Volle dag

Wolf was gisterenavond al vertrokken op scoutskamp, Bart heb ik deze morgen om kwart voor zeven afgezet aan het station, hij verdwijnt voor een weekje richting Shangai en Singapore. Poeh. Maar op zich was het helemaal niet erg dat ik zo vroeg op was, want om kwart over acht vertrokken we richting Doornik, voor een rugbytoernooi voor Kobe.

Merel vindt er niks aan om naar rugby te staan kijken, ze snapt dan ook de regels nog aan geen kanten. Het was ook aan het miezeren, en dus besloot ik om met haar naar Doornik centrum te rijden, en daar wat rond te lopen. Doornik heeft een gigantisch marktplein, en daar stond dan ook nog eens een gigantische markt op. Merel en ik liepen gezellig rond onder een paraplu, kochten een uurwerk voor mij van tien euro, een GMShoesje voor mijn directeur – lang verhaal – een allerschattigst Frozenkopje voor haar, en nota bene een leuke, felrode winterjas mét kap voor haar voor amper tien euro. Ik kon het zelf niet geloven, maar toch. En is het ding snel versleten, dan is dat maar zo, zeker?

We wandelden verder rond, bekeken even de kathedraal van binnen, en keerden anderhalf uur later terug richting rugby. Kobe was net klaar met spelen, en dus kropen we allemaal terug in de auto, en reden naar Ronse, voor een bijzonder fijn middagmaal bij Omaly. Ze had haar fameuze pompoensoep gemaakt, een rosbiefje met erwtjes en worteltjes en kroketjes, en nog de overschot van handgemaakt ijs in een hoorntje als dessert. Poeh!

In het terugrijden naar Gent stopten we nog heel even bij de JBC, op jacht naar een specifiek jurkje voor Merel – dat ze dan zou krijgen voor haar verjaardag – maar helaas: op zich heel mooi en meteen goedgekeurd, maar niet meer in haar maat.

Enfin, tegen vieren waren we terug in Wondelgem, deden we nog inkopen, ruimden we het huis een beetje op, deden beide kleintjes hun slaapkleren aan, en keken we samen onder een dekentje naar Frozen. Héérlijk.

Maar het doet toch maar raar, zo zonder mijn mannen in huis. Gelukkig komt er morgen al eentje terug. Voor de ander is het een weekje wachten.

Ups and downs

Al bij al was het eigenlijk geen goede week – dommigheden, te druk, te veel dingen te regelen, dat soort onzin – maar vandaag was wel bevredigend. Ik had maar les tot 12.05u, en daarna een afspraak met de directie. Ik ben namelijk de voorzitter van onze piepkleine vakgroep Klassieke Talen, met welgeteld drie leden, maar wel specifieke noden. Enfin, we hebben samen de laatste vakgroepverslagen doorgenomen en de pijnpunten besproken. Al bij al was de conclusie dat wij met onze vakgroep eigenlijk zeer ver staan, en perfect op elkaar inspelen.

Nu ik toch bij directie zat – en zij per grote uitzondering even tijd hadden, tussen de leerlingenvragen en politie (omvergereden leerling) door – hebben we meteen ook besproken wat er nog extra moet op de website, en wat er moet veranderd worden aan de infokrantjes die ik vorig jaar had gemaakt. En nu we toch bezig waren, hebben we meteen ook het mini-verslag van de eerste, bijzonder provisoire want toch wel een kwartier durende vergadering van de werkgroep externe communicatie overlopen. Volgende week is er pedagogische studiedag, en dan is het bedoeling dat we voor het eerst écht vergaderen. Maar er waren toch wel al een hoop wederzijdse vragen, en die hebben we dan ook maar meteen getackeld.

Een en ander resulteerde in het feit dat ik pas na drieën naar huis ging, maar wel met een echt goed gevoel. Er beweegt vanalles op school, en dat is goed om weten.

Op naar een betere week.

Kaarsen maken

IMG_9720

Ik weet niet hoe hij erop kwam, maar plots kwam Kobe af met een zakje, waarin hij de kleine restjes kaarsvet van een theelichtje stak. Er zat al een beetje in, maar ocharme, nog niet eens genoeg voor een nieuw theelichtje. “Ha ja, mama, als ik er genoeg heb, kan ik zelf kaarsen maken!”

Zijn ogen werden groot toen ik een kast in de berging opentrok, en er twee grote dozen uithaalde. Een met allemaal restjes kaarsen, in alle kleuren, en een andere met benodigdheden zoals vormpjes, pannetjes, wieken, grote blokken parrafine (beide te koop in een hobbywinkel), en wasco. Ik sommeerde hem een paar kranten te halen en een schaar, nam een paar WC-rolletjes uit de doos, en zette die op een bierviltje op de krant. Door een wiek stak ik een tandenstokertje, en ik knipte de wiek af op de hoogte van het WC-rolletje, zodat hij perfect tot beneden kwam en het tandenstokertje op de rand lag.

Intussen blonken Kobes ogen: “Mama, ik wist niet dat jij dat had! En dat jij dat kon!” “Lieverd, er zijn veel dingen van mij die jij niet weet hoor!’

Hij mocht de opeenvolgende kleuren van de kaarsjes uitkiezen, en we smolten de was in een klein pannetje. Dat kaarsvet smelt op een second of 15, schat ik, je moet erbij blijven. En wil je de kleur versterken, of van parrafine een bepaalde kleur maken, dan volstaat het er een paar schilfertjes wasco in te doen, dat kleurt meteen.

We begonnen met zwart, en bij het eerste laagje moet je het WC-rolletje wel even blijven vasthouden, of het wipt omhoog en alle vet loopt eruit. Of je legt er iets zwaars op, kan ook. Na een minuut of zo is het voldoende gestold dat je het kan loslaten, trouwens.

Daarna is het een kwestie van geduld, en dat vond Kobe wel moeilijk. Want als je niet lang genoeg wacht tot het vorige kleurlaagje hard is, loopt de volgende kleur er gewoon doorheen. Je giet dus laagje na laagje kleurtjes, en let vooral op dat je je niet verbrandt.

Kobe vond het ongelofelijk spannend toen hij deze morgen er dan het karton mocht afpellen, en stond eigenlijk zelf met open mond te kijken. “Zo wijs, mama!”

En zo is de cirkel rond, want ik maakte zelf op die leeftijd kaarsen met mijn mama. Fijn, toch?

 

Graafwerken, deel twee

Die mannen hebben hier intussen vrolijk verder gedaan, en een gigantische kattenbak geschapen. Want ik vrees dat de kat momenteel de enige is die het leuk vindt, voor ons is het een enorme modderpoel momenteel. En die mannen zijn compleet vergeten iets te voorzien als voorlopig pad naar de voordeur. Ik heb dan maar eens gebeld naar de tuinarchitect, en die ging morgenvroeg paletten komen leggen. Ik mag het hopen, eigenlijk, want de modder in de hal is niet te overzien.

Het is elk geval wel indrukwekkend om zien…

Planetarium

Ik was vrijwilliger, vandaag. Elk jaar gaan onze zesdes naar het planetarium in Brussel. Drie jaar geleden was ik al eens meegeweest, en ik vond het machtig interessant. De ‘show’ duurt wel 2,5 uur, en da’s lang, maar de moeite waard. Het sluit blijkbaar volledig aan bij de lessen aardrijkskunde, en sommige stukken zijn echt niet gemakkelijk. De lesgever van dienst goochelde met begrippen zoals circumpolaire sterren, inclinatie, declinatie, equator- en horizoncoördinaten, siderische en synodische maanden, sterrendagen en zonnedagen, precessie van de aardas, azimut, rechte klimming, culminatiehoogte, lichtjaren, astronomische eenheden, planetoïden, Cassiopeia, De Voerman, de terugloop van het lentepunt en nog zo wel een paar dingen.

Ik had maar vier uur les vandaag, waarvan twee in de zesdes, en ik zag het volledig zitten om taken te geven, en dus ging ik mee. Heerlijk, maar koud. En die koepel met de projecties is echt de max.

Enfin, meer foto’s vindt u hier op de website van de school. Waar anders?