Rugbytoernooi in Leuven

Het is de verste verplaatsing binnen de rugby van de jongens, maar het was wél fijn. En hard, dat ook. Maar vooral Wolf meent het enorm, hij was vandaag dan ook kapitein van zijn ploegje.

Leuven01

Leuven02

Leuven03

Leuven04

Leuven05

Leuven06

Leuven07

Leuven08

Leuven09

Leuven10

Leuven11

Leuven12

Kobes ploegje speelt echt nog op een andere manier: er zijn er bij die perfect door hebben wat de bedoeling is, maar er zijn er ook die nog wat bang zijn, en vooral toekijken. Kobe is daar wel nog een van, vrees ik. Daarom loopt bij hen trouwens ook de trainer mee op het veld: die mag bij hen nog aanwijzigingen geven.

Leuven13

Leuven14

Leuven15

Leuven16

Leuven17

Leuven18

Leuven19

Leuven20

Leuven21

Leuven22

Leuven23

Leuven24

Mijn kleine prinses, al twee jaar

Lieve Merel van me,

ik weet het, het is lang geleden dat ik je nog eens een echte brief schreef. Het is dan ook nogal druk, met drie kinderen. Maar alle verhalen en foto’s over jou kan je hier op dit blog vinden, lieverd, je hoeft ze maar te zoeken.

verjaardagMerel1

Je bent intussen een echte ‘pinses’, zoals je het zelf noemt. De wereld draait om jou, en ik moet eigenlijk wel toegeven, hier thuis is dat soms ook zo. Je krijgt alle aandacht die je maar wil van je broer Wolf, die je trouwens zonder meer ‘mijn’ noemt.

Gisteren moesten we lachen daarmee: Wolf ging van tafel, en jij propte nog snel je laatste boterhammetje naar binnen, rukte je slabbetje af, veegde daarmee je mond, en riep naar Wolf: ‘Wof! Mijn!’ Wolf bleef niet-begrijpend staan: hij had toch niks van jou afgepakt of zo? Jij klauterde zo snel mogelijk van je stoel, liep op hem af, nam hem bij de hand, en zei parmantig: ‘Wof mijn! Kom, Wof’. Daarop nam je hem mee naar de zetel, gebaarde dat hij moest gaan zitten, en klom op zijn schoot. En dat was dat.

Je begint dus beter en beter te praten, en als je netjes alleen zit te spelen (bijvoorbeeld wanneer je broers naar de ’tuppy’ (rugby) zijn), zwijg je ook geen moment. Ik kan er doorgaans nog geen touw aan vastknopen, maar gezien jouw intonatie begrijp je je eigen verhaal maar al te goed. Soms zit je ook zachtjes te zingen.

‘Boke’ is jouw tweede grote vriend, maar dan om onnozel mee te doen. Hij zet dan een CD op, en dan staan jullie samen te springen en te schateren in de zetel.

Intussen heb je ook het potje ontdekt, en krijg je vooral in de crèche een gedegen training. Hier lukt het nog niet al te best, omdat we meestal gewoon vergeten om je op dat potje te zetten, en je het zelf maar vraagt als het al te laat is. Maar we doen dapper voort, meisje, je bent natuurlijk nog maar net twee.

verjaardagMerel2

Je hebt ook al je sterke karaktertje getoond: als je iets van kleren niet mooi vindt, zal je dat ook luidkeels te kennen geven. Gelukkig lijken onze smaken voorlopig nogal gelijk te lopen, liefje. Maar jij mag dan koppig zijn, ik ben minstens even koppig, en ik heb veertig jaar meer ervaring.

Soms zit je aan tafel ’s avonds, en wil je je boterham niet opeten. Ik forceer je niet om teveel te eten, je bent doorgaans een goede eter, maar één boterhammetje is toch het minimum, kleintje. Als ik dan merk dat je zit te draaien op je stoel, zeg ik je dat je minstens die paar stukjes moet opeten. Prompt komt je tongetje een klein beetje te voorschijn, en dan weet ik het al: je gaat met je kop spelen. En dan zit je daar: je zegt geen woord, verroert amper een vin, maar weigert resoluut te eten. Ik blijf dan rustig zitten en lees een boekje. Na een minuutje of twintig vind ik het dan welletjes: ik ruim al de rest op, terwijl jij rustig blijft zitten. Pas als ik aanstalten maak om de keuken te verlaten en jou alleen te laten zitten, prop je snel die stukjes in je mond, en geeft me dan een stralende glimlach. “Zie je wel, mama, dat ik het kan?” Maar twintig minuten stilzitten is lang voor een tweejarige, stiekem heb ik een beetje bewondering voor jouw standvastigheid.

Ach liefje… Je wordt zo snel groot… En je bent in alles een echt meisje: je voorkeur voor roze en paars, het feit dat je dolgraag met je poppen speelt, dat je in de spiegel gaat kijken als er iets speciaals aan je kleren is, of dat je komt knuffelen en manipuleren zoals enkel een peutermeisje kan.

Maar kleine muis, weet vooral dit: ik zie je dol- en dolgraag!

366 – 9 november

365-312

En dan bakt er iemand in de klas konijnenletterkoekjes, en had er eentje mijn naam. Enfin, een R voor Rombaut, en een kleine m voor mevrouw ^^

Cicero in Tinnenpot

Toen ik tijdens de Gentse Feesten met de jongens naar een toneel ging, zag ik daar ook aankondigingen liggen van latere toneelstukken. Daaronder was een Cicero, met name de Catilinarische redevoeringen. Omdat ik dat lees met mijn leerlingen in het vierde jaar, wilde ik daar dolgraag naartoe. Vandaag hebben we dat dus gedaan: de vierde en vijfde Latijnse, en alle zesdes. Ik ben in alle klassen rondgeweest om een inleiding en uitleg te geven, en voor Gentblogt heb ik er een verslagje geschreven.

U krijgt het uiteraard ook hier.

Cicero[+]Ik geef het toe, ik ben een beetje bevooroordeeld. Als classica die al jàrenlang Cicero’s leven en carrière uit de doeken doet op school, die zijn redevoeringen uitvoerig bespreekt in het zesde jaar, en meer specifiek zijn Catilinarische redevoeringen vertaalt in het vierde jaar, ken ik wel wat van de man. Kan ik bepaalde van zijn speeches zelfs in het Latijn opdreunen, compleet met mimiek, intonatie en alles erop en eraan.

Toen ik deze zomer zag dat de redevoeringen tegen Catilina op de planken gingen gebracht worden in Tinnenpot, sprong ik er dan ook op als de duvel op Geeraard, en legde meteen een schoolvoorstelling vast.

Deze middag zat ik dan met 107 leerlingen en enkele collega’s in de grote zaal, en keek naar een decor dat op knappe manier was opgebouwd uit groene legertafels. Vooraan was een hele lange tafel bijna als een toonbank opgesteld, in het midden waren enkele tafels gestapeld tot spreekgestoelte voor de senaat, en achteraan was warempel een hele constructie gebouwd die een podium voor het Romeinse volk voorstelde. Meer decor was er niet, en meer was ook niet nodig.

Cicero[+]Cicero, knap gestalte gegeven door advocaat Guido Vanderauwera (in regie van Jo Decaluwé naar een tekst van Daniël Gybels), droeg enkel een toga boven een hemd en broek, maar had ook niet meer nodig dan dat. Op imposante manier vertelt hij zijn ideeën en twijfels over de volksmennerij in de politiek, over de sluwe manipulatie van het volk, en over de figuur van Catilina, die met een aanhang van geboefte en gespuis een staatsgreep probeert te plegen. De “politiek correcte puritein” Cicero krijgt een menselijk gelaat, te midden de intriges van macht, te midden politieke afrekeningen en te midden één van de meest groteske samenzweringen uit de wereldgeschiedenis.

Cicero stapt geregeld uit zijn “rol” en denkt na over de mens die achter de vijand schuilt en over de mens die hijzelf is… als hij zijn toga even vergeet. Zo blijken vijanden uiteindelijk vaak gelijkgestemde zielen te zijn. Zo zijn -als van alle tijden- zogezegd grotere belangen vaak pure eigen belangen. Zo worden zogenaamd dappere macho’s erg kwetsbare wezels en speelt in een mannenwereld van macht, de vrouw nog altijd, of toch meestal, de stille hoofdrol.

Gedeelten uit de Catilinarische redevoeringen, maar ook uit andere speeches van Cicero, worden naadloos in het stuk verweven. En daar wringt een beetje het schoentje: ik vermoed dat iemand zonder klassieke voorkennis heel veel moeite heeft met dit stuk. Het taalgebruik is al vrij archaïsch en intellectueel, en daardoor soms moeilijk te volgen, maar ook de geschiedenis op zich is niet eenvoudig. Er zijn uiteraard parallellen te trekken naar de huidige politieke situatie, en hoe sommige leiders zich moeten voelen bij het nemen van moeilijke beslissingen. Maar hoe goed Vanderauwera het ook brengt, het blijft een zwaar stuk.

Zou ik het aanraden? Als je zelf iets afweet van de Romeinse geschiedenis, en je op school ooit nog door de De Catilinae Coniuratione van Sallustius hebt geworsteld: zeker. Maar als consuls in het Imperium Romanum jou niks zeggen, dan denk ik niet dat je het stuk zal smaken.

En dat zou jammer zijn, zowel voor jezelf als voor de gedreven Cicero daar op het podium.

Cicero
nog op maandag 12, woensdag 14, maandag 26 en woensdag 28 november om 20.00u
Theater Tinnenpot, Tinnenpotstraat 21
09/225.18.60

Stadswacht

Daarnet heb ik een ommetje gemaakt met een van de Gentse stadswachten, om een aantal pijnpunten in de buurt bloot te leggen.

Een tijdje geleden had ik namelijk naar Gentinfo gebeld, om een aantal problemen door te geven. Veel mensen klagen namelijk veel en vaak over dingen in hun straat waar ze niet gelukkig mee zijn: een slecht voetpad, een licht dat niet werkt, een overwoekerd speeltuintje, een oversteekpad dat bijna niet meer zichtbaar is… Alleen kunnen ze dat bij ’t Stad niet ruiken. Nochtans zijn er dagelijks een hoop stadswachten op pad, die proberen in elke straat van gans Groot Gent minstens één keer per jaar te passeren.

Daarom is er dus Gentinfo, voor al uw vragen, problemen, klachten, meldingen en inlichtingen over Gent. Ik had vroeger zo ooit eens gebeld omdat een van de favoriete speeltuintjes hier in de buurt overwoekerd was door brandnetels. Ze gingen het doorgeven aan de Groendienst, en jawel, toen ik twee dagen later passeerde, lag alles er proper gekortwiekt bij. Idem voor glas in het zand van een ander speeltuintje: de volgende dag was alles opgeruimd, en lag er zelfs een laag vers zand. Tsja, als niemand het meldt, kunnen ze het dus niet weten.

Ik had gebeld voor een serieus overwoekerd (stadswacht) en vooral zeer slecht aangelegd (technische dienst) voetpad, een haag die een halve meter over het voetpad groeit, weliswaar zeer goed onderhouden, maar waardoor je met een buggy noodgedwongen de straat op moet (stadswacht), de overwoekering van de bermen van het uitgebaggerde Liefke (vaststelling door stadswacht, probleem voor groendienst), en vooral ook het feit dat er in de buurt van de basisschool geen voetpaden zijn, waardoor je ook met je kinderen ofwel door de modder moet, ofwel op het fietspad. Terwijl ze net het fietsen promoten, en er dus veel fietsers zijn.

Ik kreeg eerst een telefoon van de technische dienst, waarin een man me vrij onvriendelijk om uitleg verzocht. Het onvriendelijke bleek achteraf vooral om die ontbrekende voetpaden te gaan: blijkbaar zaagt de school daar al jàren voor, maar als ze een voetpad moeten aanleggen, moet dat minstens een meter twintig (of zoiets) breed zijn, moeten ze de hele straat een stukje onteigenen, en daar is blijkbaar geen geld voor. Tsja, als de veiligheid van onze kinderen geen prioriteit is…

Dat kreeg ik dan ook als antwoord: of ik wel besefte hoeveel geld dat kostte? Ja hoor, maar daar betaal ik ook belastingen voor, zeker? De heraanleg van het andere troittoir, dat gingen ze eens bekijken, want ook dat was een kwestie van budget.

Een paar dagen later kreeg ik een telefoontje van iemand van de stadswacht: dat hij mensen had langsgestuurd, maar dat zij het probleem niet precies konden lokaliseren. Of ik eens wilde meegaan en tonen wat er aan de hand was? Ja hoor, en dus stond er om negen uur deze morgen een vriendelijke dame van de stadswacht aan mijn deur. Ik trok mijn jas aan, en wandelde met haar mee. Intussen was er in het slechte voetpad op de Evergemsesteenweg een heuse verzakking, en dat ging ze fotograferen en zo snel mogelijk doorgeven, want dat kon uiteraard niet. Ook de andere dingen waren duidelijk, en dus ging ze even proberen langsgaan bij de eigenaars en hen uitleggen wat het probleem was, en dat ze er dus iets aan moesten doen.

Ze verzekerde me dat ze zeker actie gingen ondernemen, maar dat ze dus echt niet konden zeggen wat het resultaat ging zijn, en hoe lang het zou duren.

Dat begrijp ik volledig, maar wat ik vooral schitterend vind, is dat er meteen gehoor kwam voor mijn ‘klachten’. Want ja, enerzijds voelde ik me een oude verzuurde zaag, maar aan de andere kant kan het wel een hoop ergernis in de buurt wegnemen.  ’t Stad wil met plezier problemen aanpakken, maar ze moeten eerst weten dat ze er zijn.

Daarom: woon je in Gent, heb je een vraag/probleem/ergernis in verband met het openbare domein? Bel naar Gentinfo op 09/210.10.10, ze zullen je met plezier aanhoren.

Sucralose van Canderel

Ik kreeg de vraag van de reclameregie of ik het nieuwe product van Canderel eens wilde uittesten: Sucralose, op basis van een zoetstof die uit suiker is gehaald, maar geen suiker is. Meteen kreeg ik er ook een tweede busje bij, namelijk Canderel Green, op basis van stevia.

Sucralose

Ik was wel nieuwsgierig, ja. In het kader van de Weight Watchers gebruik ik namelijk vaak zoetstof in plaats van suiker, maar de toch wel artificiële nasmaak houdt me tegen om dat in elke taart of cake te gebruiken. Geef toe, je smaakt toch het verschil tussen pakweg echte Ice Tea en Ice Tea Light? Die smaak van aspartaam?

Ik heb dus nog eens Mariannes fameuze appeltaart gemaakt, maar deze keer met Sucralose. Wel, ik moet toegeven: machtig lekker! Je hebt helemaal niet die kunstmatige smaak, maar effectief een gewone suikersmaak. Sucralose komt in poedervorm, maar heeft maar een tiende van het gewicht van gewone suiker. Waar je normaal dus 300 gr. suiker zou gebruiken, heb je nu voldoende met dertig gram. Qua volume blijft het wél hetzelfde, en dat is omdat men het poeder gecreëerd heeft met maltodextrine.

Voor mij kwam daarna de lakmoesproef: mijn koffie! Ik heb graag een klontje suiker in mijn koffie, maar de gewone ‘zoetjes’, da’s toch echt niet hetzelfde. Ik gebruik daarom al jaren de T-Light klontjes, die wel een goede smaak geven. Ik heb het nu dus geprobeerd met Sucralose. Afgezien van het vreselijke, bruisende effect moet ik zeggen: yup. Dit is dik in orde: een correcte suikersmaak zonder het kunstmatige nasmaakje van gewone Canderel.

Als je echter gaat rondsurfen, blijkt dat Sucralose zeker niet nieuw is, maar al in 1976 ontdekt werd, sinds 1998 in de VS is toegelaten, en onder andere in Diet Coke wordt gebruikt. Sommige sites waarschuwen ook voor het gebruik ervan, omdat het in bepaalde omstandigheden kankerverwekkende chemische combinaties kan aangaan. Ook zou het een resem bijwerkingen hebben, en zeker niet gezond zijn voor de mens. Maar geldt die waarschuwing niet voor àlle zoetstoffen? Veel hangt af, vermoed ik, van de hoeveelheid waarin je het gebruikt.

Wat mij betreft is dit alvast een schot in de roos: hier komt geen gewone aspartaam meer binnen, ook al omdat je het zowel koud als warm kan gebruiken.

En de Stevia dan? Tsja, die is in hetzelfde bedje ziek als alle andere merken van stevia die ik al geprobeerd heb: in koffie een bittere nasmaak. Ook in gebak, als je er teveel van gebruikt, krijg je diezelfde bitterheid, vind ik. In kleine hoeveelheden, zoals bij een potje yoghurt, vind ik de stevia wel ideaal. Maar in koffie? Nee bedankt!

Wil je zelf eens uitproberen hoe Sucralose nu precies smaakt? Canderel houdt nog tot 19 november een wedstrijd waarmee ze vijfentwintig potten per dag weggeven. Rep u naar de site!