Cursus

Ik had heel toevallig geen les vandaag 🙂

Ik heb op dinsdag al maar drie uur les te geven (de namiddag wordt steevast ingevuld met verbeteren en voorbereiden), en vandaag waren twee van de drie groepen op uitstap. Mijn vierdes hadden dan weer een film in het kader van een Rwandaproject, en aangezien er genoeg toezicht was, hoefde ik vandaag voor dat ene uurtje niet naar school. Ik vind het fantastisch dat ze rekening hebben willen houden met het feit dat ik me echt niet goed voel, maar toch de moeite doe om les te geven.

Soit, ik voelde me haalbaar vandaag, en was van plan een hoop van de achterstallige verbeteringen weg te werken. Die blijven daar maar liggen, omdat ik na een lesdag meestal gewoon crash in de zetel, doorgaans zelfs zonder iets te eten.In de plaats daarvan heb ik echter een cursus herschreven. Ik gebruikte nog steeds oude drukproeven die ons destijds door de uitgeverij (het langverwachte boek verscheen maar niet) ter beschikking waren gesteld, maar intussen was het boek wél al verschenen en kon dat dus eigenlijk niet meer. Ik heb me de hele dag in Cicero verdiept, en meer bepaald in zijn ballingschapsbrieven, en hoe ik zijn intellectuele en politieke persoonlijkheid het best kon overbrengen op vijftienjarigen.

Het klinkt raar misschien, maar ik heb daar dus van genoten. Ik dĂłe dat dus graag he!

Groot nieuws!

Voor wie mijn twitter en Facebook volgt, komt dit wellicht niet meer als een verrassing: ik loop al weken misselijk en duizelig en hondemoe.

Ik had het eerst echt zelf niet door, en dacht dat ik een maagontsteking of zo had. Ik ben notoir maaglijder en kreeg ze niet echt onder controle met mijn gewone dagelijkse maagmedicatie. Ik kon ook nauwelijks iets binnenkrijgen van eten.  Ik ben echter zelfs nog op weekend geweest, en dat viel verbazend goed mee.

Alleen werd het nadien nog wat erger met die misselijkheid, en dus ben ik uiteindelijk op donderdag 1 april naar de dokter gegaan. Die volgde mijn vermoeden, verdriedubbelde mijn zware medicatie, maar wilde toch voor het zekerste een uitgebreid bloedonderzoek laten uitvoeren. Die vermoeidheid kon ook best aan een ijzertekort of zo liggen.

De volgende middag, de vrijdag voor de paasvakantie, mocht ik bellen voor de uitslag. Alleen was de betreffende dokter er niet, maar wel één van de andere dokters van de groepspraktijk.

“Goh”, zei Filip, “ik wil ook gerust wel de uitslag even met je doornemen hoor. Witte en rode bloedcellen: normaal. Leverfunctie in orde. Nieren prima, pancreas werkt ook uitstekend. En ja, de zwangerschapstest is positief, en..”

“Wablief??”

Ik wist niet wat ik hoorde, en ben erbij gaan zitten. Heel vaag had ik daar al aan gedacht, maar meteen ook weer verworpen: onze twee jongens zijn de prachtige vrucht van een moeizame lijdensweg aan IVF – ICSI. De kans op een normale bevruchting volgens onze gynaecoloog: 1/500.000. Tsja. En nu had er zich toch een dappere tot het einde geworsteld, blijkbaar.

Ik moest slikken. Kinderen, dat was voor mij een afgesloten hoofdstuk. Ik heb er twee, en ben daar dolblij mee. Alle babygerief is al doorgegeven naar mijn jongste broer, ons huis is ingericht op twee, en ik was al blij dat we bijna uit de pampers waren.

Soit, het is welkom. Meer dan. De slapeloze nachten en al het pampergedoe neem ik er dan wel bij 🙂

Vandaag ben ik dus naar de gynaecoloog geweest, met onderstaand beeldje als gevolg. Alles ziet er goed uit, gezond en wel.

En, mochten er lieve leerlingetjes en collega’s zijn die mijn blog toevallig ook lezen: hou het nog even stil op school, wil je? Geef me gerust een vette knipoog om te tonen dat je het weet, maar ik zou het graag daar nog even voor mij houden.

echo

Wandeling

Omdat het zo prachtig weer was en we naar buiten wilden met de kinderen, zijn we op aanraden van mijn ma naar Het Leen in Eeklo getrokken: de magnolia’s en camelia’s in de botanische tuin stonden in volle bloei, en er is ook een speeltuin :-p

Ik heb ervan genoten: we hebben een half uurtje rondgelopen (da’s lang genoeg voor een klein Kobetje) en daarna een dikke drie kwartier op de speeltuin doorgebracht. Enfin, de kinderen op de speeltuin, onder toezicht van Bart, ikke op het terras met een koele ice tea 🙂 Het was er ongelofelijk druk, en onderstaande foto is dan ook een toevalstreffer.

speeltuinleen

Op het filmpje kan je zien hoe ze allebei genieten 🙂

Heerlijke dag

De titel zegt het al, een heerlijke dag vandaag. Ik voelde me goed, er waren geen verplichtingen, mijn ventje had lekker gekookt, de kinderen waren goed gezind, en het weer was fantastisch. Ik heb was buitengehangen, met planten bezig geweest, zelfs een tukje gedaan op een dekentje in het gras.

En een paar leuke foto’s getrokken van mijn lievelingen.

ijsjes

lieverds1

lieverds2

Luster

Ik moest jullie nog een fotootje van de nieuwe luster in onze woonkamer. Mijn ma vindt het een onding, ik vind het een heerlijk ding om in onze verder vrij strakke woonkamer te hangen, zo tegen de witte muur op de achtergrond.

luster

Rococo

Een tijdje geleden werd ik op zaterdagavond, op het nogal onverwacht, gebeld door een vriendin of ik niet mee ging naar de film. Dat ging me te nipt worden, maar ze mocht me altijd bellen om daarna nog iets te drinken.

Rond half elf toog ik dus richting centrum. Na enige omzwervingen – zij wou nog iets eten, maar zelfs op zaterdag is dat blijkbaar moeilijk op dat uur – en een tussenstop bij de Amadeus voor onvolprezen ribbetjes, verzeilden we in het Patershol in de Rococo.

Ik was er lang geleden ooit al eens binnen geweest, maar veel herinnerde ik me er niet van, behalve dan dat ik het er echt wel gezellig had gevonden. En jawel, mijn gezelschap was meteen gecharmeerd. Eigenlijk is de hele Rococo niet meer dan een uit de kluiten gewassen huiskamer van een herenhuis. Om de hoek als je binnenkomt, is er een kleine toog. Overal staan ronde tafeltjes met stoelen of bankjes rond, er hangen spiegels en kerstboomlichtjes, kaarsen, veel ornamenten, en de haard brandt gezellig. Toen we binnenkwamen, was er geen muziek, maar iets later nam iemand plaats achter de buffetpiano, en begon evergreens te spelen.

Je gaat ook niet zomaar binnen en neemt plaats, nee, je wacht netjes aan de ingang tot de bardame je zegt of er wel plaats is. Ik heb het gevoel dat ze vrij kieskeurig en eigenzinnig is in het kiezen van haar clienteel, en dat het er een beetje van afhangt of er al dan niet plaats is. In elk geval is er het systeem zoals in de Mokabon: waar zitplaats is, kan je aanschuiven. Ik heb het gevoel dat wij op die manier het verliefde koppeltje dat al aan ons tafeltje zat, hebben weggejaagd. Mochten jullie dit lezen: sorry daarvoor!

Na eventjes wachten – de bardame was in druk geanimeerd gesprek gewikkeld met klanten die net weggingen – kwam ze de bestelling opnemen, en verklaarde ze ons “wijze mensen”. Daarom ging ze ons een extraatje van het huis geven, een klein glaasje zelfgemaakte Liqueur d’Amour. En jawel, iets later kwam ze af met de drankjes (waaronder zelfgemaakte ijsthee van rozenbottel met passievruchten bij, zéér te smaken) en met een klein dreupelglaasje voor elk. Het recept was geheim, verklaarde ze. Toen ik daarop, na een uitgebreide snuif- en proefsessie, een aantal dingen opsomde, lachte ze geheimzinnig, maar voegde eraan toe dat ik wel een zéér scherpe neus had!

In elk geval hebben we het er zeer naar onze zin gehad: gezellig, druk maar niet té, livemuziek maar zeker niet opdringerig, en een fijn mens achter den toog.

En de rekening? Wil je geloven dat ik er niet eens op gelet heb?

Stom ongelukje

Deze middag was Wolf gaan spelen bij een vriendje, een verjaardagsfeestje. Het is maar een paar straten ver, maar aangezien ik eigenlijk al wat te laat was en ook Kobe mee was, had ik de auto genomen. Ik moet voor zowat alles hier door ” ’t klein straatje”, een kort smal straatje zonder bewoning, dat de verbinding is tussen twee delen van de wijk en ervoor zorgt dat je een paar lichten en een hoop druk verkeer vermijdt, en het is gewoon ook korter. Iedereen hier rijdt dus steevast door het klein straatje, net zoals ik. Je kan net met twee auto’s passeren, maar het is nipt. Er staan dan ook voorrangsborden (je weet wel, rode en zwarte pijl).

Nu, ik ben dus haastig, en rijd het straatje in. Op datzelfde moment rijdt er aan de andere kant een kleine camionette in, die eigenlijk had moeten wachten, maar zich daar niks van aantrok. Kruisen ging heikel worden, dus ik houd in, maar de ander maakt geen aanstalten om te stoppen. Hmpf. Half nijdig stop ik dus, gooi de auto in achteruit, en denk: “Allez vooruit, dan zal Ă­k maar achteruit rijden, he kalf!” Wat ik dus met een nijdige stamp op het gaspedaal doe. Bonk.

Er was intussen een dikke Volvo 4×4 achter mij komen staan, waar ik hoegenaamd niet op gelet had. Ik zat er dus bovenop. Juij. Zijn bumper beschadigd, bij mij de bumper en het kofferdeksel stevig gedeukt. Soit, wij dus papieren ingevuld, en Kobe intussen braaf zitten wachten in de auto. Gelukkig heb ik brave kinderen!

Intussen was ik stevig te laat om Wolf op te halen, maar dat vonden ze niet zo erg, gelukkig maar.

Nu nog eens kijken welke financiële implicaties dit weer zal hebben. Joepie. Not.

Integratie

Vandaag had ik het weer eens aan mijne rekker: integratie van de zesdestudiejaars. Dat houdt in dat de basisschool van onze school eens een kijkje komt nemen op onze school, dat ze een rondleiding krijgen, en dat ze ook 4 lesjes van elk een half uurtje krijgen in een vak dat ze nog niet kennen, en waar ze eventueel voor kunnen kiezen. Daar valt Wetenschappelijk Werk onder, Technologische Opvoeding, Engels, en uiteraard ook Latijn.

Ik heb daar kleine brochuurtjes voor gemaakt, met een algemene uitleg waarom ze Latijn moeten doen (ik leg dat in hun taal uit, de tekst is voor de ouders), maar uiteraard ook met meer dan dat, of het zou nogal saai zijn. Zo vertalen we dan samen een grafsteen voor een jongetje van anderhalf jaar, en zijn ze apetrots dat ze dat gedaan hebben. En daarna halen we tien anachronismen uit een tekening van een Romeins dorpstafereeltje, en dat vinden ze zalig natuurlijk.

Eigenlijk doe ik dat dus niet graag. Die gastjes gaan dat nooit merken, die zijn meestal laaiend enthousiast en dat is een goede recruteringsbodem (de reden waarom we het doen natuurlijk). Maar voor mij is dat alles behalve uitdagend, want er zitten er tussen die al op voorhand met gekruiste armen zitten en zeggen: “Latijn is stom, ik doe dat toch niet!” En ga daar dan maar eens tegenin.  En dat dan zes keer. Soit, ik heb het maar twee keer moeten doen, want eigenlijk is het tegenwoordig de taak van mijn collega die eerstejaars geeft.

Maar enfin, ik heb me weer van mijn taak gekweten, ze waren enthousiast, en meer moet dat niet zijn.

En toen was er weer school. Ik had er tegenop gezien, omdat ik echt niet wist hoe ik me ging voelen, en of dat te combineren was met lesgeven. Maar lo and behold, het viel beter mee dan verwacht. Eigenlijk weet ik dat al lang: als ik een slecht humeur heb, of ik voel me niet schitterend, en ik begin les te geven, dan betert het doorgaans vrij snel. Tenzij ik echt ziek ben natuurlijk, maar dan ben ik doorgaans al niet eens naar school vertrokken. Ik haal dus echt energie uit het lesgeven, uit de leerlingen, uit het proberen hen te enthousiasmeren en iets bij te leren. En, geloof het of niet, maar doorgaans zijn het ook engeltjes: als ik zeg dat ik me niet zo goed voel, dan zijn ze rustiger en braver dan anders, en heb ik er al helemaal geen werk meer mee.

Maar dat kan ook liggen aan het feit dat ik dan natuurlijk keihard toesla als ze zich niet koest houden. Hmm.

Oma

Eerder deze week heb ik mezelf op een middag samengeraapt, de kinderen deftig aangekleed, en ben ik naar mijn oma gereden. Die zit twee dorpen verder in een mooi rusthuis, waar ze naar eigen zeggen graag is. Ze is in elk geval al een pak verdikt sinds ze daar is, en ze is er altijd heel positief over: er wordt voor haar gezorgd, het eten is lekker, en ze laten haar met rust als ze zin heeft om te lezen of zo. Want daar vult ze het grootste deel van haar dagen mee, heb ik de indruk. Ik heb er wat met haar zitten praten in de veranda, en ook met mijn tante die daar was. De kinderen hebben het gebouw en vooral de grote tuin verkend, en hebben een drankje gekregen.

Ze zag er goed uit, voor haar 98 jaar. Ik kon het niet laten en heb een fotootje genomen van haar.

Oma