Latijnolympiade

Woensdag 19 november was er de Latijnolympiade. Helaas had ik de verbetering daarvan laten liggen tot op het laatste stekske – morgen moet ik alles insturen. Maar het vraagt wel wat werk, om eerlijk te zijn. Ik moet me zelf de tekst ook eigen maken natuurlijk, maar ik had hem zelf al vertaald de dag zelf, dus dat scheelde wel wat.

Daarnaast staan er ook behoorlijk wat punten op het niveau van het Nederlands op zich: het mag geen duidelijk vertaalde tekst zijn, het moet ook aangenaam leesbaar zijn voor iemand die het Latijn niet kent.

Een van mijn zes leerlingen had opgegeven na twee uur: het begin wilde wel vlotten, maar het einde sloeg nergens op, zei hij.

Eentje steekt er met kop en schouders bovenuit: geen noemenswaardige grammaticale kemels, en een heel mooi inventief Nederlands. Serieus, als hij in de tweede ronde ook op deze manier kan vertalen, gaat hij in mei naar Italië, zeker weten!
Van de twee andere die naar de tweede ronde gaan, is de een goed in Latijn, maar is zijn Nederlands niet alles, en schrijft de tweede een zeer mooi Nederlands, maar durft ze het Latijn al eens geweld aan doen. Maar bon, drie leerlingen die de woensdag na de vakantie naar de tweede ronde in Brussel gaan: je hoort me niet klagen! Ze gaan trouwens afspreken met de ene kandidate van de Voskenslaan, zodat dat meisje niet alleen de trein hoeft te nemen. Mooi, toch?

Eigenlijk ben ik er zelf een beetje zenuwachtig om, om die tweede ronde. Nog nooit zo’n valabele kandidaten gehad. Want geef toe, het straalt ook een beetje af op de leraar, dat prestige ^^

Latijnolympiade

Vandaag was het van dat: zeven leerlingen gaven vrijwillig drie uur van hun woensdagmiddag op om een vertaling van een tekst van Cicero te maken.

De wiskunde-olympiade is algemeen gekend, maar er is al meer dan twintig jaar ook een Latijnolympiade. in 1989 was ze nog niet echt georganiseerd te noemen, maar bestond ze wel al in Italië, en wilden zij internationaler gaan. De uitnodiging kwam op een of andere manier op mijn middelbare school terecht, en dus ging ik voor vijf dagen naar Arpino, zo’n honderd kilometer ten zuiden van Rome. Winnen deed ik niet, die eer was weggelegd voor een Pool, maar ik was toch wel apetrots op mijn deelname.

Nu is alles veel meer georganiseerd, meer competitief, maar ook een pak fairder en professioneler. Er is dus een eerste ronde die wordt begeleid en verbeterd door de leerkracht zelf. De tekst is pas deze morgen online gekomen. De beste exemplaren moet ik dan insturen, en daaruit worden de deelnemers voor de tweede ronde gehaald. Tien winnaars mogen dan naar Arpino voor de uiteindelijke finale van de Certamen Ciceronianum Arpinas.

Ik ben benieuwd hoe de mijne het ervan af hebben gebracht. Ik hoop dat er ooit eentje de finale haalt, dat zou een echte bron van trots zijn.