ik winnen, en zoek ik desnoods boel met mijn teamgenoten om toch mijn gelijk te krijgen. En als ik er dan naast zit, lig ik er dan ook wakker van. Ik denk dat ik niet zo aangenaam ben om mee te kwissen, want ik weet vrij veel, en wil die kennis dan ook etaleren. Eigenlijk ben ik gewoon een betweter, quoi. Al een chance dat ik in het onderwijs sta, of mijn omgeving had er nog veel meer onder te lijden.

– ik ben bezitterig. Ik heb het moeilijk om dingen weg te doen, weg te geven, vrijgevig te zijn. Zie punt twee. Daardoor puilt mijn huis ook uit van de rommel. Als je dat dan nog combineert met punt één, zie je dat er zich een probleem vormt. Ik probeer daar echt tegenin te gaan, maar dat is echt wel lastig. Stel dat ik dat ene ding toch ooit nog nodig heb? En dat ik dan een nieuw moet kopen, terwijl ik er eigenlijk nog een liggen had dat ik weggegeven heb?

Tsja.

Ik ga het hierbij houden, voor u me al helemaal een vreselijk mens vindt. En u zou nog gelijk hebben ook :-p

Weight Watchers week van 9-03

Tsja.

Het verdict is niet mals, ook al had ik het verwacht: op die twee weken, met vier etentjes,  1,2 kilo bij…

Ik ben me wel vergeten wegen deze morgen, u zal moeten wachten tot morgen, na mijn etentje vanavond :-p

Ik vermoed dat ik nu op 81,2 of zo sta, en dat is uiteraard te veel. Eigenlijk nog tien kilo te veel, maar ik had gezegd dat ik niet meer boven de 80 wilde komen.

Daarom begin ik er zaterdag weer aan. Wegen, tellen, opschrijven. Alleen zo werkt het echt. Maar dat is dan ook wel een troost: het wérkt.

Poeh.

Eigenlijk heb ik er geen zin in, maar dan hoef ik maar een foto van vroeger te bekijken, en dan weet ik het wel weer. En die jeans die nu een klein beetje spant, die zegt me ook genoeg.

blinkoogjes

Nooit meer.

Familiefeest

Er lijkt hier maar geen einde te komen aan al dat feesten.

Neem nu vandaag: we hadden ons eigenlijk in twee moeten splitsen. Aan de ene kant was er de reünie van de familie van mijn moeder: we doen al sinds een paar jaar een familiebrunch ter nagedachtenis van mijn grootvader. Mijn oma van negentig is er, haar zes kinderen met hun kinderen en kleinkinderen, en iedereen doet iets, van dessert maken tot brood meebrengen tot de zaal klaarzetten. We zijn met meer dan veertig, en het is altijd een gezellige boel. Het is eigenlijk ook de enige keer in een jaar dat ik mijn familie nog eens zie, want die grote hoop, dat geraakt in geen enkele living meer binnen.

Aan de andere kant was er het jubileum van Barts nonkel die veertig jaar getrouwd is, en zijn vrouw die vijfenzestig werd. Wij zijn dus naar Asse getrokken, naar restaurant De Pauw.

Ik moet zeggen: het eten was zeer lekker, alleen een beetje traag: het hoofdgerecht was er tegen vier uur, het dessert was verorberd om half zes. Blijkbaar was de groep nogal groot voor het keukenteam.

Bij het aperitief kregen we al een aantal zeer geapprecieerde hapjes, toen volgde een soepje.

Daarna kwam het eerste voorgerecht:

depauw1

Krokante sliptongetjes met rivierkreeften en hopscheuten.
Zuringsaus van balsamico azijn en Japanse raap ‘Chioggia’

Een tweede voorgerecht:

depauw2

Victoriabaarsfilet met hopscheuten, sausje met Witte van Hoegaarden

Het hoofdgerecht:

depauw3

Filet van lam ‘Peeter’s Farm’
Knapgroentjes, scheutjes en kampernoelies, Gratin Dauphinois

depauw4

Pannenkoek gevuld met chocolade banketbakkersroom
Zandtaartje gevuld met melkchocoladeschuim

En daarna volgde bij de koffie nog een gans bord met massa’s verschillende snoeperijen, waar ik ook weer niet afgebleven ben.

Het was lekker. Oh ja. En nee, ik heb ’s avonds niet meer gegeten :-p

Wijvenweek

ww_banner_500x150

Voor het geval dat u het nog niet zou gemerkt hebben: uw feedreader zal binnenkort weer roze uitslaan.

In maart 2008 had ik al eens meegedaan met die wijvenweek, en dat vond ik eigenlijk wel fantastisch. Kerygma en Lilith zijn momenteel weer zodanig enthousiast bezig, dat er nu al meer dan honderd wijven zijn die vrolijk gaan meedoen.

Zoals ik het dus zie, heeft u nu twee keuzes: ofwel blijft u gewoon een week weg van het internet, ofwel doet u zonder meer mee. Ik opteer voor het laatste :-p

(Oh, en bij het herlezen van mijn eigen wijvenweekgedoe, kwam ik weer op deze post van Bart uit. Ik word nog telkens helemaal week vanbinnen als ik het herlees. Die man van mij, hij kan toch wel schrijven, ja.)