Vooroordelen

Eigenlijk zijn vooroordelen toch een gemeen beest…

Daarstraks reed ik weg van de Delhaize toen ik plots dacht dat ik nog bloemen wilde van de bloemenwinkel die op hetzelfde terrein ligt. Ik sla, nog op het parkeerterrein, rechtsaf, kijk dus opnieuw uit naar een parkeerplaats en rijd vrij traag. Op het moment dat ik links een plekje zie, pink ik naar links en wil inslaan. Op dat moment vlamt een witte sportieve auto me links voorbij, waarbij ik me zowat een ongeluk verschiet én bijna een ongeluk veroorzaak. Geschrokken hamer ik op mijn toeter.

De witte auto stopt een paar meter verder en een jonge gast mét petje stapt uit. “Lap” dacht ik, “dit wordt een geval van verkeersagressie” en ik zet me mentaal al schrap.
Maar nee, de jongeman komt op me toe en verontschuldigt zich uitgebreid. Hij had me naar rechts zien pinken – die pinker moet nog even aangestaan hebben – en dacht dat hij probleemloos links voorbij kon. Het pinken naar links had hij effectief niet gezien. Ik heb me verontschuldigd voor het getoeter en zeg dat ik gewoon gigantisch geschrokken was.

Hij geeft me nog net geen knuffel, lacht breeduit, verontschuldigt zich nogmaals en stapt opnieuw in.

En ik ben een illusie over mezelf armer: blijkbaar ging ik ervan uit dat een jonge gast met sportauto en petje net iets agressiever ging zijn. Tsja…

Met een beschaamd gevoel reed ik naar huis.