Zonnige zaterdag

Wolf had vandaag om drie uur match, maar moest al op de club zijn om half twee. Ik kon uiteraard een paar keer heen en weer rijden, maar in dit zalige weer is het veel leuker om zelf te gaan rondlopen en te genieten van de zon!

Ik reed dus van de Blaarmeersen door naar het centrum van Sint-Denijs-Westrem dat tegenwoordig ook over een labcache beschikt. Ik reed dus rond, wandelde stukjes en vond vijf fijne Westremse gebouwen.

En toen moest ik dringend naar het toilet, waaide een fijn cafeetje binnen, dronk er zelfs nog een latte met alles erop en eraan voor amper 2.40 euro en loste de bonus op. Die bleek verdwenen maar mocht ik achteraf toch nog loggen. En toen stond ik, met nog een cache langs de baan, tegen twintig over drie op het rugbyplein waar het echt goed opging tegen Luik. Alleen hadden ze op het einde het geluk een beetje tegen, zodat ze nipt verloren. Ik was het eigenlijk niet van plan, maar ik ben gans de wedstrijd blijven kijken, gewoon omdat het zo mooi rugby was. Ze hebben echt goed gespeeld.

Toen ben ik maar naar huis gereden en heb tegen half zeven Wolf alsnog opgehaald. Ik was heerlijk ontspannen en heerlijk uitgewaaid, en ik heb vooral intens genoten van de zon op mijn snoet.

Geocachen in Lochristi (deel 2)

Twee weken geleden had ik ons pa in een grauw winterweer mee op sleeptouw genomen naar Lochristi. Cacher Francobello zit intussen aan nr. 36 van zijn rondje, en wij hadden er nog maar zes van gedaan.

Vandaag was het stralend weer en ik liet ons pa de keuze: opnieuw Lochristi of een labcache in Gent stad? Zonder aarzelen ging ons pa voor Lochristi en dus zaten we iets over tweeën in de auto richting geocaches. Waar we de vorige keer een foutje hadden gemaakt bij nr. 6, wisten we nu wel zeker waar we moesten zoeken, maar door een foute hint – mijn fout – zochten we ook nu opnieuw vergeefs. Derde keer goede keer, daar ben ik zeker van.

We reden wat verder en vonden uiteindelijk vijf caches van dit rondje en een Church Micro bij de kerk van Hijfte. Meer wilde ik er niet doen, want het ging niet bepaald vlot bij ons pa: hij duizelde en stapte niet vast. Tsja, in dit winterweer gaat hij ook nooit wandelen en daar draagt hij de gevolgen van natuurlijk. Maar het was stralend weer en we genoten er echt wel van.

En foto’s, daar heb ik zelfs niet aan gedacht.

Cache-onderhoud, deel 2

Ik heb een aantal jaar geleden een cacherondje gelegd in het park Claeys-Boüüaert naast de school, voor The Final KAMdown: zes caches en een bonus, allemaal op quasi gemillimeterde afstand van elkaar, want elke cache moet in vogelvlucht 161 meter van een andere liggen, en dat park is eigenlijk maar heel nipt groot genoeg.

Soit, ik ga regelmatig die caches nakijken, ik krijg ook telkens een melding als iemand er eentje vindt. Soms krijg ik het op mijn heupen van commentaren als: “doordat sommige logboekjes doorweekt waren en de code niet meer leesbaar was en omdat de app niet meewerkte zodat we geen formule hadden, hebben we deze bonus niet kunnen doen.” Dat staat dan als een ‘niet gevonden’ in de lijst, en dat werkt op mijn zenuwen, zeker als je weet dat twee van de zes codes voor de bonus niet op de logrol staan, maar via de beschrijving te berekenen zijn. En één cache had deze schrijver niet gevonden, hij beweerde dat het touwtje in twee was en de cache in een buis zat, en voegde er trots een foto aan toe van het nylondraadje. Omdat die cache vlak naast de ingang van de school ligt waar ik toezicht heb, was ik de dag nadien al gaan kijken, maar een touwtje heeft twee uiteinden. De cache zat nog netjes op zijn plaats, aan het andere uiteinde dus. Grr.

Maar twee weken later kreeg ik de volgende commentaar: “voor de bonus dan maar even een collegacacher om hulp gevraagd. Dit rondje mag misschien een beetje onderhoud hebben [;)].

Na de reeks Platteland naast de stad wilde ik graag nog een kasteeltje bekijken. Daarom nog dit korte rondje gekozen. Alles werd gevonden, sommige boekjes nat tot doornat en de bonus lag op een mooi plekje. Ook nog een bekende Belg (Ben Segers) gespot [:P].
Thanks !”

Mijn wenkbrauwen gingen de lucht in, en aangezien het vandaag ein-de-lijk een zonnige dag was waarop ik geen les moest geven en niet meer in quarantaine zat, sprong ik op de fiets met de cachebak in de fietstassen en nam een kijkje.

Hmpf.

Ik heb het volgende geschreven als cache-onderhoud bij de verschillende caches: “Na een aantal klachten ging ik verwonderd een rondje onderhoud doen.
– alle codes waren perfect leesbaar. Nee, niet alle logrollen hebben een code
– 1: logrol licht vochtig, vervangen met plastiekzakje
– 2: logrol droog, plastiekzakje vervangen
– 3: logrol droog, plastiekzakje toegevoegd.
– 4: logrol droog, plastiekzakje toegevoegd.
– 5: logrol droog, plastiekzakje toegevoegd.
– 6: logrol droog, plastiekzakje toegevoegd.
– bonus: nog volledig droog
Alles zat ook netjes op zijn plaats.”

Geen idee vanwaar dus de klacht ‘nat tot doornat’ kwam, want dat kon ik zelf dus niet vaststellen. Vreemd, en ja, ik word daar ambetant van. Bart moet daar altijd mee lachen: “Wind u daar zo ne keer nie in op! Dat is maar een spelleke!”

Ja, maar ik steek daar wel tijd en moeite in he!

Enfin, ik heb wel intens genoten van mijn fietstocht, ook al was tegen dan de zon al lang weer verdwenen.

Cache-onderhoud, deel 1

Ik heb nu, omdat ik er tien heb overgenomen van een bevriende cacher die verhuisd is naar Gavere, 40 eigen caches zitten. Dat betekent ook voortdurend onderhoud van die caches: er is altijd wel een potje dat verdwijnt, waarvan het dekseltje kapot is, waarvan het touwtje geknapt is, dat niet goed dicht was en waarvan het logrolletje dus nat is, of dat gewoon vol is. Ja, daar is werk aan, en daarom liggen ook al die caches vrij dicht bij mijn huis. De Sluizen van Gent, dat zijn natuurlijk wel 9 caches die in Gent centrum liggen, en waar ik dan ook minder kom, zeker in de winter. In de zomer vind ik het niet erg om op zaterdag of op een vrije dag de fiets te nemen en even een rondje te rijden. Dat is gewoon fietsen met een doel.

In de winter, echter… En zeker in coronatijden kom ik eigenlijk minder in Gent zelf. Op donderdag moet ik er echter altijd zijn voor Merels blokfluitles, en dan breng ik meestal drie kwartier door in Café Labath en dan nog een kwartiertje – ze sluiten om zes uur – in mijn auto. Ik vind dat niet erg, ik zit dan rustig te lezen. Vandaag gooide ik haar af en reed fluks opnieuw weg, richting Sluizeken. Normaal gezien zou ik dat te voet doen, maar mijn rug werkt echt tegen en ik wou hem niet te veel belasten door gans mijn cachebox – denk: een grote plastic Curver box vol met doosjes, papier, nylondraad, stiften, duct tape, magneetjes, schaar, nietjesmachine – mee te zeulen. Ik dus met de auto tot het Sluizeken, alwaar ik vaststelde dat mijn bonuscache effectief verdwenen was. Maar aangezien er intussen een andere cache in de buurt gearchiveerd is, hoefde ik hem niet op dezelfde, niet zo fijne plaats terug te steken, maar kon ik hem wat dichterbij in een boom steken die over het water hangt. Jawel, ietwat gevaarlijk wanneer het regent en de grond glad ligt, maar daar waarschuw ik dan ook voor.

Enfin, ik was eigenlijk pas tegen zessen terug aan de Poel: ne mens steekt daar tijd in, in het maken en wegsteken van een nieuwe cache. Maar ik amuseer me er wel mee, anders zou ik het niet doen.

Allez, toch weer eentje die in orde staat.

Een fijn cacheke in Drongen

Op de geocaching pagina kan je heel mooi je statistieken bekijken: hoeveel caches je hebt, hoe ver die van je huis liggen, in welke maanden en op welke weekdagen je de meeste caches vindt, hoe veel je van elk type cache al hebt gevonden, dat soort dingen.

Daar zit ook een cachekalender bij, met op elke dag van het jaar hoeveel caches je al gevonden hebt op die bewuste kalenderdag. Maandag was het eerste nog witte vakje in die cachekalender: blijkbaar heb ik in geen van de voorbije zes jaar al een cache gevonden op 17 januari. Tijd om daar iets aan te veranderen, dus.

Het was half vier, ik was klaar met lesgeven, had nog een restje energie, zag vooral dat het prachtig weer was, en had ook gezien dat er in Drongen nog een onontdekte cache lag. Vijf minuten rijden, meer niet, dik in orde. Ik reed dwars door Drongen heen, een doodlopende straat in, en ontdekte daar iets compleet onverwachts op het einde van die straat, waar rechts een wandelpad begint.

Euhm, jawel. Dat heb je goed gezien: een bord van een station en een overwegsignaal, naast een haag, een waterpartij en een wandelpad. Zo te zien werken beiden nog, want ze zijn aangesloten op het elektriciteitsnet en volgens commentaren bij de cache kan er gerinkeld worden.

Even een paar duidelijkere foto’s van zowel het pad als de voorwerpen:

De cache heeft meteen een favorietpunt gekregen, gewoon door het hoge absurdismegehalte.

Zeg nu zelf: WTF??

Geocachen in Lochristi (deel 1)

Zondag nam ik ons pa nog eens mee op sleeptouw om te gaan cachen. Pro forma protesteerde hij nog wat, maar ik zag de lichtjes in zijn ogen, én hij had zijn pet en zijn sjaal meegebracht van thuis, eigenlijk had hij dus geen bezwaar.

Ja, het was fris en grijs buiten, en op het randje van regenen, maar we hebben er toch deugd van gehad. Cacher Francobello is bezig met een ganse reeks caches te leggen in Lochristi, 31 stuks tot zover, en wij deden er de eerste zes van. Allez ja, nr. 1 was al geen spek voor ons bek, want daar heb je een hengel voor nodig aangezien hij op een meter of 5 hoogte hangt, maar dat wisten we wel op voorhand.

We reden van de ene cache naar de andere en op het eind wandelden we gewoon een stuk langs een wegel naar de volgende cache. Gelukkig werden ze wel allemaal redelijk vlot gevonden.

Op de terugweg keken we nog even een van mijn caches na en bestudeerden we vooral een werfbord dat een mysterie bleef voor ons: moeten die putdeksels nu open of dicht? En hoe zit het met die werfhekkens?

Enfin, de koffie en de taart smaakten dubbel zo goed na onze wandeling!

Geocachetoerist in Kortrijk. Met Véro natuurlijk.

Dat het al de hele week, en eigenlijk ook zowat de hele vorige week aan het regenen is, dat moet ik u niet vertellen. Gisteren in het containerpark ben ik zeiknat geregend.

Maar voor vandaag gaven ze droog en zelfs zonnig weer, en dus had ik met Véronique afgesproken om elf uur in Kortrijk. Ha ja, we wilden geocachen, maar ergens in ‘de blakke veld’ kun je nogal snel verkleumen en heb je geen schuilmogelijkheden. De stad werd het dus, en Kortrijk is voor beiden rond het half uur rijden. Ik ken Kortrijk trouwens aan geen kanten.

We spraken af op een parkingetje iets buiten ’t stad en reden dan samen de Budaparking binnen, waar we meteen konden starten met een korte multi. Er liggen twee reeksen van 5 labcachen + bonus en 6 korte multi’s met een bonusmulti, stof genoeg dus voor een hele middag.

We genoten van de zon, liepen ettelijke kilometers, regelmatig ook hetzelfde traject, en namen allebei behoorlijk wat foto’s. We zagen natuurlijk de Broeltorens, maar liepen ook een kerk binnen waar achteraan aan het plafond verschillende gulden sporen ophangen. Dat zouden we nooit geweten hebben zonder geocaching.

We moesten ons nog reppen om iets te eten te vinden, want om half twee gaan blijkbaar de meeste keukens toe. Maar bon, we waaiden nog op het nippertje binnen bij een uitstekende Italiaan en namen er de dagschotel. Dik in orde. Aansluitend gingen we het begijnhof verkennen en de caches daar opzoeken.

We doolden verder door de straten, zagen het Belfort, liepen tot aan het station en keerden op onze stappen terug, kriskras door Kortrijk heen. We vonden er trouwens ook – op aanraden van een jongmens dat ons CST moest scannen – de max van een schoenwinkel die felgekleurde schoenen op maat maakt. Daar ga ik volgende winter terug, zeker weten.

Tegen half zes was het behoorlijk donker geworden en dronken we nog een koffie in het Buda centrum, we waren blij dat we even konden zitten.

Omdat we nog wel eventjes tijd hadden en Véro’s gsm dringend moest opladen, reden we nog even tot aan de Groeninghepoort om daar nog een laatste paar caches te vinden. Toen was het welletjes voor Véronique, zodat ik haar terugbracht naar haar auto. Maar bij mij kriebelde het nog: er waren nog drie bonussen te vinden, en dat op ocharme een kilometer. Met de auto is dat een fluitje van een cent, zodat ik alsnog in het donker de drie bonussen ging oppikken.

Al bij al was het een zeer aangename, goed gevulde namiddag in bijzonder fijn gezelschap. Ik bedoel maar: twee dames van begin de vijftig die een volledige winkelstraat doorlopen om aan het begin en het einde de camera’s te tellen, zonder ook maar één etalage een blik waardig te keuren: dàt is de reden dat ik zo ongelofelijk graag de straten afdweil met Véronique.

Ik was stikkapot toen ik tegen kwart na acht thuis was, maar man, wat een héérlijke dag!