Aether 11: het experiment

De spelleiding – ofte regie, zo u wil – van Aether had weer een fijn rolletje voor me uitgedacht: een naïeve, wereldvreemde non die even hard in de wetenschap als in haar religie gelooft. De plot: mijn onderzoeken gaan over het weghalen van kunstmatige lichaamsdelen – de-igorisatie – en die vervangen door donordelen, zodat de persoon in kwestie weer een menswaardig leven krijgt. Er lagen verslagen van mislukte experimenten in mijn labo, maar blijkbaar “doe je dat niet, andermans papieren doorsnuffelen”. Die zijn dus niet naar de spelers geraakt.

Vrijdagavond kwam een man met een onbruikbare kunstarm vragen om die te vervangen, ondanks alle risico’s die daaraan verbonden zijn, en kreeg ik – o toeval! – net een vers lijk binnen. Daar werden eigenlijk geen vragen rond gesteld. Bon, deze voormiddag voerden ikzelf en een drietal spelersdokters de operatie uit, met een contract en formele toestemming, en werden er geen ethische vragen gesteld. Tegen de avond begon de arm af te sterven en volgde een levensreddende spoedoperatie. Opnieuw: no questions asked.

Intussen liep ik rond met een afgehakte hand in een open doosje, wat enige verbaasde blikken opleverde, maar meer ook niet. Hmm….

Soit, ik heb me bijzonder goed geamuseerd met gans dat stukje plot, ik heb bijzonder fijne interacties gehad met medespelers en de gezichten waren soms wel de moeite, ja. En daarnaast heb ik tal van schotwonden verzorgd, levens proberen redden, patiënten verloren en is de arme wereldvreemde zuster compleet beginnen flippen wegens te veel: te veel volk in haar anders zo rustige klooster, te veel geweld, te veel indrukken, te veel gedoe. Ik ging dan met een van de priesters/dokters, die samen met mij die patiënt verloren had, even rustig praten. En toen gingen we de kerk binnen en bleek daar een aartsengel te staan, in interactie met een aantal anderen.

Soit, het heeft een uur fijn spel opgeleverd: gezongen, gepraat, ‘gebeden’ en vooral helemaal tot rust gekomen.

Yup, en toen was het half vier. Alweer. Maar yes, een hele fijne Aether.

Richting Keulen

Jawel, ik ben zo zot om vandaag voor een larp tot voorbij Keulen te rijden, zo’n 3.5 uur rijden zonder de pauzes te rekenen. Daar gaat namelijk Aether door, een steampunklarp. En ja, ze zijn goed zot om zo ver te gaan zoeken naar een locatie, maar zodra ik het domein zag, snapte ik volledig dat ze er de afstand voor over hadden: het moet vroeger een klooster geweest zijn, en jawel, daar spelen we ook in. Er is een grote eetzaal, een groot salon, een nog veel grotere bibliotheek met meer dan 3000 boeken, schat ik, en voldoende kamers om meer dan 100 personen te slapen te leggen, met modern en proper sanitair. Maar: er zijn nog een hoop kleinere kamers voor onderzoeksruimtes voor de wetenschappers, voldoende ruimte voor de regiekamer, en vooral: op kelderniveau is er ook nog eens een volledige bruine kroeg, ideaal voor de Shamrock, de Ierse pub die er ook altijd moet zijn. En als extraatje: een heuse kerk, eentje die ontwijd is en waar we dus gerust zelf kunnen spelen en ons ding kunnen doen. Er staat overigens ook een echte kapel, maar aangezien die nog steeds gewijd is, laten we die gewoon met rust.

Enfin, reden te over om toch naar Keulen te rijden. Jarne reed als vanouds mee en ging ermee akkoord om mijn pakezeltje te zijn – lees: al mijn spullen naar de slaapkamer te dragen en terug – in ruil voor het vervoer.

Na zo’n kleine 300 kilometer zijn we even gestopt voor een plaspauze en een koffie – we waren vertrokken rond drie uur – en ook om bij te laden. Dat laatste was op dat moment nog niet strikt nodig, maar ik vreesde dat we de bestemming misschien wel zouden halen, maar niet meer voldoende stroom zouden hebben om nog terug in Keulen te geraken om daar dan te laden. Het was overigens amper de tweede keer dat ik extern ging laden, en de vorige keer was ook op een Aether, mét Jarne, in oktober 2022. Toen ging dat niet zo vlotjes, maar intussen is er wel één en ander veranderd qua laadfaciliteiten. Op een half uurtje aan de snellader had ik zowaar 150 extra kilometers op de teller staan, ofte van 42% naar 80%: wat een luxe!

Het was donker en nat toen we ter bestemming aankwamen, maar dat stoorde niet meteen: ik kon mijn auto gaan parkeren en tegen dan had Jarne een kamer voor ons gevonden én lagen al mijn spullen boven: dik in orde!

Helaas miste ik het begin van het spel: ik moest het hele weekend een non spelen, maar er waren blijkbaar niet voldoende nonnenkapjes, en die waren eventjes allemaal in gebruik voor een misdienst. Tsja…

Maar ik heb me wel prima geamuseerd die eerste avond, al ben ik relatief vroeg gaan slapen omdat de rug niet mee wilde. De week is echt gewoon te zwaar geweest…

Lectuur: “Le Royaume Immobile (Le Paris des Merveilles #3)” van Pierre Pevel

Na boek twee volgde, met enige tussenboeken, ook boek drie van deze reeks. In de eerste twee schetst de auteur vooral de wereld en zijn personages, waarbij die uiteraard wel een en ander meemaken.

Opnieuw duikt Pevel in de wereld van de magie, maar eigenlijk nog meer in die van de detective: Griffont moet proberen een goede vriend te vrijwaren van de beschuldiging van moord. Tegelijk moet de barones achterhalen waarom bepaalde anarchisten na zo veel jaar opnieuw op het oorlogspad zijn en ze terreuraanslagen plegen. Hangen beide zaken samen, of… En wie zit er eigenlijk achter de schermen aan de touwtjes te trekken?

Pevel brengt hier gewoon meer van het uitstekende zelfde: een detectiveverhaal met charmante hoofdpersonages in een magische steampunkwereld rond de jaren 1900. Spannend, meeslepend, vlot geschreven, licht.

Ik kijk uit naar een volgende deel!

Lectuur: “La Tempête des échos” (La Passe-Miroir #4) van Christelle Dabos

Eerlijk? Ik vond dit vierde en laatste deel van La Passe-Miroir een pak minder sterk dan de vorige. Misschien is het nieuwe er wat af? Feit is dat deel 4 zich op dezelfde arche afspeelt als de vorige, dus ook in Babel, zij het een ander deel. Ophélie laat zich vrijwillig opsluiten in een soortement gesticht omdat ze daar antwoorden kan vinden op de vraag waarom de wereld aan het vergaan is. Letterlijk, want de bestaande stukken wereld brokkelen af en telkens sneuvelen duizenden mensen.

Ophélie weet dat ze de kennis in handen heeft om die ondergang tegen te gaan – een held die de wereld moet redden, iemand? – maar kan die niet ontsluiten. Opnieuw moet ze een aantal fysieke en mentale beproevingen ondergaan, maar uiteindelijk slaagt ze er wel in haar antwoord te vinden. Maar het blijft maar de vraag, natuurlijk, of ze daar dan ook iets mee is…

Dabos wil in dit laatste deel eigenlijk te veel uitleggen, en dat stoort. Soms is die uitleg metafysisch en moet je het een keer of drie lezen voordat je er ook maar een iota van snapt, andere dingen zijn gewoon totaal irrelevant voor de rest van het verhaal. Sommige dingen zijn ook gewoon niet logisch, maar daar krijg je dan weer geen uitleg voor. De wereld zit nog steeds knap in elkaar, maar hier en daar is er toch een los eindje dat niet logisch ingewerkt geraakt. En vooral: het steampunkkantje, de fantastische werelden van Anima en de Pool komen gewoon niet meer aan bod. Jammer jammer jammer, want dat maakte het net interessant, samen met een aantal personages dat zonder meer aan de kant geschoven is.

Nog steeds goed, maar toch beduidend minder dan de voorgaande. Tsja. Het kan niet altijd 5 sterren zijn, toch?

Lectuur: “La Mémoire de Babel” (La Passe-Miroir #3) van Christelle Dabos

OPGELET: lichte spoilers!

Op het einde van het tweede boek was Ophélie verplicht teruggebracht naar Anima, haar eigen ‘planeet’ waar ze zich hopeloos verloren voelt, zonder doel, en ook zonder Thorn. Maar wanneer er zich een kans voordoet, ontsnapt ze en gaat ze richting Babel, een oosters aandoende arche waar ze vooral heel veel opzoekingswerk doet naar wat de wereld om zeep heeft geholpen en waar ze, wonder boven wonder, ook Thorn terugvindt. Maar uiteraard moet ze zich in honderdduizend bochten wringen, zit ze in een overgecontroleerde omgeving waarin Big Brother nooit ver weg is, en ziet ze gewoonweg af, zowel mentaal als fysiek. Zo hoort dat blijkbaar ook, in deze reeks.

Maar de spanning is regelmatig te snijden, de plot is ingewikkeld maar goed opgebouwd, de personages zijn nooit helemaal goed of helemaal slecht, en de steampunk sfeer is zelfs nog iets meer aanwezig op Babel dan in de vorige boeken. Ik blijf echt wel fan en ik ga door de boeken als een mes door de boter. Of zoals Wolf zegt: “Mama, je bent echt wel weer heel veel aan het lezen, he? Overdrijf je niet een beetje?”

Misschien wel. Maar deze boeken moeten dan maar zo leuk niet zijn.

 

 

Lectuur: “Les Disparus du Clairdelune” (La Passe-Miroir #2) van Christelle Dabos

Was ik door deel één gestoomd, dan was dat voor deel twee van deze Franstalige steampunk fantasyreeks niet anders.

Het verhaal loopt gewoon verder, waar het bij boek één geëindigd was op een cliffhanger. Ophélie bevindt zich nog steeds op Le Pôle bij haar verloofde, maar het is niet alsof ze een connectie kan maken met hem: zij wil hem niet en hij wil haar duidelijk ook niet. Maar er is intussen wel iets zeer vreemds aan de hand: er verdwijnen mensen in zeer onduidelijke omstandigheden.

Ophélie gaat, ondanks de bedreigingen die haar van alle kanten omgeven, op onderzoek uit en probeert alle illusies aan het hof van de Pool te doorprikken, wat haar niet bepaald in dank wordt afgenomen.

Dabos gaat verder op het ingeslagen elan en blijft het bij momenten ongemeen spannend maken. Ja, het blijft young adult en er komen een hoop emotionele problemen bij, maar eigenlijk is dat helemaal niet erg. De steam punk sfeer wordt nog sterker en de wereld krijgt nog meer vorm.

Ik blijf fan. Echt.

 

Lectuur: “Les Fiancés de l’hiver” (La Passe-Miroir #1) van Christelle Dabos

Wolf kwam onlangs naar beneden met een tip voor mij: “Mama, ik ben een Frans boek aan het lezen, en ik denk dat jij dat wreed wijs gaat vinden.”

Mijn wenkbrauwen gingen omhoog: Wolf die leest en iets nog goed vindt ook, en dan nog in het Frans, of wa? Bleek dat hij enkel de eerste twee hoofdstukken moest lezen, maar dat het Franstalige, zeer goed geschreven fantasy bleek te zijn. Yup, mijn interesse was geprikkeld.

Dat bleek overigens zeer terecht: mijn zoon kent mij goed, ja. Het verhaal is gesitueerd in een compleet nieuwe wereld, of althans een verre toekomst waarin onze huidige wereld geëxplodeerd is en grote stukken – des arches – zweven in een vaste baan rond een ontoegankelijke kern. Elk stuk heeft zijn eigen kenmerken waarin wel een aantal kenmerken van hedendaagse landen terug te vinden zijn. Alleen hebben veel van de inwoners een speciale gave ontwikkeld, specifiek per ‘arche’. Zo is er Anima, het stuk waar Ophélie geboren is, en waar veel inwoners in staat zijn materie te manipuleren. Dat hun huizen en hun inboedel dan ook vaak geanimeerd zijn – letterlijk – en een eigen karakter hebben, dat moeten ze er dan maar bij nemen. Anima straalt de sfeer uit van een conservatief, gemoedelijk Frankrijk, en Ophélie heeft een dubbele gave: ze kan door aanraking het verleden van objecten ‘lezen’ en zich verplaatsen via spiegels.

En dan is er bijvoorbeeld ook Le Pôle, een zeer hiërarchisch gestructureerde ‘arche’ waar een polair klimaat heerst en dat nog het meest doet denken aan keizerlijk Rusland. De inwoners zijn er meesters in de illusie, maar ook bijvoorbeeld in gedachtenlezen en dergelijke. En laat daar nu ene Thorn wonen, een zeer enigmatisch figuur dat tegen wil en dank de verloofde wordt van Ophélie. Zij wordt gedwongen hem te volgen naar de Pool, maar er blijken – uiteraard – heel wat andere motieven mee te spelen…

Ik was, zoals gezegd, zeer, zéér aangenaam verrast. Dabos schrijft een helder, verzorgd, zeer bloemrijk proza in de passé simple, en ik was wel blij dat ik elektronisch las zodat ik regelmatig woorden kon aanklikken met de woordenboekfunctie. De wereld is zeer knap en logisch opgebouwd, heeft een sterk steampunk gevoel en ja, Ophélie is jong en heeft een eerste relatie, je kan het ook young adult noemen, denk ik.

Niet gedacht, maar ik las deze 600 pagina’s op een dag of vier en ging meteen voor deel twee: echt een van de betere reeksen. Zitten er minpuntjes aan? Tuurlijk: soms gaat het verhaal wat traag, en Ophélie kan echt soms een twijfelende, chronisch verkouden zaag zijn, maar meestal gaat het verhaal aan een immens tempo, is het intens spannend en, tsja, gewoon goed geschreven.

Aanrader? Vast en zeker!

Lectuur: “Perdido Street Station (New Crobuzon #1)” van China Miéville

Ik weet eigenlijk niet of ik dit onder fantasy of science fiction zou zetten. Een beetje de twee, denk ik zo. Want de wereld die Miéville in dit boek schetst, is op zijn minst vreemd te noemen. Veel fantasy blijft dicht bij de werkelijkheid, met misschien wel wat magie, of een andere wereld of zo, dat wel, maar herkenbaar.

Miéville gooit het radicaal over een andere boeg. Nee, het is geen ruimte fiction, helemaal niet, maar de wereld is duidelijk helemaal alien. De wereld van Crobuzon is bevolkt met mensen, maar daarnaast ook khepri, een wezen uit de Egyptische mythologie met een scarabee als hoofd, vodyanoi, een soort uit de kluiten gewassen kikker, cactacae, wandelende cactusmensen, en gharuda, geantropomorfiseerde roofvogels. Er zijn nog andere wezens, maar deze vijf soorten leven min of meer vredevol samen.

Hoofdpersonage is Isaac, een geflopte wetenschapper. Geflopt wegens niet betrouwbaar genoeg, te chaotisch, te weinig de regels volgend… Maar Isaac stoot op een nieuwe manier van energie opwekken, een baanbrekend onderzoek, en laat intussen ook per ongeluk een wezen ontsnappen dat de ondergang kan betekenen van niet alleen de stad maar uiteindelijk zowat het hele continent. Hij probeert het heft in eigen handen te nemen en een oplossing te bedenken en krijgt daarbij gelukkig de hulp van het meest onwaarschijnlijk stelletje, goh, vrienden kan je het zelfs niet noemen. Maar het loopt – uiteraard – bij momenten grondig fout, en Miéville schuwt de weerzinwekkende beschrijvingen niet. De stad is grauw, groezelig, ademt een steampunk-sfeertje uit en is duidelijk niet aangenaam om in te leven.

De auteur springt van het ene personage naar het andere qua vertelpunt en schetst een wonderlijk coherente wereld met een bizarre maar al bij al aannemelijke plot.

Ik heb vrij lang gedaan over het boek, maar het liet me ook niet echt los. Ga ik de volgende boeken in de reeks lezen? Wellicht wel, maar nu nog even niet. Daarvoor ligt het me iets te zwaar op de maag.