To top it off…

Hoe ironisch is het om op één april om tien uur ’s avonds de stinkende zwarte modder (geutmorre, zoals men in mijn liefelijk dorp placht te zeggen) van je hond te staan wassen ?

Ik heb een half uurtje buiten in het zonnetje kruid staan wieden, terwijl Bart lag te slapen, en Wolf half wakker naar tv lag te kijken. Plots tikte Bart op de ruit: Wolf was beginnen huilen en hij kreeg hem niet stil. Ik ben toen te vierklauwens naar binnen gespurt, en heb waarschijnlijk de deuren niet goed dicht gedaan.
In ieder geval hoorde ik, pakweg een half uur later, de hond buiten blaffen. Niet-begrijpend riep ik zijn naam, want bij mijn weten had ik het beest niet buiten gelaten, en was Bart te ziek om zulks gedaan te hebben. Uiteraard geen reactie. Ik naar buiten, en ja hoor, dartel kwam de labrador aangelopen, een wandelende impressie van een Droste Doublet (wie op Sint-Bavo bij de Wies heeft gezeten, weet waarover ik het heb). ALs ik hem nog niet zou gezien hebben, dan had ik hem op zijn minst geroken. Ik verdenk het beest ervan in de Lieve rondgehopst te hebben, maar jammer genoeg is die hier in Wondelgem nog niet gesaneerd, laat staan uitgebaggerd.
Omdat Wolf mijn aandacht vroeg, heb ik Catullus gewoon in zijn nekvel gestekt (vrij letterlijk te nemen) en in de berging gestoken. Pas tegen kwart voor negen zat Wolf in zijn bed, en toen wilde ik even rustig naar Taggart kijken.

Nog een geluk bij een ongeluk: ik had net deze middag de voorzienige ingeving gehad de buitenlamp, die al een paar maanden de geest heeft gegeven, te vervangen. Zag ik nog tenminste wat ik aan het doen was.

Enfin, al bij al is de hond nu toch al de helft gewassen, voor het eerst in zeven jaar denk ik. Ik kan een zacht gejuich met moeite onderdrukken.

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *