Interview with a teacher

Philip, een goede vriend van me, is begonnen aan zijn lerarenopleiding als zij-instromer. Hij gaat dat goed doen, zolang hij niet op de muur van onwrikbaarheid botst. Als in: hij gaat dingen willen veranderen op meso- en macroniveau, en dat kan je niet in het onderwijs, alle frustraties ten spijt.

Voor een opdracht moest hij iemand interviewen die al lang in het vak staat, bij voorkeur zijn twee vakgebieden, namelijk Nederlands en techniek. Maar als hij een bevlogen iemand vond met veel ervaring, kon dat ook. Dinsdag reed ik dus richting Deurne om zijn kersverse dochter te aanschouwen en hem dus van interview te dienen. Mijn rug doet het nog steeds niet zoals het hoort, maar gelukkig zit ik bijzonder comfortabel in de auto.

Philip had heerlijk gekookt – ik ben niet anders gewoon van hem – en na een standaard uitgebreide babbel en een dikke knuffel met zijn dochtertje heb ik hem anderhalf uur de oren van het hoofd gekletst. En vooral heel veel tips gegeven en realistische verwachtingen geschapen, want dat is het grootste probleem bij zij-instromers: ze hebben een totaal ander beeld van onderwijs dan wat het effectief is, deels door de niet helemaal realistische stages. Ha ja, want tijdens een stage zit er vrijwel altijd een leerkracht in de klas die de klas rustig houdt, en heb je ook niet alle administratieve zaken zoals leerlingenvolgsystemen in te vullen, rapporten te schrijven, klassenraden bijwonen, opvolggesprekken houden, oudercontacten, verbeteringen…

Maar bon, het was een goed gesprek, denk ik dan, en Philip was ook tevreden.

Ik ben redelijk snel vertrokken om de monsterfiles op de Antwerpse ring voor te zijn, en ben dan even gaan uitwaaien – ik had mega koppijn én de rug kon wat rustige beweging gebruiken – in Sint-Gillis-Waas, naast de E34 en voorbij de files, om daar wat caches en vooral labcaches te zoeken: voor die labcaches hoef je je niet te bukken en niet te zoeken, dat is gewoon wandelen.

Lang heeft dat niet geduurd: het werd donker en de rug was niet bijzonder coöperatief, maar het deed me wel deugd.

Dagje Deurne

Maandag kreeg ik plots een bericht van Philip – je weet wel, die larpvriend die me een fantastisch dagje Antwerpen had bezorgd nog voor de corona – met de vraag of ik niet eens met de fiets Deurne wilde komen verkennen. Euh, op zich zag ik dat zeker zitten, maar dan liefst met een iets beter weer dan gezapige regen.

Maar ik wilde wel ook gewoon gezellig een namiddagje afkomen, Philip heeft zowaar een welness in zijn kelder. Maar toen puntje bij paaltje kwam, hebben we eigenlijk gewoon eerst lang zitten kletsen bij een koffietje. Daarna ging hij mij het punt tonen waar Antwerpen eigenlijk ontstaan is, maar dat was net te ver voor mijn voet, en toen namen we maar de auto. En zijn we eigenlijk zelfs nooit op de geplande bestemming aangekomen wegens gaan geocachen met de auto. En uiteraard ondertussen blijven tetteren, zoals altijd.

En toen had Philip gewoon paling in ’t groen gemaakt. Maar echt! Dat is een gerecht dat ik thuis zeker nooit mag klaarmaken – zelfs Bart vindt dat vreselijk – en je vindt het ook niet vaak in een restaurant. Maar ik was er, eerlijk waar, dolgelukkig mee. Ik heb toen eigenlijk ook veel te veel gegeten, en met een grote grijns heeft Philip me nog een portie meegegeven voor morgen. Héérlijk! Er waren trouwens ook bijzonder fijne dim-sum als voorgerecht.

En toen volgde de rondleiding doorheen het huis en vooral ook door de kelder, waar dus een gewone sauna, een infraroodsauna en een heuse jacuzzi staan. Philip had die laatste zelfs op temperatuur gebracht, maar eigenlijk was het tegen dan half tien en misschien toch een beetje laat om nog te beginnen badderen. Dat zal voor een volgende keer zijn – hoop ik.

Yup, een hele fijne middag gehad met fijn gezelschap, alleen jammer dat ik Margaux zo weinig heb gezien. Mja.

Antwerpen

Jawel, het komt nog goed met dat sociaal leven! Vorige week verschillende mensen op mijn terras, vandaag heb ik zelf de auto genomen richting Antwerpen.
Bart had zijn kasten uitgekuist en twee Macbooks gevonden die niet meer wilden opstarten, en ik had gevraagd of iemand daar nog iets mee kon doen. Philip zag dat onmiddellijk zitten, maar we wilden die dingen eigenlijk wel rap uit ons huis.
Rond een uur of vier reed ik dus richting Frankrijklei, naar Philips appartement, nog voor heel even toch. Nu mag je dus ook binnen mensen ontvangen, zolang je maar op afstand blijft, iets wat we dan ook deden. Ik zette me op ’t gemak in een zetel terwijl hij goulash maakte, en we kletsten honderduit. Alweer niet eens over larp, en daar ken ik hem tenslotte van.

Terwijl de goulash opstond, maakten we een wandelingetje doorheen de wijk, want het regende eens niet en ik wilde graag een labcache doen “Met de begijntjes op pad”. Ik heb er Spaanse omwallingen gezien waar ze zo ongelofelijk veel meer mee kunnen doen, en dan de buitenkant van het begijnhof en zo. Fijne wandeling, nog veel beter gezelschap.

En toen wandelden we over straat als twee moslims in de ramadan: ik met een boodschappentrolley vol gerief, hij met een grote kookpot ^^ Maar op die manier leerde ik ook eens Margaux kennen, Philips vriendin met wie hij binnenkort gaat samenwonen. We aten goulash, kletsen vooral over sterrenrestaurants en hadden een zeer gezellige avond.

Dikke merci, Philip! De volgende keer is bij mij!