Nope

Nee, het is het nog steeds niet oké vandaag. Ik ben om zes uur opgestaan om Bart naar het station te voeren – hij gaat een drietal dagen naar Londen – en het terugkeren was toch eigenlijk puur op wilskracht. Ik ben onmiddellijk gewoon weer in mijn bed gekropen, compleet met opnieuw mijn slaapkleedje aan en al. Ik heb geslapen tot elf uur, en echt wel diep. Serieus.

Gelukkig zag Kobe het zitten om quiche te maken – Bart had al boodschappen gedaan en alles voorzien – want het ging echt wel niet. Ik doe er Kobe eigenlijk zelfs een plezier mee, want quiche is met ruime voorsprong zijn favoriete gerecht en hij maakt hem ook perfect klaar.

En met spijt in het hart moest ik ook verstek laten gaan voor de dansvoorstelling van de Cultuurcel. Ik had het bijzonder graag gezien in het  Concertgebouw Brugge, Tao Dance Theatre, maar het zou echt niet gelukt zijn.

Ik heb dus liggen balen in mijn zetel. Lamlendig.

Lamlendig

Vandaag voelde ik me pas helemaal ellendig. Ik heb deze ochtend naar school gebeld met de boodschap dat ik zeker niet kon komen werken, heb vooral geslapen en lamlendig in de zetel gelegen, en heb me in de namiddag naar de dokter gesleept.

Die bekeek me even, checkte mijn keel en oren, luisterde naar mijn symptomen – gisteren keelpijn, vandaag vooral hoofdpijn, spierpijn, verstopte neus, smaakverlies, maar geen koorts en geen verminderde eetlust – en verklaarde: “Griep. Of corona, maar daar testen we toch niet meer op, de behandeling is toch dezelfde, namelijk: rusten. Veel slapen, veel drinken, desnoods een pijnstiller nemen tegen de mottigheid, en rusten. Ge zijt oververmoeid. Ik ga u dus thuis zetten tot het einde van de week.”

Euh.

Goed dan?

Ik heb wel vrijdag een presentatie voor de School of Branding en die ga ik echt wel geven, maar bon. We zien wel hoe ik me tegen dan voel, want eigenlijk was dat ritje met de auto naar de dokter al niet verantwoord: de concentratie van een oververmoeide dodo.

En dan ga ik nu terug in mijn zetel, als het voor u gelijk blijft. Mijn lijf doet pijn.

Verdomd smerig beestje

Die griepvariant die momenteel aan het rondgaan is, is dus echt wel een smerig beestje.

Ik ben buiten strijd geweest van dinsdag 5 februari tot en met donderdag 14 februari, tien dagen dus. Pas op vrijdag heb ik mezelf gedwongen om nog iets te doen met de kinderen, maar het was verre van voorbij. Vandaag ben ik dan wel gaan werken, maar mijn hoestje was nog vrij enthousiast, en ik was verschrikkelijk moe, al na een paar uur.

Bart is geveld op donderdag 7 februari, en die heeft zelfs het ganse weekend nog liggen slapen, dat zegt genoeg. Want tegen dat Bart wil toegeven dat hij moet plooien, moet het al erg zijn, en om dan anderhalve week te slapen… Vandaag is hij ook wel naar zijn werk getrokken, maar tegen vijf uur was hij alweer thuis, om onmiddellijk in slaap te vallen in de zetel, en ook dat is veelzeggend. Bij hem is het dus nog erger.

Smerige beeste, die griep, ik zeg het u.

Nog maar eens dokter

En nu blijkt het niet alleen voor Bart, maar ook voor mij een echte griep te zijn.

De dokter kan uiteraard niks doen. Het enige wat hij aanraadt, is Dalfagan met codeïne te nemen, zodat we ons tenminste ietsje beter voelen, en ons comfortniveau verhoogt. En verder dus gewoon uitzieken. Het kan nog wel een paar dagen duren.

Ik vind het zo jammer voor de kinderen: alle vakantieplannetjes vallen in het water, omdat mama en papa gewoon niet op hun benen kunnen staan. Vooral voor Wolf is het zo jammer: morgen wordt hij negen jaar, en hij zal zelfs geen cadeautje krijgen, want daar ging ik vorige week of in de loop van het weekend om gaan. Niet dus. Al een chance dat hij al oud genoeg is om het te begrijpen. Maar daarom hoeft hij het nog altijd niet leuk te vinden.

Vriendschap

Hier ten huize gaat het van kwaad naar erger. Bart heb ik nog van de hele dag niet gezien (die staat vijf minuten op om paracetamol te slikken, en kruipt dan weer in bed), en zelf sta ik ook te zwieren op mijn benen.

Gisteren hadden de kinderen een schoolvrije dag (pedagogische studiedag) en gingen ze normaal naar mijn ma gaan, maar die is ook al ziek. Ik heb ze dan maar thuis gehouden, want hier kunnen ze zichzelf toch net iets beter bezighouden dan op een ander.

Merel heb ik met veel moeite naar de creche gebracht en weer afgehaald, en voor het eten, tsja, heb ik een pizza besteld op ’t eind van de straat, en heb ik de jongens erom gestuurd. Good parenting, nee? Ik zag die boodschappen écht niet zitten…

Met pijn in het hart hebben Bart en ik ook het nieuwjaarsfeestje van Wijs aan ons laten voorbijgaan: het zou écht niet gelukt zijn. En ik die er speciaal in de solden een heel knap zwart jurkje voor gekocht had… Ik heb het maar weer in de kast gelegd, het is dan voor het galabal van onze zesdes.

Vandaag is het dus nog geen haar beter: deze morgen heb ik mijn jas over mijn pyama getrokken, heb de auto wat ijsvrij gemaakt, en heb ik Wolf naar de muziekles gebracht, terwijl ikzelf intussen een hoestconcert ten berde gaf. Man man man… Het was toch echt puur op wilskracht.

Uiteindelijk heb ik deze namiddag hulp ingeroepen in de vorm van Ilse, Dirks vrouw. Zij heeft boodschappen gedaan voor een paar dagen, een grote kom soep gemaakt, en vooral ook de kinderen aan tafel gezet en boterhammen gesmeerd, iets waar ik geen fut voor had.

Op zo’n momenten, als je zelf allebei een zombie bent, kan je je vrienden echt wel waarderen. Dank je, Ilse, echt waar!