Rare dag

Aangezien de kinderen de hele dag bij oma waren – pedagogische studiedag, weetuwel – en daar meteen ook gingen blijven slapen, had ik de namiddag gewoon vrij. Vrij als in: vrij. Heeltegans.

Ergens was ik van plan om in ’t stad te gaan, maar het heerlijke weer dwarsboomde die plannen: ik had geen zin om kletsnat thuis te komen. Goh, dacht ik toen, als ik nu eens doodgemoedereerd en totaal ongestoord een lang heet bad neem, en intussen lees, en mijn haar kleur? Sounded like a plan! Ik zag het al helemaal zitten.

En toen bleken er vandaag toch weer werkmannen in huis te zijn, in tegenstelling tot de voorbije dagen, die ook in de badkamer bezig waren, en in de gang en zo. Blah. Ik heb dan maar vanalles gedaan, en een paar keer verschrikt op mijn klok gekeken in de gedachte dat ik de kinderen vergeten was. Niet dus.

Al bij al was het zeven uur tegen dat die mannen klaar waren, en heb ik alsnog een bad gepakt en mijn haar gekleurd. Ge ziet van hier dat ik tegen acht uur niet klaar was voor het personeelsfeest van Barts bedrijf. Ik ben dan maar fashionably late tegen negen uur in de Vismijn aangekomen, met een behoorlijke honger. Maar daar was blijkbaar een misverstand rond: het was de bedoeling dat er wel degelijk eten was, dacht ik, en dat was ook zo rondgemaild, maar de afspraak met de  zaal was blijkbaar dat ze een paar hapjes gingen geven, maar zeker geen volwaardige maaltijd. Tsja… Er werd alsnog een beetje van een mouw aangepast, en rond half twaalf zijn Bart en ik doorgegaan: hij naar huis, ik naar de Culture Club.

Culture Club? Nee, van nature ben ik al lang zo hip niet meer, maar het bal van onze laatstejaars ging voor de eerste keer niet meer door in de turnzaal van de school – met de leerkrachten als helpers – maar wel degelijk in de Culture Club. En ik moet zeggen: het zat er stampvol, en de ambiance was dik in orde, zeker toen Jeroom als special guest aantrad. Niet dat ik staan dansen heb: daarvoor was het niet mijn type muziek, en ik heb wel wat plaats nodig om te dansen.

Enfin, om half drie lag ik in mijn bed, in de zalige wetenschap dat er de volgende ochtend geen kleine vragende stemmetjes te horen zouden zijn. Bliss!