Examens

Vandaag zijn effectief de examens voor de tweede en derde graad begonnen bij ons op school. Aangezien ik morgen geopereerd word, had ik gevraagd om mijn examens in vijf en zes vandaag te leggen: anders moest iemand anders ze afnemen, vragen beantwoorden en de examens tot bij mij krijgen. Dit was de ideale oplossing, en leerlingen vragen toch altijd om Latijn ofwel als eerste, ofwel na een weekend te krijgen, aangezien het blijkbaar toch een van hun zwaardere vakken is.

En mijn eerstes en tweedes dan? Die hebben sinds een paar jaar geen examen meer voor Latijn, tot grote spijt van onze vakgroep. Modules in het eerste jaar en basisopties in het tweede jaar hebben geen examen meer, zo besliste de directie. Tsja….

Maar deze keer kwam het me dus wel goed uit, ja. Alleen hoop ik dat het wat zal meevallen om die examens te verbeteren. Het zal in elk geval niet meer voor vandaag zijn, want ik heb zelfs het einde van mijn examens niet gehaald. De rug en de voet gecombineerd – ik loop veel te veel rond tijdens zo’n examentoezicht in de grote zaal, en ik moet telkens ook weer naar de tweede verdieping om te kijken of alles oké is met mijn pupil in de zorgklas – zorgden ervoor dat ik misselijk begon te worden. Je zag het duidelijk aan mij, zei Peggy, en die bood dan ook aan om mijn examens binnen te steken donderdag.

Nope, het is echt tijd dat die operatie er komt. En nu maar hopen dat het ook compleet opgelost is dan, zoals bij de linkervoet. Meh.

Een beetje te

Deze week is eigenlijk gewoon te veel voor me, en de ergste dag moet nog komen…

Maandag was er de infoavond voor de GWP. Dinsdag was er dat verpletterende nieuws, de algemene personeelsvergadering en het oudercontact, woensdag waren er twee extra lesuren voor de zesdestudiejaars van onze campus, donderdag was er de generale repetitie voor ons koorconcert.

Vandaag had ik drie uur les en dan een uur studie bij een klas tweedes. Ik heb hen vriendelijk gevraagd, aangezien ze toch geen taak hadden, of ze het zagen zitten om te ‘sprinkhanen’. Voor u zich afvraagt wat ik daarmee bedoel: ja, dat is een neologisme, maar het beschrijft perfect wat ik bedoel.

Morgen is het OpenSchoolDag, maar waar er vroeger vaklokalen waren en elke leerkracht zijn lokaal toch min of meer op orde hield, zijn de lokalen nu verbonden aan één klasgroep, en nee, die onderhouden hun lokaal niet. Door de vele afwezige leerkrachten stonden er nogal wat lokalen leeg dat lesuur. Ik ben met twintig tweedes van klas naar klas getrokken, en als een bende sprinkhanen streken ze neer: papieren opruimen, boeken en mappen goed leggen, borden schoonvegen, banken en stoelen netjes zetten, gordijnen opnieuw ophangen, rommel opruimen, weggooien of in een kast proppen. Na vijf minuten verlieten we het lokaal in een totaal andere staat. Ze deden dat prachtig, die tweedes, en dan kende ik de helft van hen niet eens. Dikke, dikke pluim!

Om twaalf uur was mijn pijp uit en ben ik er vanonder gemuisd, al was het maar om de vragen van collega’s te vermijden. Ik ben naar de Ooievaar gereden, heb daar een heerlijke viswaterzooi gegeten en mezelf daarna beloond met een latte en een kokostaartje, en genoot intens van de rust.

Tegen half twee stond ik alweer op toezicht, gaf daarna nog twee uur heerlijk rustig les in mijn zesdes, en vroeg hen daarna om de stoelen van lokaal 0.08 weg te zetten, wat ze ook braaf deden. Oef.

En dan mocht ik op mijn eentje, met een rug die dan al behoorlijk veel pijn deed, het lokaal klaarzetten voor de OpenSchoolDag morgen. We zijn met drie, maar de ene had maar les tot 11.00 uur en woont op een half uur rijden, zodat ik die niet wilde doen terugkomen. De andere vond dat zij meer pijn had dan ik – pas op, ik wéét dat ze pijn heeft, littekenweefsel na een hysterectomie, dat is geen lachertje – en ging naar huis. Maar als ik het niet deed, werd het simpelweg niet gedaan. Ik heb dus nog staan vegen – wat ik absoluut niet mag doen van de dokter – en opruimen, heb met tafels gesleurd – wat ik óók absoluut niet mag doen – heb tafelkleedjes gelegd, cursussen ten toon gespreid en strips en andere spullen uitgestald. En toen was ik alweer misselijk van de pijn, maar bon. Het resultaat mag er zijn. De verdere aankleding neemt mijn gezonde collega morgenvroeg voor haar rekening.

Ik sprong in de auto, spurtte naar huis, pikte Kobe op die al klaar stond aan de deur en zwierde hem ietsje te laat af in zijn orkestrepetitie.

En toen ging ik plat. Ik ben benieuwd hoe lang ik het morgen zal uithouden: mijn rug is nu eigenlijk al overbelast…

Onderweg naar het mooie Saleich

Ik heb me een paar weken geleden op den bots ingeschreven voor een fotografievakantie in het zuiden van Frankrijk, meer bepaald in Saleich aan de voet van de Pyreneeën, gegeven door Monica Monté, een vriendin van vroeger. Ik had het zien passeren op haar Facebook en dacht: waarom ook niet? Dan leer ik eindelijk eens deftig om te gaan met mijn camera in plaats van alles op full automatic  te trekken. De kinderen moedigden me aan, en dus schreef ik me in en reserveerde de TGV tot aan Toulouse, waar Monica me dan wel ging komen oppikken. Ik bleek uiteindelijk de enige kandidate te zijn, maar bon, ze vond het niet erg want het was toch sowieso bij vriendinnen, The Sisters of Saleich.

Ik zag alleen op tegen de reis, en terecht, zo bleek alweer. Het begon nochtans schitterend, ik ben echt met mijn gat in de boter gevallen. Bart en Merel zwaaiden me iets voor half tien uit op het perron van Gent-Sint-Pieters, en in Brussel-Zuid droeg een vriendelijke jongeman mijn koffer op het perron. Rollen is geen probleem, maar de opstap in de TGV is vrij hoog, en dus wachtte ik even aan de ingang op iemand van de treinbegeleiders. Twee dames die net kwamen aanwandelen, boden aan om hem in de trein te zetten, en voilà, ook dat was geregeld. Bij het uitstappen in Parijs kwamen diezelfde dames een handje helpen, en pas toen zag ik dat een van hen een mondmasker aan had van Cadzandië, de locatie van Björn van Ideekids. “Moh”, zei de dame in kwestie, “hoe ken jij Björn?’ Na een korte uitleg zei ze: “Maar ik ben zijn vrouw!” Waarop ik in de lach schoot, want ik had Veronique helemaal niet herkend en zij mij niet. Enfin, zij was met vier vriendinnen onderweg naar Angoulême en had een taxi aangevraagd voor vijf naar Paris Montparnasse. Waar ik dus ook nog bij kon. We hebben zelfs ook samen gegeten in de buurt van het station en het was echt wel gezellig en gemoedelijk, en vooral totaal onverwacht.

Bon, ze hielpen me nog het station in en ik nam de volgende TGV naar Toulouse, vier uur en een kwart. Blijkbaar is er zelfs een limiet aan wat mijn lijf accepteert aan treinen, want het laatste half uur begon ik echt wel misselijk te worden, blergh.

Gelukkig  stond Monica me kwart over zes op te wachten in een snikheet – 35 graden – Toulouse, want Saleich ligt nog een klein uur per auto verder richting de Pyreneeën. Ik denk niet dat ik vijf zinnen gezegd heb tijdens dat uur, het ging echt niet. En toen ze de oprit opdraaide, ben ik de auto uitgesprongen en heb prompt overgegeven in de berm. Eurgh.

Maar ik voelde me meteen een pak beter, kon even gaan liggen, en het warme welkom van The Sisters of Saleich – Carmen, haar zus Muriel (twee Vlamingen) en Muriels vrouw Eve (een Française) – maakte veel goed. En het avondeten ook natuurlijk, buiten op het overdekte terras in de ruime tuin. En toen ze ook nog vroegen naar het fenomeen LARP was het hek helemaal van de dam.

Ik denk, nee, ik ben er eigenlijk zeker van dat het hier goed zal zijn, in dit ruime, fijne, koele huis. Het bed is alvast prima!

Auw.

Lesgeven vandaag, dan met Kobe even tot bij mijn pa in het ziekenhuis en dan boodschappen doen staat vandaag blijkbaar gelijk aan plots misselijk worden van de pijn.
De rug vindt dat hij het recht heeft om wraak te nemen voor de esbattementen van dit weekend, heb ik de indruk.

Gelukkig doen mijn benen het wel nog en moet ik mijn krukken of stok niet boven halen, dat is het niet. Maar het zweet loopt me af en ik heb het moeilijk om me te concentreren. En ik weiger om pijnstillers te nemen want dan ga ik er gelijk los over.

Nope.

Ik ben blij dat ik nog de bewegingsvrijheid heb om te dansen zoals dit weekend – een millimeter verder en ik was verlamd – maar dat moeten boeten voor elk pleziertje, nee, dat is het toch niet.

Bah humbug.

Operatie

Jawel, vandaag onder het mes.
Ik vond het wel grappig: om kwart voor zeven stonden Bart en ik netjes aan de balie, ik werd ingeschreven, Bart kreeg een zoen, en ik ging verder naar wachtkamer 2.

Daar werd ik nog eens extra ingeschreven, en bleek op papier de rechtervoet aangeduid voor operatie, in plaats van het linker exemplaar. Euh… Ne mens kan zich soms ergeren aan drie keer dezelfde vraag, maar deze keer was ik toch wel echt blij dat ze nog eens navroegen wat er precies moest gebeuren.

Bon, ik kreeg een armbandje met mijn gegevens, en werd naar een kleedkamertje gebracht. Euh?

Blijkbaar geeft het Maria Middelares geen kamer meer op voorhand, maar word je min of meer rechtstreeks naar de operatiezaal geleid. Ik kreeg dus een zak voor mijn kleren, de sleutel van een lockertje, een operatiehemdje, een sexy paar antislipsokken, en een badjas.

IMG_3126

Alle spullen vlogen in het kluisje, en de sleutel daarvan mocht in een klein zakje, waar later dan ook bril en gsm bij vlogen, en dat dan aan het bed werd gehangen.

En toen zaten we met een man of vijf, in badjas en sokken, gezellig samen in een lounge. Ik merkte op dat we precies in een wellnesscenter zaten, wat op algemeen gelach werd onthaald, gezien het feit dat wij allemaal op een operatie zaten te wachten.

Maar bon, ik werd geroepen, installeerde me op een operatietafel, kreeg een infuus, deed een klapke met de anaesthesiste, werd vrolijk begroet door Burssens, en werd toen wakker in de recovery. Mijn voet was stevig ingepakt, maar ik voelde totaal geen pijn.

Een half uur later lag ik al op mijn kamer, liet Bart weten dat alles in orde was, en deed een stevige tuk, net zoals mijn kamergenote. De boterhammetjes gingen vlot binnen, en ik legde me nog wat te lezen.

En toen… werd ik misselijk. Eigenlijk mocht ik al naar huis, maar blijkbaar was de verdoving harder aangekomen dan gedacht. Ik kreeg iets tegen die misselijkheid, maar dat leek niet echt te helpen. Meh. De misselijkheid bleef zodanig aanhouden, dat de verpleegster van het dagziekenhuis – dat sluit om 19.00 uur – een kamer voor me regelde. Ik kon dan nog zien of ik later alsnog naar huis ging.

Ik deed nog een stevige dut, en voelde me toen merkelijk beter: geen misselijkheid meer, en eigenlijk algemeen een prima gevoel. Ik belde Bart dat hij me mocht komen halen, ook al was het al half tien, en de verpleegster haalde het infuus weg.

En toen…

Toen werd ik weer kotsmisselijk. Bart zat er dan, en ik zag het totaal niet meer zitten om naar huis te gaan. Bart is dan maar onverrichter zake terug naar huis gegaan, en ik ben in een diepe slaap gevallen. Gelukkig heb ik geen nood meer aan pijnstillers, de voet doet absoluut geen pijn.

Blah.