Ik heb gewoon als een blok geslapen, serieus. Bart was al op om half zeven – die verandert meer en meer in zijn vader – en was gaan lezen in de grote tuin beneden. Tegen half negen was ik ook wakker, tegen kwart voor tien zaten we met zijn allen aan het uitgebreide ontbijt.
De voormiddag was er eentje van niksen, van zwemmen voor de kinderen, van bloggen en plannen maken en routes uitstippelen voor mij. We hadden het plan opgevat om ’s middags iets te snacken in de lounge, daar lagen gisteren in de vooravond bruschetta met tomaatjes, kaasplankjes, van die snedes wraps, dat soort dingen. Wel, dat viel gelijk tegen, want ’s middags kan je daar enkel wat kleine knabbeltjes vinden, niks substantieels.
We daalden dan maar af richting ’t stadje via een in het begin zeer charmant paadje met trappen dat allengs smeriger werd en uiteindelijk er meer uitzag als een open riool, jammer genoeg. Maar we kwamen aan een brede straat uit en verzeilden op het terras van een delicatessenzaak waar we elk een grote foccaccia caprese bestelden: man, nog nooit zo’n lekkere mozzarella gegeten! Bleek dat ze die zelf maakten, vandaar. Het was ook gewoonweg te veel, jammer genoeg, en spotgoedkoop, want voor 40 euro hadden we alle vijf gegeten en een flesje water gedronken.
We trokken een ietsje verder om een cache te zoeken die meer omhoog lag, en jawel, een klein watervalletje, een Mariabeeld, een trap naar omhoog en een bijzonder charmant plekje. Dik in orde.
Daarna trokken we de toeristenval Sorrento in, maar we moeten niet spreken want we liepen er zelf ook. Er werden waaiers gekocht – soms moet dat – en prachtige zichten bekeken en blij gewezen dat we niet zo ver naar beneden moesten, nog een cache gevonden en ijsjes gegeten.
En toen ging het via de plaatselijke Carrefour terug richting hotel, waar de kinderen quasi onmiddellijk het zwembad indoken, Bart iets later baantjes ging trekken in het lounge zwembad en ik prompt languit op het bed ging liggen. De rug gedraagt zich meer dan behoorlijk, de voet doet dan weer behoorlijk veel zeer, maar bon, dat verdragen we dan wel weer. Het maakte wel dat ik niet mee ging zwemmen maar de voet liet rusten.
Tegen zeven uur trokken we opnieuw het intussen nog veel drukkere Sorrento in, keken wat rond en vonden een precies redelijk authentiek restaurantje met duidelijk 100% artisanale pizza’s, geen Engels – of toch nauwelijks – en een bediening van grommelende omaatjes. We zaten er heerlijk en vooral ook afgeschermd van het gewemel.
En toen was het welletjes en trokken we opnieuw naar boven, naar ons hotel.
Een vermoeiende dag, vooral ook heet, maar wel heerlijk.