Lectuur: “Cult Classic” (Eric Carter #9) van Stephen Blackmoore

Met dit laatste, en ook echt uitstekende deel – op Goodreads krijgt hij 4.5/5 – sluit de saga rond Eric Carter af, en ik vind het wel jammer, ja. Aan de andere kant: je kan het ook blijven uitmelken tot het helemaal bij het haar getrokken blijkt.

Objectief gezien is het dat nu al, maar op een of andere vreemde manier lijkt alles toch nog steeds logisch en aannemelijk. Carter moet een fout uit zijn verleden, de creatie van een zeer machtig Orakel, zien recht te zetten. Jammer genoeg loopt gans Los Angeles in de soep en verschijnen gebouwen en stukken grond uit andere tijden en/of realiteiten. En uiteraard stoppen ook Carters persoonlijke problemen niet, zodat hij zijn eigen cynische zelf kan zijn.

Lijkt dit allemaal nogal vreemd, dan zit het toch nog steeds knap in elkaar verweven en komen dingen uit de eerste boeken toch weer naar boven. Zoals gezegd klopt alles nog steeds, al ga ik nu absoluut niet zo ver dat ik begin te zoeken naar losse eindjes en onverenigbaarheden, daarvoor is dit net iets te pulpy lectuur. Maar ik vond het zeer vermakelijk en ga op zoek naar een volgende reeks zoals dit.

Lectuur: “Hate Machine” (Eric Carter #8) van Stephen Blackmoore

Aangezien de vorige geëindigd was op een joekel van een cliffhanger, kan het natuurlijk niet anders dan dat dit verhaal gewoon naadloos verder loopt.

Toch verwijdert het zich enigszins van de plot van de vorige, in die zin dat het niet meer gaat om die vete tussen de machtige magische families, maar om het proberen oplossen van een van de gevolgen daarvan, waarmee Carter ook persoonlijk getroffen wordt. En laat die oplossing nu liggen bij een behoorlijke fout uit zijn verleden, een fout die hij nu probeert recht te trekken maar die grandioos meer fout kan gaan. En de dood van hemzelf, zijn geliefden en, welja, de wereld tot gevolg kan hebben. Want als je iets doet, moet je het meteen goed doen, toch?

Het verhaal blijft echt goed in elkaar zitten, het zware cynisme van Carter kan af en toe wat wrevel opwekken, maar binnen zijn genre blijven dit steengoeie boeken. Nog eentje, en dan is het gedaan. Meh.

Lectuur: “Bottle Demon” (Eric Carter #6) van Stephen Blackmoore

Soms is dit soort fantasy zo vlot geschreven en zo logisch in elkaar gezet, dat je er de meest onwaarschijnlijke plot twists gewoon bij neemt.

Eric Carter, necromancer van dienst, was namelijk dood. Morsdood. Koning van de Azteekse onderwereld, zelfs, en daar was hij eigenlijk best tevreden mee. Alleen bleek hij nog nodig op de wereld, en dus was er iemand die erin slaagde hem terug te halen, jawel.

Hij heeft met de  nodige tegenstanders af te rekenen, waaronder de in de titel vermelde flessengeest die al langer mee speelt in de verhalen, maar nu wel helemaal een dramatische invloed krijgt op Carters leven, en eigenlijk zelfs op meer dan dat. Tsja, af en toe moet een held de wereld redden, toch?

Maar al bij al blijft dit zeer aangename snelle lectuur: niet voor de meerwaardezoeker, wel voor wie graag hedendaagse pulpy fantasy leest. Als een trein, dan nog.

Lectuur: “Fire Season” (Eric Carter #3) van Stephen Blackmoore

Aangezien ik me behoorlijk had geamuseerd met de eerste drie boeken, las ik gewoon verder in deze pulpy reeks over een hedendaagse necromancer in Los Angeles.

Bij deze wordt redelijk ver van de realiteit afgeweken, in die zin dat Eric Carter tegen zijn wil in een gigantische ramp veroorzaakt in LA, waardoor duizenden, zo niet miljoenen mensen omkomen in een gigantische brand die ganse wijken van LA verwoest en een groot deel onbewoonbaar maakt wegens een toxische wolk. Het vreemde is, dat dit niet eens overdreven lijkt: Blackmoore doet het helemaal logisch klinken, en als je echt in het verhaal zit, snap je ook perfect waarom, en kan je accepteren dat Azteekse goden zoals Quetzalcoatl een actieve rol spelen.

Om maar te zeggen: dit mag dan pulp zijn, het zit goed in elkaar, het is vlot geschreven en het is behoorlijk meeslepend. En Carter mag dan een eikel zijn met een zeer laakbare moraal en een enorm dodental op zijn conto, je blijft hem wel sympathiek vinden.

Ik lees met veel plezier verder.

Lectuur: “Hungry Ghosts” (Eric Carter #3) en “Broken Souls” (Eric Carter #2) van Stephen Blackmoore

Altijd interessant om eerst het derde boek te lezen, en dan pas het tweede, toch? Ik had dus niet goed gekeken en miste inderdaad precies wat details. Maar ik was nu toch bezig – ik zat eigenlijk al halfweg voordat het me echt begon op te vallen dat er iets niet klopte – en heb dan maar eerst voorgelezen. Ik heb daarna dan maar meteen de nummer twee gelezen, Broken Souls.

In Dead Things had Blackmoore al vrij degelijk de wereld geschapen waarin necromancer Eric Carter moet functioneren – als je het dat al kan noemen, met meteen al een toevoeging van een stevige dosis plot.

In dit tweede en derde deel gaat de auteur daar naadloos op verder, terwijl hij meer en meer details vrijgeeft van de wereld en de eigenschappen van zijn hoofdpersonage. Toch is er naast die vrij aanwezige overkoepelende plot – Carter is intussen tegen wil en dank getrouwd met Santa Muerte en daardoor deels heerser over Mictlan, de dodenwereld van de Azteken – ook een plot die netjes opgebouwd en afgewerkt wordt binnen het tweede boek. In boek drie neemt die hoofdplot de overhand en gaat Carter ook effectief naar de dodenwereld om er af te rekenen met Mictlantecuhtli. Het is fijn om zien hoe de auteur de Azteekse godenwereld heeft verwerkt in zijn boeken. Goden zijn duidelijk ook kwetsbaar en kan je zelfs doden, al is het maar de vraag of ze dan ook dood blijven.

Door die insteek is de wereld van Blackmoore behoorlijk origineel te noemen: het is al een sinistere kijk op de dingen door de ogen van een bijzonder cynische necromancer, met vooral veel gitzwarte humor, maar het is ook nog eens anders dan anders. De schrijfstijl is dan wel weer een doorslagje van Jim Butcher, maar het is maar de vraag of dit dan zo erg is.

In elk geval heb ik me er al goed mee geamuseerd, met deze boeken, en lees ik de reeks met veel plezier verder.

Lectuur: “Dead things” (Eric Carter #1) van Stephen Blackmoore

Ter afwisseling tussen ernstige lectuur hou ik van absolute pulp: geen romantacy of doktersromannetjes, maar van die urban fantasy: van die detective-achtige verhalen over magiërs of druïden in een hedendaagse setting, bij voorkeur een stad dus.

Ik had al eerder
– de Dresden Files, mijn absolute favoriet, over een magiër in Chicago
– The Rivers of London, over een magiër/politieinspecteur in Londen
– The Iron Druid, over een druïde op diverse plaatsen in de USA
Alex Verus, over een magiër/diviner in het Londense Camden

Ze lezen allemaal als een trein, zijn hoogst vermakelijk en het equivalent van een fijne actieserie op Netflix of zo.

Ik kan er nu dus een reeks aan toevoegen: de Eric Carters van Stephen Blackmoore. Carter is een necromancer tegen wil en dank, in het hedendaagse Los Angeles. Vijftien jaar geleden heeft hij het serieus verprutst en is vertrokken uit LA, waarbij hij zijn lief en zijn zus zonder meer achterliet, om hen niet in verdere problemen te brengen.

En dan krijgt hij bericht dat zijn zus gruwelijk vermoord is en keert hij terug om dat uit te zoeken. En dan blijkt dat, aangezien hij als necromancer met geesten kan spreken en in sommige gevallen ook hun laatste ogenblikken kan zien, zijn zus gewoon vermoord is om zijn aandacht te trekken. Door Santa Muerte dan nog wel, de doodsgodin oorspronkelijk van de Azteken die aanbeden wordt in grote delen van Mexico. Eric ziet zich genoodzaakt een deal te sluiten met haar…

Het verhaal is zeer goed geschreven, maar de fucks vliegen je om de oren. Niet dat ik daar last van heb, ik zeg het zelf veel te vaak om goed te zijn, maar het valt wel meteen op. Eric Carter is ook duidelijk een antiheld: zijn keuzes zijn op zijn best moreel twijfelachtig te noemen, echt sympathiek is hij niet, en toch… Toch leef je van in het begin volop mee met hem en zijn problemen. Zijn necromancie is ook bepaald intrigerend: Blackmoore heeft zijn wereld bijzonder knap uitgewerkt, tot in de lugubere details. Want ja, het horrorgehalte is hoog, het dodental niet te tellen, het bloed spat van de bladzijden. En het sarcasme en cynisme, dat viert hoogtij, net zoals ik het graag heb. Zelfs eigenlijk het liefst heb.

Laat dus maar komen, die reeks.