Telefoontje

En dan krijg je een hartverwarmend telefoontje van een vriendin die een lang weekend in Berlijn heeft gezeten, en dus nu pas merkt dat je ziek bent.

En die vraagt dan of ze, tussen het werken door, soms wat boodschappen kan doen. Of was opvouwen, of iets anders dat ligt te wachten en zelf niet lukt.

Zomaar, zonder iets terug te verwachten, zonder sentimentaliteit of zelfs maar medelijden, gewoon heel erg zakelijk en praktisch.

Prachtig, toch?

Zoiets doet deugd. Echt deugd. Des te meer als je ziek bent, trouwens.

Negen jaar

Negen jaar is hij al, die oudste van me. Ik kan me nog met moeite de bevalling voorstellen, om eerlijk te zijn. Of een leven zonder kinderen, zoals negen jaar geleden.

Soit, met een zieke mama en papa kwam Wolf vandaag niet ver. Zijn zwembadfeestje was afgezegd, maar gelukkig mocht Marthe wel komen spelen, terwijl Bart sliep en ik in de zetel lag.

Hij kreeg twee gezelschapsspelletjes, waarmee hij bijzonder blij was, en die we dan maar meteen hebben gespeeld. Konijnenkotten, nu vraag ik u! Al was het maar omdat die twee me steevast nogal grondig versloegen. Meh.

Er werd bijzonder veel gegiecheld, gespeeld, onnozel gedaan, nog meer gegiecheld, koekjes en lekstokken gegeten, en tegen half zes was half zieke oma daar, die zo’n medelijden had met haar arme kleinzoontje, dat ze pannenkoeken kwam bakken zodat hij nog iets aan zijn dag had. Marthe bleef uiteraard ook pannenkoeken eten, en samen hebben die vier kinderen nogal wat naar binnen gespeeld. Kleine vreetmonsters!

verjaardag1

verjaardag2

Maar Wolf vond, toen ik hem in bed stak, dat hij een heel fijne dag had gehad. En dat cadeautje van mij, en die taart, en dat feestje, dat ging nog wel eens lukken, geen probleem. En hij vond zijn oma superlief, dat ze zo speciaal voor hem was afgekomen, ook al was ze ziek. Bij deze nog eens bedankt, ma!

En ik?

Ik heb die dag een halve pannenkoek gegeten, en hem er ’s avonds van pure vermoeidheid weer uitgekotst. Griep, ’t is een smerig beestje.

Nog maar eens dokter

En nu blijkt het niet alleen voor Bart, maar ook voor mij een echte griep te zijn.

De dokter kan uiteraard niks doen. Het enige wat hij aanraadt, is Dalfagan met codeïne te nemen, zodat we ons tenminste ietsje beter voelen, en ons comfortniveau verhoogt. En verder dus gewoon uitzieken. Het kan nog wel een paar dagen duren.

Ik vind het zo jammer voor de kinderen: alle vakantieplannetjes vallen in het water, omdat mama en papa gewoon niet op hun benen kunnen staan. Vooral voor Wolf is het zo jammer: morgen wordt hij negen jaar, en hij zal zelfs geen cadeautje krijgen, want daar ging ik vorige week of in de loop van het weekend om gaan. Niet dus. Al een chance dat hij al oud genoeg is om het te begrijpen. Maar daarom hoeft hij het nog altijd niet leuk te vinden.

Merels sjaal

Toen ik voor Kobe een kleurrijke sjaal had gebreid, bleek Merel nogal jaloers te reageren. En toen breide ik voor haar maar een sjaaltje in van die zachte wol in verschillende kleurtjes roze, perfect passend bij haar mutsje. Ze was dolcontent toen hij af was, en poseerde dan ook overgelukkig.

Kijk zelf:

sjaalmerel1

sjaalmerel2

Vriendschap

Hier ten huize gaat het van kwaad naar erger. Bart heb ik nog van de hele dag niet gezien (die staat vijf minuten op om paracetamol te slikken, en kruipt dan weer in bed), en zelf sta ik ook te zwieren op mijn benen.

Gisteren hadden de kinderen een schoolvrije dag (pedagogische studiedag) en gingen ze normaal naar mijn ma gaan, maar die is ook al ziek. Ik heb ze dan maar thuis gehouden, want hier kunnen ze zichzelf toch net iets beter bezighouden dan op een ander.

Merel heb ik met veel moeite naar de creche gebracht en weer afgehaald, en voor het eten, tsja, heb ik een pizza besteld op ’t eind van de straat, en heb ik de jongens erom gestuurd. Good parenting, nee? Ik zag die boodschappen écht niet zitten…

Met pijn in het hart hebben Bart en ik ook het nieuwjaarsfeestje van Wijs aan ons laten voorbijgaan: het zou écht niet gelukt zijn. En ik die er speciaal in de solden een heel knap zwart jurkje voor gekocht had… Ik heb het maar weer in de kast gelegd, het is dan voor het galabal van onze zesdes.

Vandaag is het dus nog geen haar beter: deze morgen heb ik mijn jas over mijn pyama getrokken, heb de auto wat ijsvrij gemaakt, en heb ik Wolf naar de muziekles gebracht, terwijl ikzelf intussen een hoestconcert ten berde gaf. Man man man… Het was toch echt puur op wilskracht.

Uiteindelijk heb ik deze namiddag hulp ingeroepen in de vorm van Ilse, Dirks vrouw. Zij heeft boodschappen gedaan voor een paar dagen, een grote kom soep gemaakt, en vooral ook de kinderen aan tafel gezet en boterhammen gesmeerd, iets waar ik geen fut voor had.

Op zo’n momenten, als je zelf allebei een zombie bent, kan je je vrienden echt wel waarderen. Dank je, Ilse, echt waar!