Middelburg, eerste keer

Volgende week Mozartconcert, dus vandaag een algemene repetitie met het Zeelands TY-orkest, maar nog zonder de solisten. Als die er zijn op de generale, is dat eigenlijk wel voldoende.

Maar ik ben dus met twee man naar Middelburg gereden, om daar vrolijk te gaan zingen in het Zeelandse orkestgebouw. Pas met orkest begin je goed te snappen hoe het zal klinken, en ik heb toch een paar keer kiekenvel gekregen, zo mooi was het. Dik in orde dus.

Het stadje zelf is ook echt wel mooi, daar moeten we eens naar terug met de kinderen.

Op de terugweg hebben we (Karel, Rob en ik) gezellig zitten kletsen, en was het blijkbaar een andere route dan in het doorgaan, waardoor we aan de andere zijde van het kanaal terechtkwamen, via de Kennedylaan. Geen probleem, dan nemen we toch gewoon het veer? In Zelzate was ik bijna de brug over, maar we hadden intussen onze zinnen echt op dat veer gezet, zodat ik rechtsomkeert heb gemaakt en we alsnog aan de linkerkant bleven. En toen bleken er werken te zijn, en konden we dat veer toch niet nemen. Man, geschaterd hebben we. Serieus zeg.

Enfin, hele fijne avond, al bij al. Ik kijk al uit naar de concerten.

Tenoren

Ik heb het ooit geprobeerd, hoor, zingen bij de alten. Het was de enige manier om in Furiant te kunnen blijven, want bij de tenoren komt mijn stem er bovenuit – ander timbre, weetuwel – en dat is niet bepaald bevorderlijk voor een homogene klankkleur. Toch niet in een relatief klein koor op eredivisieniveau. Tsja.

Het heeft me toen een jaar logopedie opgeleverd, want ik zing mijn stem rats kapot. Eigenlijk wist ik dat wel, maar de dirigent en de stemcoach wilden de logopedist – nochtans een bijzonder gewaardeerd man in zangmiddens, vraag maar aan Helmut Lotti bijvoorbeeld – niet geloven. Meh.

Ik zing dus nu opnieuw bij de tenoren, met dezelfde fantastische dirigent, maar in Cantabile, een ietwat ouder koor met een veel klassieker repertoire. Daar had ik het al eerder over.

Vandaag heb ik gigantisch mijn pere gezien op de repetitie. We zijn maar met zes tenoren, op een behoorlijk wat groter aantal bij de andere stemmen, en ik geef het toe, we waren aan het prutsen. Ik had al het repetitieweekend gemist, en een paar repetities (infoavond en zo), en ook al ben ik thuis alles beetje bij beetje aan het instuderen, het trok er eigenlijk niet op. Vandaag riep Steve ons al om 19.30 uur op het appel, voor anderhalf uur tenorenrepetitie. Man, heb ik afgezien zeg! Maar het heeft wel immens geholpen qua stemvastheid en zelfvertrouwen. Nu nog wat meer blokken, en we komen er wel. Maar wat een beest van een werk!

Het gaat in elk geval de moeite zijn. Kaarten bij mij te koop, trouwens :-p

concert_mozart_2016_a5

Concert: “Grosse Messe” van Mozart

Dat ik alweer een tijdje in een koor zing, dat wist u wellicht al. Momenteel zijn we keihard aan het oefenen op de “Grosse Messe  in C Minor” van Mozart: een prachtstuk, maar ook wel serieus moeilijk, zeker in het tempo dat wij het zingen. Vaak wordt het nogal sloom uitgevoerd, maar in een sneller tempo sprankelt het een pak meer, en voelt het meer Mozartiaans aan.

Enfin, ik wil u met heel veel plezier uitnodigen om te komen luisteren, en kaarten kan je via mij krijgen: 18 euro (15 euro voor -25 jaar). ’t Zal zeker de moeite zijn!

concert_mozart_2016_a5

De Grosse Messe, een onvoltooid meesterwerk

Voor dit najaarsconcert koos Cantabile voor een veeleer bijzonder werk : de Missa in c mineur van Mozart, KV 427. We combineren dit Magnum Opus met het ‘Adagio en Fuga’ KV 546 voor strijkorkest en het intense ‘Maurerische Trauermusic’ KV 477, allebei van dezelfde meester.

Van de ca. 70 religieuze werken die Mozart schreef, is de Missa in c mineur van Mozart, KV 427 zeker één van de meest besproken repertoirestukken, niet enkel vanwege het ‘onvoltooide’ aspect ervan, maar meer nog omwille van de intense Italiaanse invloeden en het bijna dramatisch-emotionele karakter die het werk kenmerken.

Onvoltooide meesterwerken zijn in de muziekgeschiedenis steeds weer een bron geweest van speculatie, romantiek en musicologische studie en ook bij dit werk is het niet anders. Het verhaal lijkt bewezen dat Mozart deze Missa schreef als protest tegen de in Salzburg regerende aartsbisschop Coloredo. Die man hield niet van langdurige en concertante missen en hij pleitte bij zijn hofcomponisten voor een hernieuwde liturgische dienstbaarheid. Hij stuurde onder andere om die redenen Mozart de laan uit, en wilde enkel nog sober werk in zijn hervormde kerkmuziek-beleving toelaten.

Mozart echter zag zijn kans schoon om zijn vroegere meester van het tegendeel te overtuigen en liet zijn vader een concert organiseren ter gelegenheid van zijn huwelijk met Constanze. In brieven tussen zoon en vader werd gesproken van het componeren van een ‘votiefmis’ en van ‘het tonen van de mature Italiaanse stijl aan het conservatieve Salzburg’. Bovendien schreef Mozart naar zijn vader Leopold dat zijn kersverse echtgenote de sopraansolo van het werk zou zingen, tijdens de creatie in de St.-Peterskerk te Salzburg, de thuiskerk van Coloredo, op 26 oktober 1783.

Het resultaat is magistraal en virtuoos : een missa in Italiaans-vurige stijl, trouw aan de opera-invloeden, voor orkest, solistenkwartet en koor. De geboorte van Mozarts eerste zoon, zou de oorzaak geweest kunnen zijn dat het werk nooit afgewerkt is geraakt, en dat op de première nog snel enkele delen werden gekopieerd uit zijn opera ‘Davide Penitente’ KV 469 (nl. het Agnus Dei).

Cantabile brengt het werk in de versie van musicoloog R.D. Levin, met weglating van de later door andere musicologen toegevoegde delen (uit bv. Credo), maar wel met het prachtige ‘Agnus Dei’ uit Davide Penitente en met de herneming van het Kyrie op nieuwe tekst ‘Dona Nobis Pacem’. We kiezen ervoor om de solisten ook in ensemble op te stellen als dubbelkoor-antagonist van het koor. Op die manier blijven we trouw aan de operagedachte van solisten en ensemble, en vergroten we de virtuoze kracht die intrinsiek in dit meesterwerk aanwezig is.

We wensen u een fijne concertavond toe !

Cantabile: een update

Intussen zing ik toch al bijna twee maanden bij Cantabile. Nu ja, op Hemelvaart was er geen repetitie, de dirigent is ook een keertje ziek geweest, en ikzelf was ook een keer gewoon veel te moe, maar bon, ik ben toch echt wel weer aan het zingen. Stilaan begin ik mijn plaats te vinden tussen de heren, en ook het zichtlezen gaat echt wel goed, ik ben blijkbaar zelfs een van de betere zichtlezers tussen de tenoren. Maar Steve, de dirigent, gaat echt wel snel, en de Grosse Messe in C minor is niet echt het gemakkelijkste werk van Mozart, zeker niet in het tempo dat Steve ervan maakt. Maar ik amuseer me tot en met, en ben elke keer compleet leeggezongen na die 2,5 uur.

Steve legt dus de lat echt wel hoog, maar het is vooral dankzij hem dat dat ook lukt: hij is één brok energie, soms op het irritante af, en weet echt wel het beste uit zijn zangers te halen. En – ik weet niet waar hij het allemaal haalt, hij moet een bizarre fantasie hebben – hij doorspekt zijn repetities ook met de gekste one-liners, die vaak op het randje af beledigend zijn, maar op zo’n manier gebracht, dat het je alleen maar uitdaagt beter je best te doen.

Twee voorbeeldjes van de repetitie vandaag

* Sopraantjes, ziet dat ge niet klinkt als een kip die een ei moet leggen he!

* Dat klonk als de paringsroep van de uitgestorven Noord-Afrikaanse boshyena…

Voor wie die onzin wil volgen: op donderdagavond onder de hashtag #stuffstevesays op twitter :-p

Cantabile

Ik mis mijn koor gigantisch hard. Nee, ik mis niet de repetities op zondagavond, terwijl ik dan graag het weekend afsluit met de kinderen. Ik mis zeker niet het verplicht sociaal doen met mensen die mij niet liggen en met wie ik nooit bevriend zou worden, maar met wie ik nu toevallig een passie voor zang deel. En nee, ik mis ook niet de CD-opnames en de concerten, dat geef ik eerlijk toe, want dat ligt buiten mijn vast schema en zorgt alleen maar voor extra stress. Al vindt het podiumbeest in mij de concerten zélf dan wel weer de max.

Wat ik wel mis, is het zingen zelf. De koude rillingen als elke stem even zijn partituur heeft doorlopen, en we het voor het eerst samen zetten. De magie van harmonieën, de reactie van 30 man op een kleine handbeweging van de dirigent, het subtiele samenspel van al die factoren… Eigenlijk het intens genieten van écht muziek maken, muziek die je op je eentje nooit kan waarmaken. Ik geniet eigenlijk nog het meest als we eerst zelf keihard moeten zwoegen om een stuk in te studeren, en als het dan allemaal netjes op zijn plaats begint te vallen. Daarom ga ik zelf ook niet graag naar kooroptredens, want dan merk je niks meer van het proces, alleen het resultaat. En ik kan, als ik zing, zelden een glimlach van mijn gezicht wissen, want man, ik zing zo ongelofelijk graag…

Ik ben, sinds ik gestopt ben met Furiant, ook naar geen enkel optreden meer geweest. Dat kon ik gewoon niet, want dat deed gewoon te veel pijn. Maar zingen in Furiant was geen optie meer: het koor zingt op het allerhoogste amateurniveau, en dan valt een vrouwenstem tussen de mannenstemmen veel te hard op. Ze moesten blijkbaar mijn stem bijwerken op opnames, en we kregen er opmerkingen over van de wedstrijdjury, dat de homogeniteit in klankkleur toch beter kon. Tsja. En dus deed de dirigent het enige wat een dirigent op dat moment kan doen: hij zette me van de tenoren naar de alten. Technisch gezien kan ik een altstem perfect aan, maar ik overbelast mijn stem er blijkbaar mee. Toen ik na een paar maanden mijn stem weer kapot had gekregen, twee weken thuis zat van het werk – mijn stem is mijn enige echt noodzakelijke werkinstrument – en opnieuw voor een jaar bij de logopedist zat, kreeg ik van hem formeel het verbod om nog alt te zingen in een koor.

Geen Furiant meer voor mij. Snif.

Dat is intussen geleden van november 2011 (ik dacht amper een jaar of twee, ik heb het moeten opzoeken) en ik mis het zingen nog steeds. En toen stond er plots een koor van een paar man schitterend te zingen op de kerstviering, onder leiding van dezelfde dirigent: het alom gerespecteerde en eigenlijk ook wel gekende koor Cantabile. Na afloop zei ik hallo tegen de dirigent, praatten we even, en kwam het er op een of andere manier op neer dat ik welkom was in Cantabile om daar tenor te komen zingen. Dezelfde uitstekende dirigent, quasi hetzelfde hoge niveau, alleen een ouder publiek en een iets klassieker repertoire, maar dat kan me allemaal niet schelen: ik kon weer zingen!

En dus toog ik vandaag voor het eerst naar de Machariuswijk om daar te gaan zingen. Ik werd meteen compleet van mijn sokken gezongen: de dirigent zelf was er niet, maar er was wel een goeie repetitor om met het koor een aantal stukken van de Johannespassie van Bach door te nemen, voor een concert over een goeie maand. Voor een bepaald lid van het koor zal het de 60ste (!) uitvoering zijn van de Johannespassie, dus het is vrij overbodig te stellen dat het koor al vertrouwd is met het werk. En ik, ik voelde me als een eendenkuiken dat achter zijn moeder aanpeddelde, en probeerde dapper mee te zingen. Tot mijn grote verbazing lukte dat bij bepaalde stukken ook nog vrij behoorlijk: meteen op zicht een Duitse tekst op een melodie plakken, ik had niet gedacht dat ik het zou kunnen.

Het concert ga ik alvast niet meedoen, want ik kan volgende week nog gaan, maar dan twee keer niet – repetitie op donderdagavond, maar ook infoavond en klassenraad – maar daarna beginnen ze aan een nieuw iets, en ga ik er volledig voor.

Maar ik kan tegen geen mensen zeggen hoe ongelofelijk veel deugd dat het zingen vandaag deed. Serieus. Echtig waar.

 

Opvoedingslijn

Voor wie het filmpje zou gemist hebben: de twee kleinste jongens vooraan zijn Wolf en Kobe. Ze komen niet veel in beeld omdat ze niet echt aan het zingen zijn natuurlijk, ze zijn opvulling voor den hoop. Maar toch 🙂

Kobe heeft nog dagen daarna van “Rossekop” lopen zingen…

Koortoernooi

Man man man, het was spannend!

Om de vier jaar moet elk zichzelf respecterend (en vooral subsidies begerend) koor deelnemen aan de provinciale koortoernooien. Op basis van je rangschikking krijg je dan subsidies, maar weet je ook wat je waard bent en hoever je staat.

Er zijn vijf categorieën: derde, tweede, eerste divisie, uitmuntendheid en eredivisie. In die laatste zitten vrijwel enkel semi-professionele koren, zoals van conservatoria en dergelijke. Ze zijn dan ook wel écht goed.

Vier jaar geleden werd Furiant, het koor waarin ik pretendeer te zingen, geklasseerd in uitmuntendheid. Die status wilden we vandaag bevestigen, en daar zijn we toch al enige tijd naartoe aan het werken. Mijn keel en stem werkten wel tegen (ik sukkel al meer dan een maand met keelontstekingen, sinusitis en dergelijke meer, en mijn stem begint eronder te lijden, ook al omdat lesgeven nu niet bepaald de meest stemhygiënische bezigheid is die je kan hebben) maar met enige oplapmiddeltjes en deskundige opwarming lukte het nog net. Ik weet wel, het was verstandiger geweest om niet te zingen, maar dat zou ik vreselijk hebben gevonden. Zingen is trouwens nog iets anders dan spreken.

Soit, we hebben gezongen, en we hebben dat redelijk goed gedaan. Furiant zit nog steeds in uitmuntendheid. We hebben complimentjes gekregen van de jury, en werkpunten. En vooral met dat laatste kunnen we nu verder aan de slag.

En stress? Alleen bij de bekendmaking van de resultaten, als ik eerlijk mag zijn :-p