Even bij de rugspecialist

Omdat de rug nu toch wel al héél lang ambetant doet – sinds eind oktober – en ik twee stevige episodes kort op elkaar had, besloot ik om alsnog langs te gaan bij de rugspecialist.

Zeven jaar geleden, toen het allemaal fout is gelopen, had hij gezegd dat hij me eigenlijk niet meer hoefde te zien als er niks echt veranderde: ik ging af en toe wel een opstoot krijgen, maar dan moest ik maar langsgaan bij de huisdokter en daar een week (of twee) rust vragen, maar meer niet. Hij kon er toch niks aan veranderen, verbeteren gaat het niet doen, en een nieuwe scan zou wellicht niks nieuws opleveren.

Bon, ik heb die mens dus inderdaad zeven jaar niet gezien. Tot vandaag. Ik legde hem uit dat ik op mijn tandvlees zat, dat de rug niet meer wilde meewerken zoals hij dat de vorige jaren wel deed, en dat er aan de rechterkant een extra zenuw of pees of godweetikwat lastig deed, en dat ik bij een episode minder bewegingsmogelijkheid had dan daarvoor.

Hij luisterde en kwam tot de conclusie die ik vooraf sowieso al wist maar waarvoor ik toch moest langsgaan: een MRI-scan (over drie weken op zaterdag), een SPECT-scan (zo eentje waarbij ze radioactieve stof inspuiten en dan na een paar uur kunnen zien waar die isotopen zich ophopen en er dus problemen zitten) op een donderdag  en dan de eerste week van februari terug naar de specialist. Want ja, zonder scans kan die mens niks vaststellen, door een keertje te kijken naar die rug weet hij niks.

Enfin, ik ga dus wachten op de conclusies van die scans en van de specialist vooraleer ik verder ga met de aanvraag van een (beperkte) handicap en alles erop en eraan. Extra medische gegevens kunnen geen kwaad, want de vorige zijn al van, jawel, zeven jaar geleden.

Allez hup. Weer een stapje verder.

Poep kut kak – zoals Kobe zou zeggen

Blijkbaar was de rug er nog niet aan toe om te herbeginnen en waren de voorbije dagen ook niet zo heel licht. Tsja.

Woensdag drie uur lesgegeven, donderdag vijf uur, vrijdag vier uur, dus dat valt best wel mee. En het feestje zaterdag wijselijk aan me voorbij laten gaan, maar netjes in de zetel gebleven en examens opgesteld.

Maandag was echter lastiger: vier uur examentoezicht. De collega’s hadden er wel voor gezorgd dat ik in een relatief kleine klas zat, zodat ik eigenlijk kon blijven zitten in plaats van te patrouilleren – zo lief en meedenkend zijn ze! – maar ik moest wel af en toe richting de andere kant van de school om daar te kijken of er vragen waren: ik had in drie lokalen tegelijk examen. Op zich dus niet zo belastend, maar vier uur op een stoel zitten is sowieso moeilijk.

Dinsdag was lastiger: toezicht van half negen tot tien, dan les tot twaalf met tussendoor toch nog even gaan kijken of er vragen waren. De collega’s hadden me wel gezegd even te gaan liggen tussen half tien en tien – we waren met voldoende – en dat heb ik dankbaar aanvaard. Mijn middagtoezicht was doorgegeven aan een andere collega, zodat ik thuis kon eten en liggen. En dan nog les van kwart voor twee tot half vier, en om vijf uur kine. Die stelde vast dat al mijn spieren verkrampt waren en probeerde alles zo veel mogelijk los te zetten, maar bon.

Woensdag voelde ik wat meer pijn, maar ik dacht dat het gewoon oververmoeidheid was en legde het naast me neer, want tot maandag moet ik niet meer op school zijn, alleen nog thuis verbeteren, en dan kan ik op eigen tempo doen. Dacht ik.

Want toen vonden de hernia’s dat ze zich dringend moesten komen moeien, samen met een zenuw in mijn rechterheup die zich ergens tussen had geklemd. Resultaat: ik kan geen kanten meer op. Het gaat niet. Gisterenavond nam ik voor de zekerheid al mijn stok mee naar boven, deze ochtend was ik aangewezen op de rollator.

Ik kan me nauwelijks wassen, ik kan me niet zelf aankleden, ik geraak met moeite in en uit mijn zetel en elke beweging doet pijn. Verbeteren zit er voorlopig niet in, ik lees en kijk tv, dingen die ik zo plat mogelijk kan doen.

Voor het eerst – ik kan me dat toch niet herinneren van de vorige keren – is het ook moeilijk om naar toilet te gaan: mijn rug buigt zó weinig mee dat het bijzonder moeilijk en pijnlijk is mezelf proper te maken. Het lukt, maar daarna moet ik gaan liggen van de pijn.

Bon, ik heb dit eerder meegemaakt, ik weet dat ook dit voorbij gaat, maar dat ik het een week tot tien dagen moet geven. Wat ik eigenlijk niet heb, als ik mijn examens wil verbeterd krijgen. Nog een ongelofelijke chance dat alles netjes gekopieerd en ingediend is, de collega’s kunnen mijn examens afnemen.

Maar het is dus wel weer van dat. Serieus, als dit frequenter wordt, wil ik echt niet oud worden. En er valt, helaas, niks aan te doen.

Balen

Zucht.

Ik baal als een stekker, maar het zat eraan te komen: de dokter heeft me twee weken thuis gezet. Eigenlijk wilde ze dat nog langer, maar ik wil mijn leerlingen minstens nog één keer zien voor de examens beginnen.

De rug doet het namelijk nog steeds absoluut niet, integendeel. Vorige week maandag was ik naar de arbeidsgeneesheer geweest, en die had me aangeraden om tegen de acute rugpijn – heviger dan anders – tien dagen ontstekingsremmers te nemen, zodat de veronderstelde ontsteking zou genezen. Alleen mag je dan misschien niet zo actief blijven als ik wel gedaan heb, denk ik dan. In de vakantie heb ik me koest gehouden, maar er waren de heftige repetities voor het koorconcert waar ik misschien wel koppiger geweest ben dan verantwoord was. Aan de andere kant: voor dat ene stuk waren we echt met weinig tenoren en konden ze me écht wel gebruiken. En als ik een engagement aanga, probeer ik me daar ook aan te houden.
Gisteren vroeg onze huidige – waarnemend want de eigenlijke directeur is ziek – directeur of het ging, en ik moest toegeven dat ik op mijn tandvlees zat, dat ik bij momenten misselijk was van de pijn, en dat ik de schoolraad ’s avonds niet zag zitten, maar die wel online vanuit mijn zetel wilde bijwonen. Nu, ze kent me ook wel al een beetje en zei dat mijn gezondheid prioriteit kreeg, dat ze begreep dat ik zo vlak voor de examens eigenlijk niet wilde opgeven, maar dat ik altijd online mocht lesgeven, dat ze dan wel voor de praktische kant gingen zorgen. Ze wist dat dat vlot ging van tijdens de coronaperiode, en als dat me zou helpen, dat dat dus ook kon.
Wel, dit is nog maar eens een bewijs van warme school. Echt, mijn school -welke tekortkomingen er ook mogen zijn zoals op elke school – mijn school is de warmste die ik ken. Zorgzaam, meedenkend, oplossingsgericht…
Gisterenavond zat ik dus vanuit mijn zetel de schoolraad te volgen, deze morgen gaf ik gewoon les, maar het ging moeizaam. En toen ging ik dus naar de dokter. Die gebood me onmiddellijk te stoppen met die ontstekingsremmers – uw lever en nieren reageren daar niet zo goed op, tien dagen is zowat de limiet –  en zette me thuis. Ze ging dat doen tot minstens begin december, maar op mijn duidelijke protest heeft ze dat beperkt tot en met de dinsdag, zodat ik nog drie dagen kan lesgeven en zowel mijn derdes, vijfdes als zesdes nog één keer in levenden lijve kan zien voordat ze examens hebben. Dat helpt altijd tegen de zenuwen en de stress, en vooral mijn derdes hebben daar nood aan, want die hebben nog nooit een examen Latijn gehad en zijn nu al aan het panikeren.
Ik mag dus ook online lesgeven aan mijn hogerejaars, en ik mag gelukkig ook nog uitstapjes doen, zolang ik maar mijn grenzen bewaak. Ik mag zelfs gaan larpen – oef! – omdat ik daar mijn eigen grenzen kan aangeven en kan gaan liggen wanneer ik dat zelf bepaal. Ik heb wel even moeten uitleggen wat larpen was, en ze moest lachen. Maar het mag dus, als ik zelf vind dat het kan.

Maar ik vind het ronduit klote. Ik wil werken, ik wil lesgeven, ik wil leven op mijn eigen tempo zonder dat mijn rug dat bepaalt. Of nog meer bepaalt dan dat hij nu al doet, want alle fijne dingen en feestjes en babyborrels de voorbije weken heb ik toch al moeten afzeggen. Geen Halloweenfeestje bij Bart en Birgit waar ik zo naar uitkeek en waar ik al helemaal een outfit voor had, geen babyborrel van de kleine Suze bij Philip en Margaux, wellicht ook geen Kommil Foo morgen met de Cultuurcel van de school.

Serieus.
Kloterug.

Handdoek in de ring

Ik heb het opgegeven, vandaag. Als in: naar huis gegaan, het ging echt niet meer.

De rug vindt de 21 uur effectieve les niet zo fijn, zoveel is duidelijk. Maar ik kon net aan de goede kant van het randje blijven balanceren, zolang ik er maar niet te veel naast deed.

Deze week was blijkbaar toch van het goede te veel, helaas. Maandag was er een klassenraad van half vier tot zeven – voor mij toch, het heeft nog geduurd tot half negen maar ik had die laatste klassen niet. Klassenraden zijn uiteraard onlosmakelijk verbonden met het lesgeven, en we zien daar ook allemaal het nut van in, maar voor mijn rug is dat gewoonweg té veel zitten, te lang recht blijven. Thuis ga ik altijd meteen liggen zodra ik thuis kom, ik kan al liggend op mijn computer werken en zo.

Dinsdag had ik geen klassenraden, maar woensdagnamiddag wel weer. Ik had les van halfnegen tot twaalf en had nog genoeg tijd om alsnog naar huis te gaan om te eten, maar niet veel meer dan dat. De kine ’s avonds deed dan ook extra deugd, maar het was duidelijk dat de rug gewoon oververmoeid was.

Plak daar donderdag nog vijf uur les en een loodzwaar oudercontact – het zwaarste gesprek uit mijn carrière, denk ik – bij, en het ging gewoon niet echt meer.

Deze morgen ben ik wel degelijk naar de pedagogische studiedag gegaan, maar na twee, weliswaar interessante en nuttige, sessies was ik gewoon misselijk van de pijn. Ik heb me verontschuldigd en ben naar huis gegaan.

Het is een beetje op, denk ik.

Nog een geluk dat het nu net vakantie is en ik de rug kan laten rusten. En daarna zien we wel weer verder, toch?

Al zeven jaar krak.

Op negen oktober zeven jaar geleden zei mijn rug krak. En is mijn leven geen moment nog hetzelfde geweest. Bij momenten heb ik het er nog steeds moeilijk mee, zeer moeilijk: bij alles wat ik doe, word ik tegengewerkt door mijn lijf. Bij alles wat ik doe, moet ik rekening houden met de rug en hoe ver ik kan gaan. Bij alles wat ik doe, moet ik plannen: als ik x doe, dan kan ik y niet meer doen. Maar als ik x/2 doe, kan ik misschien nog een stukje van y meepikken.

Maar ik ben vooral ongelofelijk blij met wat ik wél nog kan. Ik zit vooralsnog niet in een rolstoel, ik kan zelfs fulltime lesgeven – met de nodige ondersteuning van de collega’s – en ben er deze zomer bijvoorbeeld in geslaagd om twee weken in Canada rond te lopen. Ik ga nog larpen, ik ga nog geocachen. Ik lig veel plat in de zetel, dat is waar, en er zijn veel dingen die niet meer voor mij weggelegd zijn. Ik zal nooit kunnen babysitten op mijn eigen kleinkinderen, bijvoorbeeld, want ik mag niet meer dan 5 kilogram tillen. Ik kan geen lange wandelingen maken, ik kan leerlingen niet begeleiden op een dagtrip met veel stappen. Klopt. Er gaat nauwelijks een dag voorbij dat ik geen pijn heb.
Maar man, ik heb nog steeds een mooi leven, ja, en ik kus elke dag mijn pollekes.
Maar vooral, nog meer dan vroeger: carpe diem. De kleine dingen des levens die me gelukkig maken: een mooie zonsondergang, een bloeiend plantje op mijn salontafel, mijn lief die voor me kookt, mijn kinderen die zingend door het huis lopen, een kat die komt felen, mijn nagellak die afgestemd is op mijn kleren, een stukje chocolade, een fijn telefoongesprek met een vriend die ik al even niet meer gehoord heb…
Dus, lieverds, als het even tegen zit: laat je hoofd niet hangen, maar carpe diem.
Carpe that fucking diem.

 

Eventjes niet

Deze morgen, toen ik opstond om kwart over zeven, dacht ik nog dat het wel zou lukken. Maar na een douche, bij het ontbijt, werd het vrij duidelijk dat lesgeven er vandaag niet in zou zitten: de rug werkt echt niet mee. Niet dat ik scheef loop of zo, zoals wanneer de hernia’s lastig doen, nee, het is gewoon de constante pijn van alle spieren en de ruggengraat zelf die het niet doet. Lesgeven is op die manier echt moeilijk, want ik kan me zelf voor geen meter concentreren.

Ik heb tegen kwart voor acht gebeld naar school dat het niet zou lukken, en kreeg heel begrijpelijk onder mijn voeten: Peggy was net klaar met de vervangingen en mocht dus herbeginnen. Sorry!

Ik heb zowat de hele dag in de zetel gelegen: geblogd, de website van de school bijgewerkt, wat cursus geschreven, wat gelezen… Ook de was van de OpenSchoolDag gedaan, ja: alle Romeinse kledij moet telkens gewassen worden, want die wordt vrij intens gebruikt die dag.

Ook al was het mooi weer, ik ben niet echt veel buiten geweest: de rug moet echt warm blijven. Maar toen Merel thuis kwam, zijn we toch naar buiten getrokken: ik met een dekentje tegen de rug in de zetel, zij in de kist. Ze past er nog steeds in en ze vindt het daar om een of andere reden zalig om te liggen.

Vier jaar al…

Vier jaar geleden schreef ik dit op Facebook: “Net met de kinesiste naar het toilet gewandeld. Zonder problemen. Ik voel me minstens 100…” en was dit een prestatie.

Doodsbang was ik toen, over wat ik uiteindelijk nog zou kunnen, of dit ooit nog goed ging komen. Goed komt het nooit meer, maar het is leefbaar en werkbaar, op de meeste dagen. En intussen heb ik me ermee verzoend dat ik altijd gehandicapt zal blijven.

Maar makkelijk is het niet, en er zijn dagen dat ik dat lijf vervloek en dat ik me wentel in zelfmedelijden. Dat ik in mijn hoekje kruip met een grote zak chips en een blok chocolade. Emo-eten, jawel. Wat dan natuurlijk weer nefast is voor mijn gewicht en niet positief is voor die rug.

Mja.

Ik ben toch blij dat ik weer sta waar ik sta, al heb ik intussen een rollator in huis en zijn er veel dingen die ik niet meer kan. Er zijn gelukkig nog heel veel dingen die ik nog altijd wél kan.

Pericula tergi

Al de hele week voelde ik mijn rug. Als in: ik besef de hele tijd dat ik een rug heb, ook als ik zit of lig of rondloop. Nu, mijn rug is zelden 100% pijnvrij, maar dat is zo’n lichte pijn en ik ben die zodanig gewoon dat ik daar eigenlijk niet meer op let.

Maar de hele week was  die rug dus al… aanwezig. Ik heb me koester gedragen dan anders, voorzichtiger geweest, dat soort dingen, maar helaas: sinds gisteren is hij echt beginnen opspelen, vandaag vond ik het al een prestatie dat ik de was kon doen. Ik heb Merel ook gevraagd mijn stok te halen, want ik vertrouw de rug niet.

Denk: een rug van rubber. Als ik recht ben, lukt het wel, maar rechtstaan en bukken en zo, dat is niet evident. Ook: ik kan er helemaal niet op vertrouwen, want elk moment kan het misgaan, zo voelt het aan. En pijn ook, ja.

Ligt het nu aan dat rotweer? Aan vermoeidheid? Feit is dat ik geen trigger heb deze keer, geen aanwijsbare reden.

Allez bon, het wordt nog de moeite op school, want het zijn de laatste lessen en ik kan/wil die niet missen. Hmpf.

Eerst nog morgen afwachten.

Uitslag van de scan

Gisteren een afspraak bij de rugspecialist, en die was – zoals gewoonlijk – nogal rechtlijnig en direct. Zo heb ik het graag, overigens.

Eerst het goede nieuws: de twee hernia’s houden zich koest en zien er behoorlijk uit. Voor mijn leeftijd en algemene toestand van de rug zijn die niet zorgwekkend, hooguit vervelend bij momenten.

Helaas was er ook ander nieuws:  er zit een zware ontsteking, een stressreactie op de ruggengraatverschuiving. Er zijn voortdurend microverschuivingen van die twee wervels tegen elkaar, de discus is zo goed als volledig weg, en dat zorgt voor de pijn. Aaneengroeien zal op die plaats nooit gebeuren, aangezien er altijd druk op staat en er dus die microbeweging is.


Hij nam er prompt zijn ruggengraat bij en sprak van lordose en hyperlordose. Lordose is de natuurlijke kromming van de ruggengraat die ter hoogte van de lendenen en het sacrum naar voor bolt. Bij mij is dat, door de verschuiving, een hyperlordose: alles staat gewoon te veel naar voor, waardoor de rest van mijn rug en spieren voortdurend moeten compenseren. Mijn lijf heeft ook voortdurend de neiging om naar voor te vallen en wanneer ik rechtsta, is het voortdurend naar een evenwicht aan het zoeken. Doordat ik geen natuurlijke balans heb, doet rechtstaan pijn. Zitten is beter, aangezien het lichaam dan geen balans moet zoeken, en stappen valt ook mee, omdat je dan sowieso voortdurend aan het balanceren bent. Ik moet toegeven: één en ander werd me meteen ook duidelijker.

Op mijn vraag legde hij me ook uit wat een operatie – die voorlopig niet aan de orde is – zou inhouden, en het is geen lolletje, met 10 procent kans op verslechtering of zelfs verlamming. Tien procent, ik vind dat veel, ja.

Maar bon, wat moet er nu concreet gebeuren? Tien dagen zware Medrol zou het voorlopig moeten oplossen en zou me mijn bewegingsvrijheid moeten teruggeven.
Maar er zal wellicht een tijd komen dat de pijn constant blijft, en dan moeten we verder kijken. Zucht.

Maar momenteel zijn er dus geen verdere bijkomende complicaties, geen zwaardere hernia’s, geen verdere artrose of een verdere verschuiving. Da’s toch alweer dat.

SPECTscan

Vorige week had de rugspecialist een isotopenscan besteld, vandaag werd ik in de voormiddag ingespoten met een radioactieve stof en mocht ik dus rond half drie onder de scanner.

Ik geef het toe: toen dat ding op zo’n 10 cm van mijn neus hing, kreeg ik het moeilijk, ook al waren de zijkanten open: ik vond het bijzonder claustrofobisch, vooral ook omdat mijn armen tegen mijn lichaam waren gesnoerd met van die brede banden. Maar ik slaagde erin de paniekreactie te onderdrukken en mijn ademhaling kalm te krijgen door in mezelf te beginnen zingen, en vooral ook omdat de scanner langzaam naar beneden schoof en ik al vrij snel de rand van het apparaat kon zien. En dat het over mijn lijf zelf ging, dat kon me niet zo veel schelen.

Ik ben zelfs eventjes ingedommeld onder het ding.

Scanner nummer twee draaide dan rondjes rond mijn bekken en onderrug zodat ze een 3D scan kregen. Toch wijs he, die moderne technologie.

Maar bon, dat was dan ook weer dat. Ik was helaas wel te laat voor de kinesist, ik had dan ook niet gedacht dat ik, met een inspuiting om 9.40 uur en een scan gemiddeld drie uur later, niet om half vier buiten ging zijn. Tsja.

Morgen ga ik de foto’s kunnen zien, maar uit ervaring weet ik dat ze het verslag niet zullen vrijgeven. Dat zal pas voor dinsdag bij de dokter zelf zijn.