Qua ergernis kan dit wel tellen: puffende hitte, dus ik met een groot hart en een bijzonder goed gevoel op de motor naar mijn koorrepetitie.
Mijn beestje start probleemloos. Grigrigri brmmmmmm brmmmmmmm. Ronk. Wapper. Wind in mijn haar en zo.
Einde van de straat: sputter sputter.
“Tiens ? Het is toch niet zo koud dat ik de choke moet gebruiken ?”
Sputter sputter sput.
“Hmm. Fijn. Wellicht is de benzine op, en moet ik overschakelen op de reservetank.”
Grigrigrigrigri brmmmmmmmm brmmmmm BROAM BROAM brrmmmmm.
“Hah 🙂 Koor, here I come !”
Wapper waai grijns.
Een goeie halve straat verder: sputter sputter sput.
“Huh ? Maar enfin ? Grmbl.”
Duw duw peddel peddel richting zijkant van de straat, efkes geïnspecteerd wat er mis kon gegaan zijn.
Zweet.
Alle knoppen staan aan, alle draden zitten er nog.
Zweet druip bak. Zwarte helm op mijn hoofd, weetuwel ?
“Hmm. Zeg dat het geen waar is !”
Met argusogen de benzinetank opengedraaid en even geschud met de tank. Geen vertrouwd geklots. Geen geschitter van vloeistof. Met moeite benzinedampen.
“Godverdegodverde miljaar tedju etc. etc.”
Drup zweet stap richting huis zweet bak onweersgezicht grmbl grmbl.
“Bart ! Als ge nog ne keer met mijne moto rijdt, kunt ge gvd er wel voor zorgen dat ge de tank opvult ook!”
Deemoedig gezicht, koele airco in auto, half uur te laat op koor.
Grmbl.