Dit was de vakantie van 2022

Vaak heb ik op het einde van de grote vakantie het gevoel dat ik niks gedaan heb en dat die vakantie voorbij is gevlogen. Nu, dat vliegen, ja, dat was ook deze keer het geval, en dat gevoel dat ik niks zinnigs gedaan heb, eigenlijk ook. Ik heb heel weinig mensen gezien, ik ben zelfs geen enkele keer gaan geocachen met vrienden… Geen idee hoe dat komt, gewoon, tsja… Maar als ik even oplijst wat ik zoal gedaan heb, blijkt dat toch nog een en ander te zijn.

* er was een heerlijke Aetheravond met een prachtig huwelijk
* een zeer fijn communiefeest van Marie-Julie
* Ik liep met Merel in ’t stad
* en met Jesse in zijn Melle.
* Bart en ik gingen nog eens eten in Commotie
* en ik maakte confituur en ging cachen met ons pa.
* Ik schilderde een hemd voor Kobe
* Ik ging met mijn lief een weekend naar Poperinge en Watou
* Ik ging naar een begrafenis en dan een dagje cachen in Lier
* en één dagje Gentse Feesten was voldoende voor Merel en mij.
* Kobe werd vijftien.
* Ik ging eten met Gwen
* en met Wolf en Arwen cachen in Vinderhoute
* en op mijn eentje in Gavere.
* Ik werd van binnen doorgelicht
* en ik ging met Merel en nog 34 anderen picknicken.
* We namen afscheid van Chantal
* en ik ging uit de bol bij Rammstein.
* We zaten tien heerlijke dagen in en rond Sorrento.
* Ons pa nodigde ons uit om te gaan eten
* en ik ging zelf nog eens eten met Gwen.
* Merel ging naar de dermatoloog
* en we gingen met ons twee naar een cachebijeenskomst om half zeven ’s morgens. Echt.
* Bart en ik gingen eten bij Sepp en Sofie
* en toen zaten Merel en ik voor vier dagen in Parijs.
* Ik ging nog heel even cachen met ons pa
* en toen, toen zaten we alweer op school.

Maar dus nee, niet veel volk gezien, naar niet veel dingen geweest. Wel drie keer deftig uit mijn kot: een weekendje Watou, een heerlijke vakantie in Italië en vier dagen Parijs.

Heb ik opnieuw energie om te beginnen aan dat schooljaar? Goh, had je me dat vorige week nog gevraagd, ik had nee geschud. Maar nu ben ik er wel klaar voor, ik heb er zin in, ik kijk ernaar uit om de leerlingen terug te zien en ze wakker te porren. Maar, om eerlijk te zijn, ik kijk niet uit naar het gezaag van collega’s over alles wat er fout loopt, naar de constante stroom van negativiteit. Kunnen er dingen beter? Uiteraard, stapels en tonnen. Maar het gaat niet beteren door alleen maar erover te zagen, en dat blijken nog steeds massa’s mensen niet door te hebben.

Tsja…

Nostalgie

Toen oma van Ursel – de moeder van mijn moeder – 100 werd, was er een groot feest voor de hele, uitgebreide familie, zo’n 60 man. Wij waren helaas geveld door corona en konden er niet bij zijn. Bleh.

Toen is er ook een fotoalbum van mijn grootmoeder rondgegaan en nu was dat bij mij verzeild. Héérlijke foto’s: van mijn over-overgrootmoeder, met mijn eigen grootvader en groottante als kinderen. Onvoorstelbaar, toch?

Ik heb er zelf foto’s van genomen met mijn gsm omdat het niet te doen was dat zware album onder de scanner te leggen.

En dan zijn er de prachtige foto’s van mijn moeder als kleuter en dan op haar communie met haar dikke, dikke haar…

En dan haar trouwfoto’s…

Daarna heb ik er vooral gewoon de foto’s uitgehaald waar ik zelf ook op stond, zoals de trouw van Paul en Nele.

Pure, pure nostalgie…

Vette Veemarkt

Zoals altijd ging ik ook vandaag ons pa ophalen in Zomergem. Hij had me gewaarschuwd: het is Vette Veemarkt, ge kunt niet parkeren.
En toen stond ik in zijn straat en zag ik de melkkoeien al lopen op ’t dorp, en zijn we nog even tot ginder gewandeld.
Op het ene plein stonden de melkkoeien met hun overvolle uiers klaar voor keuring, op de markt stonden de prijsbeesten onder de dikbillen. Jeroen stond er, zoals altijd, met een soortement tombola: je moet het gewicht van twee varkens raden en wie er het dichtst bij zit, wint een half varken, of zoiets.

Naar de tractors, de schapen en kleine huisdieren zijn we niet meer gaan kijken, daarvoor was het te koud en te veel wind. Maar het is echt nog een andere wereld: zo is er een wedstrijd “om ter langst aan de pijpen van een boerenoveral blijven hangen” en dergelijke.

Het gaf me een enorm gevoel van nostalgie, maar tegelijk ben ik blij dat ik er weg ben, uit dat dorp. Ik ben duidelijk meer een stadsmens, zoveel is duidelijk.

Interview

Ergens in mei kreeg ik via via een vraag: of ik een dubbelinterview wilde doen met een huidige student Klassieke Talen. Ze willen de alumniwerking van de UGent een boost geven, blijkbaar. Goh… waarom ook niet?

Deze middag stond ik om drie uur op de trappen van de Blandijn en werd ik naar binnen geloodst naar een van de lokalen waar ik vroeger nog Duitse Taalkunde had gekregen. Daar zat een bijzonder taalvaardig jongmens me op te wachten, samen met twee mensen met microfoons en camera’s. Ze hadden een reeks vragen voor elk van ons voorzien, maar eigenlijk was dat niet eens nodig. Brian en ik hadden blijkbaar meteen een klik en begonnen al, nog voordat de camera draaide, honderduit te tetteren. Het was echt leuk om te horen hoe verschillend de opleiding tegenwoordig is, en tegelijk hoe er toch nog niks veranderd is. Veel van mijn medestudenten zijn nu docent of prof, dat wel, en ik had daar dus grappige anekdotes over. Anderzijds kon hij dan weer sappige dingen vertellen over studentenraden en de Klassieke Kring en het forum enzoverder.

Ik geloof dat we twee uur gekletst hebben, en we amuseerden ons allebei kostelijk, daar in dat koude lokaal waar nog niet eens een glaasje water voorzien was voor de moeite.

Na afloop nam hij me nog even mee doorheen het gebouw waar toch wel, na dertig jaar, een paar dingen gemoderniseerd waren, maar waar tegelijk de lokalen nog steeds ongelofelijk vertrouwd aandoen.

Nostalgie ten top! Een verloren middag, maar eigenlijk een ongelofelijk toffe middag, met vooral veel dank aan Brian, een bijzonder fijne student Klassieke Talen. Ik heb het hem al gezegd: als hij ooit zijn stage wil doen in het onderwijs, is hij meer dan welkom!

En het is nog maar eens duidelijk: Blandino’s FTW!

Van die liedjes…

Het is vreemd hoe muziek soms zo heftige emoties kan opwekken. Dan heb ik het niet over muziek op zich, maar gewoon bepaalde liedjes die me zo hard doen denken aan mensen.

Vrijdag had ik het nog: een stralende dag, ik reed welgezind naar school, en plots was “Lullaby” van The Cure op de radio. Ik kon niet anders dan glimlachen: het is niet alleen een van mijn favoriete liedjes, het doet me gewoon heel sterk denken aan Erik. Intussen ben ik, zo heb ik gemerkt, niet meer kwaad op hem, maar kan ik met een mengeling van weemoed en fijne herinneringen aan hem terugdenken.

Ik heb hetzelfde met “My hero” van The Foo Fighters. Dat was een van de favoriete nummers van Vic, die dit jaar 21 zou geworden zijn. Elke keer weer krijg ik een koude rilling, elke keer weer raakt het nummer me, elke keer weer moet ik zo keihard terugdenken aan hem.

En dan heb ik het nog niet over “Chan Chan” van de Buena Vista Social Club. Dat nummer hebben we gedraaid op ons ma haar begrafenis, en ik heb het er nog steeds moeilijk mee. Soms maakt het me gewoon weemoedig, op andere momenten is het, na al die jaren, nog steeds een mokerslag op het onverwacht. Want het is dan meestal dat het stomweg op de radio in de auto voorbij komt. Eén keer heb ik me moeten parkeren: ik kon niet verder, en ik heb zitten huilen als een klein kind. Maar élke keer moet ik iets wegslikken.

Nee, ik zet eigenlijk niet vaak muziek op, ik hou van stilte. Maar sommige liedjes, tsja, die zijn nu eenmaal voor de rest van mijn leven verbonden met bepaalde mensen, en dat zal nooit veranderen.

De Buena Vista Social Club en The Foo Fighters zal ik wellicht ook nooit live zien spelen, maar op het volgende Cure concert weet ik zeker dat ik het bij “Lullaby”, als ze het spelen, even moeilijk zal hebben. En ik zal dat vooral ook niet erg vinden.

De zee…

Twee jaar geleden zat ik elke zondagavond nog in De Haan. Ik ben doodblij dat dat achter de rug is, maar tegelijk mis ik de zee. Nooit gedacht dat ik dat nog ging zeggen, maar ja, ik mis de zee. De lange avondwandelingen op het strand of op de dijk, het uitwaaien, de zon zien ondergaan, de rust in mijn hoofd…

Yup. Ik haat het strand en de drukte, maar het waaien aan zee? Heerlijk gewoon.

Huis te koop

Nee, niet dat van ons, wij wonen hier veel te graag, maar wel Barts ouderlijke huis in Maarkedal (Nukerke), op de grens met Ronse.

Zoals Bart het verwoordt:

“Hier tikte ik POKE 53280,1 op mijn Commodore 64. Op dit gazon leerde ik fietsen. In deze kamers las ik de plaatselijke bibliotheek leeg aan een tempo van 10 boeken per week. Door dit raam keek ik naar de passerende Fiertel en Ronde van Vlaanderen.
In dit huis groeide ik op.

Nu staat het te koop.”

Dat doet vreemd, ja. Ook ik kom hier al meer dan 25 jaar…

De hele advertentie met alle foto’s en uitleg vind je hier.