Me-time.

Deze ochtend moest Wolf echt al vroeg in het Zeepreventorium zijn voor zijn drainage. Kwart over negen stond ik dus alweer op de dijk in De Haan, en vandaar reed ik naar Oostende om er te geocachen. Ik vond een prachtige cache vlakbij het vliegveld, reed naar Stene om er daar een aantal te zoeken van de Schorrewandeling, verzeilde in Zandvoorde, en was rond half een thuis om te koken voor de kinderen.

En ’s avonds werkte ik gewoon nog wat verder aan mijn sociaal leven. Peter had ik in geen tijden nog gezien of gesproken, en dus gingen we lekker in ’t Oud Clooster iets eten en bijpraten. Ook altijd goed voor het humeur en het algemene welbevinden. Bedankt, Peter, voor een zeer fijne avond!

 

Beeldenparcours op de dijk in De Haan

Wolf moest deze morgen al om kwart voor negen aan de inhalator en dan om negen uur naar drainage, en dus zaten wij kwart voor acht al in de auto. Ha ja, drie kwartier rijden, en dan nog tien minuten stappen tot je van een parkeerplaatsje aan zijn paviljoen bent.

Het resultaat was dat ik om negen uur al in De Haan liep, en voor een keertje de andere kant van de dijk wilde lopen, omdat het daar vol staat met beelden die ik nog niet gezien had. Het was een grijze, bewolkte dag, maar helemaal niet koud, en de beelden waren prachtig. Ik ben van geen kanten een fotograaf, en dus doe ik eigenlijk met mijn iPhonefotootjes de beelden absoluut geen recht, maar bon, u moet zelf maar gaan kijken ginder op de dijk.

Ik ga nog wel eens terug op een heldere dag, zodat ik ook heldere foto’s kan nemen. Vooral de beelden van Linde Ergo spreken me echt wel aan. Ik ben benieuwd: zou haar “Inner Circle” te koop zijn? Blijkbaar zou het beeld er maar blijven staan tot 30/9…

Daarna reed ik vlotjes naar huis, maar blijkbaar had Bart mijn assistentie niet nodig om een cyste op zijn oog te laten wegnemen. Hij is daarna gewoon terug naar kantoor gefietst…

En ’s avonds had ik dan eindelijk nog eens afgesproken met Gwen. We hadden elkaar niet eens meer gezien voor haar verjaardag op 16 juni, stel u voor. Enfin, we hebben een zalig diner gehad, en ik had meteen ook de nodige rozen voor haar mee. Tradities…

Al bij al een fijne maandag gehad, prima compensatie voor het drukke weekend.

 

Dagje Brugge

Wolf zit sinds zondagmiddag opnieuw in het Zeepreventorium, maar aangezien het vandaag een feestdag was, mochten we op bezoekdag, en hem zelfs meenemen van 10 tot 19.00 uur. Althans, dat was de theorie. Omdat hij serieus last heeft van een hoest en slijm op zijn longen – ze zijn het aan het onderzoeken – moest hij al om half vijf terug zijn voor aërosol en drainage. De dag werd dus iets korter dan gepland, maar bon, zijn rug staat een langere uitstap toch niet echt toe.

Iets over elven pikten we hem op en haalden we uiteraard nog een ijsje in De Haan zelf. Allez ja, Wolf moest wachten op zijn warme wafel.

Daarna reden we naar Brugge, om daar in L’Estaminet iets te eten. Dik in orde, alleen hebben we behoorlijk lang moeten wachten. En hadden we ook lang rondgereden voor een parkeerplaatsje: eerst konden we niet door omwille van een optocht en moesten we rondrijden, en toen was de parkeergarage van Park volzet. Aan de Magdalenakerk vonden we gelukkig wél nog een plaatsje, en moest er blijkbaar eerst ook nog gespeeld worden op de grote speeltuin aldaar. Door alledrie, ja.

Daarna wandelden we langs een brug, een van de kunstwerken van de Triênnale, richting Markt. Daar losten we de max van een geocache op, nota bene op een van de drukste plaatsen van gans Brugge, en toch vielen we niet op. Tsja, als je die cache in fietszakken stopt…

Daarna wandelden we verder om nog drie kunstwerken van de Triënnale te bekijken: de walvis, de lange metalen nek (of hoe je het ook moet noemen) en de oranje tunnels. Tussendoor dronken we ook snel iets, en kreeg de hangry Merel een pannenkoek.

Toen was het welletjes, was ook de tijd op, en brachten we Wolf tegen half vijf terug naar het Zeepreventorium, waar we nog bij hem bleven tijdens het aerosollen.

Daarna reden we naar huis via een omwegje, en deden we nog een cache waarbij we alledrie in de lach zijn geschoten. Je moest namelijk met een bidon aan een ketting in een kreek water scheppen, dat in een buis gieten, en dan een bovendrijvend kokertje opvissen waarin een sleuteltje zat, waarmee je een vogelhuisje wat verderop kon openen. Op zich leuk bedacht maar niet zo grappig natuurlijk. Het verrassende element zat hem in de buis, waarin gaten zaten om ze te draineren, en een van die gaten was héél gemeen geplaatst, zodat je een stevige straal water op jezelf kreeg, als je niet oplette. Een heuse pispaal dus.

Enfin, kwart voor zeven waren we terug thuis na een geslaagde middag. Yup yup.

Dagje aan zee

Wolf moest tegen half elf in het Zeepreventorium zijn, en aangezien Kobe op kamp is, moest Merel uiteraard mee. We gingen er dan maar meteen een dagje aan zee van maken, ook al zijn we beiden niet zo zo van dat zand en al.
Maar we laadden handdoeken, zonnecrème, een emmertje met wat spulletjes en voor elk een boek in mijn bommashopper – de bolderkar is nog steeds niet gerepareerd – en reden fluks naar de kust. Voor een ijsje was het nog te vroeg, en dus gooiden we Wolf af met een dikke knuffel, en reden naar ons vaste plekje in De Haan, zijnde de straat van de ijsjes. Wonder boven wonder hadden we er zelfs nog een parkeerplekje!
En, ik mag dan een grote sloddervos zijn, maar eigenlijk ben ik ook wel best praktisch: we haalden de twee campingstoelen die vast in mijn koffer resideren, ook boven, samen met een grote grote paraplu. We waren van plan om ons kleine parasolletje mee te nemen, maar dat heeft onlangs eens de geest gegeven.

Een en ander zorgde ervoor dat we ons perfect konden installeren op het strand.

Na een dik uur hielden we het voor bekeken, laadden alles weer in in de bommashopper, en ploegden ons een weg door het hete zand naar de Mano, ons favoriete restaurantje aldaar. Het was er pokkedruk, maar het blijft me gigantisch verbazen: binnen de tien minuten staat je bestelling op tafel, en het is echt niet dat het opgewarmde of verslenste kost is, geloof me. Die hebben daar een ongelofelijk efficiënte keuken, heb ik zo de indruk.

En voor de prijs hoef je het niet te laten: ik geloof dat ik geen 10 euro betaal voor een kinderspaghetti, kinderpannenkoek en een drankje voor Merel. En mijn uitgebreide salade kost er iets van een 15.

We gooiden daarna de spullen in de koffer, reden naar Oostende, en gingen daar in de Vuurtorenwijk geocachen. Alleen, dat viel een beetje tegen. De eerste, op de dijk, vonden we niet. De tweede, aan een grote muur, helaas ook niet, ook al stonden we er samen met nog een familie te zoeken. Die familie kwamen we dan tegen bij nummer drie, en die wisten ons alsnog te melden waar we nummer twee konden vinden. Het zal echter voor een volgende keer zijn, want nummer drie lag in de duinen, de bloedhete, snikhete duinen, en Merel zag het totaal niet meer zitten. We waren ook niet de enige: die andere familie heeft hem ook niet gevonden. Bon, Merel en ik baanden ons opnieuw een weg door het gloeiende zand en het duingras tot we weer op de dijk uitkwamen, en toch nog eventjes zochten bij nummer 1. En jawel, deze keer hadden we hem vlotjes in handen, en snap ik nog niet hoe het kan dat we hem de eerste keer niet vonden.

We stapten in de auto, dronken elk een halve liter water, en ik lokte Merel in de val door iets verderop aan de haven te stoppen voor nog een cache (of twee), wat ze dan wel weer volledig zag zitten. Het is toch echt een stadsmeisje, die dochter van me.

En voor de curieuzeneuzen: er zat een geocache in het ronde Europese teken op de laatste foto. Je kan rechtstaan in de vis, en dan kan je dat ding eruitschuiven, en achteraan is er een blikje ingeschoven. De max!

En toen reden we naar huis, waarbij we in de auto al meteen afspraken dat Merel eerst mocht douchen om de zonnecrème en het zand van zich af te spoelen, en dat ik me dan daarna kon opfrissen en klaarmaken voor het concert vanavond.
Zij smeerde overigens ook mijn boterhammetjes, de lieverd, zodat ik om zes uur de fiets kon opspringen om naar de Brabantdam te fietsen.

Ik snap al bijna niet meer dat ik dat vroeger automatisch met de auto deed. Kieken dat ik was!

Zeeuwse zichten

Ook al is het vakantie, het is de laatste tijd best druk geweest. Vooral het gebrek aan regelmaat speelt mij dan parten.

Omdat Bart dit weekend verhuisweekend heeft met Wijs – ze gaan van de Voorhavenlaan naar de Foreestelaan, dubbel zoveel plaats – moest Merel met mij mee naar De Haan om Wolf op te halen. Niet dat dat zo erg was, maar bon. We pikten hem op, en gingen prompt een ijsje halen bij de Australian, zoals de traditie intussen vereist.

Daarna gingen we nog een paar caches doen in Oostende, maar een paar vonden we niet. Drie stuks gelukkig wel ^^

Maar ’s avonds had ik zin om alleen te zijn en uit te waaien. Allez ja, Wolf zou meer dan welkom geweest zijn, maar zijn rug staat dat nog niet toe, en dus laadde ik rond 20.00 uur de fiets in de auto en reed naar Westdorpe, net over de grens met Zelzate.Ik was er zeker van dat ik daar niet echt veel volk zou tegenkomen, en dat was nog een understatement.

Ik fietste daar doorheen de prachtige polders, zag prachtige weidse zichten, merkte hoe de ondergaande zon alles in een gouden gloed baadde, en haalde liefst 30 caches op. Oh, en fietste tot het stikkedonker was, dat ook.

Helemaal zen nu.

De Haan en Bredene

Awel, het was echt fijn om gisterenavond Wolf nog thuis te hebben, en te zien hoe hij deze morgen nog aan het spelen en onnozel doen was met Merel en Kobe.
Tegen half elf zijn we in de auto gestapt, en we waren er ietsje te laat – hij moest binnen zijn om half twaalf – omdat er nog file stond wegens een ongeluk in Jabbeke. Niet dat ze moeilijk deden, gelukkig maar.
Ik ging in en rond Bredene nog wat caches zoeken: eentje die de teloorgang van de oude architectuur aankaartte, eentje in een compleet verloren hoekje bos, eentje (een earth cache) die me wees op het bestaan van fossiele duinen, en dan nog twee losse.

Tegen een uur of twee stond ik weer thuis met een stevige honger, op tijd om nog wat was op te vouwen en dat soort onzin, en dan om acht uur opnieuw op het koor te staan. Ha ja, repetitie voor onzen Djiezes natuurlijk. De repetitie van morgen is verzet naar donderdag: voetbal, weetuwel? Tsja…

Lang leve de zondagavond!

Heerlijk: je belt naar het Zeepreventorium voor een praktische vraag, krijgt de psychologe aan de lijn, en die geeft eventjes Wolf door want die liep net naast haar.

Wat ik haar wou vragen, was het volgende: ook in de vakantie zit Wolf wel degelijk in De Haan. Het is namelijk een ziekenhuisbehandeling cum school, en niet omgekeerd. Het is dus niet omdat de school stopt, dat de behandeling stopt. Ik weet wel dat dit voor ons allemaal veel lastiger gaat worden – en al is. Het is zalig dat ik gewoon thuis kan zitten niksen, samen met Merel en Wolf, en ja, het piekt dat Wolf er niet is.
Aangezien hij de tien nachten die hij mist door mee te gaan naar Rhodos, moet inhalen, blijft hij nu ook telkens de vrijdagavond ginder, en kunnen we hem pas ophalen tegen half twee op zaterdag. Dat maakt de weekenden extra kort natuurlijk. Normaal gezien moet hij op zondag tegen kwart over acht/half negen terug zijn, zodat iedereen zonder stress op maandag kan beginnen met de behandelingen en school. Die zondagavond telt eigenlijk niet als overnachting, maar is gewoon praktisch, zeker voor die kinderen die uit Limburg of Wallonië komen, en dus drie-vier uur onderweg zijn.
Nu, Wolf heeft geen behandeling op maandagmorgen, en school ook al niet. En ik dacht dus: ik moet toch niet werken, er is op maandagochtend hier geen stress, dus waarom zou hij niet op maandag mogen binnenkomen? Dan heeft hij nog de zondagavond met ons allemaal, en kan hij hier rustig wakker worden en ’s morgens nog wat spelen met de kleintjes.

Ik belde dus om te vragen of hij niet op maandag mocht binnenkomen, en ze zag er meteen de voordelen van in, vooral mentaal. Ze ging het bespreken met de behandelende groep, en me nog iets laten weten.

Vanmiddag liet Wolf al weten: “Ja, mama, het mag!” Mijn hart maakte een sprongetje: van zaterdag half twee tot maandag tien uur ’s morgens is toch alweer net iets meer. Oef.

Het worden lange dagen, nu in de vakantie…