Lectuur: “Shadow Burns” (Preternatural Affairs #4)” van S.M. Reine
Deel vier in de capriolen van Cèsar Hawke, agent bij de Office of Preternatural Affairs (OPA) en meer van het amusante, vederlichte zelfde.
Hawke krijgt de opdracht een haunting te gaan onderzoeken in een rusthuis in een oase te midden van de woestijn. Op zich lijkt dat een eenvoudige opdracht, want demonen, engelen, zombies, nachtmerries, succubi, jazeker, maar geesten? Nope, die bestaan niet.
Maar wanneer een paar dagen later twaalf mensen vermoord worden teruggevonden en de dader degene was die de spoken gemeld had en nu zelfmoord gepleegd heeft, lijkt er meer aan de hand, ondanks het feit dat de zaak snel wordt afgesloten.
Hawke gaat dan ook met Isobel, een necrocognitief die met doden kan spreken, naar de herdenking. En dan loopt het mis. Grondig mis. Want spoken bestaan niet, demonen wel. En als dan ook nog blijkt dat Isobel er mee te maken heeft, dat ze misschien niet helemaal levend is, en dat dat komt door een contract dat ook haar geheugen heeft gewist, dan kan Hawke wel niet anders dan op onderzoek uit te gaan, al was het maar om het eigen vege lijf en dat van Isobel te redden.
Duidelijk meer van het amusante zelfde, zoals ik al zei: geen hoogstaande lectuur, wel een snelle hap tussendoor, fastfood for the mind. Precies wat ik momenteel nodig heb, en goed in zijn genre.
365 – 22 juli 2025 – klein zonnetje
We zijn eraan begonnen
Yup, ik heb het dan over het gigantische huis van mijn vader. Dat zijn eigenlijk twee samengevoegde woningen met beneden een volledig bankkantoor en boven een tandartsenpraktijk.
Concreet komt dat neer op:
*op de benedenverdieping:
– een garage voor drie auto’s
– een volledig overwoekerde tuin
– een bankkantoor, met drie loketten en een wachtzaal
– een tweede grote bureau ernaast
– een spreekkamer
– een vroeger salon, mijn vaders muziekkamer
– een nooit afgewerkte middenruimte
– een kamer waarin een megacomputer stond opgeslagen
– een timmerkot, een werkkamer volgestouwd met materiaal
*drie kelders:
– een met verschillende compartimenten met rekken en een grote ruimte, volgestouwd
– een die onder water staat, met intussen allemaal ingestorte houten rekken
– een wijnkelder met nog behoorlijk wat flessen oude wijn
*op de eerste verdieping:
– mijn moeders tandartsenkabinet, nu bureau voor mijn vader
– haar wachtkamer, nu volledig ingenomen door een modeltrein
– een kleine oude badkamer vol poetsgerief en zo
– hun vroegere slaapkamer, nu hobbykamer, volgestouwd
– de woonkamer
– de keuken
– een vestiaire en toilet
– drie kinderslaapkamers, met nog de oude meubels en extra rommel
– de grote slaapkamer van mijn vader
– de badkamer
– een waskot/rommelkot met heel veel boorden die vol staan
*de zolders:
– een centrale ruimte, onder een dikke laag stof, met vooral houtresten en een oude wasmachine, en een kast en zo
– een vroeger duivenkot met wat rommel
– een kleine kamer, onder een dikke laag stof, met rommel
– een tweede kamer, onder een dikke laag stof, met vroegere boeken, magazines, kinderspeelgoed, een oud radiomeubel
– een tweede verdieping met houten bakken en een gigantisch vogelnest
Ik word eigenlijk al depressief als ik eraan denk hoe we dat moeten aanpakken, maar ik heb moed gehaald uit de video’s van Tori Eggy die het huis van de grootmoeder van haar lief moet leeghalen, en dat is pas een echte nachtmerrie want dat is een hoarder die in geen enkele kamer meer binnen kan en ergens anders woont. Zo erg is het echt niet, gelukkig maar. Maar mijn ouders gooiden zelden iets weg, helaas. Het meeste is ook echt niet meer bruikbaar, er is heel veel oud gerief, maar ook bijvoorbeeld nog een mooi servies en zo.
Kobe en ik zijn vandaag naar Zomergem getrokken om de garage vrij te maken om daar te kunnen sorteren. Mijn broers auto staat er geparkeerd, en ook nog heel veel dozen die stammen uit de tijd, zo’n drie jaar geleden denk ik, dat zijn eigen kantoor verbouwd werd en hij zijn bank tijdelijk naar daar had verhuisd. Hij was al bezig om doos per doos weg te halen en gaat daar nu mee verder.
En verder? Oude fietsen, een vijftiental paar verstorven rubber laarzen, heel veel glazen potten, al dan niet gevuld met vervallen voedsel, oude aangevreten jassen, kapotte vloermatjes, kapotte meubels, rommel allerhande, werkmateriaal, een ladder, en overal muizenkeutels en vuil, want nooit gekuist. Enfin, ge hebt er wel een idee van, denk ik.
Tegen de middag kwam Jeroen zijn auto buiten zetten en aangeven wat er nog allemaal van hem was en wat hij dus zelf gaat uitsorteren. We gingen eten en deden daarna vrolijk verder, in totaal 4,5 uur met ons twee. Toen maakte mijn rug me met veel aandrang diets dat het welletjes was en hadden Kobe en ik, ondanks de mondmaskers, allebei stoflong.
Maar het resultaat? De boorden zijn volledig leeggemaakt, alle rommel is uitgesorteerd in glas, papier, vier grote vuilzakken brandbaar, twee zakken kabels en oude elektronica, een doos KGA, een stapel hard plastiek en oud ijzer, en twee bakken met volle glazen potten. Buiten ligt er een stapel hout en staat een torentje houten bakjes.
Jeroen – of zoon Alexander – gaat richting containerpark, zodat wij verder kunnen doen en systematisch dingen uitsorteren in de garage, kamer na kamer.
We zijn er dus aan begonnen, voor Kobe aan 11 euro per uur bij wijze van vakantiejob, en het zou best kunnen dat er nog wat vrienden van hem mee komen helpen, aan hetzelfde tarief.
Morgen doen we verder, beginnen we aan de hobbykamer en breek ik, al zittend, beetje bij beetje de modeltrein af.
365 – 21 juli 2025 – het is zomer hoor
Zelfgemaakte en vooral zelfgebakken pizza’s
Het is niet dat we onze pizza anders niet bakken hoor, maar ik bedoelde deze keer in het kleine houtoventje dat Bart twee jaar geleden kreeg voor vaderdag. Bart maakt zelf het deeg met van die ultrafijne pastabloem en verse gist, ieder belegt zijn eigen pizza naar smaak, en Wolf bakt ze dan in het oventje. Dat is precisiewerk, want op een tiental seconden gaat de pizza van nog net niet genoeg naar ‘oeps de rand is verbrand’. Bart ziet het dan ook niet zitten om ze zelf te bakken, hij doet al genoeg, en vorige week zondag waren het dus pizza’s in de gewone oven.
Maar het is echt niet te vergelijken qua smaak, als ik eerlijk ben: zo’n houtoventje, gebakken op steen, is iets compleet anders. Wolf en Kobe stookten, bewaakten de temperatuur, schoven, draaiden, bekeken en bakten. En het zag er heerlijk uit!
365 – 20 juli 2025 – nog eens het pizzaoventje gebruiken
International Puppetbuskers Festival, dag 1
De eerste dag van de 37ste editie van het International Puppetbuskers Festival ging onder een goed gesternte door: warm maar geen volle zon, een heerlijk plekje met voldoende stoelen, podia en een verfrissende bar: meer kan een zichzelf respecterende poppenspeler niet verlangen.
De dag in de Willem De Beersteeg begon met het Nederlandse gezelschap De Vliegende Koffer, en hun voorstelling Wortel. Hierbij worden nog de klassieke handpoppen gehanteerd, volledig gemaakt uit vilt, met een hoog Punch and Judy gehalte. De voorstelling, gericht op de kleintjes, kan nochtans ook gesmaakt worden door volwassenen door kleine, spitsvondige opmerkingen. Konijn wacht namelijk op een pakketje en gaat luisteren bij de buren of het soms daar geleverd werd. Blijkt dat mol, van Mol.com, gewoon een beetje aan de late kant is. In het pakketje zit een zaadje dat uitgroeit tot een heuse wortel, die daarna aan zijn lot probeert te ontsnappen door weg te lopen van Konijn. En dan duikt de Vos op die wel een konijntje lust. Het resulteert in boe-geroep van de kleintjes, hilarisch vettige kleuterlachjes, de klassieke “Pas op! Achter u!” scènes en uiteraard een goeie afloop. Goed gemaakt, klassiek entertainment dus.
De tweede groep was het Belgische Theater Tieret met de Aërofacten. De heren hebben een luchtmachine meegebracht waarmee ze lucht kunnen distilleren en vangen: berglucht, bloemetjeslucht, en hun specialiteit: gebakken lucht. Maar er hangt ook echt wel iets in de Gentse lucht, en het zit eraan te komen: ze verwachten ‘hem’.
Spitsvondige allusies naar het Gentse circulatieplan, de politiek en nog veel meer zorgen ervoor dat het geheel veel meer weg heeft van straattheater dan van poppentheater, en de poppen lijken er dan ook meer bijgesleurd dan wat anders, maar het geheel is bijzonder verfrissend, amusant en, welja, luchtig.
Derde groep van de dag was het Braziliaanse Cia Tu Mateixa, ook al te gast in 2022, met Laia and the flight of imagination. Opnieuw gaat het over een woordenloze, bijzonder poëtische vertelling over de slapende Laia en haar dromen: een rode vogel, de klokpoppen uit de vorige voorstelling… Laia wordt wakker en gaat onder andere schilderen, een knap staaltje poppenspelkunst: de artieste geeft de marionet een borstel en dopt dan ook echt de borstel in het water, de verf en gaat dan schilderen. Mooi! Het geheel gaat nergens over, maar is wel bijzonder mooi om naar te kijken, al is het voor kinderen blijkbaar te lang, hoorde ik naast me.
Hopelijk, als het weer het toelaat, morgen meer.
365 – 19 juli 2025 – Poppenspel
Eindelijk mijn auto
Ik had eerder al gezegd dat ik mijn auto moest inleveren, na vier jaar lease, om hem dan over te kopen. Volgens de garage – niet onze standaardgarage, maar wel eentje aangesteld door de leasemaatschappij, in Eke – ging het een tiental werkdagen duren, maar het kon ook minder zijn.
Bart voerde me op dinsdag 01 juli en ik had gehoopt hem terug te hebben tegen Big Rivers, twee weken later. Niet dus. We hadden zelfs nog steeds niks gehoord.
Bon, ik belde de dinsdag, en kreeg de uitleg dat het aan de leasemaatschappij lag, dat die heel nonchalant waren met hun papierwerk en dat daar dus de vertraging zat, maar dat ze op vrijdag (de 11de dus) de papieren hadden binnengekregen. Het kon dus snel gaan. Hmm. Als de platen op tijd konden aangevraagd worden – voor de middag dus – gingen ze de volgende dag geleverd zijn en kon ik de auto ophalen. Maar daarvoor moest eerst de keuring afgewerkt zijn en de roze kaart er zijn.
Ik belde dus nog eens donderdag, in de hoop mijn auto op vrijdag te hebben. Ja, de roze kaart was er, en die mens ging dat op zijn gemakske in de namiddag afwerken. Platen gingen dus pas vrijdag kunnen aangevraagd worden en mijn auto was dus ten vroegste dinsdag beschikbaar. Ha ja, de 21ste zit daar tussen.
Hmm. Ik drong aan, en hij ging alsnog de papieren eerst in orde brengen. Ik kreeg de roze kaart doorgestuurd om half twaalf en kon alles onmiddellijk doorsturen naar het verzekeringskantoor, dat maar open was tot 12.15 uur. Zalige mensen, en dat zeg ik niet omdat het het kantoor van mijn broer is, want die zit momenteel op de Dominicaanse Republiek. Ze namen het dadelijk op en de platen waren nog op tijd aangevraagd.
Bon, de planner van de garage geloofde daar blijkbaar niet al te hard in, want ik kreeg het voorstel om de auto alsnog dinsdag op te halen. Hmpf.
Ik belde deze voormiddag, de platen waren binnen, en ik kon de auto tegen twee uur ophalen, zeiden ze. De verzekering sprong meteen mee op de kar en kon me iets later de voorlopige verzekering doorsturen. Damn!
Jammer genoeg was Bart niet beschikbaar op dat moment, zodat ik in de warmte een goed uur gefietst heb naar Eke, maar wel langs mooie wegen, zelfs een stuk door een bos.
Ik was nogal bezweet toen ik er toekwam, maar dat vond ik niet erg: mijn auto stond netjes te blinken, letterlijk, want net gewassen. Een jongeman van de verkoopsafdeling heeft me nog geholpen om de fiets in de auto te krijgen, en ik heb me snelsnel naar huis gerept want ik moest om half drie bij de dokter staan.
Maar ik heb dus mijn auto, mét nieuwe platen, de HaHaLol, zoals Wolf zei.
Oef.