Lectuur: “A Darkness at Sethanon” (The Riftwar Saga #4)” van Raymond E. Feist

Mja. Wellicht is het niet de bedoeling om de boeken meteen na elkaar te lezen – er zaten ook wel wat jaren tussen de publicatie, vermoed ik – maar het wordt echt wel wat voorspelbaar. Vond ik de eerste boeken nog charmant ouderwets, dan begint het hier zowat te storen dat elke hoofdfiguur een held is die dan ook een adellijke titel krijgt, en dat Feist echt schrik heeft om zijn hoofdpersonages te laten sterven. Er zou zo veel meer in zitten qua diepte, mocht hij dat wel durven. Ja, er sneuvelt wel eens een nevenpersonage, maar niet meer dan dat.

Persoonlijk vind ik het ook jammer dat hij zijn personages niet verder durft uit te diepen. Hij heeft er intussen zo veel gecreëerd, dat hij ze enkel nog een verhaallijn kan geven en niet echt meer een uitdieping, en dat vind ik jammer. Ik had graag gezien hoe Pug met zijn immense macht omgaat, of hoe Jimmy stilaan volwassen wordt en daar ook de psychologische kant van gezien. Uiteraard raakt Feist dit wel aan, maar daar blijft het ook bij: aanraken. Het verhaal zit natuurlijk op zich wel weer mooi in elkaar, met soms bijzonder spannende episodes, maar al bij al blijf ik een beetje op mijn honger zitten.

En een einde waarbij iedereen nog lang en gelukkig leefde? Nah, niet mijn ding.

Lectuur: “Silverthorn (The Riftwar Saga #3)” van Raymond E. Feist

Ook deel drie van de Riftwar Saga van Feist is good ol’ cloak and dagger. De goeien zijn echt goed, de slechteriken zijn echt wel slecht, er wordt gevochten, er moeten werelden gered worden, de magiër van dienst is uiteraard de grootste magiër die er ooit is geweest, en de elfen en goblins zijn ook weer van de partij.

Maar net omdat het zo heerlijk ouderwets is, is het aangenaam om lezen, en Feist kan ook echt wel schrijven. Beetje voorspelbaar, misschien, maar wel spannend en zeer kleurrijk.

Het verhaal gaat eigenlijk gewoon verder waar het gestopt is in de vorige twee boeken. Prins Arutha gaat trouwen, maar voor het altaar wordt zijn geliefde neergeschoten met een giftige pijl die voor hem bedoeld was. Met enige magie kan haar schielijke overlijden wat uitgesteld worden, zodat de prins de tijd krijgt om in het hol van de vijand de plant te gaan zoeken waaruit het tegengif kan bereid worden. En natuurlijk is er een divers reisgezelschap dat voor de nodige esbattementen zorgt.

Intussen krijgen we ook, meer als zijplot, het verhaal van Pug die terug gaat naar Tsuranni om daar meer info te krijgen over de big bad evil guy die de werelden wil verwoesten.

Kortom, alle ingrediënten dus voor een klassiek maar oerdegelijk fantasyverhaal, en soms moet dat ook gewoon niet meer zijn.

Lectuur: “Magician: Master (The Riftwar Saga #2)” van Raymond E. Feist

Blijkbaar worden de boeken 1 en 2 ook als één geheel uitgegeven, en dat is eigenlijk bijzonder logisch, want het verhaal loopt op alle fronten gewoon door. En op alle fronten bedoel ik vrij letterlijk: er is niet alleen meer het verhaal van Pug de leerlingmagiër, er is dat van prins Arutha, dat van Hertog Borric, dat van Tomas… En dan gaat het vooral over de oorlog die ze op verschillende plaatsen aan het voeren zijn tegen de Tsuranni, het volk van een andere wereld waar Pug nu verzeild is geraakt.

Pug is er een slaaf, al vier jaar. Samen met Laurie, een troubadour die ook gevangen is genomen, komt hij in het blikveld van een officier, gelukkig op een positieve manier. Die neemt hen mee naar zijn eigen landgoed, waar hun bestaan als slaaf net iets beter wordt. En dan wordt Pugs magische kracht opgemerkt…

Het een en het ander leidt natuurlijk tot een verhaal van een oorlog tussen twee werelden, waarbij Pug deel uitmaakt van allebei. Er zijn geen goeien en slechten, er zijn vooral politieke intriges aan beide kanten en ook misverstanden. Zo hoort dat. Pug zal die proberen te overstijgen door voor beide werelden het beste te kiezen, al is dat niet de gemakkelijkste weg zonder bloedvergieten.

Tegelijk laat Feist Pug soms tientallen bladzijden achterwege om het verhaal van een van de andere personages te vertellen. Dat al die verhaallijnen uiteindelijk samenkomen, is dan ook geen onverwachte wending.

Waar ik me wel een beetje aan stoorde, is dat alle ‘gewone jongens’ uiteindelijk helden blijken te zijn, dat alles netjes op zijn pootjes terechtkomt, dat iedereen – of toch zo goed als – de liefde vindt en dat de slechterik van dienst ook zijn verdiende loon krijgt. Het is me iets te zoetsappig, maar dat ligt misschien ook wel aan mijn voorkeur voor grimdark fantasy, waarbij de auteurs er niet voor terugdeinzen hun geliefde personages een roemloze dood te laten sterven. Hier deed het me bij momenten denken aan het langgerekte einde van Tolkiens Lord of the Rings, dat ook maar blijft duren met afscheid en dergelijke.

Maar vond ik het goed? Jazeker, ik ben hier gewoon de lastige mens aan het uithangen. Terecht een fantasy klassieker.

Lectuur: “Magician: Apprentice (The Riftwar Saga #1)” van Raymond E. Feist

Dit fantasyboek wordt standaard gerekend onder de klassiekers, en het is ook geen wonder dat hij in de Big Read-lijst staat.

Toen ik enkele jaren geleden vroeg naar aanraders in het fantasy-genre, ging blijkbaar iedereen er zowat van uit dat ik dit al gelezen had. Quod non. Bij deze maak ik het euvel dus goed, en ik snap ook helemaal waarom dit een klassieker is: het is bijzonder toegankelijke fantasy met vooral middeleeuwse gevechten, een kasteel dat moet verdedigd worden, jonkvrouwen in nood, maar dus ook elfen en dwergen – klassiek afgebeeld zoals bij Tolkien – en, vreemd genoeg, een buitenwerelds volk dat aanvalt en wil veroveren via een soort scheuren in de realiteit, de rifts uit de titel van de reeks. Veel kom je er in dit boek eigenlijk (nog) niet over te weten.

Het verhaal begint bij Pug, een jongetje dat op zijn ‘bestemmingsdag’ de leerling wordt van een magiër en en in die functie met zijn leermeester en de hertog op reis moet om kond te doen aan de koning (aan de andere kant van het rijk) van buitenaardse invallen. Een echt coming-of-age-verhaal wordt het echter niet, want al vrij snel gaan er enkele jaren overheen en is Pug een jaar of achttien, valt hij in handen van de vijand en verdwijnt hij uit het verhaal. Dat verhaal focust dan een tijdje op zijn beste vriend Tomas en verschuift dan naar kasteel Crydee, waar Pug vandaan komt en waar we een heuse belegering krijgen.

Daar ongeveer stopt deel één, waardoor je eigenlijk naadloos naar deel twee grijpt. In een eerdere editie vormen die overigens één volumineus geheel.

Het verhaal is vlot geschreven, klassiek maar net weer origineel genoeg om niet te vervelen, en je leeft helemaal mee met de protagonisten. Feist kan vertellen, dat is zeker, hij weet hoe hij spanningsbogen moet opbouwen en hoe hij karakters moet beschrijven.

En dus, jawel, grijp ik meteen naar deel twee. Zoals het betaamt.