Van gitaren en versterkers. En blijkbaar ook basgitaren.

Wolf heeft vijf of zes jaar klassieke gitaar gespeeld, maar is gestopt door de rugperikelen: gitaar spelen deed gewoon veel te veel zeer. Hij is daarna nog een jaartje herbegonnen, maar het was hem wat te veel.

Nu wilde hij dit schooljaar herbeginnen, maar aan de academie zou dat er nog een uur samenspel en een uur muziekcultuur bij betekend hebben, en dat, in combinatie met een 6 Wiskunde-Wetenschappen, rugby en een sociaal leven, was gewoon voor hem te veel.

Hij is dan les beginnen volgen hier wat verderop bij Ars Musica, wat eigenlijk neerkomt op privéles. Een pak duurder, ja, maar veel meer op maat, eigenlijk. Hij vindt het in elk geval leuk.

Nu had ik een paar maanden geleden mijn oude, oude elektrische gitaar meengenomen uit Zomergem, meer voor de lol dan voor wat anders, en omdat het wel een fijne decoratie is voor op Wolf zijn kamer. Het ding is een merkloos stratocastermodel, maar heb ik destijds, toen ik 14 jaar was of zo, tweedehands gekocht voor een appel en een ei. De frets zijn afgesleten, de microfoons verroest en er zit ergens een slecht contact op. Brol, met andere woorden. Maar ik moest toch nieuwe snaren meebrengen voor Wolfs akoestische gitaar en had ook een setje voor die elektrische meegenomen, want een gitaar zonder snaren, dat ziet er niet uit.

Blijkbaar is hij er toch op beginnen spelen en nam hij die zelfs mee naar zijn gitaarles. Zonder versterker, weliswaar, ik zou dat ook niet aangeraden hebben, gegarandeerd kortsluiting. Maar eigenlijk was hij dus wel toe aan een deftige elektrische gitaar. En een van mijn credo’s is: muziekinstrumenten moet je niet zelf kopen, dat zijn eigenlijk niet eens cadeaus, dat zijn gewoon… basisgegevens. Merel heeft ook haar gewone fluit (150 euro) en een altblokfluit (380 euro), Kobe heeft zelfs een eigen fagot van, jawel, 7500 euro.

Vandaag hadden we dus afgesproken met Nikolaas, collega Engels en vooral gitaaraficionado, om samen een gitaar en versterker te gaan kopen bij Van de Moer. Hij kent er alles van, we gaan dus zeker niet bedrogen uitkomen.

En jawel, ze keken rond, we keken vooral ook naar de prijs, we luisterden, Nikolaas speelde eventjes, en we kwamen uit op een Squier Affinity Strat als gitaar en een stevig versterkertje van Blackstar. En toen zag ik een schattige basgitaar staan, en die kostte nu eens geen geld, en het zou toch zonde geweest zijn om die te laten staan, en ik was nu toch geld aan het uitgeven, en… Enfin, het werd een zwarte Ibanez. Reken daar dan nog twee draagriemen bij, en twee kabels, en het werd een stevige rekening.

Maar die lichtjes in Wolfs ogen, en die brede grijns, daar doe je het toch gewoon voor? En daarbij, het zijn instrumenten. Duh.

 

Gitaarexamen

Vandaag had Wolf nog eens ’toonmoment’, ook wel gekend als gitaarexamen. In februari hadden we al eens van hot naar her gecrosst, en ook vandaag ging het richting Poel. Ik moet zeggen: hij speelde niet slecht, voor een derdejaars. Een paar foutjes door de zenuwen, wellicht, maar het was wel oké. Als een trotse mama heb ik het meteen ook gefilmd.

Oma, je zou trots geweest zijn!

Gitaarhelden

Wolf kwam thuis van de gitaarles met de boodschap dat hij van zijn juf naar Jimi Hendrickx moest luisteren. Ik trok even mijn wenkbrauwen op, maar liet hem inderdaad dan maar All along the watchtower en Voodoo Child horen.

Maar ik vind Jimi zeker niet de beste gitarist die er is, en ik vond dat er dringend aan Wolfs opvoeding mocht gewerkt worden. En aangezien Prince nog vers in het geheugen lag, samen met de onliner van Eric Clapton, toen die de vraag kreeg hoe het voelde om de beste gitarist ter wereld te zijn: “I wouldn’t know, you should ask Prince”, liet ik hem het volgende clipje zien (met Prince in een glansrol vanaf 3.29):

En toen was ik helemaal op dreef, en voegde ik er “Eruption” van Van Halen aan toe. En wat Clapton. En een streepje Satriani. En een vleug Santana, en…

En toen vond Wolf het welletjes, en ging hij iets anders doen. Diep onder de indruk, overigens.

Het laatste loodje

Dat het een zwaar was, dat laatste loodje vandaag.

Om half negen zat ik alweer op school: vergadering voor het fotoproject van de vijfdes. Tegen half tien dienden de eerste leerlingen zich aan om hun examen in te kijken, en dat bleef wel eventjes zo. Maar twee uur is voor velen te lang, als ze geen problemen hebben. En dus zat al gauw mijn klas vol met kletsende leerlingen, waaronder zelfs twee die geen Latijn meer doen, maar telkens weer bij mij komen zitten babbelen. Eigenlijk best wel fijn…

Enfin, ik deed nog wat administratie, kletste wat met collega’s, en ging om één uur naar de mooie en best wel ontroerende afscheidsspeeches van twee collega’s die met pensioen gaan. Ze zullen allebei gemist worden, zoveel is zeker, ook door mij. Er volgde heel kort een receptie, want om twee uur zat er alweer een ouder voor een gesprek met mij en de directie: zelf een leerkracht zijnde had ze gisterenavond ook oudercontact en kon ze dus niet aanwezig zijn. Tsja…

Enfin, een uurtje later werkte ik de administratie af, en reed ik naar de kinderen. Om eerlijk te zijn: ik was doodop. Maar ik gaf hen een vieruurtje, verwerkte de foto’s van vandaag, en bracht Wolf tegen vijf uur naar de muziekacademie. Opnieuw thuis zat ik Kobe behoorlijk stevig achter zijn vodden zodat die klaar was voor zijn kerstfeestje van de scouts om zes uur, spoelde mijn antibiotica door met een Dafalgan, gooide Kobe af op de scouts, en reed met Merel door naar Evergem, voor Wolfs kerstconcert. We luisteren tot Wolf klaar was met spelen, muisden er vanonder, gingen snel eten, en Wolf ging om zeven uur naar zijn scoutsfeestje.

En om acht uur ging ik Kobe weer ophalen aan de scouts. Het is gelukkig niet ver, maar ik laat Kobe toch liever nog niet te voet in het donker gaan.

En toen? Toen trok ik een losse broek, dikke sokken en een wollen gilet aan, en plofte in de zetel. Vakantie? Vakantie! Oef.