Geocaching: de Grote Vogeltrek in Laarne

Gwen en ik wilden vorige week maandag gaan wandelen met onze dochters, maar het was aan het gieten. Niet meteen ideaal dus. Woensdag dan maar? Idem…

Geen probleem, zeiden we, maandag dan. Maar toen ik deze middag belde om concreet af te spreken, bleek ze in het testcentrum te staan met de jongste dochter: die had last van eczeem maar ook een klein hoestje, en dus wilde de huisarts haar niet onderzoeken zonder negatieve test. Zucht.

Ik ben dan rond drie uur maar vertrokken richting Laarne, maar ben behoorlijk wat tijd verloren aan het Veer van Terdonk. Aan dat van Langerbrugge stond al helemaal een lange rij auto’s aan te schuiven. Maar bon, tegen half vier stond ik in Laarne voor een rondje in de Damvallei, het rondje Grote Vogeltrek. Zo’n 2.5 kilometer, 6 caches plus een bonus en een losse cache vlakbij. Dik in orde, dacht ik zo.

Ik moest even zoeken naar een plekje om te parkeren maar begon er toen vol goeie moed aan: de eerste caches werden vlot gevonden, mooi gemaakt, dik in orde. En toen was het plots geen asfaltbaantje meer maar een aardeweg. Allez ja, een modderweg. Goh ja, ik had oude laarsjes aan, moest wel kunnen. En ik genoot intens van het weer en het uitzicht. En het gevoel dat alles weer normaal was, zonder corona.

En toen bleek die losse cache op een “laarzenpad” te zijn. Ik had nog eventjes tijd voor het echt begon te schemeren, het was maar zo’n halve kilometer heen en terug en het zag er heel mooi uit, dus waarom ook niet?

Wel euh… Dat “laarzenpad”, dat mag je letterlijk nemen. Het was hier en daar tien centimeter modder die niet te ontwijken was, en ook het vlonderpad stond hier en daar gewoon zelf onder water. Maar het uitzicht over het moerassige gebied aan de cache was prachtig…

Maar na afloop – en ik vond dan nog de bonus niet, ook al stond ik op de juiste plek en moet hij me bijna gebeten hebben – bleven mijn broekspijpen wel zelfstandig recht staan en kon je het kleur van mijn laarsjes niet zien.

Maar ik was helemaal uitgewaaid, helemaal ontspannen en helemaal hehe.

Rust

Ik ben duidelijk toe aan vakantie: ik krijg mezelf er niet toe om meer poot uit te steken momenteel dan eten te maken – Bart heeft de griep, normaal gezien kookt hij in het weekend – de was te doen, en wat Diablo te spelen. Die toetsen zullen moeten wachten, en het opruimen van het huis ook.

En het weer nodigt ook al niet uit om veel actief te zijn, vind ik. Daarnet kwam Wolf nog huilend thuis van de scouts: ze hadden een verrassingsactiviteit waarvoor ze hun fiets nodig hadden. Bleek het om een speurtocht te voet te gaan, en het ging echt niet ver zijn. Blijkbaar is vijf kilometer – wat op zich inderdaad niet overdreven is – toch te veel voor Wolfs voet. En toen hadden ze nog emmerbal gespeeld ook, iets waarvan ze altijd weer compleet onder de modder zitten. Op zich vind ik dat niet erg, maar deze keer was het wel serieus koud, Wolf was doorweekt, en moest dan nog met de fiets – die ze dus niet nodig hadden gehad – naar huis. Neem daarbij dat hij geen scoutswintervest meer heeft – hij droeg een dikke pull met een regenjas over – en hij voelde zich ellendig.

Ik heb hem hier thuis zijn modderkleren afgestroopt, crocs gegeven om toch de gang proper te houden – de modder zat tot in zijn onderbroek, gene zever –  en een kwartier onder een hete douche gezet. Daarna kreeg hij warme chocomelk met kleine marshmallows in, droeg zijn dikke kamerjas over zijn pyjama, en kreeg van Kobe nog een kersenpitje.

Het leed was snel geleden dus, maar ook hij is aan rust toe. Zoals wij allemaal, heb ik zo het gevoel.

Stoten

Ne mens steekt soms toch stoten uit.

Neem nu vandaag. Ik had lekker lang geslapen, Bart had lekker gekookt, en het was het ideale moment om nog eens naar Ursel te gaan, naar mijn grootmoeder. Het was wel grijs, maar het regende nog net niet, en dus konden we ook een paar caches ginder in de buurt gaan doen. Dachten we. Kobe voelde zich niet zo goed, en bleef thuis bij papa.

We sloegen tegenover de Molenhoek een slag in, die weliswaar een beetje modderig lag, maar best berijdbaar was. We hadden wel de laarzen mee, maar Wolfs voet deed wat pijn, en het was al bijna vier uur, dus we wilden niet te veel wandelen. Bon, we vonden een mooie cache temidden van de velden aan een tweesprong van de slag. Er lag helaas een bijzonder grote plas, en daar had ik wat schrik van. Goh, dacht ik, ik draai me liever gewoon in de rand van het veld, er zijn toch geen grachten, en dan vermijd ik die gigantische plas. Alleen had ik daar een serieuze inschattingsfout gemaakt: dat land was nog veel zachter en modderiger dan ik dacht! En jawel: we zaten vast. Wolf en ik keken naar elkaar, en begonnen te lachen. Oh jee.
We gingen dus eerst zelf proberen los te geraken, en eventueel wat verderop assistentie vragen op een boerderij. En desnoods de wegenwacht bellen, maar die zou ons al zien komen :-p

Enfin, Merel bleef zitten, en Wolf en ik begonnen takjes te verzamelen om onder de slippende voorwielen te steken. Helaas, geen effect, alleen rondvliegende modderkluiten. En toen dacht ik eraan dat ik nog van die stevige herbruikbare Delhaizezakken in de koffer liggen had. Ik stak één ervan onder een wiel, propte er nog wat takjes bij, liet Wolf duwen aan de rand van de deur, en probeerde voorzichtig achteruit te rijden. Score! Giechelend als twee tieners stapten we terug in, en reden naar het rusthuis.

Daar was het een kleine overrompeling in het cafetaria: Paul en Nele waren daar, samen met hun oudste dochter, diens man en de twee kinderen. De tweede dochter was net weg met man en kind. Ook Bart, mijn jongste nonkel, was er, en zijn vrouw en jongste dochter gingen ook nog langs komen. Mijn grootmoeder van 94 is intussen zo goed als helemaal blind, en heeft ook moeilijkheden om in lawaai een conversatie te volgen, ondanks de hoorapparaten. Erg lang zijn we dan ook niet gebleven: we hebben iets gedronken, eigenlijk vooral gekletst met de nonkels, en zijn dan nog in haar kamer wat verder gaan praten.

Het was nog meer dan licht genoeg, en dus reden we Onderdale af om nog een cache te zoeken. Een volgende cache lag een eind in een bospad, zo bleek, en dat zag Wolf niet zitten, want die had zijn voet extra pijn gedaan door de auto te duwen. Da’s dan voor een volgende keer dat we omoe komen bezoeken en het wat minder nat ligt. Aangezien we vlak bij de vroegere bossen van mijn andere grootmoeder waren, gingen we nog even langs het boskot. Dat is blijkbaar gekraakt: de deur stond uit haar hengsels, en binnen lagen lege flessen van sterke drank. Jammer, maar het is sowieso in bijzonder slechte staat.

Wat me nog het meest verwonderde, is dat een groot stuk van die bossen intussen verkocht zijn, en dat er woonhuizen op gebouwd zijn. Zonevreemd dus, want dit is bosgebied met een zeer strenge restrictie qua woonoppervlakte. Blijkbaar trekken weinig mensen zich daar iets van aan. Tsja…

Maar bon, het was intussen welletjes, en we reden naar huis. Met een ervaring rijker,  en een grote samenzweerderige grijns op ons gezicht toen we het auto-incident vertelden aan een hoofdschuddende Bart.

*grijns*

Rugbytoernooi in Nijvel

Omdat ik me helaas niet kan opsplitsen (Wolf en Kobe zitten elk in een andere toernooigroep), ging ik gisteren mee richting Nivelles met Wolf en de U11. Ik had mijn stevige laarzen aangedaan, maar mijn caoutchouc botten waren een nog betere keuze geweest: ze hebben een pracht van een clubhuis, maar helaas een modderpoel als veld. Correctie: twee modderpoelen als velden.

Onze jongens waren eerst geïntimideerd door de modder, én door de keigoeie tegenstander, maar de derde match wonnen ze dan weer wel, nadat ze hun zelfvertrouwen hadden teruggewonnen, en de modder gewoon… ik ging bijna schrijven: negeerden, maar dat was gewoon onmogelijk. Oordeel zelf:

IMG_7110

IMG_7115

IMG_7117

IMG_7119

IMG_7132

IMG_7135

IMG_7138

IMG_7144

IMG_7149

IMG_7165

Ik heb er uiteraard vooral de foto’s van Wolf uitgehaald, maar de hele reeks staat op de Facebookpagina van hun team. Je ziet trouwens netjes de evolutie van modderigheidsgraad…

Mountainbike

Daarstraks had ik zin om nog te gaan fietsen. Het was een prachtige avond, de kinderen lagen al in bed, en Bart was thuis, dus ik kon gerust het huis uit. Alleen… ik heb het moeilijk om zonder doel te gaan fietsen. Zomaar een toertje, meh. Je kan natuurlijk zeggen dat de beweging op zich een doel is, maar dat is toch niet hetzelfde. Ik fiets graag ergens naartoe, begrijp je?

Uiteindelijk, na lang aarzelen, ben ik toch de fiets opgegaan, omdat ik eigenlijk wel eens wilde weten hoe ver dat nieuwe park van de Lange Velden doorliep. Een ideaal doel, dus ik trok een vestje aan (het was intussen al na negenen), stak de telefoon op zak, en weg was ik. Doorheen de wijk was uiteraard geen enkel probleem. De hoofdweg van het park is aangestampt gras, ook dat was niet echt moeilijk, al dudderde het soms op de ribbels van de sporen van de tractor die het traject had ingezaaid.

Op het einde – en dat loopt echt wel een eindje door –  had ik de keuze: ofwel keerde ik terug via een woonwijk, ofwel aan de iets hoger gelegen overkant van het park, tussen het water en de hoge berm in. Ik koos voor dat laatste. Hmm. Foute keuze dus. Dat traject is namelijk níet aangestampt, en door de regen van de laatste dagen bestond het uit vrij mul nat zand, ook wel modder genoemd. Voeg er dan nog aan toe dat er blijkbaar toch een paar auto’s waren gepasseerd en er dus sporen van twintig centimeter diep waren, en je begint het wellicht al te snappen. Ik was te koppig om terug te gaan, en dacht dat ik halverwege wel ging kunnen oversteken, maar dat viel zo een beetje tegen. En op een bepaald moment heb ik een bocht genomen van 90°, maar dat zand wilde niet meewerken, en toen lag ik heeltegans elegant tegen de grond. Jawel. Gelukkig was het maar nat zand, het viel nog mee dus. Eerder een gekrenkt ego dan een gekrenkt lijf.

Soit, ik heb vijfentwintig minuten gedaan over ocharme vier kilometer, en ik was helemaal bezweet. Niet dat ik anders vlot dertig per uur rij, maar dit was toch wel er een beetje over. Het zegt wel wat over het terrein dus.

Volgende keer toch maar die woonwijk nemen om terug te keren. Of ergens een mountainbike lenen, medunkt.