Brihang in de Vooruit

Bart had me gevraagd of ik mee wilde naar een concert van Brihang in de Vooruit, en ik zei uiteraard ook niet nee. Alleen wist ik pas vandaag dat dat in de grote concertzaal was, en dus rechtstaand. En dat ging me niet lukken…

Soit, we gingen wel zien hoe ver ik ging geraken, we hadden de kaarten nu. Bart had gezien dat het om half acht begon, maar pas toen we al onderweg waren, zag hij dat dat het uur was waarop de deuren opengingen, dat er om half negen een voorprogramma was, en dat Brihang zelf maar om 21.15 uur ging spelen. Euh…

Maar nog een chanceke, want de parking van de Zuid bleek een probleem te zijn: al van de afrit van de autostrade stonden ze aan te schuiven. Toen wij binnenreden, waren er nog een vijftigtal plaatsen, maar dat bleken dan vooral van die miniplaatsjes te zijn, of van die plaatsen waar links of rechts een SUV stond en waar je dus zelfs met een mini niet meer in kon parkeren. Het was aanschuiven al van op de eerste verdieping, en uiteindelijk heb ik me in een piepklein plaatsje gemanoeuvreerd. En ben er weer uitgereden, want ik kon de auto niet meer uit. Bart is dan er opnieuw ingereden en met wat gewring uit de auto geraakt. Degene die naast ons stond, had geen vijf centimeter meer over, maar had meer dan voldoende plaats langs de passagierskant. Tsja…

Uiteindelijk waren we om kwart over acht aan de ingang van de zaal, en daar kregen we te horen dat er wel enkele zitplaatsjes waren bovenaan op het balkon, achteraan. We zijn daar dan maar gaan zitten, en stelden vast dat het voorprogramma eigenlijk best te pruimen was.

En toen kwam Brihang. Man, een heerlijk concertje! Die man is gewoon goed. Niet alleen zijn teksten en muziek zijn steengoed, hij kan ook perfect zijn publiek bespelen. En ik was daarnaast ook fan van de lichtregie: heel, heel knap gedaan.

 

En toen begon de terugtocht, met dus opnieuw die fameuze parkeergarage. We konden deze keer wel vlotjes in de auto wegens onze buren al vertrokken, maar toen stonden we toch nog wel een kwartiertje of zo aan te schuiven. En ging het plots snel. En moest ik even nog aan de zijkant wachten omdat Bart het risico niet wilde lopen dat ons ticket al niet meer geldig zou zijn en dus halverwege te voet een automaat ging zoeken en het dus, welja, plots snel ging.

Maar we waren tegen half twaalf terug met een uitstekend concert achter de kiezen en hele fijne herinneringen.

Foreshadow

Eigenlijk had ik geen kaarten voor deze voorstelling van de Cultuurcel, maar een collega moest verstek geven en ik was de eerst aangewezen vervanger. Ik zei niet nee.

Ik heb daar zó hard geen spijt van gehad! De perstekst schreef het volgende:

Op de tonen van experimentele rockmuziek bewegen acht acrobaat-dansers zich als tandwielen van een collectief lichaamsmechaniek. Samen gaan ze op zoek naar quasi onmogelijke balansen en dagen elkaar én de zwaartekracht uit.

Met de strak georchestreerde chaotische bewegingslandschappen van Foreshadow zet Alexander Vantournhout een nieuwe stap in zijn onderzoek naar de relaties tussen zwaartekracht, beweging, balans en ruimtelijkheid. Naast de vloer, die in SCREWS en Through the Grapevine telkens een prominente rol kreeg, wordt nu ook de muur een danspartner.

Ik wist dus niet goed wat te verwachten, en als ik eerlijk ben: de eerste tien minuten vreesde ik het ergste. Zonder muziek bewogen de acht dansers (acrobaten? Acrogymnasten?) zich in vaste patronen, met heel veel draaibewegingen en telkens ook tegen de muur botsend, bijna als een caleidoscoop. Vreemd.

Geleidelijk aan kwam er muziek opzwellen, maar of dat een verbetering was, dat laat ik in het midden. Mij leek het eerder free jazz dan experimentele rockmuziek en ik kreeg er koppijn van, iets wat de leerlingen achteraf ook bevestigden. Gelukkig kwam er ook nog andere muziek aan te pas. Maar beetje bij beetje werden de bewegingen complexer en gewaagder, tot ik op een bepaald moment met open mond zat te kijken. Dit kón toch niet? Kan een menselijk lichaam dit aan? Hoe kom je in hemelsnaam op zo’n choreografieën, en hoe gek moet je zijn als danser om die ook nog te willen uitvoeren? De vergelijking met een ingewikkelde mechanische constructie is niet te vergezocht, geloof me, en de dansers moeten vooral een grenzeloos vertrouwen in hun eigen lichaam én in dat van hun mededansers hebben. Af en toe hoorde je het publiek collectief naar adem happen en dacht je dat het nu toch gegarandeerd fout zou lopen. Maar nee, foutloos – of zo kwam het toch over – sprongen, tuimelden, hingen en dansten de acrobaten zich doorheen het stuk.

De staande ovatie na afloop was dan ook niet verwonderlijk: dit toont een meesterlijke beheersing van het menselijk lichaam en het aftasten van de grenzen ervan. Chapeau!

Even minder druk

Ik schreef een goeie tien dagen geleden dat het nog de moeite ging worden, die komende dagen. Awel, het valt al bij al nog mee, vind ik.

De klassenraden waren goed te doen, en de avond voor de OpenSchoolDag heb ik een quiz niet mee gedaan: ons team had het me wel gevraagd, maar ik wist dat het geen goed idee ging zijn.

De OpenSchoolDag zelf heeft me dood gedaan, maar ’s avonds en de zondag heb ik zo goed als geen poot verzet, zodat ik blijkbaar toch redelijk gerecupereerd was de volgende dag. Jammer van de CITO, maar die heb ik wijselijk voorbij laten gaan.

Het oudercontact was druk, maar deze keer maar twee uur, zodat ook dat al bij al meeviel, vooral met voldoende rust tussen.

Yup. Ik heb intussen geleerd wat mijn lijf aankan en wat niet, en hoe ik het beste mijn krachten spaar en terugwin. Oef. Ja, soms ga ik er nog los over, maar dat is dan meestal omdat ik niet veel keus heb.

Maar geloof me, ik ben verdomd blij dat het dinsdag is intussen en dat de komende dagen een pak rustiger zijn.

Lectuur: “The Sea of Monsters (Percy Jackson and the Olympians #2)” van Rick Riordan

Eentje is geentje, en dus las ik ook boek twee van Percy Jackson, zoals Merel het ook graag had.

Percy is intussen goed ingeburgerd in Kamp Halfbloed, maar dan blijken de grenzen precies niet meer bestand tegen de invallen van monsters. De beschermende boom van Thalia is vergiftigd, en het enige dat daartegen zou helpen, is het fameuze Gulden Vlies. Percy trekt er dus op uit met Annabeth en zijn halfbroer Tyson, waarbij ze meteen ook Grover moeten redden van de Cycloop. En dan gebeurt er ook nog een en ander compleet onverwachts…

Opnieuw is dit geen hoogstaande lectuur, maar die ambitie heeft dit boek absoluut niet: het is gewoon puur amusement. Percy blijft een puber met alle puberproblemen van dien, maar tegelijk ook die halfgod die toch maar weer – een deel van – de wereld moet redden.

Blijft een zeer, zeer fijn tussendoortje.

Aangereden

Vorige donderdag is Merel aangereden door een auto. Geen paniek, ze heeft niks, alleen haar fiets is gekreukeld.

Ik kreeg dus vijf voor acht telefoon van een huilende Merel: dat ze was gevallen, vlak voor de oversteek aan de tramlijn richting Lieze, en of we haar konden komen halen. Ik was nog niet aangekleed, maar Bart sprong in zijn auto en reed naar haar toe. En bleef toen toch redelijk lang weg. Hmm.

Bleek dat hij verzekeringspapieren had ingevuld, want wat was er gebeurd? Ze stond stil op het einde van de Vroonstallestraat, klaar om over te steken naar de Lange Velden. Een auto stopt en laat de fietser voor haar passeren, en dus steekt zij mee over. Blijkt dat de chauffeur haar dus niet gezien had door de laaghangende ochtendzon: hij zet aan en heeft haar vol mee, gelukkig niet snel. Een dame had dat zien gebeuren en heeft haar binnen genomen en haar een glas water gegeven, want ze stond te trillen op haar benen. Ook de chauffeur, een man van eind de dertig, zoiets, was zich doodverschoten en stond mee te trillen. Merel was compleet van slag en begon hartverscheurend te huilen zodra ze hier thuis in mijn armen kwam. Ze vond het vooral doodeng, zo aangereden worden. Gelukkig heeft ze niks, behalve dan een kneuzing op haar bil waar de bumper van de auto haar mee had.

De fiets is wel behoorlijk verbogen, maar dat wordt uiteraard betaald door de chauffeur. Die heeft ook uit bezorgdheid al een paar keer een berichtje gestuurd om te vragen hoe het met haar is. Fijne man, stom ongeluk.

Ik heb haar de rest van de dag thuis gelaten, in de zetel, onder een dekentje, met een pizza als troosteten. Eerst ging ze nog meegaan met mij tegen tien uur, maar dat hoefde eigenlijk niet, ze was ook nog te veel haar kluts kwijt.

Ach ja. Zoals ze zelf zei: ze kan dit ook weer afstrepen op haar bucket list.