Huiskamerkuren #73: Jan De Smet

Toen ik deze Huiskamerkuren zag passeren, dacht ik meteen: “Ja!” Bart en ik zijn allebei al lang fan van De Nieuwe Snaar, de groep waarvan De Smet de centrale figuur was, en dit leek me dan ook een uitgelezen verjaardagscadeau voor mijn liefste. Ik wilde het als verrassing, maar hij had het natuurlijk niet kunnen laten om toch even op te zoeken wie het ging zijn.

Officieel is Jan De Smet met pensioen, en met De Nieuwe Snaar treedt hij niet meer op. Maar wat hij dus wel nog doet, is vreemde en bizarre plaatjes draaien, echte trouvailles, waar hij dan ook steevast een sappig verhaal bij opdist. En ja, hij lardeert het ook met live muziek met zijn accordeon of gitaar.

Huiskamerkuren kondigde het zelf als volgt aan:

De plezante passages van oppersnaar Jan De Smet tijdens eerdere huiskamerkuren gingen nooit onopgemerkt voorbij. Ze deden telkens uitkijken naar een volgende gelegenheid en, gelukkig maar, ondanks zijn pensioen heeft Jan zich niet laten doen. Hij verkiest nog steeds de Vlaamse podiumplanken boven één of andere buitenlandse expeditie op zoek naar één of andere schat van één of andere farao.

Met zijn nieuwe rariteitenkabinet onder de arm begeeft hij zich drie dagen na Wapenstilstand richting Zomergem om ons huiskamerkurenpubliek te verwennen, op zijn ontwapenende manier, met niet zomaar een auditieve lezing.

Het wordt een aaneenschakeling van plaatjes en verhaaltjes, regelmatig en op (on)gepaste tijden onderbroken door live uitvoeringen op accordeon en gitaar. Uit de soms roemarme doch rijke, altijd verrassende collectie Nederlandstalige muziek. Voornamelijk op vinyl worden pareltjes bovengehaald die om diverse redenen nauwelijks het daglicht zagen. Maar dan had men niet op dé conservator van ons Nederlandstalig muzikaal erfgoed gerekend.

We kwamen redelijk nipt aan omdat ik echt zo kort mogelijk wilde zitten, ondanks het feit dat het redelijk goeie stoelen zijn. Maar ik wist dat zo’n avond meestal een goed uur duurt, en dat moest echt wel kunnen. Ik had per slot van rekening wel in de voormiddag kunnen lesgeven en de hele namiddag netjes plat gelegen, in afwachting.

De Smet stelde niet teleur, alles behalve. Hij haalde de meest vreemde dingen boven, zoals een vroege versie van Gainsbourgs “Je t’aime moi non plus” en daar een vreemde Vlaamse versie van; hij speelde zelf regelmatig iets, zoals een van de liedjes van Drs. P.; hij deed ons vooral ook tranen lachen én in elkaar krimpen – mijn oren doen nog zeer als ik er alleen al maar aan dénk – met opnames van een dame uit het Aalsterse, die vreemd genoeg meer dan één CD heeft uitgebracht met kattenvals gejank, ik kan het niet anders omschrijven. Het werd een zeer aangename, leerrijke en ook wel bevreemdende avond.