Gent quizt

Mja. Ongeveer maandelijks doe ik nu al een tiental jaar – als het niet langer is – mee met het quizconvent van de Ugent. Intussen hebben we daar een serieus fijn team, eigenlijk feitelijk. We missen ons ma wel, en haar specifieke geschiedenis- en cultuurkennis, maar bon, daar valt nu niet veel meer aan te verhelpen.

Ik had ook al gehoord van de wekelijkse quizzen in de Ploeg in Gent, maar meer dan een geïnteresseerd “ha ja?” was daar nog niet van gekomen. Nu blijken de anderen van mijn team daar wel aan mee te doen, en vandaag kwamen ze volk te kort. Ik heb me dus naar de Ploeg gerept – alleen was me niet heel duidelijk hoe ik daar met de auto moest geraken, nu de Reep veranderd is van richting, zonder drie kilometer om te rijden, maar bon.

De quiz zelf viel me wat tegen, om eerlijk te zijn. Nee, da’s verkeerd geformuleerd: de quiz op zich was prima, maar quizzen in een café waar mensen aan het tafeltje naast jou gewoon iets komen drinken, en ze achter jou aan het biljarten zijn, da’s niet goed voor de verstaanbaarheid. En ik weet niet wat het was – de heren verzekerden me dat ze al verschillende keren gewonnen hadden – maar we eindigden laatste. Verdiend laatste, overigens, wat hebben wij zitten prutsen zeg!

Maar goed, Gent Quizt dus.

Parkinson

Vandaag kwam ons pa hier toe met een grote, grote glimlach op zijn gezicht. Hij liep kaarsrecht, en hij schudde niet meer. Hij heeft al een jaar of drie Parkinson, en op sommige dagen schudden zijn handen zo hard dat hij zelfs geen koffie kan drinken zonder te morsen.

Maar bon, het schudden is dus weg. De vermoeidheid ook, zegt hij, en hij is precies helderder ook, vindt hij van zichzelf. Vooral vermoeiender, ja :-p

We hebben ons suf zitten piekeren over wat de oorzaak zou kunnen zijn. De enige verandering is het feit dat hij een dag of vijf geleden gestopt is met zijn antidepressiva – hij is gewoon zonder gevallen – maar of dat zo’n verschil kan uitmaken op zo korte tijd, dat betwijfel ik.

Aan de ene kant is het fantastisch nieuws, aan de andere kant vertrouw ik het helemaal niet. Wat is er aan de hand? Hoe kan dit?

Morgen gaat hij naar de huisarts voor een volledige checkup, want hij vertrouwt het zelf niet eens. Als dat maar goed afloopt.

tToneel: Binnenste Buiten

Schooltoneel.

Ik hou niet van het woord, ik vind het op zich al een negatieve bijklank hebben. Het doet me denken aan stoffige turnzalen met een amper gebruikt podium en dus nog stoffiger coulissen. Een zaal vol enthousiaste ouders wier kind schoon kind is. Ik denk aan een klungelig in elkaar gestoken voorstelling, met kinderen wier acteerniveau dat van de gemiddelde sanseveria benadert, met pakjes die in elkaar gestoken zijn door liefhebbende en behulpzame oma’s. Ik denk aan een zingende selder, quoi.

Het hoeft gelukkig niet altijd zo te zijn. Ik ben dan ook enorm opgelucht dat op mijn school het woord ‘schooltoneel’ eerder een vorm van kwaliteitsvol jongerentoneel is. En de voorstelling die ze er afgelopen twee weken vijf keer gespeeld hebben, kan gerust naast om het even welk ander jongerentoneel staan, dat subsidies krijgt en meedraait in het reguliere circuit.

Het bijzondere aan tToneel, de groep van het Atheneum Mariakerke, is dat ze zo ongelofelijk democratisch zijn. Iedereen van de leerlingen die wil, mag meedoen. Geen audities, geen leeftijdsbeperking, geen beperking van het aantal acteurs, nee. Dat resulteerde dit jaar in een groep van vijftig leerlingen, van twaalf tot twintig jaar, die elke woensdagnamiddag en de helft van de kerstvakantie aan het repeteren sloegen.

Kan je een stuk vinden voor een dergelijke groep? Niet echt. Is dat erg? Al helemaal niet: het stuk moet organisch groeien, en komt uit henzelf. Dit jaar ging het over de speelplaats, en hoe iedereen daar toch met zijn eigen gedachten bezig is, met zijn eigen problemen, en hoe moeilijk het soms is om beslissingen te nemen en keuzes te maken.

Ik moet zeggen, ik vond het stuk écht goed. Serieus.

Ik heb er een bespreking voor geschreven, voor de schoolwebsite. Die kan je hier lezen. En chapeau voor de leerlingen. Echt waar.

Môh!

In het lager nemen de kinderen vaak nog uitdeelcadeautjes mee op hun verjaardag. Op Mariavreugde zijn ze daar niet tuk op: ik geef altijd een cake of twee mee om in de klas te verdelen – dat kan en mag probleemloos – en soms ook een klascadeau. Toch komen de kinderen soms nog thuis met van die zakjes. Tsja.

In het middelbaar wordt dat eigenlijk niet meer gedaan. Ja, omdat bij mij taartdag in voege is in vijf en zes, brengt de jarige vaak een zelfgebakken taart of cake mee om dan te verdelen. Nu, het is het eerste jaar in bijzonder lang dat ik weer eerstes heb, en ik keek dus behoorlijk op toen een leerlingetje me vroeg of ze in de pauze mocht uitdelen, want ze was jarig. Ik trok mijn wenkbrauwen op: meent ze dat nu? Blijkbaar wel. Ze had in de gewone les bij de klastitularis al uitgedeeld aan haar klas, en de leerkracht had zowaar een fles schuimwijn gekregen. In de modules zit ze natuurlijk wel met andere leerlingen samen, en dus had ze daar ook voor elke leerling een zakje voorzien, en voor mij een doosje truffels.

Unk?

Zot kind! Maar wel lekker en geapprecieerd, natuurlijk!

Van dinges.

Op donderdag heb ik om 12.05 uur al gedaan met lesgeven, en ik had voor een keertje kunnen afspreken met mijn lief om te lunchen. Hij had de Koevert op Wondelgem gekozen, en dus zat ik daar netjes kwart over twaalf. In de schemer. Hoezo? Wel, hun elektriciteit was uitgevallen, en ze kregen hem maar af en toe aan. Ze hadden al een aantal klanten weggestuurd, maar blijkbaar kennen ze er Bart, en wij konden blijven. Ik had dan ook een plaatsje aan het raam uitgezocht :-p Nog een chance dat ze koken op een gasvuur dus. Enfin, de lunch was lekker maar bijna haastig te noemen, want ik moest om half twee al in Sint-Amandsberg staan, voor een hoognodige knipbeurt.

Aansluitend reed ik in de regen naar Oostakker-Lochristi, pikte in het passeren een fijne geocache mee, en waaide er de Brantano binnen. Voorlopig loop ik nog steeds met die laars rond en met één paar schoenen dat de exact goeie hoogte heeft, maar ik hoop dat ik toch misschien wel ne keer ooit weer gewone schoenen zal kunnen dragen. Platte schoenen, welteverstaan, zeker in het begin. Hmpf. Ik vond een paar lelijke maar warme Kickers in bordeaux daim voor 36 euro, en stelde me daarmee tevreden. Ik passeerde wel nog eens langs de Cassis/Paprika, en vond daar dan weer de max van een kleedje voor nu, en zelfs een kleedje voor Merels communie. Happy me!

Ik belde mijn man op, en reed naar de Weba. ’t Is al meer dan een jaar dat ik een nieuwe zetel wil, maar het komt er maar niet van. Vorig jaar in de kerstvakantie had ik samen met de kinderen een model uitgekozen, en lo and behold, een jaar later hadden ze die nog steeds! Ik hoefde hem zelfs niet aan te wijzen: Bart passeerde er, en zei: “Die!” Ja dus.

We kozen nog samen de exacte opstelling, de kleur en de stofsoort, en dat was dat. Op een half uur geregeld. Moet dat daarvoor zo lang duren??

Enfin, ik waaide nog even langs de houthandel voor de vlekproblemen op ons parket, kreeg bijzonder goeie raad en dure producten, en reed huiswaarts. Al na zessen, nota bene.

En toen moest ik noodgedwongen nog het koor afzeggen ook, want door al mijn gehoest zou er van zingen toch niks in huis komen, en ik had sowieso toch al bijna geen stem meer. Bleh.