Vanitas vanitatum
Ik moest al eventjes naar de kapper, en ook Merels topjes moesten dringend bijgeknipt worden om het haar weer gezond te zetten.
Toen ik daarbij de suggestie maakte om mêches, ofte highlights, zoals het nu standaard genoemd wordt, in haar haar te steken, begon ze gewoon letterlijk op en neer te springen.
En dus zaten we deze namiddag bij de kapper en zat Merel te glunderen dat het niet meer mooi was. Of eigenlijk net wél mooi.
De kapper had het niet gebrusht omdat Merel sowieso had afgesproken met Lieze en Julie om te komen zwemmen en dat dan een beetje overbodig zou zijn.
Na een kwartier dook er plots nóg een vriendinnetje op: Kobe had aan Kaat gevraagd of ze ook niet kwam zwemmen. Ze hadden beiden blijkbaar geen zwaar examen, zodat dat zwemmen wel moest kunnen. Tsja…
Tegen ijsjes werd er ook geen bezwaar gemaakt.
En Merel viel tegen de avond gewoon uitgeput in de zetel. Hoe zou dat komen, denk ik?
Bubbelbezoek!
Toen ik dit weekend Wolf ging afzetten bij Arwen, bleef ik, zoals altijd, nog even kletsen met Ann. Ik opperde toen, aangezien we omwille van onze kinderen met elkaar “gebubbeld” zijn, dat ze dinsdag met zijn allen bij ons zouden komen zwemmen. Het ging de laatste dag prachtig weer zijn, en hun eigen – grotere – zwembad was nog niet zwemklaar. Toen ik dan ook voorstelde om hen na mijn livelessen, rond een uur of drie te komen oppikken (want Jarno zat op school) was de zaak meteen beklonken.
Nodeloos om te zeggen dat iedereen ernaar uit keek, zeker? Voor ons het allereerste bezoek in maanden, voor hen de allereerste keer dat ze uit hun kot kwamen voor iets anders dan boodschappen. Ann en ik installeerden ons in de schaduw, de kinderen zaten binnen een paar tellen met zijn allen in het zwembad. Ik had nog overschot van de aardbeientaart, Merel had speciaal een vlaai gemaakt, er was nog fruitsla en er waren warempel zelfs nog aardbeien. Moh.
Tegen half vijf kwam ook Jarno erbij en zijn we nog een hele tijd rustig blijven zitten, terwijl de kinderen genoeg hadden gezwommen en Uno begonnen te spelen. Ook zij hadden duidelijk enorm veel deugd van wat eigenlijk gewoon een normale dag leek. Corona was eventjes ver weg. Oef.
Zwemmen!
Het heeft nog wel eventjes geduurd, en Merel had eigenlijk niet het geduld om te wachten tot het zwembad vol was en zat er dus al eerder in. Lekker koud!
Maar tegen het einde van de namiddag was het toch wel vol en zaten ze er allebei in. Ik had intussen een thermometertje gehaald – ik was eigenlijk gaan zoeken naar een zo’n thermische mat waar het water doorstroomt en door de zon opgewarmd wordt, maar die was nergens meer te krijgen. Intussen was het water toch wel al 22°. Mij niet gezien dus om er nu al in te gaan, maar de kinderen vonden het zalig!
En dan vooral het spelletje hipposcampi: dan zijn zij twee kleine, tsja, hipposcampi dus, die klaar staan om een speeltje dat ik in het water gooi, te apporteren. En dan demonstreren ze even dat je zelf in een klein zwembad kan duiken…
Djerba dag 5: van beestjes en zwemmen. Gelukkig niet tegelijk.
Gisteren was een gevulde dag, maar ook vandaag stond er wel een en ander op het programma. We hadden op voorhand gezien dat er zoiets bestond als Djerba Explore, een soortement park waarbij je een museum had, een tuin en een krokodillenverblijf.
Wij vandaag daarnaartoe, maar eerst waren we nog even gaan rondlopen op de markt in Midoun zelf. De meisjes kochten er een paar hele mooie haarspelden, ik kocht hoestsiroop, Arwen kocht een pracht van een schaaltje voor haar mama op de markt, en we lachten ons een kriek met de oude verkoper. Hij was de eerste die niet opdringerig was, en net daarom bleven we bij zijn waren staan. Ik liet Arwen iets kiezen, en toen begon het onderhandelen. Of, zoals hij zei: “Maintenant, on va rigoler!”. Hij vroeg veertig, dacht ik, we zijn akkoord gekomen op 21. Maar bij die 40 had hij geschreven – want blijkbaar bied je door te schrijven – PF: prix fantastique. En toen riep hij er Bart bij: “Votre femme – et c’est un compliment, madame – elle est pire qu’une Berber!” Enfin, ze kocht ook nog een kristal en een kleine woestijnroos voor Jarno – ook met stevige afbieding – en ikzelf kocht nog twee mooie katoenen sjaals, een zwarte en een steenrode. Hij vroeg 40 dinar voor eentje, ik heb 30 betaald voor de twee. Tien euro, dus.
Eigenlijk waren we nog vrij snel rond en reden we dus naar Djerba Explore, toch wel de volle tien minuten rijden :-p Ik wist dat er daar restaurantjes waren, en we vonden er op het Explore terrein – dat ongelofelijk proper, opgeruimd en onderhouden was – inderdaad een deftige Italiaan. Iets duurder, maar naar ons normen nog steeds spotgoedkoop. Enfin, er waren burgers, spaghetti’s, frietjes en dus blije kinderen.
Aansluitend gingen we een kijkje nemen in het museum, waar ons opviel dat er prachtige dingen hingen, maar het meeste slechts uit de 19de eeuw kwam. En dat voor een eiland dat al bij Homeros omschreven wordt als het eiland van de Lotuseters, waar Odysseus met zijn vrienden kwam.
Aansluitend gingen we naar het krokodillendeel, waar duidelijk ook nog andere reptielen zitten, zoals grote landschildpadden, varanen, iguanen, baardagamen en nog wat wijze dingen.
Het ongelofelijk wijze was dat het er niet erg druk was, en dat een van de opzichters er blijkbaar plezier in vond ons op sleeptouw te nemen en uitleg te geven. In het Frans uiteraard, waardoor ik alles moest vertalen, maar dat is niet erg. Ik vermoed dat hij ons eruit heeft gepikt omdat de kinderen echt laaiend enthousiast waren en ik sowieso al een uitleg stond te geven en ik hem ook iets gevraagd had. Hij wist dus vanalles te vertellen over de reptielen: herkomst, eetgewoonten, biotoop, dat soort dingen. Vooral Arwen vond het de max.
En toen, toen waren er de krokodillen. Afrikaanse nijlkrokodillen, 630 stuks, verdeeld in verschillende leeftijdscategorieën. De ouwe krokodillen – voor een keer dat ik dat letterlijk kan gebruiken – zijn 23 jaar en hondsgevaarlijk, maar goed gevoed en daardoor gelukkig niet al te agressief. Toch gaan de opzichters er altijd in groep binnen, gewapend met lange stokken om hen op afstand te houden.
En toen kwamen ze ons halen: ze gingen de twaalfjarige krokodillen voeden. Die beesten eten eigenlijk niet veel, zo’n 4 kilo per week, en net daarom bewegen ze zo weinig en liggen ze zo veel in de zon, om calorieën te sparen.
Man, spectaculair! Je hoort die kaken gewoon klappen! Ugh!
En intussen bleven we vakkundige uitleg krijgen, waarbij die man ook vragen stelde aan de kinderen. Hij was duidelijk gewoon groepen over de vloer te krijgen. Echt, een enorme meerwaarde.
Daarna zijn we nog een “dessertje” gaan eten bij diezelfde Italiaan.
En dan nam ik ze allemaal mee naar het plekje dat ik dinsdag ontdekt had. Met enige aarzeling zijn ze alle vier het water in gegaan. Wolf had in het begin gewoon zijn zwembroek aan over zijn onderbroek: “Mama, ik ga daar toch niet verder in dan dat hoor”. Uiteindelijk is hij zelfs kopje onder gegaan ^^
Ik heb hen nog even meegenomen tot aan het haventje van dinsdag, en toen was het alweer welletjes. Iedereen was moe, en ik was gewoonweg verbrand, vooral dan van in de auto te zitten met het raam open.
De topdag tot hiertoe, zeiden de kinderen. Dik in orde.
366 – 28 februari 2020 – zwemmen in februari
Port Zélande, dag twee
Bart was ’s morgens al bijzonder vroeg weg, jammer genoeg. Wij sliepen uit, hingen hier rustigjes rond, en tegen elf uur gingen we richting strand. De kinderen vonden dat ze het op zijn minst eens moesten gezien hebben, en dat vond ik ook. Het plan was om dan in het terugkeren langs het winkeltje te passeren en eten mee te brengen om zelf te koken.
Alleen… we liepen rustigjes aan zee, losten een multicache op, stelden vast dat vooral Merel moe was en iedereen eigenlijk al honger had, en bleven dan maar eten in een van de strandpaviljoenen. ’s Middags hebben ze hier in Nederland altijd een heel beperkte lunchkaart, zodat het uitsmijters werden voor iedereen. Lekkere en heel grote uitsmijters, dat wel.
We probeerden nog een cache te zoeken in de haven, maar stelden vast dat er een groot hek was dat ons de weg versperde, en liepen dan maar terug naar het huisje, om er even te rusten en te chillen.
Tegen half vier togen we naar het zwembad. Ik had er, om eerlijk te zijn, niet zo veel meer aan: de glijbanen en dergelijke kan ik niet meer doen, en de wildwaterbaan, die ik altijd zo leuk vond, moet ik volledig op de rug doen, en ik ben er eigenlijk geen moment gerust in. Het werd voor mij vooral in het bubbelbad zitten, geef ik toe. Tegen half zeven waren we terug, aten we boterhammen, en keken we samen naar Spider Man: Homecoming. Allez ja, Merel keek het eerste kwartier – de rest had ze toch al gezien – en ging daarna slapen.
En tegen goed elf uur was Bart hier terug, na een vergadering om tien uur, een huis verkopen in Ronse om vier uur, een vergadering om zes uur en eentje om zeven uur. Ha ja, als hij dan toch moet terugkeren, zorgt hij er wel voor dat het meteen de moeite loont. Maar ik was toch blij dat hij terug was. Het is niet hetzelfde als hij er niet bij is…
365 – 17 juli 2019 – waterprinsesjes
Zwemmen
Goh, zei Merel, ik zou zo graag nog eens gaan zwemmen…
Oh ja? Dan doen we dat toch gewoon? Ik stelde voor om in de namiddag naar de Rozenbroeken te gaan en meteen Sandra met Feija en Ayo mee te vragen. Die zagen dat ook volledig zitten, en dus stonden ze hier om twee uur.
De jongens waren meteen samen weg, beide meisjes waren iets aarzelender, en Sandra ging even mee in de wildwaterbaan. Ik mag dat soort dingen absoluut niet meer doen met die rug van mij, jammer genoeg, en dus ging ik als een braaf oud besje in het warmwatergedeelte. Sandra kwam me vrij snel vervoegen samen met de meisjes, en die gingen dan buiten spelen, en opnieuw binnen, en in het golfslagbad, en… terwijl wij bleven kletsen in het warme water.
Tot we, anderhalf uur later, plots Kobe en Ayo zagen binnenkomen van het buitenbad en een badmeester aanspreken. Ayo wees even naar ons en verdween toen naar binnen met die badmeester. Uh? Kobe kwam snel melden dat Ayo een salto had willen doen en met zijn hoofd nogal hard tegen de rand was geknald. Het was “zwaar aan het bloeden” volgens hem. Tsja, een hoofdwonde heeft niet veel nodig natuurlijk.
Bon, Sandra mee met hem, het bleek een stevige gap te zijn en ze hadden er een verband rond gedaan met de boodschap misschien toch naar de spoed te gaan. Goh, zei Sandra, dat bekijken we thuis nog wel even.
Het zwemmen was dus voorbij, maar ik had een grote kom fruitsla gemaakt en die netjes in een koelzak in Sandra’s auto gezet. We hebben dus rustigjes gepicknickt op het veld naast het zwembad, en zijn dan naar huis gereden.
Nog wat later liet Sandra weten dat ze alsnog naar de spoed waren gegaan: het stond echt wel te ver open voor steristrips, en er zaten zowaar twee nietjes in! Tsja… Ne mens gaat dan al ne keer zwemmen zeg!