Sterren in Tallinn: 180° by Matthias Diether

Wij gaan al graag ne keer deftig gaan eten, dat weten jullie intussen wellicht wel. Bart gaat ook altijd voor onze citytrips op zoek naar sterrenrestaurants: we berekenen dat meteen mee in het budget.

Hier stonden we in Noblessner, een opkomende, blijkbaar bijzonder hippe wijk aan het water in Tallinn dus, voor een afspraak met twee Michelinsterren. En nee, het heeft ons niet teleurgesteld.

Aangezien we geen van beiden alcohol drinken, gingen we voor het begeleidende assortiment sappen en dergelijke, en de jonge gast die daar verantwoordelijk voor was, hebben we achteraf ook dik gecomplimenteerd: ik heb combinaties gedronken die ik niet voor mogelijk hield, maar die wonderwel pasten bij het eten. Food pairing op hoog niveau, jawel.

De hapjes kregen we eerst in een apart salon in tonen van bruin en beige. Die toprestaurants zijn qua sfeer allemaal inwisselbaar, we hadden evengoed in Gent of in Berlijn kunnen zitten.

Nadien verhuisden we naar het eigenlijke restaurant, en meteen ook de Chef’s Table, wat wil zeggen dat we aan de ’toog’ zaten met direct zicht op de open keuken, en dat vind ik dus zalig. Het blijft fascinerend om te zien hoe die mannen zo ongelofelijk op elkaar ingespeeld zijn, hoe ze alles perfect getimed klaarmaken zonder een woord te wisselen. Knap.

Het was allemaal lekker – duh – maar ik heb toch een paar keer met mijn mond open gezeten: een eerste voorgerecht met gerookte paling en foie gras: wow! Een ongewone combinatie maar ronduit verbluffend, jawel.

  • VARIATION OF CHANTERELLES
  • SEAFOOD RAVIOLO – SPINACH – SAFFRON
  • 180 DEGREES FOIE GRAS – HAZELNUTS
  • TOMATO MARSHMALLOW
  • EEL – GOOSE LIVER – CHERRY
  • SEABASS – ARTICHOKE – CALF’S HEAD RAGOUT
  • OCTOPUS – PORK SHANK – KIMCHI – GREEN PEA
  • MONKFISH – BLUE SHRIMP – BISQUE
  • DUO OF LAMB – CAESAR SALAD – POTATO
  • PRE-DESSERT
  • STRAWBERRY – WOOD SORREL – YOGHURT
    By Kay Baumgardt

Ik had uiteraard méér dan genoeg gegeten, maar ik kwam er niet met een opgeblazen gevoel buiten, en ook dat zegt wel iets.

Ga je naar Tallinn en eet je graag eens op hoog niveau? Dan is dit een aanrader.

We genoten nog even van de buitenlucht daar aan het water, dat ook.

Cuines 33

“Goh”, zei Bart, “ik heb iets voor ons gereserveerd op het einde van mei, om samen te gaan eten; het staat in uw agenda”.

Ik wist dus hoegenaamd niet wat ik moest verwachten: ik wist dat het in Knokke was en dus redelijk chic, maar niet overdreven. Dacht ik. Want toen we binnenkwamen in Cuines 33, bleek het een sterrenrestaurant te zijn met amper 16 couverts. We werden ontvangen in een soort gezellig salon, en twee van die Franstalige kakdames besloten dat het toch niks voor hen was en bolden het meteen weer af. Daar ging de opbrengst van de avond voor het restaurant, want met 16 couverts komt dat wel aan, ja. Misschien dat ze ook beter een voorschot beginnen vragen?

Enfin, we kregen een aperitief en een reeks hapjes en hadden blijkbaar geen keuze in het menu, wat overigens helemaal niet erg was. Bart had opgegeven dat komkommer een probleem was, maar er stond in de mail dat ze geen rekening hielden met allergieën, tenzij die levensbedreigend waren. Dat is het nu ook weer niet, ik word alleen kotsmisselijk – letterlijk te nemen – als ik ook maar één stukje binnenkrijg. Eén van de hapjes wees ik dus vriendelijk doch beslist af, maar daar nam de chef geen genoegen mee: hij bracht me prompt een ander zonder komkommer. Hij had gedacht dat een beetje komkommer geen kwaad kon, en het is ook niet alsof ik ervan dood ga, ik kan gewoon niet verder eten. Tsja… Maar overslaan was geen optie, daar kon zijn trots als chef niet tegen. En ja, na een paar hapjes begonnen we dat te begrijpen: er was niks bij waarvan we dachten: “Goh, niet slecht…” Alles was meteen op een bijzonder hoog niveau, niet alleen qua presentatie, maar vooral ook qua uitwerking, smakencombinaties, verfijning…

Daarna werden we via een sluisje – waar we in een nis nog een extra hapje kregen – naar het eigenlijke restaurant gebracht. Je zit er met 16 man rond een grote toog waar de koude gerechten worden samengesteld en je dus een schitterend zicht hebt. Bijzonder aangenaam zitten.

Tussendoor werden we even meegenomen naar de keuken om daar te zien hoe alles in zijn werk ging. De chef is trouwens een bijzonder gedreven, aimabele man die, doordat er maar 16 gasten zijn, ook de tijd neemt om even een praatje te slaan, wat extra uitleg te geven, over zichzelf te vertellen, dat soort dingen. Hij is bijzonder gepassioneerd en dat merk je in alles. En de gerechten? Subliem, echt waar. Ik snap niet dat dit restaurant niet bekender is, dat het trouwens geen twee sterren heeft. Voor mij staat dit vlotjes naast mijn favoriet tot hiertoe, Castor, en mag het er eigenlijk zelfs boven staan. Ik heb echt fantastische dingen gegeten…

Na het tweede dessert werden we opnieuw door het sluisje met zeer fijne eetbare sigaartjes richting het salon gebracht, waar intussen een stevige houtrook hing die helemaal de sfeer van een gezellig café laat op de avond weergaf.

En toen volgde nog een reeks friandises bij de koffie.

Man, ik heb zo ongelofelijk lekker gegeten… Bart en ik keken naar elkaar en waren het er over eens: hier willen we terugkomen. Misschien eerst nog eventjes sparen – al valt het voor deze kwaliteit ongelofelijk goed mee – maar ja, hier komen we terug. Echt.

BTW, het menu?

Bon, als ge dus iets te vieren hebt, ge weet waar naartoe. Alleen op tijd reserveren, dacht ik zo.

 

 

 

Dagje Brussel

Bart en ik zijn vorig jaar in de paasvakantie naar Lissabon geweest, maar een meerdaagse citytrip was dit jaar niet nodig, vonden we: we gaan deze zomer met het hele gezin naar Canada en dat zal ons al een arm en een been kosten, het is welletjes.

Maar dat betekent niet dat we op onze kunsthonger moesten blijven zitten, toch? Bart had de dag vrij gehouden vandaag, en zelfs al een aantal dingen geboekt. We wilden namelijk allebei graag de tentoonstellingen rond de surrealisten zien, en uiteraard dan ook deftig gaan eten, nu we toch in Brussel waren.

Wolf zette ons tegen tien uur af aan het station, tegen elf uur liepen we het Museum voor Schone Kunsten binnen. Ik wist oprecht niet hoeveel topwerken hier hangen: Rubens, Breughel(s), Marat, Bosch, Titiaan, Van Eyck, noem maar op. Eigenlijk is het te groot om in één keer te doen, mijn rug apprecieert musea ook niet zo hard, dat is te traag en te veel rechtstaan. Maar ik heb genoten, ik vond het prachtig! Dit is duidelijk een museum waar ik terug wil komen, en het was dan ook nog eens gratis als leraar.

En ook: ik geniet van de kleine details. De plooien in een gewaad, de aders op een hand, een hondje, de lelijkheid en volwassen tronies van sommige baby’s…

Soit, we liepen terug richting Bozar en zaten om half één aan tafel in het sterrenrestaurant aldaar, bij Karen Torosyan. En ja, het mag dan ‘enkel’ lunch geweest zijn, het was top. Verfijnd, origineel, niet te zwaar… En dat briochebroodje, dat was om bij te kruipen.

Bon, toch een beetje een middagdipje na dat eten, maar we moesten niet wandelen: de tentoonstelling ‘Histoire de ne pas rire’ was in diezelfde Bozar. Bij de ingang trokken we even grote ogen: drie schoolgroepen kregen uitleg van een gids, en daar kon je je als losse bezoeker zelfs bijna niet voorbij wringen. En het was er sowieso wel echt druk: de tentoonstelling is duidelijk populair. Terecht, overigens: we zijn er een pak langer gebleven dan verwacht en dan mijn rug eigenlijk toeliet. Tsja.

Ja, Bart en ik zijn allebei ook nogal zot van typografie, voor alle duidelijkheid. Knap, knap. Blij dat ik het gezien heb!

Maar toen wilde de rug echt niet meer mee, en ik voelde me eigenlijk ook niet zo lekker. Bart legde de connectie voor me: het dessert was sabayon, met dus alcohol in, en ja, dat was dus het gevoel van misselijkheid. Meh.

Bon, we liepen terug, namen de trein, lieten Wolf ons ophalen, en ik plofte in de zetel. Heerlijke dag gehad, dat zeker. Zo eentje waarvan de batterijen opladen.

Lissabon dag 2

Na een toch wel goeie nachtrust zaten we om kwart voor tien aan het ontbijt: ze eten hier duidelijk vooral taartjes en zoetigheden ’s morgens vroeg. Maar mij hoor je niet klagen hoor!

Ik lag wel strijk met Merel. Ik stuurde namelijk volgend filmpje naar haar door, en kreeg een kurkdroog filmpje terug.

Eigenlijk hadden we een rustige ochtend gepland zodat we tegen half een konden gaan eten bij Alma, een tweesterrenrestaurant hier wat verderop. Maar Bart en ik zijn geen stilzitters, en dus gingen we voor een “klein” ochtendwandelingetje. Dankzij de verschillende labcaches kwamen we op prachtige plekjes, en vooral ook prachtige kleine kerkjes die gewoon ingebed zijn als een rijhuis. Fernando Pessoa is ook alomtegenwoordig.

En toen was het tijd voor lunch, iets waar ik eigenlijk, achteraf gezien, niet helemaal op gekleed was, met mijn zomerbroekje en mijn sneakers. Het volk dat er al zat, leken wel figuranten, zo perfect pasten ze in het interieur.

Maar het eten was wel echt super: Alma heeft niet voor niets twee sterren…

Bart en ik besloten dat we nu echt wel een middagdutje nodig hadden: het was inmiddels een uur of vier, we moesten nog een eindje wandelen en we hadden echt wel te veel gegeten. Nap time, dus.

Tegen een uur of zes raapten we onszelf opnieuw samen voor een stevig wandelingetje, naar het Castelo de San Jorge. Mario, onze chauffeur van gisteren, had ons sterk aangeraden om niet in de voormiddag of vroege namiddag naar het kasteel te gaan, maar tegen een uur of zeven, zodat we de zonsondergang boven Lissabon zouden zien. De mens had geen ongelijk. Hij had wel gezegd dat we misschien best een taxi namen, maar dat wilden we dan weer niet: ik heb wel geen conditie, maar ik ben nog niet doodgevallen van een beetje klimmen, ik moet alleen regelmatig even stoppen.

Maar het uitzicht alleen al was het waard, en dan was er nog het prachtige kasteel zelf!

We hebben er toch wel een uurtje rondgelopen, ja, terwijl overal om ons heen de pauwen lawaai zaten te maken, maar op het eind werd ik wel beloond met eentje die zijn staart wilde openzetten.

En toen was er natuurlijk de zonsondergang.

Tijd om terug naar beneden te gaan, richting Alfama, met het idee daar iets te eten en hopelijk ook een avond fado mee te pikken. Alleen had Bart de instructies van een online gids iets te letterlijk genomen: “vanaf de Praça de Comercio” kan je makkelijk Alfama bereiken”. Dat klopt, als je nog twintig minuten rond de heuvel van het kasteel wil lopen. We zijn dus langs de verkeerde kant naar beneden gekomen, waardoor we nog een klein half uur aan een stevig tempo langs de Taag moesten stappen. Tsja.

Tegen dan hadden we behoorlijk wat honger, en bleek Alfama redelijk doods te zijn. Achteraf hoorden we van onze gids Mario dat dat deels lag aan het Paasweekend, dat dan alles langer dicht is. Meh.

We lieten ons binnen lokken in een piepklein restaurantje, waar we een zalmsteak aten van bedenkelijke kwaliteit. Fado hebben we die avond niet gezien, alleen een troosteloze buurt en een Uber richting hotel.

Een hele fijne dag met een iets mindere avond, maar dat weegt gelukkig niet tegen elkaar op.

The Jane

Ik denk dat het dik twee jaar is dat ik probeerde een reservatie vast te krijgen in The Jane op zaterdagavond. Toen ik dan drie maand geleden de kans kreeg voor een zondag, zei ik foert en boekte dat dan maar. Zaterdagavond is fijner wegens de volgende dag lekker kunnen uitslapen, Bart die dan ook wijn kan drinken en mijn pa die we dan niet moeten afzeggen, maar bon.

Het plan was oorspronkelijk om in de vroege namiddag naar Antwerpen te vertrekken voor een museumpje, een wandeling en dan het eten, maar het weer, euh, wilde niet meewerken, om het met een understatement te zeggen.

We hadden nochtans op het moment zelf wel geluk: ik had er een parkeerplaats bij geboekt, maar die ligt toch nog op een paar minuten wandelen. Ze hadden paraplu’s voorzien, maar dat bleek gelukkig niet nodig te zijn.

Enfin, het werd een aangename avond, maar het had voor mij geen wow-effect, om eerlijk te zijn. Ik weet nu al dat ik daar een groot deel van ga vergeten, terwijl ik bepaalde gerechten uit bv. Hertog Jan me wel nog levendig kan herinneren. Maar lekker was het zeker, dat mag ook wel voor dat geld.

Het menu was 260 euro per persoon, de aangepaste sappen, alcoholvrij, nog eens 100 per persoon, jawel. En wat kregen we precies?

Zeekat – sobacha, kokkels yuzu, groene thee
Drank: Passionfruit – Jalapeño, Galangal

*
Grijze garnalen – Old Groendal, Mary V gefermenteerde tomaat
Drank: Mary V – nori, Eastern Scheldt water

*
Hamachi dry-aged – foie gras, aardbei, Japanse pruim, sancho
*
Noordzee tiradito – aji amarillo, radijs, tapioca, bloedsinaas
Drank: Dulse – BRON kombucha
*
Zeeuwse platte oester – chutoro, zeewier, karnemelk, broodmiso
*
Kabeljauw – langoustine, manzanilla, schorseneer, varkenspoot
*
“FLUX” – Kagoshima Wagyu ‘Aylin Hazel’
Drank: Negroni – Rosemary, bergamot

*
Ilper kip – witlof, aardpeer, ‘boudin’, stoofpeer
Drank:  Blackberry – Timut pepper, Fermented cranberry

*
Clementine – schapenkaas, granola, duindoornbes, bergamot
Drank: Wakame – Lime, elderflower

*
Kweepeer – mezcal, PAKT laurier, beurre noisette, manjari

Je moet ook voor de sfeer zijn: vrij ‘rock ‘n’ roll”, met niet bepaald muzak maar eerder beats, of op een bepaald moment Depeche Mode. Ook de bediening is vlot en ietwat ongewoon, en het geluidsniveau was algemeen ook vrij hoog. Tsja. Maar de omgeving, in het Groen Kwartier, is echt prachtig.

Ik ben blij dat we er eindelijk geraakt zijn, maar het hoeft niet opnieuw voor me. We hebben nog massa’s restaurants af te gaan.

 

Oak

Ik had het Bart al ontelbare keren doorgestoken: dat er nog een sterrenrestaurant was hier in Gent dat ik niet kende, dat hij er al ontelbare keren was gaan eten, en dat ik er nog steeds niet geweest was.

Hij had me de 17de doen uitblokken in de agenda om iets te eten voor onze huwelijksverjaardag, en vandaag wist hij me te vertellen dat het per fiets zou zijn. Ha bon, dat liet niet veel opties open natuurlijk ^^

Dus ja, tegen zeven uur waren we in de Hoogstraat in Oak. De ingang is bijzonder onopvallend, een beetje sjofel zelfs, met losliggende tegels en zo. Maar binnen is het wél aangenaam, en tegenwoordig is er ook een eerste verdieping, waar Bart en ik aan het raam zaten en dus alle passanten konden bekijken. Waarover trouwens later meer.

Bart ging voor de volle acht gangen – normaal gesproken zeven, maar de chef had vandaag nog een specialleke – en ik voor de zeven, dat was al meer dan welletjes.

Het begon met een resem hapjes: pizza bianca, eiersalade soufflé met Holsteiner, gepekelde groente, gefermenteerde zwarte bonen, gebrande mais en bieslook, venkel en pompoenpit.

Intussen was ons opgevallen dat er buiten een koppel al een paar keer gepasseerd was aan de overkant: de Begijnengracht in tot het einde, terug tot aan het kruispunt met de Begijnhoflaan en opnieuw. Zij was driftig aan het bellen, hij volgde haar redelijk slaafs met zijn koptelefoon op.

Bij ons volgde er een voorgerecht van krab met nori, dan hamachi (een soort vis) met tahini, en vervolgens doperwtjes met vin jaune. Waarbij wel een keer of drie beklemtoond werd dat dit een vegetarisch gerecht was. Alsof dat iets speciaals is?

Buiten liep de jongedame nog steeds heen en weer, hij had intussen afgehaakt en was verdwenen.

Wij kregen een stukje zeeduivel in miso, en dan een stukje Baskisch rund Txogitxu op de barbecue. Voor Bart zat daar nog een Aziatisch gerecht met paling tussen.

Buiten was de jongedame, nog steeds vertwijfeld telefonerend, op de ‘zulle’ gaan zitten van de voormalige Pizza Roma, en hij was erbij komen zitten met een fles water, een ijsje en een zak chips voor haar, die ze verbeten naar binnen propte terwijl ze af en toe haar ogen afveegde.

Bart koos een kaasplank in plaats van dessert, ik kreeg een dessert met kers en kardemom, en daarna een tweede dessert met passievrucht en chicorei.

En buiten? Daar was zij weer beginnen lopen, ik telde toertje 31, gene zever. Ze waren dus al aan het lopen toen wij toekwamen, en toen we op de fiets zaten, passeerde zij nog steeds. Bizar, bizar, en hoogst vermakelijk. Ik had er gewoon medelijden mee.

Maar wat vond ik nu van Oak? Wel, zoals Bart het stelde: he was underwhelmed. Het was zeer goed, maar niet wat ik verwacht had, en hij zei dat het niet het niveau had gehaald dat hij eigenlijk gewoon was. Het was allemaal lekker – uiteraard – maar er waren geen gerechten bij waardoor ik van mijn stoel werd geblazen, en dat verwacht je eigenlijk wel een beetje voor die prijs.

Mja. Maar al bij al wel een zeer aangename avond gehad met mijn lief, en dat was de bedoeling.

 

Chambre Séparée

Al tijden geleden had Bart deze woensdagavond in mijn agenda uitgeblokt. Geen ideale keuze, zo bleek, want ik had eigenlijk quiz, een lezing die ik zeer graag wou bijwonen, én een vergadering van het Certaminacomité. Die geen van allen in mijn agenda stonden, dus Bart had groot gelijk. En uiteraard kreeg mijn echtgenoot voorrang, zeker toen ik wist wat de plannen waren.

We hadden het al lang gezegd dat we naar de nieuwe locatie van Kobe Desramaults wilden, zeker omdat het gewoon in ons eigenste Gent is. En ja, het was vreemd om in “den RTT” een chique restaurant te zien, in plaats van verouderde blauwe pluchen zetels en pancartes en oude telefoons, zoals ik dat nog van 30 jaar geleden in mijn hoofd heb.

We namen plaats in de zeteltjes vooraan met een aperitiefje en een paar hapjes, en werden na een kwartiertje of zo naar onze plaats aan de “toog” geleid: zowat iedereen zit inderdaad te kijken naar de volledig open keuken, waardoor je elk gerecht door de handen van de verschillende chefs ziet gaan, en waarbij je ook een prachtig zicht hebt op de houtvuren waarop alles klaargemaakt wordt. Zoals Bart het stelde: het is eigenlijk een spektakel, een show, en die is schitterend.

Het menu heb ik hier, tijdens het typen, niet bij, die voeg ik later wel toe. Wel kan ik al de foto’s laten zien. Geen goeie foto’s, wegens snelle snapshots met de GSM, maar het geeft wel een idee.

En het eten, tsja, dat was bijzonder lekker, en veel, maar wel snel na elkaar en soms zenuwachtig, iets wat ik me nog herinner van In De Wulf ook.

Ik was wel wat verschoten van de prijs: het was als eensterrenrestaurant een derde duurder dan De Jonkman, dat twee sterren heeft en waar we een gelijkaardig menu hebben gegeten. Al was daar de show lang zo goed niet.

Oh, en het was ook de eerste keer dat ik na een restaurantbezoek mijn kleren in de wasmand moest gooien wegens een heerlijke kampvuurgeur ^^

Al bij al een zeer fijne avond gehad met mijn liefste. Dank u, schat!