Nee, ik ben niet zelf naar Luxemburg gegaan vandaag, die eer laat ik aan Wolf. Die had namelijk de eerste competitiematch waar hij zich klaar voor voelde. Dat hij dan maar twee keer drieëneenhalf uur op de bus moest, dat nam hij er met plezier bij.
Al bij al was hij twaalf uur onderweg voor een match van 80 minuten, maar hij zag er zichtbaar tevreden uit. Hij had een goeie match gespeeld, zei hij, 80 minuten op het veld gestaan in de positie van flanker, nr. 7. Hij is misschien niet zwaar genoeg voor het pack, maar aan de andere kant is hij sterk en vooral zeer wendbaar. In het begin, vertelde hij, durfde hij niet zo goed: probeer maar eens een kerel van bijna 2 meter te tackelen! De vorige match die hij speelde, leverde hem na 20 minuten een zwaar verstuikte voet op, je zou van minder bang zijn. Maar na een tijdje verdween zijn angst en is hij er vol voor gegaan. Het heeft hem schouderklopjes van de rest van het team – de meesten een jaar ouder en meer ervaring, want Wolf heeft door blessures al heel veel gemist – opgeleverd en de terugrit heeft hem dan ook vrienden bezorgd.
Ik vermoed dat hij dat een beetje nodig had: na alle rug- en rugbyperikelen was zijn zelfzekerheid een beetje weg. Maar bon, hij is terug, hij speelt vol overgave en hij doet dat niet slecht.
Een bespreking van de match is trouwens hier te vinden, in het Luxemburgse nieuws.