“Thanks for being here” van Ontroerend Goed in NTGent

Stond ik vrijdag in alle vroegte in het Citadelpark nog te kijken naar een toneel, een goeie 12 uur later was het opnieuw van dat, maar dan wel in het NTG. Patricia had namelijk nog een kaart over voor ’s avonds, en dus sprong ik op de fiets – het regent eens niet – en reed fluks, toen ik weg was van bij ons pa, richting Gent centrum.

Pas op, hier volgen spoilers! Ik geloof dat het stuk in februari 2025 nog eens opgevoerd wordt, dus lees niet verder als je nog van plan bent te gaan, want dan is de lol eraf. En ja, lol hebben we gehad: Patricia, Tessa en ik hebben bij momenten tranen gelachen!

Het begon al bij het binnengaan: Patricia had de tickets bij en verklaarde dat de plaatsen ongenummerd waren. Ietwat ongewoon in het NTGent, maar bon. We keken rond, zagen dat er deftige plaatsen vrij waren op de vierde rij, en installeerden ons. En toen zag ik mensen op de rijen voor ons wel degelijk naar de nummers op de stoelen kijken. Wat vragen deed rijzen, natuurlijk. Waarop Patricia schaapachtig op haar gsm keek, verklaarde dat er blijkbaar wél nummers waren, wij weer uit de rij schuifelden, naar de andere kant liepen, en blijkbaar op dezelfde rij opnieuw inschuifelden. Met het nodige geginnegap, want ik denk dat Patricia gemiddeld twee keer per week naar toneel gaat, het is niet alsof ze het niet gewoon is.

Bon, iets later kwamen zonder woorden twee dames op het podium die de daar aanwezige camera’s begonnen te bedienen, waarbij ze, met enige vertraging, op groot scherm het publiek afgingen. Je zag jezelf dus zitten, wat wel enige onwennigheid opleverde. En toen, toen begon een voice over commentaar te geven op eerder gefilmde beelden van, jawel, het publiek dat beetje bij beetje binnensijpelde in de zaal. Tranen gelachen bij de vaak absurde opmerkingen, heel knap en vooral snel gedaan dus.

Enfin, de toon was gezet en we moesten vooral verschrikkelijk lachen toen we onszelf zagen binnenkomen, gaan zitten, weer rechtstaan, omlopen en opnieuw gaan zitten, dat soort dingen dus. Uiteraard gebeurt er nog wel meer in de voorstelling en komen er ook echte actrices aan te pas.

We zijn in elk geval helemaal goed gezind uit de zaal gekomen, en de fijne fietstocht in het halfdonker naar huis, na een obligaat ijsje, was al helemaal de kers op de taart.

“Medea’s kinderen” in NTG

Man.

Wat was dat, zeg?

Dit is een toneelstuk waar je niet bepaald vrolijk van wordt, en dat is ongeveer het understatement van de eeuw. Het begint allemaal zeer… simpel, bijna amateuristisch: een volwassen man werpt zich op als medewerker van het toneel die na het stuk de vijf spelers – kinderen tussen de 8 en de 14 – hen moet interviewen, gezeten op stoelen voor het doek. Dat duurt eigenlijk vrij lang, om eerlijk te zijn, en ik dacht al: “Oei, is dit wat het zal worden?”

Maar dan tonen de kinderen wat ze eigenlijk bedoelen in hun interview en gaat het doek open op een prachtige enscenering. Zoals vaker bij Milo Rau krijg je een combinatie van live spel en videoprojectie: in dit geval zijn dat de volwassen personages van wat de kinderen spelen. Knap gedaan. Ook het huis dat op scene staat, is knap gedaan: naargelang het draait, kan het vier verschillende achtergronden opleveren.

Wat je krijgt, is een verweving van de mythe van Medea – prinses die meegenomen wordt uit haar thuisland door Jason, maar niet geaccepteerd wordt in haar nieuwe land en dan zelfs, ook al hebben ze twee kinderen, door Jason in de steek gelaten wordt, waarop ze haar kinderen vermoordt – en het verhaal van Amandine Moreau, de Waalse vrouw die een aantal jaar geleden haar vijf kinderen één voor één vermoordde, omdat haar man van Marokkaanse afkomst haar en die kinderen compleet verwaarloosde.

Alle rollen, dus ook die van de volwassenen, worden gespeeld door de kinderen, terwijl de volwassene er als een reporter tussen loopt, vragen stelt en vooral ook alles realtime filmt, wat dus als close up wordt afgespeeld op de achterwand. Alles loopt prima, vond ik, tot Milo Rau ervoor kiest om ook de moorden op de kinderen in beeld te brengen. Als in: je ziet in close up hoe Amandine haar jongste kind eerst wurgt en dan de keel doorsnijdt. Chapeau voor de jonge acteurs: het meisje van acht moet eerst de volle vijf minuten piepen en krijsen en wenen voor ze stilvalt, en dan krijg je ook het bloed te zien, op een bijzonder realistische manier.

Je zit te kijken, en je vraagt je af: “Moet dit echt? Wil ik dit zien? Oh please, laat hem niet alle vijf de moorden zo expliciet in beeld brengen!” Maar jawel, de ene na de andere wordt vermoord, met achtervolging, stuiptrekkingen en vooral veel bloed. Op de rij voor ons begon een meisje onbedaarlijk te huilen en moest de zaal verlaten. Waarom dit per se moest, vraag ik me dus af. Rau zoekt wel vaker een schokeffect op, maar kom zeg… Gelukkig werd er ons verzekerd dat er een kinderpsycholoog aanwezig was geweest bij alle repetities, maar dan nog.

(De foto’s, behalve de eerste, zijn van de hand van Michiel De Vijver, van de site van NTGent gehaald wegens zelf geen foto’s mogen nemen)

Los daarvan: schitterend stuk, dat wel, heel mooi hoe Rau de twee verhalen, het Oudgriekse van 2500 jaar geleden en het hedendaagse, naast elkaar zet. Maar dat schokeffect? Nee bedankt.

Caleidoscoop!

Uiteraard kan er geen voorjaar zijn zonder concert van ons koor:

Zelf zal ik niet alleen meezingen, maar ook de bindteksten en zelfs enkele gedichten erbij verzorgen. Yup, ik voel me echt wel geapprecieerd.

Wie kaarten wil, kan ze via mij krijgen, maar het is misschien nog simpeler om ze gewoon online te bestellen en aan de kassa af te halen. Je zou mij er in elk geval een groot plezier mee doen!

Ceciliafeest

Elk jaar houden we met het koor een feestelijke avond, het Ceciliafeest. Vaak is dat dan tijdens ons koorweekend, maar dat was er dit jaar niet wegens gewoonweg te druk voor iedereen.

Sint-Cecilia valt op 22 november, en dus was vandaag een ideale datum. Lang niet alle leden waren er, maar we waren wel met een fijn groepje, ja. Het eten werd, zoals altijd, verzorgd door Monique, de echtgenote-cateraar van een van onze tenoren. En verzorgd is echt wel het correcte woord: het was meer dan in orde! Voor mij was onze kelder echter nogal naar de drukke kant, zodat ik bij het dessert Monique gaan helpen ben in de keuken met het dresseren. Goed gelukt, zou ik zo zeggen. En het eten was echt, echt bijzonder lekker: een koud voorgerechtje van zalm op een panna cotta van bloemkool met een krokantje, een hoofdgerecht van kip met paddenstoelen, puree en een slaatje, en een dessert van karnemelkijs met gekaramelliseerde en gedroogde appeltjes en  karamelsaus. Jawel, de meesten onder ons hebben zowel van het hoofdgerecht als het dessert nog een tweede keer genomen. En het poepsimpele recept van het hoofdgerecht heb ik Monique ook meteen ontfutseld.

Tegen elf uur was het welletjes – het is al een echt drukke week geweest met de schoolraad en dat concert en de roleplay en het restaurantbezoek gisteren – en bracht ik eerst nog Stefan zijn vrouw Hilde, die in Sleidinge woont, naar huis en was ik thuis tegen middernacht.

Een fijne avond, zowaar, in fijn gezelschap.

Kobe en de olympiades

Dat Kobe een underachiever is, dat weten we al heel lang. Hij is dan ook te slim voor zijn eigen goed: zowat alles wat hij doet, lukt ook meteen. Zelfs fagot kostte hem weinig inspanning. Alleen rugby was zijn ding niet, maar ook dat heeft hij vijf jaar gedaan.

Op zijn rapport lezen we standaard de commentaar dat hij veel beter kan en dat hoor ik ook voortdurend van mijn collega’s. Bart en ik weten dat zelf ook natuurlijk. Maar ik moet toegeven dat hij momenteel echt wel goed bezig is: hij studeert meer en grondiger, zijn toetsen zijn globaal ook beter, maar voor bijvoorbeeld Frans heeft hij echt een basistekort opgelopen: hij heeft nooit de basisgrammatica gestudeerd en het kan hem ook vierkant gestolen worden. Dat breekt hem natuurlijk nu wel zuur op.

Maar dat hij goed is, dat wordt nu ook op een andere manier bevestigd. Vorig jaar had hij meegedaan met de wiskunde olympiade – ik geloof niet dat de leerlingen in de zware wiskunderichtingen veel keus krijgen – en had hij warempel met Benno de tweede ronde gehaald, terwijl hij nog maar in het vijfde zat. Toen hadden die twee beslist dat ze dit jaar gewoon aan àlle wetenschappelijke olympiades gingen meedoen, gewoon omdat het kan.

Bon, de eerste was de aardrijkskunde olympiade, tot groot genoegen van de leraar, want die had vorig jaar geen enkele kandidaat bereid gevonden. En warempel, allebei mogen ze door naar de tweede ronde ergens in het voorjaar. Goed bezig! De caesuur lag op 60% en Kobe is een van de 315 van de 1189 deelnemers die naar de tweede ronde gaan.

Twee weken later was er de chemie olympiade, met zes deelnemers, waaronder dus ook Benno en Kobe. Helaas voor Benno was hij er niet door, maar jawel, Kobe dus wel! Hier lag de caesuur op 69%.  Kobe haalde 77% en is daarmee een van de 327 van de 2417 deelnemers die naar de tweede ronde gaan.

In het voorjaar is er dan nog de fysica olympiade en de biologie olympiade, en natuurlijk ook nog die van wiskunde. Kobe gaat een druk programma tegemoet, want ook die tweede rondes liggen dan ergens. Hij weet wat gedaan op woensdagnamiddag, me dunkt.

Dark Breakfast in het GUM

Toen Bart aan mij en Merel vroeg of we zin hadden in een Dark Breakfast in Halloweenstijl, met drie korte lezingen, zeiden we meteen ja.

Om tien uur stonden we aan het GUM – het Gents UniversiteitsMuseum, waar ik tot mijn grote scha en schande nog nooit ben geweest – en schoven we aan voor het ontbijt: croissants, broodjes, maar ook een zwarte kaas – zeer bizar – zwarte olijven, koekjes in de vorm van schedels en hersenen en anatomisch correcte harten, en nog wat meer in die stijl. Als drank was er koffie, chocomelk en een bessensap dat de allure had van bloed. Dik in orde. Oh, en een redelijk gotisch aandoende, maar veel te zware biscuittaart.

Ondertussen kregen we van drie onderzoekers van de UAntwerpen telkens een lezing: eentje over spiritisme op het einde van de 18de eeuw en hoe wetenschappers dit probeerden te ontmaskeren, eentje over de toverlantaarn, en eentje over de invloed van de rondtrekkende ‘musea’ van foorkramers op de wetenschap. Best wel interessant, ja!

En toen hadden we nog een half uurtje de tijd – ik had beloofd aan mijn vader hem tegen één uur op te halen – om rond te lopen in het museum en vooral ook de opgeslagen artefacten in de kelder te bekijken: die zijn normaal gezien niet toegankelijk voor het publiek. Man, wat een collectie! Wat een enorme hoeveelheid! Wat een prachtige iuxtapositie met de kunst van o.a. Roa! Ik keek mijn ogen uit, serieus.

Blij dat ik die kelders gezien heb. Het normale stuk ga ik zeker nog eens komen bekijken, liefst in de zomer wanneer ook de tuin in volle bloei is. Of wie weet in de winter, wanneer de serres extra fijn zijn…

Lectuur: “The Eye of the World” (The Wheel of Time #1) van Robert Jordan

Deze heb ik jaren geleden al eens gelezen, toen ik nog minder into fantasy was, maar nu de reeks uit is op Netflix, wilde ik de boeken herlezen, omdat het volgens mijn aanvoelen niet helemaal overeenkwam. Destijds was ik niet verder geraakt dan boek vijf omdat Jordan de neiging heeft nogal langdradig te zijn bij momenten, maar ondertussen ben ik veel meer in mijne lees dan vroeger en kan ik daar beter tegen. Ik bedoel maar: ik heb intussen Game of Thrones gelezen, en alles van Brandon Sanderson, en die kunnen er ook wel wat van.

Ik vond het in elk geval best aangename lectuur, maar de tv-reeks is, goh, gebaseerd op de grote plotlijnen en de wereld, maar volgt heel duidelijk niet de kleinere plotlijnen of details. Zo is er een van de grotere personages gewoon geschrapt, en klopt de chronologie ook langs geen kanten. Ach, ik bekijk ze gewoon als twee aparte entiteiten die wel overlappen, maar niet zo veel meer dan dat. Ik hou ook van de reeks, maar dan moet je de boeken kunnen loslaten.

We zitten in een min of meer laatmiddeleeuwse wereld, met paard en kar, koetsen, zwaarden, maar nog geen vuurwapens, wel al een vorm van vuurwerk. En er is magie, zoveel is ook wel duidelijk. De wereld wordt beheerst door The One Power, die gebruikt wordt in het gevecht tegen het Kwade in de vorm van The Dark One. Drieduizend jaar geleden vochten de mannelijke en vrouwelijke magiërs – de Aes Sedai – samen met elk hun helft van de power – denk yin en yang – tegen The Dark Lord, maar toen is die erin geslaagd de mannelijke helft van de Power te corrumperen. Sindsdien is elke man die de Power kan kanaliseren, gedoemd om gek te worden en zijn geliefden te doden. Elke kanaliserende man wordt daardoor door de vrouwelijke Aes Sedai uitgeschakeld. Maar ooit zal er een man opstaan, The Dragon Reborn, die de Power nodig heeft om te vechten tegen The Dark Lord. En jawel, in een uithoek van het rijk Andor, in een klein dorp, worden vijf jonge mensen blijkbaar aan dat lot, aan die Power gelinkt door een van de Aes Sedai. Ook de Dark One heeft hen helaas ontdekt en hun dorp verwoest. Zij zijn gelukkig kunnen ontkomen onder de leiding van Moiraine, de Aes Sedai, en zij neemt hen mee. Ze zijn allemaal belangrijk in het patroon van The Wheel of Time, maar of één van hen ook daadwerkelijk The Dragon Reborn is?

U ziet het, fantasy van de bovenste plank. Jordan heeft duidelijk Tolkien gelezen en daar heel veel van overgenomen, maar tegelijk ook een heel eigen wereld geschapen. Iets zegt me dat ik nu wél voorbij boek vijf zal geraken, maar met 800 à 1000 pagina’s per boek ben ik nog wel even zoet.

Goh ja, ik doe ondertussen geen ander kwaad, zeker?

Vrolijk met de fiets

Het was ietwat warm vandaag, zou je kunnen stellen, maar ik was met de fiets naar school gegaan en vandaar langs het fietspad, via de Bourgoyen, naar het ziekenhuis gefietst.

Het is onvoorstelbaar als je weet dat je naast de R4 zit, vlakbij het centrum van Gent, geprangd tussen de ring en de kleine ring in. Héérlijk!

En ons pa? Die stelt het redelijk, de hik is afgenomen. Hij heeft in elk geval een stevige maagzweer, zijn COPD is ook weer actief, maar ze zijn nog verdere onderzoeken aan het doen.

Ik ben vooral blij dat hij in het ziekenhuis ligt, dan hoeven we ons voorlopig geen zorgen te maken.

En ’s avonds, toen ik terugkwam van de infoavond op school, ben ik eventjes gestopt op Mariakerkebrug. Gewoon omdat het kon.

Proximusperikelen

We zijn al van in het begin trouwe klant van Telenet, maar de laatste tijd laat die zijn pluimen hangen. Bart ging eens vergelijken, en Proximus is niet alleen een stuk sneller, ook gewoon een stuk goedkoper. Sorry, Telenet!

Bon, hij deed een aanvraag, en een paar weken geleden stond er hier een zeer vriendelijke jongeman om de internetaansluiting te installeren. Alleen… zit die wel degelijk aan onze vroegere voordeur, aan de kant van de Waterhoenlaan, want daar vertrekken ook al onze vaste kabels. De Kineastlaan was dus geen optie, ook al moest hij blijkbaar daar zijn Fiberaansluiting nemen.

Euh…

Zijn voorstel was, dat hij een gat ging graven onder onze haag – blijkbaar moet hij minstens 30 cm diep blijven met zijn kabel – dan langs ons terras gaan met die kabel, doorheen de struiken graven, en dan, tsja… Ik legde hem namelijk uit dat hij ondertussen ook nog langs de waterput ging moeten passeren die volgens mij geen 30 cm diep zit, en dat hij, om naar de muur te gaan, een blok beton van een meter diep en een meter breed ging moeten doorboren. Degene die ons huis hebben gebouwd, hebben de paden langs het huis zelf namelijk versterkt met een metertje beton, dat hebben we bij de verbouwing meermaals vastgesteld. Hmm, zei hij, dan ging hij een gigantische put moeten graven in de tuin om dat gat te kunnen boren, en ging een aantal struiken moeten sneuvelen, waaronder de azalea japonica die ik van mijn intussen overleden grootmoeder heb gekregen voor onze verloving.

Quod non.

Als hij de aansluiting via de Waterhoenlaan zou doen, zou hij gewoon half onder de haag langs het tuinpad kunnen, dan onder de dorpelsteen een behuizingetje aanleggen, en zo binnen. Leek me net iets, ietsje handiger. En goedkoper. En minder werk. En vooral geen geruïneerde tuin.

Bon, zei hij, hij ging het voorleggen, want eigenlijk kan dat niet, ze doen daar moeilijk over bij de technische dienst.

Vandaag stonden ze hier met twee terug, opnieuw om vanuit de Kineastlaan volledig mijn tuin om te ploegen. De aanvraag om via de Waterhoenlaan te gaan, was namelijk afgekeurd. Goed, zei ik, maar ik keur de optie Kineastlaan ook af. Onverrichterzake dropen ze dus weer af en Bart nam contact op met Proximus.

Blijkt er nog geen fiberaansluiting te liggen in de Waterhoenlaan, vandaar. Eventueel kunnen ze nog het voetpad opengooien om de verbinding te leggen, dunkt me, en anders zullen we wel nog wat wachten, zeker? Ik ga er in elk geval de tuin niet voor laten omspitten.

Meh.