Lectuur: “Sherlock Holmes and the Miskatonic Monstrosities (The Cthulhu Casebooks, #2)” van James Lovegrove

Na boek 1 nam ik ook boek 2 ter hand, en dat gaf uiteraard meer van hetzelfde, maar, naar mijn mening toch, een beter verhaal. Dr. Watson, de ik-persoon in het verhaal, moet namelijk minder uitleg geven over de Lovecraftiaanse achtergrond of over hoe hij en Holmes vrienden zijn geworden.

Het verhaal begint eigenlijk wanneer Holmes en Watson bij een patiënt van Bedlam, het lokale gekkenhuis, worden gehaald omdat die niet meer weet wie hij is en vooral ook een taal spreekt die niemand lijkt te kennen… tenzij je Lovecraft kent natuurlijk. Ze ontdekken dat hij een van de twee wetenschappers is die een expeditie op de Miskatonic River hebben gehouden, op zoek naar wezens uit het Necronomicon. En dan gaat de bal aan het rollen natuurlijk.

Een groot deel van het boek wordt in beslag genomen door het dagboek van een van beide wetenschappers, maar dat stoort helemaal niet. Het leuke is hier dat het boek toch wel behoorlijk vol Cthulhu mythos zit, compleet met een nightgaunt, een ghoul, een shoggoth en meer van dat fraais. En natuurlijk blijft het een Sherlock Holmes-verhaal…

Opnieuw: licht, leuk als tussendoortje, maar je moet wel boek één gelezen hebben of je snapt er niks van.

Call of Cthulhu

Eigenlijk speel ik al meer dan 25 jaar tabletop rollenspel: daar zat DnD tussen, Vampire, Fields of the Nephilim, Beyond (iets dat een vriend zelf geschreven had) maar vooral ook Call of Cthulhu, mijn absolute favoriet. Het is gebaseerd op de wereld van Lovecraft: een “gewone” wereld maar voor de kenners bevolkt met duistere wezens, Great Old Ones en alle mogelijke occulte toestanden. Héérlijk gewoon.

Vorige jaren, eigenlijk vooral voor corona, speelde ik met Jesse, Robbe, Yorick, Emma en Wolf een heel fijne DnD. Alleen is door omstandigheden de groep uit elkaar gevallen toen we eigenlijk nog maar een sessie of twee moesten spelen. En sindsdien ligt de roleplay voor mij gewoon stil. Meh.

Tot ik dus twee dagen na de operatie in het ziekenhuis zat te wachten voor een nieuwe plaaster en Pascal voorbij kwam. Die ken ik nog van lang geleden, in The Lonely Mountain in Gent. Hij meesterde ook toen al verschillende roleplays, en we hadden het er dus ook over. Momenteel was hij net begonnen met drie vrienden, waarvan ik er eentje ook al van kende van dik 20 jaar geleden op de larp, aan een Call of Cthulhu campaign, The Masks of Nyarlatothep. Die heb ik ook ooit gespeeld, wellicht ook zo’n 20 jaar geleden. Ik weet er niet veel meer van, en elke campagne wordt ook altijd compleet anders gespeeld door elke groep.

Pascal kon best nog een extra speler gebruiken, en vorige week ging ik dus al een nieuw personage aanmaken. En dinsdag was mijn vuurdoop: ik leerde mijn medespelers kennen, voelde dat het eigenlijk best wel klikte, en genoot intens. Echt, ik heb dat zo hard gemist, dat spelen!

En dus is er nu weer Cthulhu om de veertien dagen, en ik ben een gelukkig mens.