Vrolijk doorheen het Vlaemsche land…

Jawel, alweer een dag van kilometertjes, en dan vooral nog voor Bart.

Die ging namelijk zijn moeder halen in Ronse: 1.5 uur autorijtijd. Zij was bang dat haar voeten te veel zouden zwellen in de warmte, en wilde dus zelf niet meer rijden. Dat dat voor Bart 5 uur achter het stuur betekende, moest hij er maar bijnemen.

Ze bleef hier eten, samen met ons pa, maar die gooiden we tegen twee uur buiten, zodat we in twee auto’s naar Merchtem (bij Brussel) konden rijden voor het verjaardagsfeestje van Bo. Nog eens twee uur auto erbij dus.

Het feestje zelf was plezant: we konden de hele tijd buiten zitten onder de vaste luifel, er was taart, er was fijn gezelschap, en de kinderen konden spelen.

Maar tegen half zes, ook al zaten we nog gezellig te kletsen, moesten we weg: Wolf moet om zeven uur vertrekken richting Zeepreventorium, en dan hadden we nog een half uurtje om te eten, wat spullen te pakken en dat soort dingen.
De kinderen reden met mij mee, Bart reed rechtstreeks naar Ronse met zijn moeder, maar da’s eigenlijk ook via Gent, zij het niet Wondelgem.

Enfin, iets over zeven tufte ik dus met Wolf richting De Haan: nog eens twee uur auto voor mij erbij ^^
Er was nog net genoeg tijd voor het obligate ijsje en de foto van het beeld.

En dan hielp ik Wolf verhuizen: hij gaat een verdieping omhoog. Niet dat dat qua kamer veel uitmaakt, het is identiek dezelfde, maar op de eerste verdieping slapen de leerlingen uit het middelbaar, en beneden de kleintjes. Hij had eerst dus een kamer beneden, omdat boven alles volzet was.

Aansluitend ging ik – uiteraard – nog geocachen: ik geniet immens van die stille zondagavonden op mijn eentje. Met Wolf ware nog beter geweest, maar bon.
Ik deed er maar twee: Rondje Vlaanderen Bredene: een rondje met 8 tussenpunten langs de “esplanade” van Bredene, en dan terug via het strand. Het was niet meteen mijn mooiste toertje, maar wel heel mooi uitgewerkt, en zalig om te wandelen.

De cache zelf lag in het bos, en was een pareltje: eerst een “tool” zoeken, en dat bleek een holle boomstam te zijn met drie in elkaar te vijzen stukken van een lange roe met een haakje aan. De cache zelf bevond zich hoog in een boom en was naar beneden te halen via het eendjesvissysteem. Alleen was het intussen al behoorlijk aan het schemeren – al zeker in dat duinbos – en viel dat nog niet mee. In de cache moest je dan nog een raadseltje oplossen, en pas dan viel hij te openen. Mooi, mooi!

En dan moest ik nog anderhalve kilometer over het strand terug naar mijn auto, en was het intussen al na half elf. De zon was onder rond tien uur, en de lucht was ronduit prachtig!
De gelegenheid was trouwens ook ideaal om een tweede cache te zoeken: eentje diep op een golfbreker, die enkel te bereiken valt bij laag water, zoals nu rond elf uur. In het quasi donker, met mijn tas over mijn schouder, mijn sandalen in mijn ene hand en mijn gsmlichtje in het andere, waagde ik me op de glibberige golfbreker, om effectief een prachtige, waterdichte cache te vinden.

En hoe vaak kan je nog om half twaalf ’s nachts in een topje rondlopen op een Belgisch strand? Ik had een vestje bij en had het niet eens nodig.

Het was na half een toen ik thuis kwam, de gigantische file was intussen gelukkig helemaal verdwenen. Bart sliep uiteraard al lang, en ik kroop zachtjes tegen hem aan tussen de koele lakens.
Heerlijk einde van een fijne dag.

Kriskras door Vlaanderen

Qua noord-zuidafstand in Vlaanderen kon het wel tellen vandaag, ja. De dag begon rustig, maar tegen kwart voor twee stond ik bij Wolf in De Haan om hem op te halen. We waren allebei niet erg haastig en zijn rug was redelijk oké, en dus gingen we nog even wat caches zoeken. Hij doet dat eigenlijk ook doodgraag, maar kan het voorlopig eigenlijk bijna niet.


Een eerste cache in de Vuurtorenwijk van Oostende vonden we niet, hoe we ook zochten tussen de tengels. Nummer twee vonden we maar na lang zoeken, en nummer drie bleef ook onvindbaar. Meh.

Veel tijd hadden we niet, want ik had Bart beloofd tegen half vijf ten laatste thuis te zijn, en dat lukte ook. Daarvoor waren we eerst nog in Jabbeke een cache gaan ophalen waar ik de vorige keer een dik half uur had staan zoeken, maar die ik nu, met een tip van een medecacher, wel vlot kon vinden. Hele mooie locatie, dat vond ook Wolf.

Enfin, we kwamen thuis, genoten nog even van het gezelschap, en reden toen samen naar Louise-Marie, een gehucht van Maarkedal, voor de jaarmis voor Jeroom.
Daarna gingen we allemaal gezellig bij Omaly sandwichen eten, en bleven vooral de heren lang praten over zaken. Moet ook eens kunnen, natuurlijk.

Veel in de auto gezeten dus, maar wel een fijne dag.

Zenzondag

De dag was andermaal veel te kort: we moeten altijd al vertrekken om zeven uur als Wolf op tijd in het Zeepreventorium wil zijn. Dan merk ik zo dat Kobe en Merel voortdurend rond hem hangen, en vice versa: die drie missen elkaar telkens weer zo hard…

Ze hadden in de namiddag met de grote poef en alle kussens en dekbedden en zo een valmat gemaakt, waarop ze zich dan spectaculair lieten vallen. Ongelofelijk veel gegiechel, gegoefel en plezier, zoveel was duidelijk.

En tegen zeven uur reden Wolf en ik effectief naar De Haan, waar ik hem met pijn in het hart moest achterlaten. We waren iets vroeger doorgereden, zodat we nog een paar caches konden oppikken – eentje vonden we maar konden we niet ontcijferen.

Nadat ik hem had afgezet, reed ik nog even terug naar De Haan zelf voor een foto van mijn beeld, en ging toen richting Bredene om te cachen. Ik had deze keer wél een lange broek en gesloten schoenen aangetrokken, zodat ik me een weg kon banen door de tengels naar een hele mooie cache. Ne mens heeft er wel wat voor over, voor dat cachen :-p

Na twee caches vond ik het echter welletjes, nog steeds niet in mijn haak zijnde met die domme kaak… Maar het was wel een ontspannen avond, dat wel. Goed voor mijn zen.

Cachen in Bredene en Brussel

Gisterenavond, toen ik Wolf had afgezet, ben ik nog richting Bredene gereden om er te gaan cachen. Het moet er eerder op de namiddag/avond gigantisch gegoten hebben, want het zand lag kletsnat en er was geen enkel spoor meer te vinden. Nochtans was het niet meer koud, en dus kon ik vrolijk rondlopen. Ik ontdekte een aantal standbeelden, een museumboerderij, een kiosk, en zelfs een cache aan de oprit van de autostrade. Moet kunnen.

Vandaag was het zelfs nog beter om te cachen: op maandag moet ik niet lesgeven, en ons pa vertrok vandaag met Paulette voor een week op Madeira. Ik heb hen dus rond tien uur in Zomergem opgehaald en naar de luchthaven gebracht. Bart had gisteren een zalige maaltijdsalade gemaakt, en die had ik meegenomen. Ik ben vooral in en rond Zaventem gebleven, de gemeente welteverstaan: een cache aan het monument van de aanslag op de luchthaven, een onvindbare aan het station, en dan twee in een heel mooi parkje, waar ik dan ook op een bankje gegeten heb. Ik geniet daar dus van, zo op mijn eentje rondlopen he.

Ik kwam terecht in de kantorenwijk in een bamboebosje, klauterde naar een nooit gebruikte en dus overwoekerde brug vlak naast de Ring rond Brussel, en verzeilde zelfs nog in Evere, om daar vruchteloos te staan zoeken naast het grote kerkhof.

Tegen half vier was ik weer thuis, want om vier uur moest ik met de kinderen bij de tandarts staan. Maar wat heb ik toch een zalig leven…

Gisteren zondag, moederdag, fijne dag

Ik was voor de kinderen blijkbaar te vroeg wakker – zo rond een uur of negen, terwijl ik in het weekend vaak tot tien uur slaap – maar toch stond alles al netjes klaar: koffiekoeken die Bart speciaal gaan halen was, verse gesneden mango, mangosap, en natuurlijk cadeautjes! Merel had een mooie kaart gemaakt en vooral ook drie heel erg leuke theelichthoudertjes uit cement. Kobe had heel veel werk gestoken in het kleuren van de envelop voor zijn kaart, en had daarnaast ook een heel fijne armband gemaakt: ik heb hem gisteren en vandaag al de hele dag aan. Simpel, maar knap.

Van Bart kreeg ik een miniprintertje met fotopapier om aan te sluiten op mijn gsm, voor van die kleine fotootjes. Heel lief, maar ik vrees dat ik dat niet ga gebruiken, mezelf kennende.

De dag kabbelde verder, en ons pa kwam toe met een prachtig potje begonia’s, omdat hij mij zo’n goeie moeder vond, zei hij. Ongelofelijk lief!

Na het eten gingen we dan ook nog even cachen in Sint-Amandsberg: daar lagen nog een paar onopgeloste exemplaren én eentje waar ik de vorige keer bijna een uur naar gezocht had, en die ik nu met twee extra paar ogen toch nog eens wilde bekijken. Merel vond trouwens het schattigste officiële geocacheke: ik wist niet dat ze die ijzeren doosjes ook in miniformaat hadden.

Enfin, we konden er effectief een aantal loggen, én vonden de snoodaard van de vorige keer binnen de paar seconden. En daar moet ne mens zo lang naar zoeken!

Toen waren er éclairs en andere taartjes met koffie, ging ons pa naar huis, verbeterde ik nog wat, en bracht Wolf naar De Haan.

Het was nog steeds aangenaam weer, en dus reed ik een klein beetje verder richting Bredene om aan Vosseslag iets meer te leren over de duinen, een beeld met gedicht te ontdekken, en alsnog vier extra caches te vinden, onder andere in Klemskerke.

Zingend reed ik in het schemerduister naar huis. Met toch een beetje weemoed in het hart, want het blijft moeilijk, de zoon daar achterlaten.

Van communiefeesten en strandwandelingen

Tegen twaalf uur werden we in Wetteren verwacht voor de eerste communie van Liv, samen met haar neefje langs Elses kant, Leon.
Het was meer dan in orde: op het terras hadden ze een prachtig versierde grote feesttent gezet, aansluitend aan de living, en met een paar warmtestralers was het er meer dan warm genoeg. Verderop in de tuin stond een groot springkasteel, en ik denk niet dat de kinderen veel ergens anders gezeten hebben dan daar.
Met Wolf moest ik lachen: hij was ook even gaan springen, maar kwam vrij snel terug: “Goh, mama, ik weet eigenlijk niet waarom ik een springkasteel zo leuk vond. Daar is toch niks aan?” Juist ja, groot worden, zeker?

Wolfs rug gaf het echter rond half vijf op, en dus reed ik met hem alvast naar huis, terwijl Bart nog even bleef met zijn moeder en de twee kleintjes.

’s Avonds reed ik dan met Wolf naar De Haan: hij moest om kwart over acht binnen zijn. Ik nam afscheid van mijn grote zoon, en maakte nog een strandwandeling. Stom dat ik mijn fototoestel niet mee had, maar gelukkig heeft mijn iPhone ook een zeer behoorlijke camera. Ik genoot…

Het was tien uur en al goed donker tegen dat ik thuis was, maar wat een heerlijke avond…