In het Oud-Griekse toneelstuk “De Perzen” van Aeschylos kruipt de auteur in de huid van de Perzische verliezer en probeert hij zich voor te stellen hoe het voor de Perzische koning en diens entourage moet geweest zijn.
In dit stuk is er in een nabije, maar zeer pessimistische toekomst – Rusland heeft een groot deel van Oost-Europa geannexeerd, Palestina is zo goed als onbewoonbaar door kernwapens, USA heeft zich van het wereldtoneel teruggetrokken en de Europese Unie is uit elkaar gevallen – een groep jonge acteurs die onder leiding van Chokri Ben Chikha een stuk in elkaar heeft gebokst op basis van het toneelstuk van Aeschylos. In de bijzonder rechtse samenleving is de regisseur intussen opgepakt en vervangen door iemand die wél de Vlaamse identiteit wil behouden. De acteurs brengen een visie op de huidige oorlog in Ghaza vanuit Palestijns oogpunt, ook al is een van de spelers zelf een Israëlische. Alleen is dat blijkbaar niet oké volgens de vervangende regisseur: zij wil hetzelfde stuk maar dan met empathie voor Netanyahu en co. Ze vraagt ook de verschillende spelers – een Palestijn, een Israëlische, een Duitse, een Vlaamse, een Marokkaan – naar hun mening over zowel die oorlog als hun maatschappij – en daarin komen toch wel zeer duidelijke standpunten naar voor. Het doet je vooral nadenken over de reële toekomstdreigingen en de verdere verrechtsing van de samenleving, maar dan in een knappe regie, beeldvoering én dans, doorspekt met videobeelden uit Ghaza.
Ben Chikha weet wat hij doet en hoe hij het moet brengen, zoveel is duidelijk. Poeh.
Zeiden Gwen en ik vorig jaar nog dat wij het echt wel hadden voor teksttheater, dan werden we vandaag wel op onze wenken bediend.
Dit was puur teksttheater: vrijwel het hele stuk door zitten de vier acteurs te haken aan een gigantisch groot lappendeken, waarbij ze gewoon af en toe eens van kant wisselen.
Ze vertellen het verhaal van Troje, het standpunt van Helena, dat van Andromache, dat van Briseis, dat van andere vrouwelijke personages, maar dan zoals hun moeders zich dat zogezegd herinneren. Ze verwoorden hoe hun moeders dat zouden zien, achteraf bekeken en vanuit het perspectief van een ouder persoon. Er komen ook veel referenties aan het heden, aan dingen die ze nu meegemaakt hebben. De hamvraag is: zou de Trojaanse oorlog zo lang geduurd hebben als vrouwen het voor het zeggen hadden gehad? En zou het verhaal van Homeros zo verteld zijn als hij een vrouw was geweest?
Ik vond het wel goed, ja. Zeer tekstueel, zeer cerebraal, maar als je de Ilias door en door kent, zeer goed. Yup.
Dit is een toneelstuk waar je niet bepaald vrolijk van wordt, en dat is ongeveer het understatement van de eeuw. Het begint allemaal zeer… simpel, bijna amateuristisch: een volwassen man werpt zich op als medewerker van het toneel die na het stuk de vijf spelers – kinderen tussen de 8 en de 14 – hen moet interviewen, gezeten op stoelen voor het doek. Dat duurt eigenlijk vrij lang, om eerlijk te zijn, en ik dacht al: “Oei, is dit wat het zal worden?”
Maar dan tonen de kinderen wat ze eigenlijk bedoelen in hun interview en gaat het doek open op een prachtige enscenering. Zoals vaker bij Milo Rau krijg je een combinatie van live spel en videoprojectie: in dit geval zijn dat de volwassen personages van wat de kinderen spelen. Knap gedaan. Ook het huis dat op scene staat, is knap gedaan: naargelang het draait, kan het vier verschillende achtergronden opleveren.
Wat je krijgt, is een verweving van de mythe van Medea – prinses die meegenomen wordt uit haar thuisland door Jason, maar niet geaccepteerd wordt in haar nieuwe land en dan zelfs, ook al hebben ze twee kinderen, door Jason in de steek gelaten wordt, waarop ze haar kinderen vermoordt – en het verhaal van Amandine Moreau, de Waalse vrouw die een aantal jaar geleden haar vijf kinderen één voor één vermoordde, omdat haar man van Marokkaanse afkomst haar en die kinderen compleet verwaarloosde.
Alle rollen, dus ook die van de volwassenen, worden gespeeld door de kinderen, terwijl de volwassene er als een reporter tussen loopt, vragen stelt en vooral ook alles realtime filmt, wat dus als close up wordt afgespeeld op de achterwand. Alles loopt prima, vond ik, tot Milo Rau ervoor kiest om ook de moorden op de kinderen in beeld te brengen. Als in: je ziet in close up hoe Amandine haar jongste kind eerst wurgt en dan de keel doorsnijdt. Chapeau voor de jonge acteurs: het meisje van acht moet eerst de volle vijf minuten piepen en krijsen en wenen voor ze stilvalt, en dan krijg je ook het bloed te zien, op een bijzonder realistische manier.
Je zit te kijken, en je vraagt je af: “Moet dit echt? Wil ik dit zien? Oh please, laat hem niet alle vijf de moorden zo expliciet in beeld brengen!” Maar jawel, de ene na de andere wordt vermoord, met achtervolging, stuiptrekkingen en vooral veel bloed. Op de rij voor ons begon een meisje onbedaarlijk te huilen en moest de zaal verlaten. Waarom dit per se moest, vraag ik me dus af. Rau zoekt wel vaker een schokeffect op, maar kom zeg… Gelukkig werd er ons verzekerd dat er een kinderpsycholoog aanwezig was geweest bij alle repetities, maar dan nog.
(De foto’s, behalve de eerste, zijn van de hand van Michiel De Vijver, van de site van NTGent gehaald wegens zelf geen foto’s mogen nemen)
Los daarvan: schitterend stuk, dat wel, heel mooi hoe Rau de twee verhalen, het Oudgriekse van 2500 jaar geleden en het hedendaagse, naast elkaar zet. Maar dat schokeffect? Nee bedankt.
Met de cultuurcel van school zat ik vanavond dus niet op de repetitie van het koor – wat nochtans eigenlijk wel nodig was – maar in Sleidinge, in CC De Stroming voor de voorstelling “Fight Night” van Ontroerend Goed.
De perstekst is eigenlijk vrij verhelderend:
Een politieke verkenningstocht vermomd als interactief, theatraal spel. De kandidaten strijden op het podium om de sympathie en de stem van het publiek. Het publiek, gewapend met een stembakje, beslist wie blijft of gaat, maar raakt verwikkeld in een steeds complexer, ondoorzichtiger systeem van regels en manipulaties. Alle tactieken en strategieën zijn veroorloofd om de eindoverwinning te behalen.
Vijf spelers. Vijf rondes. Jouw stem. Eén overlevende. De inzet: je aandacht, je goedkeuring, je zwakke plek, je leedvermaak, je steun, je oordeel.
We helpen je beslissen met polls, stemwijzers, coalities, campagnes, debatten, exit polls en opiniepeilingen. We zorgen ervoor dat de beste niet wint.
‘Fight Night’, gecreëerd in 2013, reisde al de hele wereld rond. ‘Fight Night’ is één van de populairste voorstellingen uit het Ontroerend Goed-repertoire en wordt voor het verkiezingsjaar 2024 in een nieuw kleedje gestoken, klaar om het publiek opnieuw te laten stemmen.
Geen idee in hoeverre dit doorgestoken kaart was, maar ik denk dat er gewoon meerdere spelmogelijkheden zijn, zo zit Ontroerend Goed wel in elkaar. Iedereen had inderdaad een stembakje en werd regelmatig gevraagd een stem uit te brengen op één van de vijf kandidaten, op basis van een mening of zelfs gewoon maar uiterlijk. Maar het was niet altijd degene met de meeste stemmen die zomaar verder ging: iemand die op de tweede plaats stond, werd genadeloos weggestemd omdat de anderen een coalitie aangingen, dat soort dingen. Zoals het er ook echt aan toegaat in ons politieke systeem dus.
Op een bepaald moment werd gevraagd dat iedereen die niet akkoord ging met het systeem, zou weigeren een stem uit te brengen, en dan ook naar voor te komen. Hen werd uitgelegd dat ze nu buitenspel stonden, aangezien ze niet wilden stemmen. De meeste van onze leerlingen zaten daarbij en trokken grote ogen toen hen verzocht werd de zaal te verlaten. Ha ja, ze stonden buitenspel. Het einde van het stuk hebben zij dan ook niet gezien, ze kwamen pas weer binnen na het applaus.
Ja, ik denk dat het het publiek en dan vooral ook onze leerlingen aan het denken heeft gezet. Allez, hoop ik toch, want het is ook echt wel nodig.
Een geëngageerd stuk dus, en de moeite zeker waard.
We zijn de afgelopen dagen nogal doodgegooid met toneel: eerst de Elektra Unbound in het NTG, dan Merels schooltoneel, en nu de Ifigeneia. Tsja, die voorstellingen lagen nu eenmaal dicht bij elkaar, niks aan te doen.
Gwen en Erik hadden wegens persoonlijke omstandigheden moeten afzeggen en we hadden gelukkig wel nog een vriendin meegekregen. De vierde kaart heb ik dan maar aan een student verkocht aan studententarief.
En de voorstelling? Goh… Zeer tekstueel, zeer cerebraal, en toch ook weer niet. De tekst, geschreven door Maaike Neuville, wordt in een monoloog gespeeld door een jonge Nederlandse actrice, Adanna Unigwe, die dat zeer goed doet. Maar waarom er per se een choreografie moest bij zijn, dat vraag ik me af. Naar mijn aanvoelen brengt die niet zoveel bij aan het geheel, integendeel: het zijn de stukken waarin je gedachten afdwalen, waarin je plots aan de was begint te denken die je nog moet doen, of de schoolagenda die je nog moet invullen. Enfin, dat was bij mij toch zo.
Unigwe is Ifigeneia en schetst dan ook de omstandigheden waarin ze geofferd is: haar vader had de godin Artemis beledigd door het doden van een heilig hert, en die had haar het dierbaarste beloofd dat hij dat jaar zou krijgen. En diezelfde dag werd zij geboren, jawel. Wanneer Agamemnon dan in Aulis klaar staat om met een Griekse vloot naar Troje te vertrekken, wil de wind niet waaien en moet hij zijn dochter offeren. Eerst protesteert ze heftig, maar uiteindelijk stemt ze in en gaat ze vrijwillig de slachtbank op. Op het laatste nippertje redt Artemis haar en maakt haar een priesteres.
Maar is dat wat ze wilde? Wat als ze nee had gezegd? Wat als ze voor zichzelf was opgekomen, haar eigen mening had doorgedrukt? Wilde ze wel gered worden, overigens? Unigwe brengt een schitterende tekst met af en toe mooie rijmschema’s in een wervelend tempo. Die tekst wordt afgewisseld met behoorlijk fysieke scènes waarin ze bijvoorbeeld een gevecht uitbeeldt, of waarin ze minutenlang over lijnen loopt en zichzelf uitput. Zoals gezegd: de zin daarvan ontsnapte me een beetje, maar dat zal wel aan mij liggen. Ook de lange gefilmde scène – ik vermoed in Aulis – waarmee het stuk afsloot, was wel heel traag en slaapverwekkend. Ook daarvan is de zin me niet helemaal duidelijk.
Chapeau voor de actrice die jammer genoeg vrijwel nergens vermeld wordt, maar die een knappe prestatie levert. En de tekst van Neuville mag er ook zijn, maar het geheel? Mja.
Zoals Kobe zei – die heeft het stuk in Brussel gezien met de Cultuurcel: als je het verhaal niet kent en het toneelstuk niet hebt gelezen, is het moeilijk te volgen. Hij vond het saai. Ik snap hem wel.
Net zoals vorig jaar deed Merel opnieuw mee aan tToneel: een stevig engagement, want dat betekende vanaf het begin van het schooljaar elke woensdag van één tot drie repetitie, in de kerstvakantie de tweede week van half tien tot half vijf, bijna elke namiddag na school in de eerste lesweek na de vakantie, en maar liefst zes voorstellingen: twee schoolvoorstellingen – voor de lagere scholen uit de buurt – drie avondvoorstellingen en één namiddagvoorstelling. En ja, wij waren aanwezig bij die laatste, zodat ook opa mee kon gaan.
Veel moest Merel niet zeggen: ze zat in veel scènes, maar moest enkel “Ja” zeggen – in een huwelijksaanzoek door Lieze – en “C” in een quiz. Moeilijke opdracht om haar tekst te onthouden dus :-p
Na Antigone in de Amazone, de eerste voorstelling van ons theaterabonnement All Greeks, waren we vandaag toe aan nummer twee, dezeElektra Unbound van Luanda Casella in de NTG. En dit was een, euh, bizarre voorstelling waarover onze meningen behoorlijk uiteenliepen. Bart vond het niet goed, Erik zei dat als hij het zwartwit moest stellen tussen goed of slecht, hij toch resoluut voor ‘slecht’ zou gaan, en Gwen moest het wat laten bezinken. Zelf ging ik voor goed. Steengoed zelfs, of uitstekend. Ik bedoel maar: ik ben zelfs recht gaan staan tijdens het applaus.
Het is wel het verhaal van Elektra – heel kort: koning Agamemnon wil met de Griekse vloot vertrekken in Aulis om Troje te belegeren, maar om de wind te doen waaien, moet hij een zwaar offer maken: zijn oudste dochter Iphigeneia. Wanneer hij tien jaar later thuis komt, vermoordt zijn vrouw Klytaimnestra hem daarom. Op haar beurt wil de tweede dochter Elektra daarvoor wraak nemen en manipuleert ze haar broer Orestes dat hij hun moeder doodt. Hij wordt daarop achterna gezeten door de Wraakgodinnen, tot zij vinden dat hij genoeg geboet heeft – maar dan op een andere manier gebracht. Laatbloeier Lua wil een “Elektra” op de planken brengen en houdt daarvoor samen met haar assistent Lucius audities. Daar komen drie ernstige kandidaten op af, die elk gescreend worden op hun persoonlijke problemen om zo een perfecte gekwelde Elektra te kunnen neerzetten: Abigail die als kind al schoonheidswedstrijden moest lopen en mishandeld werd door haar moeder, Emma die zeer rijk maar emotioneel uitgehongerd is, en Bavo wiens moeder een gevierde actrice is, voor wie hij moet zorgen en die zelf met een zware verslavingsproblematiek kampt.
Wat volgt is een visueel hoogstaand, maar verder behoorlijk bizar stuk. Door de fragmenten die de would-be acteurs doen, krijg je een zicht op de “échte Elektra”, het origineel. Geniaal is het moment waarop Bavo de plot van Elektra samenvat in enkele minuten. De acteurs doen dat schitterend, alleen jammer dat het stuk in het Engels is en niet iedereen dat Engels accentloos spreekt.
Bart en Erik vonden dat de plot gewoon zwak was, onsamenhangend en vaak niet relevant. Zelf vond ik het bijzonder knap hoe de originele tekst in dit vreemde stuk is verwerkt, hoe alles draait om wraak, emotionele chantage en een compleet verstoorde relatie met de moeder. En ja, dit was acteurstheater, waarbij over the top werd gespeeld, waar geacteerd werd dat er geacteerd werd, dat geef ik toe. Maar dat deden ze dan ook geweldig.
Het leven moet voorwaarts geleefd worden, maar kan alleen achterwaarts begrepen worden — Kierkegaard
Net als de titel, is deze voorstelling een palindroom. Je kan ze van voor naar achter en van achter naar voor bekijken. Want sommige mensen geloven in onze vooruitgang, terwijl anderen net het omgekeerde geloven. Sommigen zeggen dat de wereld naar de kloten gaat, anderen vinden hen doemdenkers.
Wie er ook gelijk heeft, in onze onophoudelijke vooruitgang, hebben we de wereld waarin we leven voorgoed veranderd. Zijn onze acties onomkeerbaar of kunnen we ze nog ongedaan maken? Deze voorstelling toont een visuele metafoor voor dit cruciale moment in onze toekomstige geschiedenis. Het volgt de mensheid op weg naar zijn ondergang of redding.
Are we not drawn onward to new era won in 2019 de Fringe First Award en was genomineerd voor de Total Theatre Award in Edinburgh.
Dit is er wat er over deze voorstelling in het NTG te vinden is op de website. Knack schreef een lovende recensie: “”Dit is een van de allermooiste voorstellingen die Ontroerend Goed ooit ma..akte, op de grens tussen beeldende kunst en theater, poëzie en politiek.” “…, wonderlijk statement over hoe we onszelf en onze wereld dreigen te vernietigen.”
Vandaar dat Gwen me uitnodigde om vandaag naar deze voorstelling te kijken.
Euh… (spoiler alert, als je deze voorstelling zelf nog zou willen zien en liever niet op voorhand wil weten wat je moet verwachten)
We zijn allebei tot de constatatie gekomen dat we echt wel van teksttheater houden, en dat dit niet echt ons ding was. Meer nog: de eerste vijftien minuten zat ik me oprecht af te vragen wat ik daar zat te doen en naar wat ik in hemelsnaam aan het kijken was. Gwen zei me dat ze dat ook had, meer nog: ze was op een bepaald moment zelfs in slaap gevallen.
Het begint ook zeer bizar: een vrouw ligt te slapen, wordt wakker, er komt een man bij, die plukt een appel van een boompje dat daar staat en begint die op te eten. Dan komt er vanonder het gordijn een ballon tevoorschijn, gevolgd door een man. Een oudere man, in korte broek, met een ballon. Enzovoort.
Als er uiteindelijk gesproken wordt, blijkt het onverstaanbaar te zijn. Ik dacht eerst dat het Fins was, maar na verloop van tijd viel mijn euro dat het achterstevoren Engels was. Ieros is dan Sorry, enzoverder. Niet dat dat het begrijpelijker maakte, maar bon. Beetje bij beetje heb je dan eigenlijk door dat het hele stuk achterstevoren wordt gespeeld: soms lopen de acteurs achteruit, ze voeren onbegrijpelijke gebaren uit, het arme boompje wordt volledig in stukken gescheurd, de pot verbrijzeld, er dalen plastiekzakken uit de hemel die de acteurs dan verder verspreiden en ze steken een beeld in elkaar dat ze dan oprichten.
Juist ja.
En dan komt een van de actrices uitleg geven: dat we onze wereld naar de kloten helpen en dat we allemaal denken dat het onmogelijk is om het ongedaan te maken. Maar is dat zo? Kunnen we niet alles verhelpen? En dan wordt de (eerder) opgenomen voorstelling achterstevoren afgespeeld op een projectiescherm dat de hele bühne bedekt, en vallen alle stukjes op hun plaats. De acteurs komen in een vernielde wereld terecht, breken het beeld af, ruimen de plastiekzakken op, bouwen zelfs het boompje opnieuw op, ‘spuwen’ de opgegeten appel weer uit en hangen die terug. Als ecologisch statement kan het wel tellen.
Ja, heel veel van de bewegingen hebben nu wel zin en het levert enkele prachtige, poëtische beelden uit. Maar de – nauwelijks verstaanbare en daarom ook geprojecteerde – tekst is allesbehalve poëtisch, dat had echt zo veel beter gekund.
Ik had het gevoel dat ik naar een gimmick zat te kijken, en Gwen snapte het zelfs helemaal niet, ik moest het haar uitleggen. Ook rondom ons hoorde ik verschillende mensen zeggen dat ze het totaal niet begrepen hadden. Moesten we het eerste deel nu opnieuw zien, zou wel een en ander duidelijker worden.
Vond ik het goed? Eigenlijk niet, nee, wat de recensenten ook mogen zeggen. Was het bij momenten intrigerend, fascinerend? Jazeker. Maar dat vind ik over een filmpje van vechtende herten ook…
Afgelopen woensdag sprong ik zo rond half acht op mijn fiets om tegen kwart voor acht aan het NTGent te staan. Er was immers nog een plaatsje over bij de Cultuurcel, en dus ging ik met graagte naar het theater.
Voor de schoolwebsite – dat zal pas later gepubliceerd worden – schreef ik er het volgende over:
Op woensdag 19 oktober tekende een hele groep leerlingen samen met een handvol leerkrachten present op het Sint-Baafsplein voor de tweede activiteit van de Cultuurcel: “De zaak Shell”.
De site van het NTGent schrijft het volgende:
“Theatermakers Anoek Nuyens en Rebekka de Wit bezochten aandeelhoudersvergaderingen van multinationals, lazen speeches en interviews van Shell, ploegden akkoorden en beleidsnota’s van overheden door en noteerden stelselmatig de opmerkingen van hun ooms en buurmannen zodra er tijdens het kerstdiner over de klimaatcrisis gesproken werd.
Aanleiding is een echte rechtszaak die nu loopt en aangespannen is door een groep ngo’s tegen de oliegigant. Inzet van de zaak: Shell dwingen hun bedrijfsvoering radicaal te veranderen. Het verweer van Shell? Niet wij, maar de consument moet veranderen.”
Het stuk valt dan ook onder de noemer documentair theater. Als ik heel eerlijk ben, zag ik het bij het begin van het stuk niet meteen zitten: Anoek Nuyens komt uitleggen waarom zij en Rebekka het stuk hebben geschreven en geven het uiteraard meteen een politiek kantje. Ik had op een avondje vertier gerekend en keek een beetje op tegen een politiek statement. Maar beetje bij beetje begon het stuk me te intrigeren tot ik volledig werd meegesleept in het, welja, verhaal.
De scène is heel eenvoudig een vierkant verhoogd platform dat daardoor een beetje de indruk wekt van een boksring. Een voor een komen de verschillende standpunten aan bod met telkens bijzonder goede argumenten. Als eerste krijgen we een uitstekende Michaël Pas die de gigant Shell vertegenwoordigt als CEO. Misschien krijg je niet meteen sympathie voor het personage, maar dan toch op zijn minst begrip, zelfs voor zijn exorbitante salaris. En zo komen alle aspecten van de zaak aan bod door middel van verschillende personages: de consument, de politica, de burger, de jonge klimaatactivist die ook effectief een jongedame blijkt te zijn die gaan betogen is en zelfs gearresteerd is tijdens een van die acties.
Het is een documentaire en toch bijzonder aangrijpend: uitstekend gebracht en goed geschreven zet het stuk je vooral aan het denken. Dit is geen vrijblijvend theater, en daar waren onze leerlingen het ook over eens. Je wordt er niet meteen vrolijk van, maar gelukkig zaten er ook bijzonder grappige en spitsvondige momenten in het stuk.
Al bij al een geslaagde avond voor de Cultuurcel, daar was iedereen het over eens.
Merel liep echt moe, merkten we, en Kobe eigenlijk ook. Enfin, wij allemaal een beetje. Een rustdag was dus ideaal, maar we hebben maar drie dagen meer en we willen – ik toch – nog zoveel doen…
Het was de bedoeling dat de voormiddag gewoon rustig chillen was, maar dat was buiten de Italiaanse websites gerekend… Twee uur, twéé uur ben ik bezig geweest om tickets voor de Vesuvius te proberen bestellen. Er is geen kassa meer op de berg zelf, je moet dat dus op voorhand online boeken, samen met een parkingticket. Alleen… De site van de Vesuvius werkt met een ticketingsysteem dat voor buitenlandse banken geen QRcode toelaat, maar een bakske vraagt. Als in: een kaartlezer. Sorry, maar dàt hebben we nu echt niet meegebracht. Tsja… Ik heb het geprobeerd op de kamer, Wolf via zijn gsm, de balie heeft het op mijn computer geprobeerd, tweemaal, we hebben een soortement van Safepay geïnstalleerd – dat duurde eeuwen – om dan te lezen dat goedkeuring een werkdag of drie duurt, een medewerkster van het lokale reisbureau heeft het geprobeerd via haar computer, ik nog eens op mijn gsm… Niet dus. Noppes, nada, niente. Ik was om uit mijn vel te springen, ik wilde al gewoonweg naar huis, na dat gedoe gisteren in Napels en nu dit.
Maar toen belde Wolf naar Arwen, en die betaalde ginder vanuit België probleemloos met QR-code. Ik was eigenlijk op hetzelfde moment hetzelfde aan het doen met Delphine, mijn schoonzusje, dus nog een chance dat we ze nu geen twee keer besteld hebben! De parking, dat ging dan weer in onder een minuut, mét QR-code. Zucht…
Maar bon, vrijdag gaan we de Vesuvius op dus. Als dat maar goed gaat…
Rond half een gingen we hier dan aan het zwembad iets eten – duur voor toch iets mindere kwaliteit, maar niet hoeven te verplaatsen telt ook voor veel.
Iets over twee zaten Bart, Wolf en ik dan in de auto voor een vlotte rit richting Pompeii. We parkeerden bij een restauranteigenaar die daar vlotjes 10 euro voor vroeg en gingen binnen: 16 euro voor Bart en mij, 2 euro voor Wolf. Wow, voor de prijs hoef je het dus niet te laten.
En toen voelde ik me als een kind in een snoepwinkel. Ik had Bart moeten beloven dat we het op ongeveer anderhalf uur gingen houden, maar dat is niet helemaal gelukt omdat we echt nog helemaal terug moesten. Kwart voor drie waren we binnen, tien over vijf waren we buiten. Tsja… Maar de omstandigheden waren er ook wel naar: door de onweersdreiging was er niet zo veel volk, en halverwege zijn we ook goed nat geregend. Een malse onweersbui, geen stortbui, en ook niet zo lang: we waren nat, maar niet doorweekt, en het deed eigenlijk ongelofelijk goed en verfrissend. De zon was dan ook wat weg en de temperatuur was meer dan draaglijk.
Langer mocht het voor mijn lijf ook niet meer zijn, maar ik heb genoten. Intens genoten. Minder aangenaam was de rit naar huis terug: megafile in de tunnels, we zijn meer dan een half uur kwijtgespeeld. Tsja.
En toen besloten we, ondanks de onweersdreiging – alweer – om toch ergens in ’t stad iets te gaan eten, maar dan wel met de auto. Wat verderop dan ons gewoonlijke toertje had ik een restaurantje gevonden met een zeer goeie score. Toen ik dan ook, in de lichte regen, een parkeerplaats vond daar niet al te ver van – parkeren is hier in Italië echt een hel – leek me dat ideaal. En toen gingen de hemelsluizen pas echt open en begon het gargantuesk te gieten. Maar echt… Toen het ietsje minderde, sprong Wolf uit de auto om te gaan kijken of er nog plaats was. Alleen… bleek hij in het verkeerde te staan, nadat hij nog een paar keer geschuild had.
Bart had geen geduld meer en sprong ook uit de auto, net toen het zowat op zijn hardst aan het regenen was. Hij was dan ook nat tot op zijn onderbroek. Hij liep wel tot aan het juiste restaurant dat volzet bleek te zijn, en we zijn dan maar gaan eten in dat wat Wolf voorstelde, en dat was zeker ook niet slecht. Kobe en Merel zijn gevolgd toen het begon te minderen, ik heb gewacht tot het nog een doodgewone regen was en ik niet zo nat werd. Lopen zit er namelijk niet in voor mij, dus ja.
Maar het eten was wel meer dan oké, al was de setting misschien ietwat vreemd.
Enfin, tegen negen uur waren we thuis, wrong Bart zijn kleren uit en nam een hete douche – na verloop van tijd was hij kou beginnen krijgen – en dat was dat. Elke dag een avontuur, toch?