Van Kouter- en Kattestraatjes
Ons pa zijn auto is kapot, en dus ging ik hem halen zodat hij hier kon komen eten. Normaal gezien proberen we dan ook elke keer een eindje te geocachen (= vermomd wandelen), en er liggen er nog behoorlijk wat in Zomergem.
We aten daarom vrij vroeg taart en reden richting Zomergem om er een paar wegels met een bezoekje te vereren. Eerst sloegen we het Kouterstraatje in en stonden we er allebei van te kijken dat er niet alleen huizen stonden langs deze wegel, maar dan nog prachtige huizen ook!
We reden verder, het Molenpark in, om het Kattestraatje met een bezoek te vereren, maar blijkbaar, zo wist een bijzonder beleefde jongen ons te zeggen, is de ingang van de wegel in de Molenstraat zelf. Bon, wij geparkeerd en de wegel in. Het was vrij guur weer voor eind augustus en ons pa had het lastig. Zijn conditie is echt wel ondermaats, maar aan de andere kant: hij is tachtig, met parkinson.
In elk geval zijn we weer twee gevonden caches rijker. De rest is voor een volgende keer.
365 – 29 augustus 2021 – Kattewegel
Lectuur: “Cold Comfort Farm” van Stella Gibbons
Dit boek stond op mijn leeslijst der klassiekers en werd daarom ook toegevoegd, al had ik er nog nooit van gehoord, om eerlijk te zijn.
Achteraf gezien verwondert me dat ook niet: ik vind het niet bepaald een topper. Niet slecht, uiteraard niet, maar ook zeker niet wow. Maar voor een boek uit 1932 is het nog verrassend actueel, eigenlijk.
Flora Poste is een verwend kind van een jaar of 19 dat wees wordt, en dan niet goed weet waar of bij wie ze gaat wonen en op wiens kosten ze zal leven en haar uitgebreide sociale leven zal onderhouden. Na een aantal humoristische overwegingen trekt ze in bij een boerenfamilie die blijkbaar verwanten zijn, maar die ze voor de rest van haar noch pluimen kent.
Zodra ze de Cold Comfort Farm betreedt, maakt ze het tot haar missie om de mensen daar op te voeden en vooral een goede hygiëne aan te leren. Al bij al slaagt ze erin om tegen het einde van het boek alle personages op het juiste (of toch een beter) pad te krijgen en een beter leven te bezorgen.
Het boek is duidelijk een parodie op pakweg Far from the madding crowd van Hardy, of al die romans uit die tijd die het boerenleven schetsen en de high society van het toenmalige Engeland. De personages zijn karikaturen, de plot voorspelbaar, maar alles is gedrenkt in een fijne humor, dat wel, en dat maakt het heel leesbaar. Maar om het te bestempelen als een klassieker? Hmm…
365 – 28 augustus 2021 – gespiegeld
Vacature…
Hmmm…
Het waren herdeliberaties op school vandaag, en er was eigenlijk niet zo’n goed nieuws: mijn collega Latijn moet volgende vrijdag geopereerd worden en zal wellicht twee maanden out zijn. Op zich niet zo’n probleem, ware het niet dat er geen leraars Latijn meer op de markt zijn, en dat het wellicht bijzonder moeilijk wordt een vervanging te vinden.
Ik heb met de personeelsverantwoordelijke samen gezeten en gekeken wat ik eventueel kon doen om tijdelijk een oplossing te bieden. Ik heb zelf 16 uur les en 4 uur communicatie, waardoor ik nog wel wat vrije momenten heb in mijn rooster. Bon, we hebben er zeven extra lesuren kunnen aan toevoegen: 3 in het 4de, 4 in het derde. Haar tweedes en mijn tweedes liggen parallel geroosterd, zodat ik ze eigenlijk samen kan nemen. Een groep van 35 dertienjarigen in de studiezaal – want we hebben geen lokalen die groot genoeg zijn voor die groep – dat wordt nog een uitdaging. Twee uurtjes parallel in het eerste jaar kan een jonge collega nemen die een van de zeer zeldzame exemplaren bachelor Latijn is. Hij geeft echter wiskunde bij ons, open uren voor het hele jaar, dus nee, hij kan die uren niet overnemen. Tsja…
Het probleem is ook dat er een nieuw leerplan is voor het derde en we dus een nieuwe cursus gebruiken, iets waar ik me nog totaal moet in inwerken. Ook het vierde is een andere cursus dan wat ik vroeger gaf, al zijn er veel dezelfde teksten. En voor het tweede moet ik de cursus nog schrijven, want daar ging ik wel tijd voor hebben… Neem daarbij alle administratie, en het wordt nog een hele klus.
Het ene vierde gaat helaas geen enkel lesuur krijgen – hun uren liggen op de momenten dat ik les aan het geven ben in vijf en zes. Het andere vierde krijgt één uurtje studie per week, dat is wel doenbaar. Maar bon, ik ga proberen taken te voorzien en te redden wat er nog te redden valt, en hopelijk vinden we snel een vervanger.
Of mijn rug deze extra uren gaat zien zitten, dat valt nog te bezien…
Maar bon, op hoop van zegen dus…
365 – 27 augustus 2021 – instant happiness
Interview
Ergens in mei kreeg ik via via een vraag: of ik een dubbelinterview wilde doen met een huidige student Klassieke Talen. Ze willen de alumniwerking van de UGent een boost geven, blijkbaar. Goh… waarom ook niet?
Deze middag stond ik om drie uur op de trappen van de Blandijn en werd ik naar binnen geloodst naar een van de lokalen waar ik vroeger nog Duitse Taalkunde had gekregen. Daar zat een bijzonder taalvaardig jongmens me op te wachten, samen met twee mensen met microfoons en camera’s. Ze hadden een reeks vragen voor elk van ons voorzien, maar eigenlijk was dat niet eens nodig. Brian en ik hadden blijkbaar meteen een klik en begonnen al, nog voordat de camera draaide, honderduit te tetteren. Het was echt leuk om te horen hoe verschillend de opleiding tegenwoordig is, en tegelijk hoe er toch nog niks veranderd is. Veel van mijn medestudenten zijn nu docent of prof, dat wel, en ik had daar dus grappige anekdotes over. Anderzijds kon hij dan weer sappige dingen vertellen over studentenraden en de Klassieke Kring en het forum enzoverder.
Ik geloof dat we twee uur gekletst hebben, en we amuseerden ons allebei kostelijk, daar in dat koude lokaal waar nog niet eens een glaasje water voorzien was voor de moeite.
Na afloop nam hij me nog even mee doorheen het gebouw waar toch wel, na dertig jaar, een paar dingen gemoderniseerd waren, maar waar tegelijk de lokalen nog steeds ongelofelijk vertrouwd aandoen.
Nostalgie ten top! Een verloren middag, maar eigenlijk een ongelofelijk toffe middag, met vooral veel dank aan Brian, een bijzonder fijne student Klassieke Talen. Ik heb het hem al gezegd: als hij ooit zijn stage wil doen in het onderwijs, is hij meer dan welkom!
En het is nog maar eens duidelijk: Blandino’s FTW!
365 – 26 augustus 2021 – nostalgie: mijn klaslokaal aan ’t unief
W-Festival!
Eindelijk! Weer eens normaal doen en al!
We hadden het twee jaar geleden afgesproken, Lieven en ik, dat we weer samen naar W-Festival zouden gaan, maar uiteraard had ook hier corona een stokje voor gestoken.
In 2017 en 2018 was ik er met Bart als VIP, dit jaar ging ik met een gewone kaart en enkel naar Sinners’ Day, de uitdrukkelijk gothic/EBM dag van de vijf dagen. In tegenstelling tot de vorige keer was er nu maar één groot podium, en was het ook niet langer in Amougies maar wel in Oostende, op het Klein Strand.
Ik sprak af met Lieven en Wouter, ne maat van hem, aan de oprit in Drongen en reden samen naar Oostende. Daar wist Lieven een goedkope parking te zijn, maar wel eventjes wandelen van de locatie. Dichtere parking was er sowieso niet. Ik wist dat ik vooral ’s nachts niet de stamina zou hebben om nog een half uur te wandelen, en nam de fiets mee, zodat ik ’s nachts gewoon kon terugfietsen en de heren dan ophalen met de auto.
Aan de ingang was er eerst een strenge COVIDcontrole, en dan pas de ticketcontrole. En dan, dan was het een beetje thuiskomen: een strand vol zwartzakskes, gemiddeld boven de 40 jaar, dat wel. Maar daar pas ik natuurlijk naadloos in.
Alleen was de organisatie niet vlekkeloos te noemen: net zoals vorige jaren bleek het eten een probleem te zijn. Ze willen precies maar niet leren uit hun fouten: dit is wellicht hun drukstbezochte dag, maar de meeste eetstandjes waren gewoon niet eens open, pas vanaf morgen. Juist ja. En er was uitdrukkelijk meegedeeld dat je het terrein niet meer mocht verlaten voor COVIDredenen. Ja hoor, commerciële overwegingen, want in tegenstelling tot Amougies heb je in Oostende wél stapels alternatieven. Soit, toen we vaststelden dat de wachtrij aan het enige frietkot meer dan twee uur bleek te zijn, verlieten we toch het terrein en gingen in een pitazaak wat verderop iets eten. Een goeie move, zo bleek, en we konden probleemloos het terrein weer op, want ik vermoed dat de organisatie toch groen licht had gegeven.
En de muziek? Tsja, die was zoals verwacht. The Obscure, een steengoeie Cure-tributegroep hadden we gemist, maar dat vond ik niet zo erg aangezien ik the real thing al ettelijke keren heb gezien. Ramkot was bezig toen we het strand betraden, maar kon me maar matig bekoren, om eerlijk te zijn.
Suicide Commando, een bende geschifte idioten uit Leopoldsburg behoort tot mijn favorieten en die wilde ik niet missen. Ik heb dan ook staan dansen en springen, ik geef het toe, al hebben ze mijn favoriete nummer niet eens gespeeld. Maar de sfeer zat er wel in, ja.
Daarna waren het Whispering Sons, die ik een beetje vond tegenvallen – we zijn ook niet echt gericht gaan kijken – en Young Gods, die ik zelfs niet kende. We zijn intussen maar gaan eten, zodat we scherp stonden voor het vervolg: VNV Nation, een van mijn absolute favorieten. Ik heb hen al verschillende keren live gezien, onder andere hier in Gent in de Arena Van Vletingen. Ik blijf fan, ook al vind ik zanger Ronan Harris niet zo enigmatisch op een podium.
Wouter kende ze niet en was behoorlijk onder de indruk.
En toen was er Front 242, de groep voor wie beide heren sowieso waren gekomen en waar ik ook echt wel fan van ben.
Aansluitend was er nog de langverwachte eenmalige reünie van The Neon Judgement, waar heel veel mensen naar uit keken. Alleen… de magie was er niet. Het was niet de eerste keer dat ik hen zag, maar wel zowat de… saaiste keer. Tsja… Ze worden er ook niet jonger op, natuurlijk.
En toen was ik blij dat ik de fiets had genomen, want het tempo waarin vooral Lieven ging: amai!
Enfin, tegen twee uur was ik thuis, moe, zere rug, maar zeer voldaan. En vooral: een gevoel van normaliteit. Oef.