Raamconcert

Een van de pedagogische doelen van het muziekonderwijs is ervoor zorgen dat de leerlingen regelmatig op een podium staan, dat ze geen podiumvrees meer hebben. Nu, in deze coronajaren valt zo goed als alles weg, ook de hele kleine luistermomentjes voor de ouders.

Tomma, Merels blokfluitlerares, organiseert regelmatig klasconcertjes waarbij de ouders kunnen komen luisteren. Vorig jaar op het einde van het jaar hadden we zo’n concertje in een grote tent in de binnentuin, ook coronaveilig dus.

Nu was Tomma zelf ziek, maar haar vervangster, Rein, ging voor een raamconcert. De blokfluitklas heeft grote ramen en het was de bedoeling dat wij als ouders met een mondmasker op straat kwamen luisteren. Op het moment zelf bleek het nog iets praktischer om het venster aan de binnentuin te gebruiken, aan een ander klaslokaal. Alleen had de leerkracht niet helemaal door, vermoeden we, dat er rondom de binnentuin nog andere ramen openstonden met andere instrumenten, zoals een zeer enthousiaste drum en en twee toeterende trompetten. Een blokfluit of twee kan daar moeilijk tegenop, maar bon.

Concert: Lucie Horsch & Thomas Dunford — Bach, Couperin, Debussy & Windelinckx

Tomma, de lerares blokfluit van Merel, stuurt regelmatig concerten van blokfluitisten en blokfluitensembles door. Meestal zie ik dat niet zitten of past het gewoon niet.

Deze keer dus wel, en dus stonden Merel, Wolf en ik gisteren om acht uur aan de Miry concertzaal. 20 euro voor ons drietjes, daarvoor moet ge het alvast niet laten.

Lucie Horsch is een jonge Nederlandse blokfluitiste van wereldfaam intussen, die tal van prijzen gewonnen heeft, en Thomas Dunford is dan weer een Fransman en luitvirtuoos. Samen brachten ze toch wel een gevarieerd programma: vaak samen, soms alleen zij, soms alleen hij, soms echt klassieke stukken zoals Bach, dan weer hypermoderne en vrij atonale dingen… Ik heb in elk geval wel geleerd dat je soms ongelofelijke geluiden uit een blokfluit kan halen, en dat een luit een prachtig instrument is…

Het was uiteraard niet de bedoeling om opnames van het concert te maken, maar het bisnummer, waarin ze beiden zongen onder fluitbegeleiding, heb ik dan wel weer even gefilmd. Nee, het geeft absoluut niet weer wat het concert inhield en wat de mogelijkheden zijn van blokfluiten, maar het was op zich ook bijzonder mooi.

Donderdagnamiddagen…

Elke donderdag heeft Merel blokfluitles in ’t stad, op de Poel. Meestal ga ik intussen gewoon koffie drinken in de Labath. Alleen is dit jaar haar les van kwart over vijf tot kwart over zes, en moet ik dus telkens ook een kwartiertje in de auto wachten omdat de Labath om zes uur sluit.

Soms ga ik ook gewoon de stad in om nog iets te zoeken of te kopen. Daar geniet ik eigenlijk ook behoorlijk van, al is het soms stressy om op tijd terug te zijn aan de school, want anders begint de dochter te panikeren als ze me niet vindt.

Maar elke keer weer moet ik over de Grasbrug, en elke keer weer geniet ik van het uitzicht.

En toen ik in het terugkeren passeerde aan het klaslokaal, stond het raam gewoon open – corona, weetuwel? – en kon ik binnenkijken hoe zij aan het spelen was, met Tomma op de clavecimbel als begeleiding.

Mooi, toch?

Blokfluitconcertje

Sinds een aantal jaar staat het duidelijk in de eindtermen van het deeltijds kunstonderwijs: toonmomenten en concertjes.

Kobe had eerder al een miniconcertje in een inrichting, Merel had vandaag een miniconcertje met alle beginnertjes van blokfluit in de binnentuin van de Poel. Enfin, er stond gelukkig een tent want het begon te druppelen.

Eigenlijk was ze wel wat zenuwachtig, maar dan vooral voor haar outfit, want de juf had gezegd: “Kleurrijk” en ze draagt vooral zwart tegenwoordig.

Maar ze deed dat wel goed. Allez ja, goed is relatief natuurlijk, heel erg veel kan ze nog steeds niet, maar bon, dat komt nog wel. Ze doet het in elk geval graag en ze gaat het verder doen.

Eén hobby…

Merel heeft het er bij momenten wel lastig mee, met die “één hobby” regel per kind.

Voor de inhuizige pubers was er minder een probleem: Wolf doet al een tijdje geen muziekles meer, en de rugbytraining is op zich wel weer opgestart in kleinere groepen, maar Wolf vindt het sop de kool niet waard. Hij vindt het veel te risicovol om daar met compleet onbekende mensen full contact te gaan, en ik geef hem daarin gelijk. Ze trainen wel, maar er is toch geen competitie momenteel.

Kobe doet geen sport meer, maar fagotles mag gelukkig wel omdat dat apart is en de leraar afstand kan houden. Het wordt trouwens ook gezien als les, niet als hobby. Zijn orkest, het GEJO, staat dan weer al bijna een jaar on hold: dat kan natuurlijk niet doorgaan met al die spelers in één ruimte die dan nog eens enthousiast aan het toeteren zijn.  Scouts doet hij intussen wel, als enige activiteit: twee keer per maand buiten in een groepje van tien, dat is netjes afgemeten en geregeld.

Maar Merel heeft het er wel lastiger mee. Muziekles mag nog omdat ze maar met tien zijn onder de twaalf jaar. De twee iets oudere krijgen apart les, niet in groep. Ook haar blokfluitles mag doorgaan: twintig minuten in plaats van een uurtje, dus apart en niet met drie samen. Tsja. Niet zo erg. En zoals gezegd telt dit niet als hobby maar als les.

Maar daarnaast doet ze nog een uurtje dans op vrijdag en normaal gezien op zondag de scouts. Aangezien dit wel in groep is, mag ze maar eentje kiezen, en dat is dans geworden. Dat doet ze met haar beste vriendinnen, en die scouts, daar zitten die vriendinnen ook wel in, maar da’s in een grotere groep en altijd buiten en dus een pak kouder. Eén vriendinnetje heeft atletiek gekozen in plaats van dans en volgt de les van thuis uit. Dat dat kan, vind ik fantastisch: de juf zet ook daar een camera op en ze kunnen volgen.

Een andere vriendin heeft twee keer dans en twee keer scouts gekozen, maar Merel wilde toch liever gewoon dans. Allez, liever allebei, maar dat kan nu niet. Ik ben al lang blij dat ze ook de muziekles en blokfluit mag blijven doen.

Zucht.

Ik heb zo’n medelijden met de kinderen en jongeren momenteel. Onbezorgd kind of puber zijn zit er niet in. Ugh.

Nieuw taxiseizoen

Jawel, vandaag was er de aftrap van het nieuwe activiteitenseizoen voor mezelf en de kinderen. Allez ja, Wolf was al even terug bezig met rugby, maar nu pas kickt het echt in.

Wolf doet naast zijn Wetenschappen-Wiskunde nu enkel nog rugby, maar dan wel met overgave. Hij heeft training op woensdag en vrijdag van zes tot acht, en is aan het overwegen om ook op maandag deel te nemen – als hij geselecteerd wordt – aan de Rugby Academy, training van acht tot tien. Misschien gaat hij tussendoor dan wel nog gaan fitnessen, maar dat is via de SNS-pas van de school en daar fietst hij zelf naartoe.

Kobe is al even gestopt met sporten maar fietst wel alle dagen naar school, en tegenwoordig ook aan een stevig tempo. Op zich is dat voor mij genoeg, die dagelijkse tien kilometer. Op vrijdag heeft hij GEJO jeugdorkest van vijf tot zeven, met tussendoor ergens zijn fagotles. En binnenkort start ook de scouts weer op zondag.

Merel heeft nog blokfluit op donderdag van kwart na vijf tot kwart na zes – al is het nu iets korter wegens corona – en muzieklab (notenleer dus) op zaterdag van elf tot één. Daarnaast is ze nu ook ingeschreven, samen met haar twee beste vriendinnetjes, voor een uurtje dansles op vrijdag van vijf over zes tot vijf over zeven, en ze ziet het volledig zitten. Oh, en scouts op zondag dus.

Concreet betekent dat voor taxi mama op maandag heen en terug naar de Blaarmeersen. Op woensdag kan Wolf gelukkig meerijden met rugbyspelers uit de straat, maar die zijn jonger en stoppen om half acht. Ik ga hem dus wel om acht uur halen. Op donderdag rij ik met Merel naar de Poel en drink ik rustig een koffie in de Labath, en ’s avonds ga ik proberen terug naar het koor te gaan. Vanavond nog even niet wegens de rug, maar bon.

En op vrijdag? Dan breng ik tegen vijf uur Kobe naar Evergem, zorg ik dat Wolf om half zes bij de rugbyspelers in de buurt staat om mee te rijden – al heb ik daar eigenlijk geen omkijken naar – pik ik om kwart voor zes Merels vriendinnetjes op om hen naar de dansles te brengen, haal ik zelf om zeven uur Kobe op in Evergem, vang ik om twintig na zeven Merel op die thuis wordt gebracht van de dansles en ga ik om acht uur Wolf ophalen aan de rugbytraining.

Goh, ’t is een bezigheid als een ander, zeker? Maar ik heb wel vrolijke, blije kinderen op die manier, en daar gaat het om.

Toonmoment oude instrumenten: blazers

Merels blokfluitleerkracht had het al lang op voorhand aangekondigd: er zou een toonmoment zijn op vrijdag, en Merel zou ook een stukje moeten spelen. Niet dat ze al veel kan – ze is eigenlijk dit jaar weer vanaf nul begonnen met een nieuwe leerkracht en een nieuwe methode – maar toch. Deze toonmomenten vervangen eigenlijk de examens van vroeger, en maken de leerlingen meteen ook vertrouwd met een publiek en met de nodige stress.

Merel had eerst nog les van half vijf tot half zes, en intussen zat ik prinsheerlijk in de Labath, waar Merel me nog even vervoegde voor een warme melk met honing. Daarna hadden we nog een half uur zoet te maken, waardoor we in de C&A verzeilden en allebei een coole gilet meenamen. Merel ziet er op slag zo volwassen uit…

Enfin, toonmoment dus. Tot mijn grote verbazing was dat meteen een toonmoment – noem het gerust een klein concertje – met alle mogelijke oude en minder oude blaasinstrumenten, vaak begeleid op de klavecimbel. De max! Er waren de diverse soorten blokfluiten, al dan niet in combinatie, maar ook verschillende cornetto’s, iets wat ik nog niet kende en dat niks te maken heeft met ijsjes. Blijkbaar is het een oud houten blaasinstrument, licht gekromd, met een speelmanier tussen blokfluit en klarinet in. Oh, en ook bazuinen, de middeleeuwse vorm van trombones. Bizar, maar wel mooi! Ik dacht altijd dat die toeters die ze in de tekenfilms gebruiken om koningen aan te kondigen, bazuinen waren, maar dat zijn een soort simpele trompetten. Een bazuin is wel degelijk een schuiftrompet dus. Oh, en er bestaat dus ook een mega vierkante basblokfluit. Allez jong!

Enfin, leerrijke avond gehad dus. En een Merel die goed heeft gespeeld ^^

Mini-stadswandelingetje

Eigenlijk genieten we er keer op keer van, Merel en ik, van die blokfluitles van haar. We sprongen rond vijf uur op de fiets – zij achterop bij mij – en reden gezwind naar de Poel. Dat fietstochtje alleen al is de max: we amuseren ons allebei, en roepen steevast “wheeeeeee” wanneer we de fietsbrug afrijden.

Een paar weken geleden waren we nog wat vroeger vertrokken om eerst iets te drinken in de Labath, vandaag zagen we dat niet zitten, maar na de les zijn we snel nog even tot aan bakkerij Himschoot gewandeld, waar we nog net binnen mochten want ze sluiten om zes uur. Een brood, maar vooral ook een dikke boule de Berlin rijker gingen we op het muurtje van de Graslei zitten. Want dat is wat je doet in Gent, toch?

Het was wel met de winterjas al aan, maar toch was ook het fietstochtje terug echt aangenaam. En de blokfluit? Dat gaat vooruit, zegt haar leraar. Ze oefent dan ook netjes alle dagen, zoals het hoort.