Opfrissen van de tattoo

Blijkbaar heb ik het hier zelfs nog niet over gehad: ik heb in augustus een tweede tattoo laten zetten, na de ankh op mijn rechterpols. Tiny, een oud-leerlinge van me, zet fine line tattoos, van die hele mooie fijne kleine dingen. Ik vond haar dan ook de ideale persoon om heel fijn carpe diem op mijn linkerarm te zetten. Ik had daar al lang over nagedacht: de grootte, het lettertype, met of zonder hoofdletters, dat soort dingen.

Op 22 augustus stond er dus het volgende:

Dat werd 5 dagen afgedekt, daarna moest ik het enkel nog verzorgen met speciale crème. Alleen gebeurde effectief waar ze me voor gewaarschuwd had: het vervaagde precies een beetje. Haar principe is dan ook: liever te fijn en daarna bijwerken – er zijn twee gratis bijwerkingen inbegrepen – dan meteen te grof, te dik.

Toen het genezen was, was het inderdaad precies alsof ik een half vervaagde plaktattoo had:

Je zag hem dus vrijwel niet, en dat vond ik jammer. Maar dat laten bijwerken, dat kwam er precies niet van, tot ik nu eindelijk gebeld had en kon gaan, ondanks de protesterende rug. Maar je moet alleen maar neerliggen en haar laten doen.

Vreemd was ook dat dat geen pijn deed. Als in: geen. Het voelde alsof ze met een vork over mijn vel schraapte of zo. Rugpijn doet iets raars met een mens zijn pijnperceptie, heb ik de indruk.

Soit, het ziet er nu zo uit en ik ben dolcontent.

Nu nog even laten genezen, en dan komt het helemaal goed. Want geloof me, zeker sinds mijn rug gebeurd is, is dit mijn leuze. Ik pak mee, wat kleine geneugten en pleziertjes betreft, wat ik kan meepakken en ik geniet.

Oh, en het is hier dat ge moet zijn:

https://www.facebook.com/p/Tinys-fineline-tattoos-100092117435921/

https://www.instagram.com/tinysfinelinetattoos/

53

Verjaren op een gewone schooldag terwijl ge zelf ziek thuis zit, dat is het toch niet. Maar de kinderen hadden ontbijt voor me voorzien – Kobe was nog speciaal naar de winkel gefietst gisteren – met mango en een fijn speculaasyoghurtje en wat slingertjes en zo, en ik ben stomweg een foto vergeten maken. Er waren ook min of meer cadeautjes: van Bart – die in Amsterdam zit – kreeg ik een cadeaubon van de Avothea, de winkel in verkleed- en larpspullen die hier nu letterlijk om de hoek zit, en van de kinderen kreeg ik, wel, een CD die ze niet meer vonden :-p

Ik weet het, ik denk dat we zelfs geen CD-speler meer in huis hebben, toch al zeker niet meer in de woonkamer, want we luisteren via de Sonos naar Spotify, maar sommige CD’s zijn nu eenmaal hebbedingetjes. Zeker als het een CD is die The Cure uitbrengt na een stilte van zestien jaar. Dus ergens in huis lag, netjes nog in een bubbeltjesenvelop, Songs of a Lost World op me te wachten. Merel voelde zich mega schuldig want ze hadden alle drie al het halve huis afgezocht, maar ik ben er redelijk gerust in: dat ding kan niet weg zijn, dat is gewoon ergens achter gevallen of tussen geglipt.

Ik heb het, toen ze allemaal het huis uit waren, toch opgezet via Spotify en ervan genoten. De recensies zijn zonder uitzondering lovend, het album scoort overal in de hitlijsten zeer hoog, en ik snap waarom: het is vintage The Cure, met een Robert Smith die op zijn 65ste nog steeds vrijwel hetzelfde klinkt als in zijn beginjaren. Ja, hij ziet er intussen uit als een oude oma, maar who cares? Het was in elk geval een fijn cadeau en een fijn begin van mijn verjaardag.

En verder ga ik niet zagen over mijn rug en de staat van mijn lijf, dat heb ik vorig jaar al gedaan.

53, begot.

Lectuur: “The Silver Pigs” (Marcus Didius Falco #1) van Lindsey Davis

Ik was deze titel ergens tegenkomen, en dacht toen: een detectiveverhaal dat zich afspeelt in het oude Rome, beetje de stijl van een Gordianus: waarom niet? Dat is van die snelle, simpele lectuur tussendoor.

Het is zelfs meer dan dat: het speelt zich voor een keer niet af in de roemruchte eerste eeuw VGT (voor de gangbare jaartelling) maar wel in de eerste eeuw GT, dus de tijd van de Flaviërs, in casu Vespasianus en zonen. Het is overigens meer in de stijl geschreven van The Iron Druid of Alex Verus, dus in de ik-persoon met bijzonder veel zelfspot en sarcasme.

De hoofdpersoon, Marcus Didius Falco, is een Romeins burger van de laagste klasse die in zijn levensonderhoud probeert te voorzien als informer, zeg maar privé-detective die echtscheidingen onderzoekt, gestolen voorwerpen terugvindt, dat soort dingen. En blijkbaar ook af en toe een klusje dat het daglicht niet mag zien opknapt voor keizer Vespasianus. Hij woont in een krot op de zesde verdieping in een armoedige buurt, heeft een uitgebreide reeks zussen die hij min of meer probeert te steunen, een vader met wie hij in ruzie ligt, en een voorliefde voor goedkope wijn.

In deze eerste aflevering – er zijn er intussen een stuk of 18 – krijgt hij een missie naar Brittannië, waar hij nog als soldaat heeft gediend met zijn beste vriend Petronius, om daar de senatorsdochter Helena Justina op te halen en intussen ook het raadsel van gestolen ongeraffineerd zilver op te lossen.

Davis schrijft vlot, soms iets te nadrukkelijk en te herhalend, maar wel zeer onderhoudend, en de plot zit ook goed in elkaar. Maar vooral: ze slaagt er wonderwel in om de sfeer van dat oude, vuile, drukke, onveilige Rome op te roepen zonder te vervallen in de verheerlijking van de Romeinse idealen.

Fijne lectuur voor als het niet te zwaar mag zijn.

“Thanks for being here” van Ontroerend Goed in NTGent

Stond ik vrijdag in alle vroegte in het Citadelpark nog te kijken naar een toneel, een goeie 12 uur later was het opnieuw van dat, maar dan wel in het NTG. Patricia had namelijk nog een kaart over voor ’s avonds, en dus sprong ik op de fiets – het regent eens niet – en reed fluks, toen ik weg was van bij ons pa, richting Gent centrum.

Pas op, hier volgen spoilers! Ik geloof dat het stuk in februari 2025 nog eens opgevoerd wordt, dus lees niet verder als je nog van plan bent te gaan, want dan is de lol eraf. En ja, lol hebben we gehad: Patricia, Tessa en ik hebben bij momenten tranen gelachen!

Het begon al bij het binnengaan: Patricia had de tickets bij en verklaarde dat de plaatsen ongenummerd waren. Ietwat ongewoon in het NTGent, maar bon. We keken rond, zagen dat er deftige plaatsen vrij waren op de vierde rij, en installeerden ons. En toen zag ik mensen op de rijen voor ons wel degelijk naar de nummers op de stoelen kijken. Wat vragen deed rijzen, natuurlijk. Waarop Patricia schaapachtig op haar gsm keek, verklaarde dat er blijkbaar wél nummers waren, wij weer uit de rij schuifelden, naar de andere kant liepen, en blijkbaar op dezelfde rij opnieuw inschuifelden. Met het nodige geginnegap, want ik denk dat Patricia gemiddeld twee keer per week naar toneel gaat, het is niet alsof ze het niet gewoon is.

Bon, iets later kwamen zonder woorden twee dames op het podium die de daar aanwezige camera’s begonnen te bedienen, waarbij ze, met enige vertraging, op groot scherm het publiek afgingen. Je zag jezelf dus zitten, wat wel enige onwennigheid opleverde. En toen, toen begon een voice over commentaar te geven op eerder gefilmde beelden van, jawel, het publiek dat beetje bij beetje binnensijpelde in de zaal. Tranen gelachen bij de vaak absurde opmerkingen, heel knap en vooral snel gedaan dus.

Enfin, de toon was gezet en we moesten vooral verschrikkelijk lachen toen we onszelf zagen binnenkomen, gaan zitten, weer rechtstaan, omlopen en opnieuw gaan zitten, dat soort dingen dus. Uiteraard gebeurt er nog wel meer in de voorstelling en komen er ook echte actrices aan te pas.

We zijn in elk geval helemaal goed gezind uit de zaal gekomen, en de fijne fietstocht in het halfdonker naar huis, na een obligaat ijsje, was al helemaal de kers op de taart.

“Medea’s kinderen” in NTG

Man.

Wat was dat, zeg?

Dit is een toneelstuk waar je niet bepaald vrolijk van wordt, en dat is ongeveer het understatement van de eeuw. Het begint allemaal zeer… simpel, bijna amateuristisch: een volwassen man werpt zich op als medewerker van het toneel die na het stuk de vijf spelers – kinderen tussen de 8 en de 14 – hen moet interviewen, gezeten op stoelen voor het doek. Dat duurt eigenlijk vrij lang, om eerlijk te zijn, en ik dacht al: “Oei, is dit wat het zal worden?”

Maar dan tonen de kinderen wat ze eigenlijk bedoelen in hun interview en gaat het doek open op een prachtige enscenering. Zoals vaker bij Milo Rau krijg je een combinatie van live spel en videoprojectie: in dit geval zijn dat de volwassen personages van wat de kinderen spelen. Knap gedaan. Ook het huis dat op scene staat, is knap gedaan: naargelang het draait, kan het vier verschillende achtergronden opleveren.

Wat je krijgt, is een verweving van de mythe van Medea – prinses die meegenomen wordt uit haar thuisland door Jason, maar niet geaccepteerd wordt in haar nieuwe land en dan zelfs, ook al hebben ze twee kinderen, door Jason in de steek gelaten wordt, waarop ze haar kinderen vermoordt – en het verhaal van Amandine Moreau, de Waalse vrouw die een aantal jaar geleden haar vijf kinderen één voor één vermoordde, omdat haar man van Marokkaanse afkomst haar en die kinderen compleet verwaarloosde.

Alle rollen, dus ook die van de volwassenen, worden gespeeld door de kinderen, terwijl de volwassene er als een reporter tussen loopt, vragen stelt en vooral ook alles realtime filmt, wat dus als close up wordt afgespeeld op de achterwand. Alles loopt prima, vond ik, tot Milo Rau ervoor kiest om ook de moorden op de kinderen in beeld te brengen. Als in: je ziet in close up hoe Amandine haar jongste kind eerst wurgt en dan de keel doorsnijdt. Chapeau voor de jonge acteurs: het meisje van acht moet eerst de volle vijf minuten piepen en krijsen en wenen voor ze stilvalt, en dan krijg je ook het bloed te zien, op een bijzonder realistische manier.

Je zit te kijken, en je vraagt je af: “Moet dit echt? Wil ik dit zien? Oh please, laat hem niet alle vijf de moorden zo expliciet in beeld brengen!” Maar jawel, de ene na de andere wordt vermoord, met achtervolging, stuiptrekkingen en vooral veel bloed. Op de rij voor ons begon een meisje onbedaarlijk te huilen en moest de zaal verlaten. Waarom dit per se moest, vraag ik me dus af. Rau zoekt wel vaker een schokeffect op, maar kom zeg… Gelukkig werd er ons verzekerd dat er een kinderpsycholoog aanwezig was geweest bij alle repetities, maar dan nog.

(De foto’s, behalve de eerste, zijn van de hand van Michiel De Vijver, van de site van NTGent gehaald wegens zelf geen foto’s mogen nemen)

Los daarvan: schitterend stuk, dat wel, heel mooi hoe Rau de twee verhalen, het Oudgriekse van 2500 jaar geleden en het hedendaagse, naast elkaar zet. Maar dat schokeffect? Nee bedankt.

Caleidoscoop!

Uiteraard kan er geen voorjaar zijn zonder concert van ons koor:

Zelf zal ik niet alleen meezingen, maar ook de bindteksten en zelfs enkele gedichten erbij verzorgen. Yup, ik voel me echt wel geapprecieerd.

Wie kaarten wil, kan ze via mij krijgen, maar het is misschien nog simpeler om ze gewoon online te bestellen en aan de kassa af te halen. Je zou mij er in elk geval een groot plezier mee doen!

Ceciliafeest

Elk jaar houden we met het koor een feestelijke avond, het Ceciliafeest. Vaak is dat dan tijdens ons koorweekend, maar dat was er dit jaar niet wegens gewoonweg te druk voor iedereen.

Sint-Cecilia valt op 22 november, en dus was vandaag een ideale datum. Lang niet alle leden waren er, maar we waren wel met een fijn groepje, ja. Het eten werd, zoals altijd, verzorgd door Monique, de echtgenote-cateraar van een van onze tenoren. En verzorgd is echt wel het correcte woord: het was meer dan in orde! Voor mij was onze kelder echter nogal naar de drukke kant, zodat ik bij het dessert Monique gaan helpen ben in de keuken met het dresseren. Goed gelukt, zou ik zo zeggen. En het eten was echt, echt bijzonder lekker: een koud voorgerechtje van zalm op een panna cotta van bloemkool met een krokantje, een hoofdgerecht van kip met paddenstoelen, puree en een slaatje, en een dessert van karnemelkijs met gekaramelliseerde en gedroogde appeltjes en  karamelsaus. Jawel, de meesten onder ons hebben zowel van het hoofdgerecht als het dessert nog een tweede keer genomen. En het poepsimpele recept van het hoofdgerecht heb ik Monique ook meteen ontfutseld.

Tegen elf uur was het welletjes – het is al een echt drukke week geweest met de schoolraad en dat concert en de roleplay en het restaurantbezoek gisteren – en bracht ik eerst nog Stefan zijn vrouw Hilde, die in Sleidinge woont, naar huis en was ik thuis tegen middernacht.

Een fijne avond, zowaar, in fijn gezelschap.

Kobe en de olympiades

Dat Kobe een underachiever is, dat weten we al heel lang. Hij is dan ook te slim voor zijn eigen goed: zowat alles wat hij doet, lukt ook meteen. Zelfs fagot kostte hem weinig inspanning. Alleen rugby was zijn ding niet, maar ook dat heeft hij vijf jaar gedaan.

Op zijn rapport lezen we standaard de commentaar dat hij veel beter kan en dat hoor ik ook voortdurend van mijn collega’s. Bart en ik weten dat zelf ook natuurlijk. Maar ik moet toegeven dat hij momenteel echt wel goed bezig is: hij studeert meer en grondiger, zijn toetsen zijn globaal ook beter, maar voor bijvoorbeeld Frans heeft hij echt een basistekort opgelopen: hij heeft nooit de basisgrammatica gestudeerd en het kan hem ook vierkant gestolen worden. Dat breekt hem natuurlijk nu wel zuur op.

Maar dat hij goed is, dat wordt nu ook op een andere manier bevestigd. Vorig jaar had hij meegedaan met de wiskunde olympiade – ik geloof niet dat de leerlingen in de zware wiskunderichtingen veel keus krijgen – en had hij warempel met Benno de tweede ronde gehaald, terwijl hij nog maar in het vijfde zat. Toen hadden die twee beslist dat ze dit jaar gewoon aan àlle wetenschappelijke olympiades gingen meedoen, gewoon omdat het kan.

Bon, de eerste was de aardrijkskunde olympiade, tot groot genoegen van de leraar, want die had vorig jaar geen enkele kandidaat bereid gevonden. En warempel, allebei mogen ze door naar de tweede ronde ergens in het voorjaar. Goed bezig! De caesuur lag op 60% en Kobe is een van de 315 van de 1189 deelnemers die naar de tweede ronde gaan.

Twee weken later was er de chemie olympiade, met zes deelnemers, waaronder dus ook Benno en Kobe. Helaas voor Benno was hij er niet door, maar jawel, Kobe dus wel! Hier lag de caesuur op 69%.  Kobe haalde 77% en is daarmee een van de 327 van de 2417 deelnemers die naar de tweede ronde gaan.

In het voorjaar is er dan nog de fysica olympiade en de biologie olympiade, en natuurlijk ook nog die van wiskunde. Kobe gaat een druk programma tegemoet, want ook die tweede rondes liggen dan ergens. Hij weet wat gedaan op woensdagnamiddag, me dunkt.