Tripje Berlijn: opnieuw thuis

Strikt genomen begon de dag nog in Berlijn, want tegen dat die trein vertrokken was… Soit, deze keer sliep ik al bij al nog behoorlijk, maar was het Bart die vrijwel geen oog dicht deed. Tsja. Om zeven uur stonden er mensen luid te kwetteren in de gang – wellicht mensen die moesten afstappen in Amsterdam of zo – en slapen lukte niet meer. We kregen een ontbijtje, ruimden op en keken naar het landschap. Wat doet ne mens anders op een trein?

Wel blij dat we maar met twee waren, want voor zes is er echt geen plek voor bagage, om je te verroeren, en je moet ook in je bed blijven tot iedereen wakker is, want de onderste bedden zijn de zes zitplaatsen.

Maar bon, rond negen uur, met amper een kwartiertje vertraging, waren we in Antwerpen. We hadden net de vorige trein gemist, maar een koffietje in de lokale Starbucks kan nooit kwaad. Wolf kwam ons netjes afhalen aan het station, en dat was dat.

Om elf uur waren we thuis, tegen ’s avonds lag alle was alweer proper opgevouwen in de kast. Ha ja, vannacht komt Kobe thuis en dat zal ook nog wel wat was opleveren, vermoed ik.

Maar wat een zalige trip… Ik denk dat vooral Bart zal moeten uitrusten van zijn vakantie, maar in een stad ga je nu eenmaal niet op je lauweren rusten, toch? Zeker niet als er zoveel te zien is.

Bon, Berlijn kunnen we nu dus ook afvinken. Op naar Canada, volgende zomer.

Berlijn, dag zes

Vandaag hadden we geen fietsen meer, we hadden de voorbije dagen al de benen van onder ons lijf gelopen, en dus namen we een bijzonder rustige voormiddag: lang slapen, een beetje lezen, inpakken, dat soort dingen.

We moesten pas om vijf uur een drietal kilometer noordelijker zijn voor Berlin Unterwelten, we hadden dus nog wel wat tijd. Iets over twaalf gaven we onze bagage af aan de receptie en begonnen te wandelen. Onze eindbestemming leidde ons zo goed als voorbij het Gedenkteken van de Berlijnse Muur, dus waarom ook niet? We liepen op het gemakje door de stad, stelden vast dat er écht wel veel monumenten zijn die gewijd zijn aan de Joodse slachtoffers, stelden ook vast dat op zondag blijkbaar de kerkhoven waar je kan door wandelen, de meeste poorten gesloten houden zodat je moet terugkeren, en stelden bovendien ook vast dat het toch wel serieus warm was.

Aan de Berlijnse Muur was er massa’s volk. Er staat nog een deeltje recht, er staan overal infopanelen met exacte uitleg en doorheen de hele stad is het traject van de muur met een strook kasseien aangeduid. We waren er overigens net op de datum dat hij opgericht is, namelijk 13 augustus, vandaar de bloemen.

We wandelden verder, gingen Aziatisch eten langs de baan, en kwamen meer dan een uur te vroeg aan het park waar Berlin Unterwelten ligt. Voor Bart was het welletjes en hij bleef dan ook op een bankje zitten, ik had nog wat ADHD-energie over en deed nog een rondje labcaches in het overigens zeer mooie park.

Na nog een koffietje sloten we aan bij Joep De Visser, een Nederlandse historicus die in Berlijn was blijven hangen en nu meewerkte, als gids en archeoloog, bij Berlin Unterwelten, de vereniging die alles wat ondergronds zit in Berlijn, bestudeert en catalogeert. Hij was overigens een uitstekende gids over dit stukje ondergrondse schuilplaats uit de Tweede Wereldoorlog. De ingang is trouwens gewoon een ijzeren deur in de metro-ingang van Gesundbrunnen. Oh, en helaas geen foto’s toegestaan in dit museum.

Bon, we zaten toch al in de metro, die hebben we dan maar terug genomen zodat we tegen zeven uur opnieuw in de buurt van ons hotel waren. We zijn dan eerst maar iets gaan drinken en uiteindelijk ook eten, in een Berlijnse versie van een Engelse pub. Diversiteit, het moet kunnen, fish and chips ook.

Bon, het was al rond negenen toen we uiteindelijk een Uber richting station namen: daar lagen ook nog wel wat caches, en dan waren we zeker op tijd voor de trein om 22.30 uur. Hmpf. Die trein liet zich uiteindelijk zien tegen 23.30 uur, en tegen dan waren we dat wachte allebei al kotsbeu. Tegelijk hadden we het bericht gekregen dat ons treinstel last had van technische mankementen en dat we daardoor gedowngraded waren naar slaapcouchettes, wel gewoon met ons twee en niet met zes. Goh…

We hebben niet meer gewacht op de treinbegeleider om ons te komen inchecken, we zijn gewoon gaan slapen, onder gelukkig wel uitstekende donsdekbedden.

Man, wat een dag alweer.

Berlijn: start van het avontuur

Ik vlieg niet graag, dat is alom geweten: ik ben er niet bang van, maar word mega mottig op die dingen. Het is nooit fijn om al kotsend op uw bestemming aan te komen. Vaak kan het niet anders, maar soms dus wel. Zoals nu: naar Berlijn is er sinds kort weer een slaaptrein, en dat zag ik dus wel zitten.

Wolf bracht ons rond een uur of zes naar het station, we spoorden fluks naar Antwerpen en moesten daar in een tochtig station toch wel nog even wachten op de trein. Het is duidelijk niet een HST: daar heb je rustig de tijd om op te stappen, wordt je ticket en ID gecontroleerd en is dat redelijk stressvrij. Euh, deze zat gewoon tussen het andere treinverkeer geprangd en wij hadden natuurlijk weer de laatste wagon. We zijn dus halverwege al op moeten springen omdat hij weer ging vertrekken. Tsja.

En de trein? Wel, ze hebben duidelijk goeie filtertjes over de foto’s gegooid: het was een treinstel uit de jaren 70 – bevestigd door de treinbegeleider – dat een jaar of 15 geleden was aangepast. Juist ja. Mini dus, en oud, maar wel prima donsdekens en kussentjes, met fris gesteven lakens.

Goed gelachen ook: er is een tussendeur tussen twee slaapcoupés voor gezinnen, en op een bepaald moment kwam een jonge gast, onze buur blijkbaar, vragen om de tussendeur open te maken zodat hij aan de badkamer kon. Euh? We toonden hem de deur en zeiden dat dat niet kon, waarop hij zei dat hij de tweede deur bedoelde zodat hij binnen kon. Waarop we dus de deur openden en hem zijn eigen coupé toonden, zonder badkamer uiteraard. Zijn gezicht was goud waard. Het “badkamertje’ is namelijk een mini kastje met spiegel en wastafeltje.

Soit, we lazen wat, ik was blij dat ik kon liggen, Bart koos voor het bovenste bed – er zijn drie bedden maar we opteerden voor de coupé alleen voor ons – en we gingen slapen. In Barts geval was dat letterlijk, ik heb geen half uur aan een stuk geslapen, denk ik. Niet het lawaai was het probleem, ik kon me gewoon niet goed leggen in dat harde bedje.

Enfin, ik ga de terugreis nog afwachten, maar voorlopig vind ik het niet voor herhaling vatbaar. Dan nog liever het kotsen.