Goed fout.

Dat het fout ging gaan met ons pa, dat zat eraan te komen. Daar was hij zelf nog het meest bang voor eigenlijk.

Om kort te gaan: hij heeft dinsdagmorgen een lichte hartaanval gehad, en mijn broer heeft hem binnengebracht in de spoed van Jan Palfijn. Daar kwam hij terecht op hartbewaking, maar konden ze al snel vaststellen dat zijn hart volledig in orde was, hij er niks aan ging overhouden, en dus probleemloos overgebracht kon worden naar de afdeling acute neurologie. Daar ligt hij dus sinds vanmiddag, en zet het kot op stelten wegens nog steeds compleet manisch. Gelukkig heeft hij een schitterende neurologe, waarmee hij een lang gesprek heeft gehad, en die hem de noodzaak van nieuwe medicatie heeft doen inzien. Uiteraard gaan ze op zoek naar een ander type psychofarmaka dat hopelijk de symptomen van zijn Parkinson niet opnieuw zo hevig doet opflakkeren. En gelukkig ziet ons pa zelf in dat hij manisch is, en accepteert hij dat ook. Dat is al een groot deel van het probleem opgelost.

Geen idee hoe lang hij in het ziekenhuis zal moeten blijven, maar het zal niet op één-twee-drie opgelost zijn. Ons pa is in staat om momenteel in zijn overmoed stomme stoten uit te steken, zoals pakweg op zijn dak kruipen omdat er een pan losligt, ik zeg maar iets.

We zien wel.

This too shall pass.

 

Neurologisch nieuws

Ik was het eerlijk gezegd, in de après-larp-zombieroes, bijna vergeten. Nog een chance dat mijn broer belde: “Gij gaat straks met ons pa naar de neurologe, juist?”

Ja dus.

Bij ons pa is het simpel: er valt niks aan te doen. Hij heeft Parkinson, maar ook nog een ander degeneratief hersenletsel. Kan eigenlijk zowat vanalles zijn, en zorgt dus uiteraard voor extra problemen bovenop de Parkinson. En dat dan natuurlijk gecombineerd met een zware depressie. Er is enkel medicatie om het bibberen wat in te perken, maar veel meer dan dat kunnen ze niet doen. De antidepressiva hebben dan weer een invloed daarop, dus die mogen we niet verzwaren. Het slapen is echter niet normaal, niet te verklaren door Parkinson. Het heeft wat overredingskracht gevergd – lees: ruziemaken – maar ons pa gaat akkoord met een slaaponderzoek. Wellicht scheelt er iets met zijn REMslaap waardoor hij altijd moe blijft. Enfin ja, we zien wel…

Zelf ben ik dan ook maar op consultatie geweest, in verband met dat flauwvallen van mij. Op school drong Sofie er op aan, na het débâcle op de eerste september, dat ik daar toch eens voor naar de dokter zou gaan. Mijn huisarts had wel al gezegd dat het normaal was bij een gevoelige nervus vagus, maar toch. Nu ons pa toch een afspraak had bij de neurologe, kon ik er meteen ook maar een afspraak achter plakken en haar mening vragen. Ze stelde me meteen gerust: gewoon brute pech, maar helemaal normaal. Zij had het zelf ook behoorlijk, was op haar eerste werkdag daar in het ziekenhuis ook plat gegaan. En het schokken en spartelen, zoals in juni? Ook dat was normaal. Blijkbaar hangt het af van de diepte en de snelheid van de bloeddrukval als reactie op de pijnprikkel. Ze citeerde een onderzoek aan Harvard, waar ze dertig studenten bereid hadden gevonden om bij zichzelf die vasovagale reactie op te roepen (met valmat achter hen): er waren er bij die amper een fractie van een seconde weg waren, sommigen lagen roerloos, en anderen hadden precies een epileptische aanval. Niks abnormaals dus, gewoon brute pech dat ik die overgevoeligheid heb, en er valt niks aan te doen. Het kan ook helemaal geen kwaad, zorgt niet voor hersenletsel, het vallen zelf is nog het gevaarlijkste.

Dus nee, ik kan er niks aan doen, en nee, het is niks ernstigs. Ik kan alleen proberen de omstandigheden die zo’n aanval uitlokken proberen te vermijden, maar da’s niet altijd evident. En u pijn doen, of darmkrampen, dat kan je moeilijk vermijden.

Isotopenscanner

Mijn linkervoet doet al een serieus tijdje behoorlijk wat pijn, en eind oktober was ik dan ook naar de orthopedist geweest, die me prompt naar de scanner stuurde. Allez ja, dat prompte zat er bij mij zo niet in: ik had daar hoegenaamd geen zin in tijdens de vakantie.

Deze voormiddag kreeg ik dus een radioactieve stof ingespoten, volgde er een eerste voetscan, en kon ik gaan lesgeven. Enfin, dat was het ideale scenario, want ik moest daar om 9.45 uur zijn, en de hele procedure duurde de volle acht minuten.Waren ze op tijd geweest, dan had ik netjes om 10.10 uur kunnen lesgeven. Helaas, ik heb dik anderhalf uur zitten koekeloeren (aka. lezen), en was dus pas om 11.30 uur op school. Tsja. Intussen heb ik wel het Latijn van de radioloog van dienst opgefrist, en heb ik zijn medische termen allemaal netjes genoteerd. Na al die jaren kwam er blijkbaar wel wat sleet op zijn Latijnse benamingen van de verschillende botten, zo bleek. Toen hij doorhad dat ik Latiniste was, kwam hij een kwartiertje later effectief met een netjes uitgeprint lijstje om te vertalen, dat nu op het prikbord ginder hangt. Ik moest lachen…

Enfin, lesgegeven, en dan tegen drie uur opnieuw naar ginder voor een uitgebreide scan: zowel de voeten grondig, als een volledige lichaamsscan. Als je dan toch radioactief bent, doen ze meteen je hele skelet. Ik lag prinsheerlijk op een soortement van behandelingstafel, onder mijn warme gilet, met het geruis van de scanner op de achtergrond, twee keer een kwartiertje. De verpleegster dimt zelfs het licht, en ik ben effectief twee keer ingedommeld. Zalig.

Waar ik me meer zorgen over maak, is de uitspraak in de namiddag van diezelfde jonge radioloog: “Ik denk niet dat het een stressfractuur is, mevrouw, ik zie toch niks op de eerste scans. Ik zie wel tekenen van versleten gewrichten. Maar maak u geen zorgen, dat is perfect behandelbaar.” Gemakkelijker gezegd dan gedaan, vind ik. Enfin, we zien wel. Dat waren ook nog de eerste scans. Maar ik ben er toch niet helemaal gerust op. Versleten. Allez kom zeg!

Voetperikelen, alweer

Om kwart over acht gooiden we de jongens af aan het rugbyclubhuis voor de jeugdfinales, reden fluks naar de overkant van de Watersportbaan, en Bart zette me af aan de spoed van het Jan Palfijn. Ik zei hem dat hij echt niet hoefde te wachten: zoiets duurt wel even, en ik had mijn volgende Robert Harris bij, een flesje water en mijn GSM. En dus reed hij met Merel om boodschappen en aansluitend naar huis, terwijl ik me installeerde in een triagekamer, en de halve gips vakkundig werd losgesneden. De voet zag er… tsja, imposant uit.

Het was vooral heel erg kalm op de spoed, en dus kreeg ik een zeer snelle behandeling. Er werden foto’s gemaakt, en er was inderdaad niks gebroken. Ze gingen bijna al beginnen gipsen, toen ik vroeg of we niet beter zouden wachten daarmee tot de echo’s waren genomen? Hmm, bleek misschien wel een goed idee. Trouwens, wie sprak er al van gipsen? Kwart voor tien kwam de radioloog binnen, en meteen werd er uitgebreid geëchood. Verdict: het viel allemaal beter mee dan gedacht. Alle gewrichtsbanden waren wel geraakt, maar er was maar eentje gescheurd, en wellicht maar partieel. Ah bon. Oké.

Terug naar de spoedafdeling, waar intussen ook een volwaardig orthopedist rondliep. Die twijfelde tussen gewoon een steunverband en een gips, hmm. Tot ik liet vallen dat ik eigenlijk vaste patiënte ben van Wouter Van den Broecke, en ze meteen die mens opbelden. Hij bleek net in Barcelona te zitten, maar herinnerde zich van daaruit dat ik nog een walker boot liggen had, en dat ik die dus kon dragen. En dat ik best in de loop van de volgende week eens bij hem langsging. Juist ja. Chapeau voor die mens zijn geheugen! De dokter schreef me nog drie keer 600 mg Ibuprofen per dag voor, en dat was dat.

Ik belde naar Bart dat hij me mocht komen ophalen, en dat hij best die laars even van onder het stof ging halen. Nog een chance dat ik het ding nog niet weggegooid had, want ik had al een paar keer op het punt gestaan. Maar ik vond het zonde om zo’n duur ding, dat eigenlijk nog niet versleten was, weg te gooien, en dus lag het al een jaar of zeven in de garage op de chauffageketel stof te vangen.

En eigenlijk was ik gigantisch opgelucht. Met dat ding in plaats van een gips kan ik douchen, rustig slapen, en zelfs autorijden, want je doet het gewoon aan en uit. Autorijden wordt me wel stellig afgeraden, maar die vijf kilometer naar school maken wel een wereld van verschil uit, want ik kan tenminste werken. Nu nog de zwelling en de pijn wegkrijgen…

Ik heb me dus de rest van de dag redelijk koest gehouden: nog geen 3000 stappen.

En intussen speelden de jongens rugby, en genoten ze volop van het prachtige weer.

13131178_963060797140561_8115564201243414241_o

Enkelperikelen bij Wolf

Op 13 november had Wolf zijn voet omgeslagen, stomweg bij het oplopen van het rugbyveld. Goh ja, dat gebeurt wel vaker. Hij bleef even zitten, krabbelde uiteindelijk toch recht, en deed verder. En ’s avonds legde ik er ijs op, wat Voltaren, en een verbandje. Het stond lichtjes dik, maar zag zeker niet blauw of zo. Mja.

Helaas, het bleef pijn doen. Een ambetante zeurende pijn, zei Wolf. Een week later stonden we dus toch bij de dokter, die vaststelde dat het precies toch nog steeds dik stond. Een week krukken, geen turnles of training, en netjes in een verband steken. En dan nog rustig aandoen, en als het bleef, toch terugkomen. Mja.

Twee weken later stonden we opnieuw bij de dokter: de rust had wat geholpen, maar het bleef pijn doen, na drie weken. Hmm, zei de dokter. Het was precies ook een rare plek om pijn te doen: niet zijn enkel zelf, niet de kruisbanden, maar eigenlijk vooral aan de buitenkant van zijn voet, net boven de knokkel. Bizar. Blijven rusten, dus geen rugby of turnen, en naar de kinesist. Ook de kinesist vond het raar, maar we dachten in de richting van een verrekking die door zijn groeischeut onder stress bleef staan en dus niet wilde genezen. Mja.

Helaas, ook de kinesie hielp eigenlijk nauwelijks, en na acht beurten zei de kinesist zelf dat ze het niet normaal vond, en dat we verder moesten gaan, met medische beeldvorming en zo. Bon, een afspraak gemaakt bij mijn vaste orthopedist, en via de huisarts een voorschrift voor RX en echo. Op de foto’s was totaal niks te zien – zoals verwacht – maar ook de echo gaf geen enkel resultaat. Het diensthoofd zelf heeft twintig minuten gezocht, vooral op de plekken waar het pijn deed uiteraard, maar vond totaal niks. Perfecte spieren en pezen, goede doorbloeding, mooie groeischijven, enfin, alles zoals het zou moeten zijn. Mja.

IMG_1514

Wij moeten maandag dus naar Van Den Broecke, en ik ben benieuwd wat hij ervan zal zeggen. Hopelijk vindt hij iets, want dit begint serieus ambetant te worden.

Had ik dit destijds maar aangegeven bij de verzekering…

Allergie die geen allergie is

Vorig jaar stak ze voor het eerst de kop op, die allergie van mij. Ook dit jaar was ze van de partij, en ze maakte me behoorlijk ziek, eigenlijk. Maar ook al was ik al eerder naar de dokter gegaan en had die, tot onze grote verbazing, geen spoor van allergie in mijn bloed gevonden, ik mocht pas vandaag naar de specialist.

Een dikke drie kwartier wachten in de wachtzaal met ongelofelijk brave kinderen en een ganse uitleg bij dr. Renders zelf (die me trouwens al 25 jaar kent, want hij heeft me destijds geopereerd aan mijn stembanden) resulteerde in een paar opgetrokken wenkbrauwen, en een half gemompeld “Ik denk dat ik weet wat het is, en ik hoop voor u dat het dat níet is”.

Hmmm. Ik heb al dingen gehoord die me meer vertrouwen inboezemden, moet ik toegeven.

Hij voerde ter plekke nog een nieuwe allergietest uit, met heel specifieke allergenen, maar zoals verwacht was ook die test compleet negatief.

En toen? Toen zuchtte hij diep, en vertelde me dat het wellicht een vaso-motorische rhinitis is, iets dat alle symptomen van een allergie geeft, maar op zich totaal geen allergische reactie is. Iets met geactiveerde eosinofielen. Ze weten niet wat de oorzaak is, wat het triggert, en vooral: hoe je het kan oplossen. Bij sommige mensen wordt het getriggerd door alcohol of roken – niet, dus – maar het kan ook stress zijn, of luchtvervuiling, of een specifiek type eten, of eigenlijk zowat alles. Hij sloeg er samen met mij de vakliteratuur op na, en die zei allemaal net hetzelfde. Voor 60% van de patiënten bestaat er totaal geen oplossing of medicatie. Wat wel kan verlichten, is een neusspray met cortisone – gelukkig het type dat ik wél mag nemen met die glaucoom van mij – en/of bepaalde antihistaminica. Ceterizine werkt niet voor mij, dus heeft hij me iets anders voorgeschreven, en meer van die neussprays. Nu maar hopen dat ik bij die 40% ben bij wie het wél kan verholpen worden. Enfin, of toch behandeld.

Moet ik natuurlijk weer hebben. Zoiets bizars, waartegen weinig kruid gewassen is. Zucht.

 

 

Kinesie, logopedie en andere onzin.

Om negen uur had ik kinesitherapie in het Jan Palfijn (site 1) voor mijn stem. Jawel, dat kan dus: bij de logopedie had Dick vastgesteld dat mijn strottenhoofd voortdurend onder spanning staat, en er kon wel eens een link zijn met de voortdurende spanning in mijn schouders en trapezius. Gewone kinesitherapie en manuele therapie helpen niet, maar hij stuurde me door naar een dame die met minieme bewegingen werkt op het bindweefsel. Ik geef het je op een briefje: nog nooit zo’n bizarre kinesitherapie gehad. Dat van die minieme bewegingen is niet overdreven: soms voel je ze nauwelijks. Maar plots begon wel mijn onderrug pijn te doen en voelde ik rare spieren. Bizar, bizar. Hopelijk zal het effect geven.

Omdat er een half uur tussen kinesie en logopedie zat (en ook wel een paar kilometer, aangezien de logo nu noodgedwongen een tijdje op site twee zit) zijn we eventjes gestopt aan de speeltuin van het eiland Malem. Wil je nu geloven dat ik daar nog nooit was geweest? Enfin, de jongens vonden het wel fijn 🙂

Malem

Daarna dus logopedie, en dan eens gaan zoeken naar een boerenoutfit voor Wolf voor zijn kamp. En waar kan je dan beter terecht dan in de Wibra en de Zeeman? Ik heb voor hem een geruit overhemd gekocht voor zeven euro, en een rode halsdoek voor 89 cent. Samen met een oude pet van mij moet dat wel iets geven, ja. De jongens hebben ook elk nog een nieuw simpel waterkanon gekregen (1,49 eur ’t stuk) en ik heb me een zomers rokje gekocht. Iets heel fris en vrolijk en kleurig, en ik vind het gewoon de max, voor zijn vier euro :-p

rokje

En dan weer zwemles om half drie: ze hebben beiden 25 meter gezwommen (Kobe nog met drie blokjes om zijn middel) en zijn vrolijk van de springplank gesprongen en zo: het resultaat is er dus! En zelf heb ik 24 lengtes gezwommen deze keer :-p Daarna hebben we rustig in de zon iets gegeten en gedronken (al een chance dat ik af en toe voorzienig ben) en zijn dan naar de Suprabazar gereden voor nog een extra zwemworst en van die blokjes, zodat Kobe ook in Tunesië zonder problemen kan rondzwemmen. Van die opblaasbandjes geven een vals gevoel van veiligheid…

En toen was de dag alweer bijna om. Ik heb dus echt niet het gevoel dat ik veel doe, en toch zit ik quasi geen moment stil. Het zal nog wel komen, zeker?