Koffiemachine

saecovienna.jpg

Mijn trouwe fokkiesjamien is naar de koffiehemel… Helaas!

En zoals het met veel dingen is: wanneer je aan een bepaalde standaard gewoon bent geraakt, wil je niet meer terug naar een lager niveau.

Vroeger, tot mijn 26ste, dronk ik niet eens koffie. Toen ben ik er beginnen drinken, gewoon gezet met een standaard koffiezet. Na verloop van tijd hebben Bart en ik ons een klein espressomachientje aangeschaft, eentje met pads, en dat is al een helemaal andere smaak dan die gewone koffie. Die begon plots flets te smaken…

Netlash had intussen een zwaardere machine aangekocht, ene die zelf de bonen maalde, en daar dan verse espresso van maakte 🙂 Met het uitbreiden van het team kon die arme machine niet meer volgen, en zijn ze overgeschakeld naar een zwaardere, professionele automatische espressomachine.  En raad eens wie de oude machine met bonen kreeg? Jawel 🙂

En het is nu die machine die de geest heeft gegeven. Ik heb mijn oud klein espressomachientje weer in  gebruik genomen, maar van die voorgemalen koffie, nah, dat is het toch niet meer…

Ik denk dat ik weer eens voor een investeringetje sta: een nieuwe zware machine. Ik denk dat ik, uit compassie met de vorige, weer voor een  Saeco ga. Al bij al zeer content van geweest.

De beste van de wereld

En met die titel bedoel ik dan ‘man’, en het feit dat ik die heb 🙂

Oordeel zelf. Maandag ging ik om half vijf Wolf afhalen van zijn dagkamp, samen met zijn vriendinnetje. Na haar afgezet te hebben, zijn we doorgereden naar de parkeergarage van de Vrijdagmarkt (waarom is dat eigenlijk zonder -s? Iedereen in Gent spreekt van de VrijdagSmarkt) om dan met Kobe in de buggy naar Bataclan te gaan. We waren door omstandigheden vrij laat, wat ervoor zorgde dat we pas na zeven uur terug thuis waren.

Toen we rond kwart voor zes op Bataclan waren aangekomen, had ik hem nog gebeld met de vraag of hij niet afkwam. Nee, zei hij, zijn arm deed teveel zeer. Daarop had ik hem gevraagd of hij toch nog even langs de winkel wilde gaan om hesp en kaas, want ik ging macaroni (met hesp en kaas dus) maken.

Toen we dus thuiskwamen en beide kinderen moe en hongerig waren, stond Bart ons met een grote glimlach op te wachten. De tafel stond gedekt, en hij begon vanalles uit de ijskast te halen: een bord met allerhande soorten vlees, netjes opgerold, koude patatjes in de mayonaise, garnalen in de roze saus, versgekookte eitjes, een kom sla, tomaatjes met zelfgemaakte balsamicovinaigrette, gesneden meloen… En dat allemaal op het onverwacht, na een zware werkdag, in de warmte, mét een bijzonder pijnlijke arm!

Geef toe: ik heb gewoon de beste!

(Ik heb dan een dag later macaroni gemaakt, een van zijn lievelingskostjes, met later een witte Magnum als dessert, en hete compressen voor zijn blauwe arm. Ik moet hem toch vertroetelen, nietwaar?)

Hogedrukreiniger

nilfisk.jpg

*droogt voeten af, trekt natte werkbroek uit*

Ja man, die hogedrukreinigers zijn toch vuile dinges!

Ik heb net het gele – of toch ooit geel geweest – muurtje achteraan mijn bureau afgespoten. Het ding zag meer groen en zwart dan geel, en aangezien ik dat hele tuintje aan het herdoen ben, moet ook dat muurtje herschilderd worden. Ik heb er zowat de helft van de nog aanwezige verf mee afgespoten, en dat was eigenlijk ook een beetje de bedoeling: zo ben ik vrij zeker dat er niet teveel schilfers loskomen bij het herschilderen.

Terwijl ik dan toch alles naar buiten had gesleurd (er komt nogal wat bij kijken, bij zo’n hogedrukreinigerssessie – zou dit woord tellen bij Scrabble?) heb ik meteen het aanwezige miniterrasje mee afgespoten, en het ziet er eigenlijk wel bijzonder goed uit. Alleen jammer dat het stukje aarde vol ligt met gele verfschilfers, maar dat verdwijnt dan wel onder de laag bodembedekkende schors die erop komt. De zakken staan al klaar 🙂

Foto’s?

Hmm, wat denken jullie? Moet ik de voorgaande artikels eens herposten met de fotootjes ertussen, of zet ik die gewoon apart in een post?

Hier heb ik eindelijk weer een echt snelle, stabiele verbinding, ginder liet dat nogal eens te wensen over, vandaar dat je van mij geen foto’s hebt gekregen ginder.

BTW, het fameuze “hoe-stuik-ik-al-filmend-op-mijn-smoel”-filmpje:

[garagetv S5tWrMlltinbyua-sJ4S81l30xKNP9GMyOpIa89kKvbEmCPY!t5OCZ73U!-YuqBZg7 nolink]

New York, dag acht (en einde)

Ik zit hier ondertussen weer prinsheerlijk (en zo suf als wat, damn die jetlag!) op mijn eigen computertje te typen, terwijl Wolf achter me op zijn eigen PC een spelletje aan het spelen is, en Kobe hier ook ergens rondkruipt.

We zijn dus terug, helaas. Maar eigenlijk mag ik dat niet zeggen: ik ben maar wat blij dat ik de kinderen terug bij me heb, dat ik weer in mijn eigen bedje kan slapen, een bruine boterham met jonge kaas of speculoospasta kan eten…

Maar je had nog het verslag van de laatste dag tegoed, nee?

Die morgen was het de bedoeling om ten laatste om acht uur op te staan, de valiezen te maken, ze te deponeren beneden bij de conciërge, en opnieuw de stad in te trekken. Helaas… Ik denk dat de val toch zwaarder was dan gedacht (of het kan ook de zon zijn, die ongenadig brandde de dag voordien, ondanks alle voorspelde stortvloeden) want ik voelde me ronduit slecht. Alles draaide om me heen en ik was duizelig, alsof ik een mega kater had of zoiets. Noodgedwongen ben ik telkens weer op bed moeten gaan liggen, en dan voelde ik me meteen beter. Bart heeft dan maar meteen wat doorgeslapen, en bleek een bijzonder pijnlijke arm te hebben. Pas vandaag is gebleken hoe dat komt: zijn ganse elleboog is blauw aan de binnenkant, het ziet er echt pijnlijk uit.

armbart.jpg

Enfin, al bij al was het half twaalf vooraleer ik me goed genoeg voelde om niet alle vijf minuten te moeten gaan liggen, alles in de valiezen zat (dank zij de verse lading boeken en de paar nieuwe kleren en schoenen was het nogal pas- en maatwerk) en wij dus eindelijk iets konden gaan doen. Zijnde: verse pleisters halen :-p In dat vochtige weer wilden de schrammen maar niet dicht gaan, zodat ik ze beter wat afdekte tegen het stof en het zweet.

Aansluitend iets gegeten in een diner, steak voor Bart, lamskoteletten voor mezelf. Het is echt grappig hoelang een bestelling eigenlijk duurt in een diner: ik bestelde dus de lambchops. Charbroiled or baked? Medium, rare or welldone? (tot zover redelijk normale vragen). Fries or cooked potatoes or baked potatoes, or rice or pasta? What kind of vegetables? With or without cream? Sauce? Which one? Salad of soup for starters? Clam-chowder or tomatosoup?
En dan hebben we het nog niet over het drinken gehad :-p

Het eten deed me duidelijk goed, ik voelde me meteen een pak beter. Zo goed zelfs, dat ik toch nog een deeltje van het voorziene programma wilde afwerken: het Guggenheim-museum. Ik had er, eerlijk gezegd, meer van verwacht. Ja, er is een mooie permanente collectie, maar die is niet bijzonder uitgebreid, om het nog liefjes te zeggen. Nu ja, op zich misschien wel best imposant, maar na het MoMa valt zowat alles tegen, denk ik :-p
Er was wel een intrigerende overzichtstentoonstelling van het werk van Louise Bourgeois, ondertussen in de negentig en nog steeds productief. Het meeste van haar werk spreekt me niet bijzonder aan, maar haar spinnen vind ik prachtig!

spinnen.jpg

Ik ben op zoek naar een miniatuurversie ervan, tussen haakjes. De versie die er stond was manshoog, maar er bestaan veel grotere exemplaren van.

Zonder ons te haasten stonden we op een uurtje terug buiten. Zowel in de Met als in het MoMa kan je gerust een ganse dag doorbrengen, en dan heb je zeker nog niet de helft gezien. Trouwens, nog een goeie raad: vraag in één van bovenstaande musea eens naar de City Pass? Pas in het Guggenheim zijn we het bestaan ervan te weten gekomen: het is een pas die je voor 74 dollar toegang verschaft in zowel de Met, het Moma, het Guggenheim, de Empire State Building, het Museum of Natural Science, en een ticket verschaft voor de ferry naar Ellis/Liberty Island. FIjn hoor! Dat staat in de andere musea niet aangekondigd, en zou ons een hoop geld bespaard hebben, zelfs zonder een aantal van de dingen ervan te doen! Grmbl!

Enfin, we hebben dan een taxi naar het hotel terug genomen, ik heb wat touristil geslikt, nog een laatste frappucino gedronken in de Starbucks, en de taxi in naar Newark Airport, in New Jersey. Dat laatste betekent dat we de Hudson over/onder moesten, en dat zullen we geweten hebben! Waar de rit op zaterdagmiddag amper 20 minuten duurde, hebben we er nu bijna een uur over gedaan. Lang leve de pilletjes tegen de reisziekte!
Het inchecken in de luchthaven verliep vlot, maar er bleek een probleem te zijn met het schoonmaken van ons vliegtuig, zodat het al bijna drie kwartier na vertrekuur was vooraleer iedereen aan boord was. Daarna bleef het toestel nog een hele tijd roerloos staan: ook met de bagage was er intussen een probleem. Een uur na vertrekuur begonnen we eindelijk te taxiën, maar toen stonden we alweer in de file (heel letterlijk te nemen): we waren nummer 16 op de vertreklijst.
Al bij al hebben ze van de verloren tijd nog wel wat kunnen inhalen, zodat we om negen uur geland zijn in Brussel. Man, dat slapen op dat vliegtuig is toch dat niet, en dan dat tijdsverschil… We hebben nogal hardhandig het verschijnsel ‘jet lag’ leren kennen ondertussen, Bart ligt op het eigenste moment al een dik uur te slapen :-p

Gelukkig werden we op het vliegveld opgepikt door Barts broer en onze lieve Wolf, die daar was blijven logeren. Man, ik was blij mijn grote jongen terug te zien!
Een heerlijk ontbijt buiten op het terras, een saaie rit naar huis terug (probeer dan maar eens wakker te blijven) en een verkwikkende douche later, zijn we naar mijn ouders gereden om Kobe op te halen en er eerst nog te blijven eten. Kobe was bijzonder blij me te zien, en was eventjes niet meer van me weg te slaan. Lieve lieve kleine man!

Ondertussen liggen er al drie ladingen was netjes terug in de kast, hangt er eentje buiten en zit er eentje nog in de machine, en vallen we stilaan terug in ons oude ritme. Alleen dat slapen, dat zal nog even wennen worden. Ons eigen vertrouwde bed doet er in elk geval al veel goeds aan 🙂

New York, dag zes en zeven

Man man man ik ben weer wat tegengekomen! Ik sta vol blutsen en builen en mijn kin ziet gans blauw. Maar laat ik beginnen met het begin.

Gisteren dus. Rustig opgestaan, in de miezerregen iets gaan eten als ontbijt (de diner op de andere hoek van de straat) en dan naar het MoMa, ofwel het Newyorkse Museum of Modern Arts. Het is niet zo ver van hier, dus zijn we tevoet gegaan. Groot was onze verbazing toen we de rij zagen die stond aan te schuiven aan de kassa’s! Niet alleen een hoop kronkelgangetjes in het museum zelf (daar zijn ze hier goed in), maar ook nog een ganse rij buiten, tot op de straathoek! Gelukkig ging het al bij al behoorlijk snel, zodat we in minder dan tien minuten binnen stonden. Tip: je kan je ticket op voorhand kopen, het blijft een maand geldig, dus als je in NY bent en er staat geen rij: kopen die handel! En nog een tip, iets wat wij niet wisten: als je van plan bent zowel naar het Moma als naar Top of the Rock te gaan: in het Moma kan je een combiticket kopen waardoor je tien euro per persoon uitspaart. Het is maar dat ge het weet!

In het Moma zijn we eerst op de bovenste verdieping naar de tijdelijke tentoonstelling van Dali gaan kijken: zowel fragmenten van zijn films, als schilderijen, tekeningen en installaties. Knap! Die mens kan echt fantastisch schilderen, maar ofwel zat hij continu aan de lsd, ofwel was hij zo manisch als wat!
Enfin, een verdieping gezakt naar hedendaagse schilder- en beeldhouwkunst. Prachtige dingen gezien: Picasso, Van Gogh, Matisse, Cézanne, Bacon, Klee, Miro, Mondriaan, maar ook Warhol, Beuys, Duchamps, Kandinsky, Pollock… En vooral dan topwerken, echt geen klein bier. Wow. Gewoon wow.
De vleugel fotografie was veel minder imposant, net zoals de kleine collectie architectuur en design. Van de paar videoinstallaties was ik dan wel weer onder de indruk.

En nee, we hebben dat niet allemaal in één ruk bekeken: om de ‘museum fatigue’, zoals ze dat hier zo mooi zeggen, tegen te gaan, hebben we ondertussen ook iets gegeten. The Modern, het on-site chique restaurant, was volgens onze gids een aanrader, en niet ten onrechte, zo bleek. Gelukkig hadden ze er wel bijgezet dat het kleine porties waren, want zelfs naar Europese maatstaven vielen ze magertjes uit. Wat trouwens geheel werd gecompenseerd door de kwaliteit: ik heb zelden zo lekkere eendenconfit gegeten, vergezeld van een mangochutney en nog wel een paar dingen. De presentatie was magnifiek, de prijs geheel navenant :-p Ik heb me trouwens opnieuw laten verleiden door een absoluut heerlijk dessert, terwijl Bart nog aan het nagenieten was van zijn glas wijn.
We zaten trouwens aan de bar, en konden het doen en laten van de barmannen perfect volgen. Geïntrigeerd zag ik hoe een van hen de ene na de andere speciale roze cocktail maakte, met iets rozeroods in. Ik kon het niet laten om hem te vragen wat voor iets het was, en het bleken rozenblaadjes te zijn. Even later stond er een ‘proevertje’ voor mijn neus: hij had gewoon iets meer gemaakt bij zijn volgende cocktail, en had de overschot aan mij gegeven. ‘Coming up roses’ heette de speciale creatie van het Moma. Je neemt een aantal gekoelde rozenblaadjes van rode rozen, gooit er een stuk of drie partjes limoen bij en stampt alles goed plat. Daarna giet je er een stevige geut Bacardi Razz over, een flinke scheut rozenlikeur, vult het glas met ijsblokjes, en gaat even enthousiast tekeer met de shaker. Je giet over in een ijsgekoeld glas en vult aan met champagne, et voilà.

Bon, ik ben eventjes afgedwaald. Na het MoMa hadden we eigenlijk wel nog behoorlijk wat tijd over, zodat we een taxi hebben genomen naar het American Museum of Natural History. Ook daar hebben we rondgelopen tot mijn voeten helemaal beurs waren: dino’s in alle vormen en groottes (enfin, hun skeletten toch), alle mogelijke beestjes en biotopen, mineralen en fossielen, de evolutie van de mens aan de hand van skeletten (tot en met een schedel van een Floresiensis, ofte een hobbit), een complete zaal met alle mogelijke (opgezette en nagemaakte) zeebeesten, en als klap op de vuurpijl, een gigantische zaal (kon ook niet anders) met een weergave van een blauwe vinvis, op reële grootte.

Toen waren we te moe om zelfs maar de drie kilometer naar huis te strompelen, zodat we opnieuw een taxi zijn ingekropen. Een goeie douche en een namiddagdutje kunnen wonderen doen, zodat we tegen acht uur opnieuw de straat opgingen. We hadden ’s middags al succulent gegeten, maar hadden inmiddels uiteraard opnieuw honger, en zijn dan maar een MacDonalds binnengelopen :-p alwaar Bart een legendarische ‘quarterpounder with cheese’ heeft gegeten. Daarna zijn we afgezakt naar opnieuw Times Square, ditmaal omdat daar ook enkele cinemacomplexen zijn. De film ‘Wanted’ is trouwens een aanrader voor iedereen die van flitsende actie (en Angelina Jolie) houdt, maar voor het verhaal hoef je het eigenlijk niet te doen. Wist u trouwens dat die High Definition écht wel een enorm verschil maakt? Nooit geweten dat la Jolie zoveel huidproblemen had :-p

De hele dag is het trouwens verder droog gebleven. Overal lagen nog wel plassen van de nacht voordien, maar tijdens de dag is het weer gezellig opgewarmd tot een graad of 28, maar jammer genoeg met een bijzonder hoge vochtigheidsgraad, ook wel gekend als krulweer. Alleen… toen we uit de bioscoop buitenkwamen, was het aan het gieten. En niet zomaar gieten, maar echt wel met ganse bakken tegelijk, heelder kuipen, ganse zwembaden. Nodeloos gezegd, denk ik zo, dat we dan maar een taxi hebben genomen :-p

Vandaag dan. Geslapen tot een uur of acht, gegeten, en met argusogen naar de lucht gekeken. De weerdienst voorspelde regen, wolkbreuken en onweders, en het zag er inderdaad maar grijsjes uit. Toch hebben we het risico genomen, de regenjas stevig in de rugzak gepropt, om met de subway naar het zuiden van Manhattan te gaan: we wilden er fietsen huren om daarmee de Brooklyn Bridge over te gaan, en dan in Brooklyn rond te rijden.  De fietsverhuurder stond er inderdaad, maar keek raar op toen we fietsen wilden huren voor een hele dag: het ging stortregenen. We hebben, by the way, dan ook overal mensen gezien met regenjassen en paraplu’s, tot rubberlaarzen toe.

Enfin, wij dus fietsen gehuurd aan 40 dollar per stuk voor een hele dag, en de Brooklyn Bridge over. Echt wel de moeite (en behoorlijk steil ook): een prachtig zicht over de Hudson, de beroemde skyline en op Manhattan Bridge, en er is een aparte fietsstrook, wat het, gezien het razende verkeer, een stuk veiliger maakt. Aan de overkant lijk je in een andere stad te komen: helemaal andere huizen, en nauwelijks nog hoogbouw, maar vooral huizen van een drietal verdiepingen hoog, zoals bij ons in Gent, maar wel met de beroemde trappetjes overal. Een bijzonder charmant stadsdeel, hier zouden we zelfs wel willen wonen (gesteld dat we ooit uit Gent weg zouden willen). We zijn dan meteen maar een aantal kilometers verder gefietst tot in Prospect Park, het broertje (zusje?) van het gekendere Central Park. Geloof me vrij, als iemand je zegt dat Central Park een oefening was en Prospect Park het uiteindelijke resultaat, dan mag je die op hun woord geloven. In één woord: prachtig! Uitgestrekte grasvelden, dichte bossen, beekjes, watervalletjes, meertjes… Na anderhalf uur rondrijden ergens een hotdog van een kraampje binnengespeeld, en dan verder gereden, doorheen de prachtige residentiële wijken (wel met aaneengesloten huizen, maar niettemin heel mooi).Trouwens, het weer was intussen helemaal uitgeklaard, met hier en daar nog een wolk, maar verder helemaal zonnig, en zo’n 26 graden. Bart en ik zijn dan ook mooi verbrand in ons gezicht en op onze armen :-p

En toen heb ik het kunnen presteren… Al rijdend doorheen de typische wijken wilde ik een filmpje maken. Eén hand aan het stuur, in de andere hand het cameraatje. Alleen ging het plots nogal enthousiast naar beneden, en sprong het licht nog op rood ook! Ik klop dus met mijn linkerhand mijn rem toe… Alleen is dat niet zo’n bijster snugger idee omdat daar de voorrem zit. Ik ben dus op spectaculaire manier over mijn stuur geslagen, en met mijn bakkes tegen de grond. En ja, dat heb ik op film :-p Versuft bleef ik eventjes liggen, terwijl bezorgde omstaanders kwamen toegesneld. Ik krabbelde moeizaam overeind (had niet eens gemerkt dat Bart ook gevallen was) en stelde vast dat mijn knokkels en ellebogen flink geschaafd en aan het bloeden waren, en dat mijn kin pijn deed. Een vrouw die een paar huizen verder woonde en alles had zien gebeuren, bood aan om me mee te nemen naar haar huis om het vuil uit de wonden te wassen en alles te ontsmetten, een aanbod dat ik dankbaar aannam. Even later had ik het glas van mijn uurwerk uit mijn elleboog gepulkt, was alles gewassen, en zat ik meteen onder de pleisters. Fijn zicht :-p Mijn kin is gelukkig niet geschaafd, maar ziet ondertussen wel flink blauw en staat wat dik.

Pas toen ik weer bij de fietsen kwam, merkte ik dat ook Bart een geschaafde knokkel had, en dat ook hij moest gevallen zijn. Ha ja, zei hij, het was dat of over mij heen rijden, en dat laatste vond hij nu ook weer geen strak plan. Ondertussen is gebleken dat zijn knie geraakt is, en dat vooral de spieren van zijn rechterarm bijzonder hard tegenpruttelen: hij kan zijn arm nog met moeite bewegen, en hij doet behoorlijk pijn. Maar een dokter? Ho maar!

Enfin, daarna zijn we vrolijk verder gefietst, doorheen de wijken, heuvel op heuvel af, opnieuw tot aan de Hudson en een heerlijke ijsjeszaak (een bekende ‘fabriek’, blijkbaar) en dan opnieuw de brug over.
De fietsen waren trouwens ook beschadigd, maar bij het verhuurpunt hebben we ons van krommenaas gebaard, snel betaald, en gemaakt dat we weg waren :-p

Een metrorit en een douche later voelden we ons weer een beetje mens, zijn we heerlijk (en goedkoop) Thais gaan eten, en zijn dan afgezakt naar The Winter Garden Theatre, voor een voorstelling van Mamma Mia, de Abbamusical. Geef toe, je kan toch moeilijk in New York aan Broadway gezeten hebben en geen voorstelling hebben meegepikt.
Ik wist niet goed wat ik ervan moest verwachten, maar uiteindelijk vond ik het zijn 115 dollar per persoon wel waard 🙂 Ik zit nu nog ‘Does your mother know’ te neuriën…

Ondertussen (kudos voor wie zo ver heeft gelezen) is het al half één, en Bart slaapt al. Ik denk dat ik gezellig tegen hem aan ga kruipen…

New York, dag vijf

Half acht ’s morgens, en de hittegolf hier in New York is eindelijk gedaan: het regent buiten, en ze zeggen dat het zo’n graad of 25 wordt vandaag. Dat is niet zo erg, we hadden er rekening mee gehouden, en zijn van plan het grootste deel van de dag in het MoMa door te brengen.

Gisteren was eigenlijk weer best zalig: lang geslapen, lekker rustig ons klaargemaakt (hey, het is vakantie voor iets, en er zijn echt maar zoveel dingen die je kan doen in een dag zonder plat te vallen) en gaan ontbijten in een diner die ons was aangeraden door de Lonely Planet, een reisgids van New York. Die diner was inderdaad prima, maar wel opmerkelijk duurder dan de anderen. Bart is gegaan (het was half elf intussen) voor de brunch op zijn Amerikaans: drie roereieren met pikante Italiaanse worst, een bagel en frietjes. En koffie natuurlijk… Ik heb het weer gehouden op pancakes, die kan je bij ons niet krijgen (of toch nauwelijks).

Daarna zijn we tot aan Times Square geslenterd en hebben tickets gekocht voor Mamma Mia voor donderdag. Hey, je kan toch moeilijk logeren in het Theatre District vlak bij Broadway en geen show hebben gezien? De prijs schrikte me even af, maar kom, we zijn maar één keer met vakantie en ik zal er wel voor werken :-p

Daarna een taxi gehaild (ik heb daar echt de schwung van te pakken, denk ik) en richting Houston/Broadway, het begin van Soho. Daar door Mercer Street geslenterd, met zijn cast iron gebouwen en zijn chique winkels (Prada etc.) en aanbeland in Chinatown. Het weer was intussen bijna niet meer te harden: toen we buiten kwamen ’s morgens was het aan het druppelen, maar intussen was het kwik alweer boven de dertig gestegen, maar was het wel nog bijna even vochtig. Ik plakte bijna aan mezelf :-p Gelukkig zijn er wel overal Starbucks met hun ijskoude Frappucino (een soort van mokkamilkshake) en een goeie airconditioning.
We hebben dan wat rondgelopen in Chinatown (bijzonder toeristisch), heb me er een waaiertje aangeschaft omdat ik omver viel van de hitte, en we hebben er onze ogen uitgekeken. Alles staat bijna eentalig in het Chinees aangeduid, je ziet er Chinese kranten, Chinese affiches… Een oude man in de Starbucks zat naast ons de handleiding van Windows Vista door te nemen, maar dat waren dan ook de enige woorden die we konden lezen :-p

Daarna verder gewandeld naar Little Italy, maar daar rest blijkbaar niet zoveel van: wat Italiaanse restaurantjes (met goeie pizza, heb ik kunnen vaststellen) maar dat is het zowat.

Al slenterend (amai onze voeten, ik moet echt eens een foto nemen van die bleinen) kwamen we terug in Nolita/Soho, met al zijn winkels. Ik moet toegeven, veel alternatieve of tweedehandswinkeltjes heb ik er niet gezien, wel een hoop designers en andere poepchique toestanden: Marc Jacobs, Hilfiger, Burberry, de flagship van Diesel, Chanel… We zijn even een kijkje gaan nemen in Bloomingdales Soho, en eigenlijk is dat gewoon het hele concept van onze Inno, alleen met iets betere merken zoals Diane Von Furstenberg en zo. Gelukkig hebben ze me niet ondergespritst toen we doorheen de parfumafdeling op het gelijkvloers moesten.
We hebben zelfs zowaar nieuwe schoenen voor Bart gevonden: pikzwarte hoge Allstars, niet slecht dus. Die winkel was beyond hip: ik denk dat ze zelfs een eigen DJ hadden.

Daarna nog een babywinkel binnengewaaid en een T-shirt voor Wolf en een set vree wijze lampjes meegenomen, een bizarre winkel vol met mineralen en fossielen en schedels en zo bekeken, de Apple Store (nee, niet de Cube) gepasseerd en gezien dat er een lange wachtrij stond om binnen te mogen (de Iphone hadden ze er zelfs niet) en zo verder. De hele buurt is bijzonder slecht voor de portemonnee :-p

Enfin, tegen dan was het half vijf, en hebben we een taxi genomen naar uptown, naar de echte grote Apple Store, die met de kubus. Maf jong! Er stond een gigantische rij mensen aan te schuiven voor de Iphone, en in de ondergrondse winkel kon je over de koppen lopen. Ik denk dat je aan de kassa’s ook wel een half uur moest aanschuiven. Onvoorstelbaar dat een merk dat een tiental jaar geleden nog volledig nerdy en onhip was, nu zo’n gigantische buzz creëert!

Daarna zijn we langs de smalle kant van Central Park terug naar het hotel gelopen, om daar te crashen met een liter water. Amai mijn voeten (letterlijk te nemen)!

Een dutje en een goeie douche later kon ik er alweer tegen, en zijn we een restaurantje hier niet ver vandaan gaan opzoeken, iets wat opnieuw de Lonely Planet ons aanraadde. Hip, vol en lawaaierig, maar verzorgd, en bijzonder lekker eten. Ik denk dat je dit als typische Amerikaanse fusionkeuken kan zien. Als voorgerecht heb ik een bord scampi’s gekregen, gepaneerd in macadamianootjes, met een zoete mangochutney: bijzonder lekker. Bart had eendeborst op flatbread, wat neerkwam op een soort kleine pizza, maar dan wel vééél beter. Het hoofdgerecht bestond voor mij alweer uit vis (ik heb hier nog geen vlees gegeten), zijnde gebakken geelvintonijn in een korstje van één of ander soort zaadjes, met teryakisaus en een soort wasabimayonaise, gebakken aubergine en bonen, en heerlijke paddestoelen in een oliebollendeeg (zoals bij Chinese voorgerechten). Het was om je vingers bij af te likken, ik heb geen kruimeltje achtergelaten.

Je kon ons bijna buitenrollen, zodat we nog voor een avondwandeling zijn gegaan. Ik wilde heel graag even tot aan de Hudson lopen, maar blijkbaar zaten we op het einde van het Hudsonpark, zodat we al gauw in een vrij gore buurt verzeilden, met pakhuizen en een vertrekplaats van vuilkarren en een parking en zo… Niet bepaald het romantische wandelingetje dat ik in gedachten had, het was zelfs behoorlijk creepy bij momenten. Enfin, probleemloos weer aan het hotel geraakt, en bedje binnen, doodop. Het zijn lange dagen, en die warmte doet er geen goed aan.

Maar ik heb het prima naar mijn zin, zeker als ik dinotekeningen van mijn oudste zoon doorgestuurd krijg vanuit het dinomuseum in Brussel. Wolf, ik denk dat je rotverwend zal zijn als we terug thuiskomen!

New York, dag vier

Bijna elf uur ’s avonds, en ik ga toch nog snel neerschrijven wat we zoal gedaan hebben vandaag. Was eigenlijk best een fijn dagje.

Ik was deze morgen dus rond zes uur wakker, heb zitten computeren (wat moet een mens anders doen op zo’n uur?) tot een uur of acht, en ben toen weer in slaap gevallen tot bijna tien uur. We hadden om elf uur afgesproken aan de Chrysler Building, dus we mochten ons nog haasten. Snel een douchke gepakt, aangekleed, opgedaan, en weg met de taxi. Ginder nog snel een Starbucks binnengewaaid voor het obligate caffeïneshot en iets om te knabbelen, en dan de lobby van de Chrysler binnen. Helaas wist ik niet dat de rest van het gebouw niet toegankelijk is, het zijn allemaal kantoren. De lobby is anders wel prachtig: art deco alom, met magnifiek ingelegde houten liftdeuren, en een volledig beschilderd plafond. Ik zou echt dolgraag de rest van het gebouw eens verkennen, maar ik denk dat ik daar niet alleen in ben.

Enfin, wij dan maar te voet naar de Empire State Building, zo’n acht blocks verder. Daar ben ik wel even verschoten: de wachttijd bedroeg anderhalf uur. Daar hebben we dan maar meteen vriendelijk voor bedankt, en ik had echt medelijden met de kinderen wier ouders meedogenloos in de rij aansloten. Ik heb toen maar even mijn Lonely Planet reisgids opengeslagen, en gemerkt dat er eigenlijk wel een prima alternatief was: de Top of the Rock, ofwel het observatorium van het Rockenfeller Center. Opnieuw dus een aantal blocks gewandeld, intussen even mijn neus binnengestoken in Lush en in Victoria’s Secret (een vrouw moet haar wereld toch een beetje kennen) en bij de Rockenfeller Tower aangekomen. Daar kan je blijkbaar timed tickets krijgen, maar blijkbaar was het er zo rustig dat we meteen naar boven konden. De lift op zichzelf is al spectaculair (en ze maken er een showtje van ook): 67 verdiepingen in 40 seconden, het ding zoeft echt naar boven. Op het bovenste dek heb je een spectaculair zicht op gans Manhattan: Central Park, een prachtige kijk op de Empire State, alleen de Chrysler, mijn favoriet, zit deels achter een ander gebouw verscholen.

Dat schijnt ook een voordeel te zijn tegenover de iets hogere Empire State: je hebt zowel een binnendek als een dek in openlucht, wat het bijzonder mooi maakt.

Trouwens, voor wie toch graag de Empire State bezoekt: je kan tickets online kopen, en dan kan je meteen de eerste wachtrij overslaan, en binnen gaan aanschuiven voor de security check en de liften.

Terug beneden op de begane grond zijn we een Ben & Jerry’s tegengekomen, en ik bestelde ‘one scoop’, ofte één bolletje. Ja man! Ik kreeg zo’n grote kuip van een koekje, en meteen genoeg ijskrijm om bij ons drie of vier bolletjes te zijn. Nodeloos te zeggen dat ik het nauwelijks opkreeg, ook al was het bijzonder lekker.

Helaas hebben we daarna afscheid moeten nemen van Robby (ze had al een dag extra verlof gevraagd en gekregen, en moest nog vier uur op de bus terug naar Washington). Toen zijn we heel even de vlakbij gelegen Saint Patrick’s Cathedral binnengelopen (een gotische kerk naar het model van de Dom van Keulen) en dan een taxi naar huis genomen. We waren allebei moe, verhit, en hadden zere voeten, zodat we aan rust toe waren. Moet ook kunnen, op vakantie, ondanks alle mensen die zeggen dat we elk moment moeten benutten (en vooral niet aan de PC zitten :-p )

Rond half zeven voelden we ons opnieuw fit en monter, en klaar om een nieuwe confrontatie met een portie heerlijke sushi aan te gaan. Na de maaltijd begon het al te schemeren, en zijn we doorheen de zwoele avond (toch zeker nog 27°, schat ik) afgezakt naar Times Square. Dat is pas impressionant ’s avonds, wanneer het er vol loopt met volk en de schreeuwerige kleuren van de neonverlichting en de LCDschermen nog beter tot hun recht komen.

Op aanraden van iemand uit de Lonely Planet zijn we dan op zoek gegaan naar The View, de bovenste roterende verdieping van het Mariott Marquis hotel op Times Square. Je zit er op de 49ste verdieping, en het hele restaurant/lounge bar draait zachtjes rond. Ik denk dat een omwenteling ongeveer een uur duurt. We hebben er een cocktail gedronken, de obligate 7 dollar per persoon betaald (als je er niet eet of verblijft in het hotel) en genoten van het mooie uitzicht over nachtelijk New York.

Om onze voeten te sparen voor het betere werk morgen zijn we dan maar opnieuw met een taxi naar het hotel teruggekeerd, en genieten nu opnieuw van de airco. Al mocht die gerust wat minder lawaaierig zijn.

Enfin, tot morgen voor het volgende verslag!

New York, dag drie

’t Is weer niet mogelijk: had ik een ellenlang bericht geschreven, heeft de computer dat opgegeten! Blijkbaar wil hij niet tussentijds saven. Oh ik haat die dingen soms!!! Enfin, we gaan herbeginnen. Drie kwartier werk naar de vaantjes…

Het is nu trouwens amper pas zeven uur ’s morgens. Ik kon gewoon niet meer slapen, dat komt ervan als je om tien uur in je bed kruipt. Bart slaapt nog, heerlijk rustig, ook al begint de kamer nogal warm te worden. De airco durf ik nog niet aan te zetten, omdat die een vreselijk lawaai maakt.

Gisteren hadden we om tien uur afgesproken met Robby in de lobby (god dat klinkt stom). Hiernaast is ook een diner, zodat we daar dan gaan ontbijten zijn.  Koffie, pancakes, en voor Bart meteen een stevige sandwich. Ik vraag me trouwens nog steeds af wat hier het verschil is tussen een caffe latte en een café au lait, behalve de prijs dan.

Anyway, daarna wilden we onze voeten een beetje sparen, en hebben we een taxi genomen naar de Chrysler building, dat prachtige art decogebouw. Tot mijn grote verbazing kostte de rit amper 8 euro, fooi inbegrepen. Voor de prijs moet je het zeker niet laten dus! Enfin, wij dus naar binnen, ik zo opgewonden als een kind dat een ijsje krijgt. Helaas… het gebouw is gesloten in het weekend.

We zijn dan maar te voet naar het water gewandeld: door het dambordpatroon en de genummerde straten kan je bijna niet verloren lopen. De kaarsrechte straten hebben dan ook nog het voordeel dat je, zeker door de brede avenues, bijzonder ver kan kijken en dus een prachtig zicht hebt. Het water, daarmee bedoel ik de in New York bijzonder aanwezige rivier de Hudson. Die is vrij breed, en zorgt ervoor dat Manhattan een eiland is.

Wat ik me op voorhand nooit gerealiseerd heb, is dat datgene wat wij New York City noemen, bijna volledig in Manhattan ligt. Het grootste deel van NY bestaat nochtans uit Queens en Brooklyn (samen Long Island) en de Bronx, die al een stuk van het vasteland van upstate NY vormt. Alle gekende plaatsen en bezienswaardigheden liggen vrijwel allemaal in Manhattan: Little Italy, Chinatown, Soho, de Empire State Building, Central Park, de musea, Ground Zero… Ik dacht, om eerlijk te zijn, dat Manhattan enkel het financiële district was. Niet dus, dat is enkel de zuidpunt van het eiland. Manhattan is trouwens groot genoeg om een stad op zich te vormen. De andere oever is trouwens al New Jersey, met Jersey city.

Ik had in de Weekend Knack een artikeltje gelezen over de watertaxi in New York. Dat is een knalgele (conform de gewone taxi’s) vrij grote boot met een gekoeld benedendek met zetels zoals in een bus, en een open bovendek waar je een prachtig zicht hebt op de skyline van Manhattan en het tegenoverliggende stadsdeel, of New Jersey dus. Hij doet een tiental verschillende plaatsen aan rond Manhattan, en kost amper 20 euro voor een dag (volgens het hop-on-hop-offsysteem). Wat we helaas niet wisten, is dat hij enkel vaart in het weekend.

We zijn dus op die watertaxi gestapt, en zijn nog even meegevaren naar Hunter’s Point (het eindpunt), waar we een prachtig zicht hadden op de skyline van Manhattan. Een aanrader! Daarna ging het in vrij grote vaart zuidwaarts, voorbij de bruggen en de watervallen (een kunstproject). Maar best ook dat het snel ging, zodat we wat konden afkoelen. We zijn ergens een thermometer tegengekomen, die 95° aanwees, zijnde 35° Celcius. Ik kan je verzekeren, dat is heet!

Aan Pier 17 zijn we afgestapt (ondanks de Touristil begon ik wat zeeziek te worden), om eerst iets te eten in een deli. Het ding was afgeleefd en met een slechte airco, maar de sandwiches waren wel lekker en bijzonder groot. Daarna zijn we in een elektronicawinkel binnengestapt voor een nieuw geheugenkaartje voor mijn fototoestel (25 dollar voor een Gb, zijnde 1300 foto’s in plaats van 12 op mijn 16 Mb) en een Flip voor Johan. We vonden het echt niet erg dat we even moesten wachten, het was er heerlijk koel.

Daarna te voet gemeanderd door het financiële district (lang leve Barts GPS, en trots dat hij was!), naar Wall Street (obligate fotootjes met de fameuze stier) en naar de zuidpunt, zijnde Battery Park. We hadden gedacht om daar de ferry te nemen naar Ellis Island en het Vrijheidsbeeld, maar er stond een gigantische wachtrij in de brandende zon. We zijn misschien wel gek, maar nog niet onnozel. Geen Ellis Island dus, wel de watertaxi één halte omhoog, om daar richting Ground Zero te gaan.

Eerst zijn we wel, voor koffie en toiletten en zo, binnengewaaid in een Barnes and Nobles, een gigantische boekenwinkel. Bart was zo in zijn nopjes dat we hem meteen kwijt waren, en dat hij zelfs geen koffie hoefde. Als hij zich niet had ingehouden, had hij zowat de hele winkel leeggekocht :-p Ettelijke boeken (en kilo’s) later zijn we dan toch naar Ground Zero gestapt.

Eigenlijk is dat niet meer dan een gigantische bouwput, maar je wordt er wel stil van. Ook Robby, een Amerikaanse spraakwaterval, werd er zowaar stil van, maar dat kan ook van de hitte geweest zijn. Zij woont en werkt momenteel in Washington DC, maar heeft jarenlang in Brooklyn gewoond. Toch is ze een toerist zoals wij, want eigenlijk kent ze Manhattan helemaal niet.

Daarna zijn we terug naar het water geslenterd, om er opnieuw de watertaxi te nemen richting ons hotel. Aangezien we alledrie eigenlijk nogal pompaf waren, onze voeten pijn deden (8 bleinen and counting) en het welletjes was in die hitte, was een echte taxi tot aan de voordeur meer dan welkom.

Een verkwikkende douche en wat rust later, konden we er opnieuw een beetje tegen. We zagen het nochtans niet zitten om ver te lopen voor een restaurant, zodat we het restaurant hier ter plaatse hebben geprobeerd. Niet goedkoop, maar wel bijzonder lekker: gesauteerde zalm op een bedje van lotus, jonge prei en geparfumeerde rijst in een kokosmelksausje. met vooraf een cocktail, en achteraf een crème brûlée met kokos. Lekker! We hebben overigens buiten gegeten, wat qua temperatuur eindelijk te doen was, en het waaide ook vreselijk hard (glazen durfden omver waaien, vol of niet). Ze voorspelden thunderstorms, maar daar heb ik niet veel van gemerkt. Kan ook zijn dat ik te diep sliep.
Toen waren we niet alleen moe, maar ook nog volgegeten en tipsy van de alkohol, zodat het bedjestijd was.

Ondertussen is het bijna acht uur, en ga ik nog even liggen. Bart slaapt nog, en we hebben pas om elf uur afgesproken met Robby aan de Chrysler Building (tweede poging). Zij is meer dan een uur onderweg om hier te geraken, dus…

Enfin, later meer.