Logopedie

Merel heeft eigenlijk al van kleinsaf aan een bijzonder onzuivere uitspraak. Babbelen kan ze op zich als de beste, en ze maakt al zeer lang prachtige zinnen met een uitgebreide woordenschat, dat is zo het probleem niet. Daarin is ze ook erfelijk belast, natuurlijk.
Maar soms is ze gewoon moeilijk te verstaan: bij al haar dentale klanken, zoals de s, z, l, t en de d steekt ze haar tong tussen haar tanden, in plaats van er gewoon tegen of tegen haar verhemelte. Slissen, zoals men vroeger wel eens durfde zeggen.

Tot hiertoe lagen we er niet wakker van, maar het lijkt erop dat het niet vanzelf zal beteren, en het kan uiteindelijk een invloed krijgen op de stand van haar definitieve tanden. En dus: logopedie. Gelukkig ziet ze het zelf helemaal zitten, want ze hoort ook zelf dat haar uitspraak niet is wat het zou moeten zijn. En ze heeft eigenlijk ook een vlotte tongbeheersing, dus als je haar uitlegt wat de bedoeling is, kan ze dat ook. Nu nog internaliseren en automatiseren, en alles komt goed.

Lang leve de logo!

Kobe bij de logopediste: update

Sinds mei gaat Kobe dus wekelijks naar de logopediste. De tandarts had in januari vastgesteld dat hij een infantiel slikpatroon heeft, en dus moesten we naar de orthodontist om een voorschrift.

Intussen zitten we dus wel een aantal maanden verder, en gaat het gelukkig vooruit. Dat ligt niet altijd aan Kobe zelf: hij doet – hoe zou u zelf zijn? – zijn oefeningen niet graag, en dus slaat hij ze al eens over, ook al staat ons halve huis vol met blaadjes waarop staat; ‘Logo!’. Maar bon, wat hij doet, doet hij blijkbaar wel goed. Nog een paar sessies, en het zou helemaal in orde moeten zijn. En dan zouden zijn tanden ook spontaan recht moeten komen.

Het zal alweer wat schelen: geen gezaag meer over zijn oefeningen, en geen hee-en-weergerij meer naar die logo. Poeh.

Stem

Sinds ik – ondertussen bijna twee jaar geleden – mijn stem weer onder controle moest krijgen, ben ik een pak voorzichtiger geworden.

In 1991 ben ik geopereerd aan mijn stembanden, en zijn er kleine cystes weggenomen. Ik heb toen ook meteen twee jaar zeer intense logopedie gevolgd, en ik heb meteen ook mijn theaterplannen opgeborgen, met ongelofelijk veel spijt in het hart. Onderwijs kon nog net, op voorwaarde dat ik bijzonder stemhygiënisch te werk ging.

Twee jaar geleden ging het opnieuw mis: blijkbaar waren er door de jaren heen opnieuw foutjes geslopen in mijn stemgebruik, en door moe te zijn, verkouden, en in het koor alt te zingen, was ze opnieuw om zeep. Ik heb toen opnieuw een jaar logopedie gevolgd, met goede afloop: mijn stem kan er weer tegen.

Maar september, dat blijft een risicovolle maand. Een stem is een spier, en die is drie maand lang enkel recreatief gebruikt, en nu plots weer zeer intensief. Ik begin het een klein beetje te voelen, en moet dus opletten. Maar het is een hele opluchting: waar ik vroeger soms hees was in de derde week van september, is dat nu niet het geval.

Lang leve de logopedisten. En lang leve een schitterend man. Dank je, Dick De Bruycker, om mijn stem te redden. En dus ook mijn passie.

Kinesie, logopedie en andere onzin.

Om negen uur had ik kinesitherapie in het Jan Palfijn (site 1) voor mijn stem. Jawel, dat kan dus: bij de logopedie had Dick vastgesteld dat mijn strottenhoofd voortdurend onder spanning staat, en er kon wel eens een link zijn met de voortdurende spanning in mijn schouders en trapezius. Gewone kinesitherapie en manuele therapie helpen niet, maar hij stuurde me door naar een dame die met minieme bewegingen werkt op het bindweefsel. Ik geef het je op een briefje: nog nooit zo’n bizarre kinesitherapie gehad. Dat van die minieme bewegingen is niet overdreven: soms voel je ze nauwelijks. Maar plots begon wel mijn onderrug pijn te doen en voelde ik rare spieren. Bizar, bizar. Hopelijk zal het effect geven.

Omdat er een half uur tussen kinesie en logopedie zat (en ook wel een paar kilometer, aangezien de logo nu noodgedwongen een tijdje op site twee zit) zijn we eventjes gestopt aan de speeltuin van het eiland Malem. Wil je nu geloven dat ik daar nog nooit was geweest? Enfin, de jongens vonden het wel fijn 🙂

Malem

Daarna dus logopedie, en dan eens gaan zoeken naar een boerenoutfit voor Wolf voor zijn kamp. En waar kan je dan beter terecht dan in de Wibra en de Zeeman? Ik heb voor hem een geruit overhemd gekocht voor zeven euro, en een rode halsdoek voor 89 cent. Samen met een oude pet van mij moet dat wel iets geven, ja. De jongens hebben ook elk nog een nieuw simpel waterkanon gekregen (1,49 eur ’t stuk) en ik heb me een zomers rokje gekocht. Iets heel fris en vrolijk en kleurig, en ik vind het gewoon de max, voor zijn vier euro :-p

rokje

En dan weer zwemles om half drie: ze hebben beiden 25 meter gezwommen (Kobe nog met drie blokjes om zijn middel) en zijn vrolijk van de springplank gesprongen en zo: het resultaat is er dus! En zelf heb ik 24 lengtes gezwommen deze keer :-p Daarna hebben we rustig in de zon iets gegeten en gedronken (al een chance dat ik af en toe voorzienig ben) en zijn dan naar de Suprabazar gereden voor nog een extra zwemworst en van die blokjes, zodat Kobe ook in Tunesië zonder problemen kan rondzwemmen. Van die opblaasbandjes geven een vals gevoel van veiligheid…

En toen was de dag alweer bijna om. Ik heb dus echt niet het gevoel dat ik veel doe, en toch zit ik quasi geen moment stil. Het zal nog wel komen, zeker?

Logopedist, Ikea, tandarts en asiel

Rara, wat hebben die dingen met elkaar gemeen?

Het zijn de plekken die de jongens en ik bezocht hebben vandaag. Het begon trouwens al goed; ik ben wakker geschoten om half tien, uit mijn bed gesprongen en gedoucht, en dan Merel wakker gemaakt en een fles gegeven, en alles in spurttempo. Om half elf moest Merel nl. in de crèche zijn en wij bij de logopedist, bij voorkeur deftig aangekleed en gevoed en al. Het is net niet gelukt, nee.

De jongens waren overigens superbraaf, wat de nodige complimenten van de logopedist opleverde. Als beloning zijn we dan richting Ikea gereden, waar we gegeten hebben en de jongens gespeeld, terwijl ik wat noodzakelijke kleinigheden vergaarde.

Om kwart over drie stonden we bij de tandarts, omdat er in één van mijn tanden een groot gat was verschenen. Het bleek een oude vulling te zijn, die de geest had gegeven. Drie kwartier later stond ik met een gevulde tand en een scheve lip weer buiten, en vooral een stuk opgelucht.

En toen hebben we thuis de kattenbak gezocht en gevuld, de kattentransportmand voorzien van een zacht dekentje, en zijn naar het asiel in Evergem gereden. Ze hadden een reeks katten binnen, maar nog geen kittens. Nu ja, er waren kittens, maar die waren nog niet klaar om van de moeder gescheiden te worden. Blijkbaar zijn we een maand te vroeg daarvoor. Wij dus onverrichterzake terug huiswaarts, alwaar we de kattenbak dan maar weer in de garage hebben gezwierd.

Begin mei beter, zeker?

Mocht je zelf kittens hebben en er eentje kwijt willen, laat gerust een berichtje achter.

Vakantie, en dus druk

Het hangt er natuurlijk van af wat je ‘druk’ noemt: alles gaat een een veel gezapiger tempo dan anders.

Merel heeft bijvoorbeeld geslapen tot half negen, daarna heb ik de jongens hun haar bijgeschoren, en hebben ze ongeveer een half uur in bad gezeten met hun drietjes. Tegen dan was vooral Merel blauw van de honger, en kregen ze dus uitgebreid ontbijt van speculoosbrood 🙂

Mereltje werd in de crèche afgezet, en wij deden thuisdingen.

Om half twee stonden de jongens en ik bij de logopedist, alwaar zij zeer braafjes op hun iPads speelden terwijl ik oefeningen deed. Daarna zijn we gaan kijken of de Dreamland al Skylanders binnenhad (helaas) en doorgereden naar De Wereld van Kina. Gratis voor kinderen en Gentenaars, overigens. We hebben er gezien hoe dino’s elkaar eitjes roofden, hoeveel soorten schelpen er zijn, welke kleuren vlinders allemaal hebben, wat de evolutie is van aap naar australopithecus naar Neanderthaler, en heeft Kobe met open mond staan kijken naar de slagtand van een mammoet. En nog wel een paar dingen.

Er werd iets gedronken, en er werd daarna vooral ook naar de Quetzal gegaan, de chocoladebar iets verderop. Kobe kreeg een gigantische brownie die hij netjes naar binnen werkte, Wolf had een grote pot met drie bollen vanille-ijs, stukken brownie, chocoladesaus en slagroom, waarvan mama een groot deel van het ijs heeft opgegeten wegens teveel voor Wolf, en ik hield het op een macchiato met overschotjes :-p

We passeerden nog langs de Game Mania (ook geen Skylanders) en de bakker, en waren iets voor zessen thuis. Met een doodmoeë Kobe, en een uitgetelde Wolf. En een fijne dag achter de rug.

Kafka (en ook wel: auw!)

Om half elf moest ik vandaag in het ziekenhuis bij de logopedist zijn. Daar lagen de door de arts ingevulde papieren voor school klaar, alleen… hij had gedateerd op 23/11/2012, wat gegarandeerd ging geweigerd worden. De logo belde naar de dienst OKN, maar de dokter was aan het opereren. Soit.

Na mijn sessie ging ik dus maar naar de dienst om de papieren af te geven. Echter, hun belletje stond op rood als zijnde bezet, en dan helpt het ook niet om te bellen, want dat horen ze niet. Na een kwartier van rood gepinkel en geen levende ziel te zien had ik er genoeg van, nam ik mijn telefoon en belde ik naar het nummer dat vermeld stond als het te informeren nummer als je een afspraak niet kon nakomen. Bleek de algemene balie te zijn, waar ze me gezwind doorverbonden met de betreffende dienst. Ik hoorde de telefoon overgaan, en jawel, er werd opgenomen. Ik legde uit dat er foutief ingevulde papieren waren, en vermeldde terloops dat ik voor de deur in de gang stond. Waarop de verpleegster: “Ah maar kind toch!” uitriep en – met de telefoon nog tegen het oor gedrukt – haar deur opendeed. Ze ging de papieren doorgeven :-p

De techniek staat toch voor niks he :-p

Iets minder technisch en iets meer klungelig ging het er even later aantoe. Omdat het intussen al kwart voor twaalf was, ik nog snel boodschappen moest doen en de kinderen wilde ophalen om 12.15, zette ik er in de parkeergarage stevig de pas in. Geen goed idee, neem dat van mij aan: de grond is glad en olieachtig, en ideaal voor uw hakje om weg te schieten. Resultaat: licht verstuikte rechterpoot. Ik dacht dat het allemaal zo erg niet ging zijn, krabbelde overeind, beet serieus op mijn tanden tegen de misselijkheid, en reed naar huis.

Auw.

(En nu, ’s avonds laat, met een verband eromheen en wat zalf: nog steeds auw. Het is niet gezwollen, het is niet blauw, het doet alleen pijn, vooral als ik gewoon stilzit. Meh.)