Vogeltjes, maar niet voor de kat

Ja ik weet het, ik ben vroeg met mijn jaarlijkse vogeltjespost, ik had er in februari nog eentje.

En het zijn nog steeds dezelfde meesjes en vinkjes als altijd, en een heel mooi roodborstje met een bleekoranje borstje. Daar blijf ik dus goedgezind van worden. Merels heb ik helaas nog niet gezien, maar dat komt hopelijk nog wel.

Het verschil zit hem in Nazgûl. Die zit tegenwoordig vaak op een van de keukenstoelen naar buiten te kijken, naar die vogeltjes, en dan laat hij af en toe een zeer gefrustreerd geluidje horen. Het houdt het midden tussen een gemiauw, gegrom en geklaag. Een beetje, voor wie dat kent, als het geluidje van Perry The Platypus in de tekenfilm Phineas and Ferb.

Maar het is dus mega, mega schattig. Het is me nog niet gelukt het te filmen, want van zodra je beweegt, is zijn aandacht afgeleid van de vogels en kijkt hij naar jou. Maar geloof me, zo’n zacht klein gefrustreerd geluidje…. Schattig!

Vink?

Elk jaar hangen we hier mezenbolletjes in de boom, en die worden druk bezocht. Helaas, dit jaar nog geen roodborstjes gezien, en dat vind ik zo wijze beestjes, ook al blijken het smeerlapjes te zijn naar andere vogels toe.

Veel mezen, af en toe een paar dikke mussen, en ook dit vogeltje. Om een mus te zijn lijkt het me te bruin. Zou het een vink kunnen zijn? Iemand?

Waar ik dan ook weer super goedgezind van word, is de merel die af en toe opduikt. Vorig jaar waren ze vaak met zijn drieën, nu is hij alleen, maar bon, hij is er toch nog, na alle alarmerende berichten over de merelsterfte deze zomer. Zelf kan hij natuurlijk niet aan de mezenbollen hangen, maar hij pikt met plezier alles op wat de anderen hebben laten vallen.

Zalig, toch?