Droom…

Soms droom ik ervan een gedeeltelijk gehandicaptenstatuut te krijgen.

Niet dat ik ook maar één euro uitkering wil of een parkeerkaart, nee, ik zou gewoon willen dat mensen mijn rugprobleem au sérieux nemen. Dat mijn bezwaar om te gaan tellen op de verkiezingen – ik kàn niet al die uren zitten – aanvaard wordt. Dat ik niet aan het zeveren ben als ik op de parking van het grootwarenhuis vraag aan iemand om alsjeblief mijn tas in de auto te zetten. Dat ik helaas niet meer mee kan naar een concert of zelfs maar een receptie als ik niet af en toe kan zitten.
Omdat het knauwt aan mijn ego van energieke vrouw dat ik dat niet meer kan, al die dingen. Omdat elke medisch geschoolde die mijn röntgenfoto’s ziet, grote ogen trekt en niet begrijpt dat ik een full time job heb en een huishouden en hobby’s.

Gewoon, dat ik aan mensen kan bewijzen dat het geen plantrekkerij is, dat achter die façade, goed humeur en grote bek wel degelijk bij momenten een hoop pijn schuilt.

En dan dank ik mijn gezin dat zij zelfs geen woord nodig hebben, dat ze aan mijn gezicht voldoende zien dat het niet gaat, dat de kinderen spontaan de volle wasmand naar beneden brengen, en komen aanlopen om de auto uit te legen als ik boodschappen heb gedaan. En dat ze mijn hoekje in de zetel waar ik languit lig, niet als een verworven recht beschouwen maar als een noodzaak.
En dank ik mijn directie omdat die me goed genoeg kennen en er rekening mee houden. En omdat ze weten als ik zeg dat ik iets niet kan, dat dat ook gewoon zo is.

En dus droom ik van zo’n gehandicaptenstatuut, gewoon omdat ik aan mensen zou kunnen bewijzen dat het echt is.