Geocachen in de vallei van de Oude Kale

Vandaag had Wolf gevraagd of ik na zijn rijles Arwen misschien wilde ophalen: haar vader kon niet rijden en ik had daar misschien wel tijd voor, toch?

“Tuurlijk”, had ik gezegd, “maar dan moet je wel even mee een geocache ophalen die opa en ik al twee keer niet gevonden hebben.” We konden inderdaad evengoed langs Merendree rijden. Ik liet hem de keuze of we dat in het doorgaan of terugkeren zouden doen, en hij koos resoluut voor het terugkeren: eigenlijk cachen ze allebei wel graag, als we daar de tijd voor hebben.

Bon, aan de vermaledijde boom waar ik al twee keer tevergeefs staan zoeken had, had ik deze keer dus de veel jongere en dus veel lenigere, en ook iets grotere zoon mee, én een klein vouwstapje. Een eerste inspectie leverde ook nu niks op. Toen Wolf echter dat stapje pakte en keek hoe hij dat stabiel kon neerpoten, bleek de cache gewoon in het hoge gras te liggen! Moh! En ik had wel de onmiddellijke omgeving van de boom en de gracht afgezocht, maar niet dat gras. Enfin, cache gevonden en terug op zijn plaats gelegd.

En toen zijn we nog verder gewandeld naar twee volgende caches die wat meer aan de Oude Kale zelf lagen. Voor de laatste was ik maar wat blij dat ik Wolf mee had, want die had gesloten schoenen en een lange broek aan – tegenover mijn sandalen – en kon zich dus een weg banen door de metershoge tengels. Wel schoon uitzicht…

Enfin, happy me: drie nieuwe caches waaronder een weerbarstige, en een fijne wandeling met mijn zoon en diens lief van een uurtje of zo. Een geslaagde namiddag, mag ik wel stellen.

Dagje Lier

Mijn reden om naar Lier te trekken, was niet bepaald van de meest aangename: Koens mama is overleden en haar herdenkingsdienst was daar om 13.30 uur.

Ik vertrok dus nog voor de middag – het is anderhalf uur rijden – en ging eerst iets eten bij Zuster Agnes, een bijzonder aangename bistro in de schaduw van de Zimmertoren. De pokébowl met steak is een aanrader, geloof me.

Na de dienst keerde ik terug naar de stad om er te geocachen: een reeks labcaches en een aantal losse caches, waardoor ik serieus wat kilometertjes halen. Note to self: de volgende keer écht de fiets meebrengen…

Maar Lier is echt wel een prachtig stadje met veel water en veel groen, en ook veel beelden en dergelijke.

Als ik nog eens in de buurt ben, kom ik zeker hier terug. Maar dan liefst met een andere reden, als het even kan.

Watou

Ik zeg dat eigenlijk al jaren, dat ik naar Watou wil, en dat is er nog nooit van gekomen. Tot nu, dankzij mijn lieve echtgenoot.

Bart had het ontbijt ook geboekt en dat was dan ook meer dan in orde.

Tegen half elf zaten we op de (elektrische) fiets richting Watou, een achttal kilometer door een idyllisch landschap met het beste weer dat je je maar kan voorstellen: zon en wolkjes, 24°, een zacht briesje. Fantastisch gewoon!

We begonnen op de markt aan een aantal kunstinstallaties, reden dan wat verder om er nog enkele te bekijken, en ik was blij dat we met de fiets waren, om eerlijk te zijn. Mijn rechtervoet doet de laatste tijd behoorlijk veel pijn, ik vermoed dat er nu ook daar een hielspoor is gevormd, met dus fascitis plantaris als gevolg. Bon, de afspraak bij de orthopedist ligt vast, maar dat neemt niet weg dat die fiets best wel dik oké was.

We gingen iets eten in Poperinge zelf, fietsten toen nog naar twee meer afgelegen installaties, en reden toen verder naar het kasteel Lovie, waar ook nog enkele kunstwerken waren én heel fijne arduinocaches. Alleen had ik voor die laatste niet echt tijd meer, zodat ik er maar eentje heb gedaan. Dat is helemaal niet erg, ik heb dan een reden om terug te komen.

Bart en ik genoten van de fietstocht, maar opnieuw was het voor hem welletjes, zodat hij recht naar het hotel fietste en ik in Poperinge zelf nog een paar losse caches opviste met het laatste restje batterij van mijn fiets.

En ja, ik had zonnecrème mee maar er niet echt bij stilgestaan om me in te smeren. Niet wreed slim natuurlijk, al deed het gelukkig geen zeer.
We aten opnieuw in het restaurant maar deze keer à la carte, niet opnieuw de menu van gisteren. De kalfszwezerik was succulent, geloof me.

Bart ging terug naar de kamer, ik ging nog eventjes tot in het park wandelen om daar uiteindelijk de cache van de speurtocht van gisteren op te pikken, die had ik gisterenavond nog uitgerekend.

Al bij al een prachtige, vermoeiende dag gehad. Héérlijk!

Poperinge

Oorspronkelijk gingen Bart en ik een citytrip naar Berlijn doen, zoals we al eerder naar bv. Londen, Kopenhagen, Bordeaux en Frankfurt hebben gedaan. Maar er stonden enkele praktische bezwaren in de weg, zodat de plannen werden afgeblazen.

In de plaats boekte Bart voor ons een weekendje Poperinge. “Poperinge???” hoor ik u denken. Jawel, dat zeer charmante stadje naast kunstendorp Watou. Aaaah. Yup, datte.

Deze namiddag laadden we onze spullen in de auto, zetten de fietsen stevig vast op de bagagedrager en tegen vier uur zaten we in een knap, oud maar deftig gemoderniseerd hotel, hotel Recour.

Bon, geïnstalleerd en wel was het tijd voor een koffie. En een extraatje, waarbij ik het lokale ijs toch niet kon versmaden, toch?

Bart vroeg of ik dan zo geen wandeling van een half uur of zo had… Euh… Er was een knappe multicache met een hoop vragen – noem het gerust speurtocht – doorheen de stad, en ik heb hem die dan maar voorgesteld, maar dat kwam toch blijkbaar eerder een uur uit. Ach ja… We hebben nu wel het hele stadje doorkruist en zowat alles gezien wat er te zien valt, vermoed ik, en intussen een reeks labcaches gehaald, dat ook.

Voor het laatste stuk passeerden we opnieuw aan ons hotel en was het welletjes geweest voor Bart, waardoor ik dan maar even de fiets op ging en de laatste vragen ging oplossen.

Daardoor ben ik in het Baron Frimoutpark verzeild, een bijzonder aangenaam park, mag ik wel zeggen.

Enfin, tegen kwart over zeven was ik terug op ons kamer, iets voor acht zaten we beneden aan tafel in een klassiek, maar eigenlijk bijzonder goed restaurant dat bij het hotel hoort, restaurant Pegasus. Meer dan dik in orde…

En toen was het meer dan welletjes en zijn we in ons bed gekropen: simpelweg de trap op, en dat was ferm gemakkelijk!

Eerste echt zomerse vakantiezondag

Niet dat het vorige week geen zomerse zondag was, maar toen zaten we op het communiefeest van Marie-Julie, en dat is niet hetzelfde.

Vandaag maakte ik ettelijke potjes confituur dankzij het snijwerk van vader en dochter. Het zwembad, waarvan we vrijdag hadden vastgesteld dat het meer gaten bevatte dan het geheugen van een zwaar dementerende fruitvlieg en dat ik dus nieuw besteld had en dat gisteren werd geleverd – de lokale handelaars hadden er geen meer in voorraad – was eindelijk gevuld en kon gebruikt worden, de zomertent werd opgesteld om toch uit de zon te kunnen zitten, en ook de tuinmeubelen werden dankbaar gebruikt door ons pa.

Zomerse shenanigans, als het ware.

En toen ging ik, in het terugrijden naar Zomergem, nog een paar caches zoeken met ons pa in Vinderhoute. Of Merendree, geen idee welk grondgebied het precies was.

Namiddagje struinen in Melle

Er zijn zo van die mensen met wie ge wreed graag zo ne keer ne namiddag afspreekt om bij te kletsen, met een taartje en een koffie, of zelfs dat niet.

Bij veel mensen is dat veels, maar veels te lang geleden. En dan wonen die mensen bijvoorbeeld al twee jaar in hun eigen huis, en zijt ge daar nog nooit geweest. Awel, dat is een schande. En bij sommige mensen kunt ge dat gelukkig ook goed maken.

Vandaag stond ik dus rond half drie in Melle en gingen we meteen, ondanks de warmte, een wandeling van een kilometer of vier maken om te geocachen en intussen, welja, honderduit te tetteren want dat was veel te lang geleden. We liepen doorheen Melle, bekeken vanalles, zochten de nodige caches en tussenpunten en eindigden met een taartje op Jesses terras bij hem thuis, met een goeie koffie erbij.

Het werd een zeer aangename middag: sommige mensen blijven vrienden, ook al ziet ge ze niet vaak. En sommige oud-leerlingen worden ook echt vrienden. Gelukkig maar.

Vinderhoutse caches en vondsten

Vandaag ben ik met ons pa, zoals de vorige keer, naar Vinderhoute getrokken: we moesten de rest van het rondje “Ontdek Vinderhoute” nog doen én een ijsje gaan eten in dat tuincafé ’t Wegeltje.

Het had nochtans niet veel gescholen of ik had ons pa met zijn klikken en zijn klakken thuis afgegooid: we zaten al in de auto toen ik plots merkte dat ik vergeten was zijn haar bij te werken. Martine, zijn kuisvrouw, is nen crème van een mens, maar een kapper is ze niet… Hij had nochtans bij haar aangedrongen, enkele weken geleden, om zijn haar te doen, maar zijn nek was niet uitgeschoren, zijn bakkebaarden waren scheef en er stonden hier en daar gewoon nog plukken terwijl hij voor de rest bijna kaal was. Volgende week is er het communiefeest van Marie-Julie en ik wilde dat hij proper was. Ik had hem gesommeerd om naar de kapper bij hem om de hoek te gaan, maar dat wilde hij niet, want ‘hij kende die mensen niet’. Nooit geweten dat mijn pa schuchter was, maar bon.

Ik zag het niet zitten om nog terug naar huis te rijden om het te doen en zei dat hij toch maar naar die kapper ging moeten. Waarop hij een pruillip trok en zei: “Gij gaat dus mijn haar niet doen? Ik vind dat erg…” Ik keek eventjes ongelovig opzij, waarop hij herhaalde: “Ik vind dat erg…” En toen ben ik gigantisch uit mijn krammen geschoten. Ik ben echt beginnen roepen tegen hem, dat hij niet beschaamd was, alsof ik nooit iets deed voor hem, alsof hij niet elke godse zondag bij ons mag komen eten en nog eten mee krijgt, alsof ik niet vanalles regel voor hem en met hem naar alle mogelijke dokters en zo loop… Ik heb mijn remmen toegeslagen, mijn kar gekeerd en ben richting Zomergem beginnen rijden, vastbesloten om hem zonder meer bij hem thuis af te gooien. Maar toen had ik een nog beter idee: het was zondagnamiddag, maar de lokale Turkse kapper, Classmen, is open. Normaal gezien is het na afspraak, maar soms kan ne mens geluk hebben, zoals vandaag: de assistent was nog bezig, maar Ibrahim zelf had twintig minuten tijd voor zijn volgende afspraak. Ik ben daar binnen gestoomd, heb ons pa in die stoel geplonkt en heb Ibrahim wel vijf keer bedankt.

Twintig minuten later en  25 euro armer zag ons pa er weer bijzonder convenabel uit: netjes geknipt, nek uitgeschoren, oren en neus ontdaan van haar, wenkbrauwen kort gezet, soit, weer helemaal proper. En twintig minuten bleek ook voldoende te zijn om mijn woede te doen zakken, zodat we alsnog naar Vinderhoute  zijn gereden en een bijzonder aangename middag hadden. Ik heb er zowaar een pracht van een kasteeltje ontdekt dat ik helemaal niet kende, met blijkbaar de dikste eiken van België.

Eindigen deden we effectief in ’t Wegeltje, waarvan bovenstaande foto de naamgever is. We namen elk een stevige ijscrème, maar ons pa kon voor de foto precies niet lachen, ik weet niet goed waarom. De andere foto is nochtans genomen toen we allebei aan het schateren waren en hij een poging deed om zijn lach onder controle te houden.

We pikten nog een laatste cache op onder Bierstal brug en besloten dat het goed was. Yup, dit zijn van die aangename zondagen. Zonder de kappersperikelen dan…

Ontbijtje in De Mokke

Ik had met Gwen tegen negen uur afgesproken in De Mokke op de Antwerpsesteenweg. Het was een prachtige, al warme ochtend en ik fietste dus vrolijk naar ginder, nog net niet fluitend.

Het fietspad langs de Houtdokken is ronduit prachtig te noemen.

Aan De Mokke zelf waren de tafeltjes aan de straat al bezet, maar ik denk niet dat ik daar graag had gezeten wegens het drukke verkeer. Er was ook een heel mooi terrasje binnenin, maar helaas, daar had een buurvrouw van een huis of vier verder de vergunning voor laten intrekken. Op zich had ze niks tegen het ontbijtadresje, maar als die vergunning er was en er kwam later pakweg een café in de plaats van de ontbijtplek, dan zou dat terras wél veel overlast betekenen en kon die vergunning niet ingetrokken worden. Jammer!

Maar Gwen en ik posteerden ons bij het grote open raam, bestelden koffie en thee en elk een grote stapel Amerikaanse pancakes. Héérlijk!

Ook al had Gwen zichzelf eigenlijk maar een uurtje toegemeten, het was na half elf tegen dat we er buiten waren, gewoon te heerlijk aan het kletsen.

Ik fietste nog naar de Sint-Pietersabdij om daar eventjes mijn ogen uit te kijken en een cache op te pikken.

Daarna reed ik nog naar de kop van de Coupure om er een cache te herstellen, en fietste toen vrolijk naar huis. Wat een zalige voormiddag zeg!